Ingezonden persbericht

Persbericht 20 juli 2001
Veehouder, die jarenlang omgeving in stank en lawaai zette, voor het eerst civielrechtelijk verantwoordelijk gesteld.

Het Gerechtshof van Leeuwarden heeft een al jaren overlast bezorgende veehouder volledig in het ongelijk gesteld. In deze procedure wordt voor het eerst via het civielrecht een veehouder aansprakelijk gesteld voor de overlast bij omwonenden.
De mestsilo van deze veehouder veroorzaakt ernstige stankoverlast en bij de aan- en afvoer van de mest worden voortdurend de geluidsnormen overschreden. In maart 2000 erkende de Arrondissementsrechtbank de klachten van omwonenden, maar daartegen ging veehouder Migchels in beroep. Tijdens de zitting in maart 2001 verdedigde de boer de situatie met de constatering dat de mestsilo op meer dan de voorgeschreven 100 meter van de buren stond en de stankhinder hem dus niet kon worden verweten.
Het Gerechtshof constateerde op 11 juli 2001 dat de ernstige stankoverlast voldoende bewezen is en de boer nooit enig serieus onderzoek heeft laten doen om de stankoverlast te beperken. Ook tav geluidsoverlast worden de buren te sterk gehinderd. Dat de mestsilo op de voorgeschreven afstand staat betekent nog niet dat er geen concrete overlast kan zijn, stelt het hof. Zij acht de veehouder volledig verantwoordelijk voor de stank- en geluidsoverlast.
Nu het hof gesteld heeft dat de omwonenden werkelijk gehinderd worden, kunnen zij de schade die zij daardoor opgelopen hebben op de eigenaar van de silo verhalen. Verder kan middels een kort geding geëist worden dat de stankhinder wordt gestopt.

Boer Migchels uit Onstwedde in de provincie Groningen verdient al een jaar of tien veel geld aan het verhandelen en uitrijden van overtollig mest uit het midden van het land. In 1992 heeft hij in alle haast om subsidie binnen te halen een tweede mestsilo laten bouwen. Om stankoverlast bij zijn eigen huis te vermijden en een langdurige bestemmingsplan procedure te vermijden, zette hij die silo elders op zijn land. De gekozen plaats is nu 150 meter van het dichtstbijzijnde huis. De buren worden regelmatig misselijk van de stankgolven, terwijl soms tot op 800 meter een penetrante geur doordringt tot in de slaapkamers. Op de momenten dat de vrachtwagens mest in de silo pompen of als de boer de mest uit de silo pompt en uitrijdt wordt hun het leven ook nog eens zuur gemaakt door lawaaioverlast. De mestpompen produceren naast een hard geluid ook nog eens een doordringend, jankend geluid.
Een tweede mestsilo die verder niemand zou hinderen wordt door boer Migchels opvallend veel minder gebruikt. Het hof constateerde dan ook dat de omstreden mestsilo geen onlosmakelijk onderdeel is van de bedrijfsvoering.

De omwonenden zijn in deze procedure gesteund door de vereniging Groningen Tegen Bio-industrie (GTB). Deze voert al jaren met succes via het bestuursrecht (Raad van State) procedures om nieuwvestiging van bio-industrie tegen te houden. Overlast van bestaande bio-industrie is veel lastiger. Met name stankoverlast uit de bio-industrie is naar haar beste weten nog niet eerder via de civiele rechter in Nederland aangepakt. GTB verwacht dat de uitspraak van het hof van Leeuwarden belangrijke precedent werking heeft voor andere overlastsituaties.

De logboekaantekeningen die GTB maakte van de jarenlange juridische procedures en pogingen om de gemeente te bewegen om haar verantwoordelijkheid te nemen zijn via internet te volgen: http://www.animalfreedom.org/gtb/mestsilo.html
Meer activiteiten van GTB: brochure over stankklachten door mest uitrijden: http://www.animalfreedom.org/paginas/nieuws/nieuws.html#pers

Tot zover het persbericht.

Inlichtingen kunt u verkrijgen bij:
Klarissa Nienhuys, voorzitter van GTB
Van Speykstraat 16
9726 BL Groningen
tel. 050-3120741
tel. GTB 050-3141393 (bgg)