Gemeente Leiden

Gemeente declareert ruim een miljoen bij minister Vermeend

Het College van B&W heeft besloten om de kosten, gemaakt als gevolg van de Koppelingswet, te declareren bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Aanleiding hiervoor is de uitspraak op 26 juni jl. van de Centrale Raad van Beroep (CRvB), het hoogste rechtscollege op het gebied van sociale zaken, inzake de beëindiging van een bijstandsuitkering als gevolg van de invoering van de Koppelingswet. De CRvB vond het ontoelaatbaar dat de Koppelingswet ook van toepassing is op vreemdelingen die op het moment van invoering van de wet -1 juli 1998- rechtmatig in Nederland verbleven en destijds ook een bijstandsuitkering ontvingen. De Raad was van oordeel dat de stopgezette bijstandsgelden alsnog met ingang van 1 juli 1998 uitbetaald moeten worden.

Het College van B&W van Leiden heeft in het verleden al vaker bij de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aandacht gevraagd voor de gevolgen van de Koppelingswet. De minister is verzocht om ruimere invulling te geven aan het besluit Gelijkstelling vreemdelingen door de doelgroep uit te breiden naar alle vreemdelingen die op 30 juni 1998 een uitkering hadden en deze uitkering te continueren. Landelijke uitbreiding van het besluit Gelijkstelling bleef echter uit. Daarom heeft het Leidse College van B&W op 23 juni 1998 besloten de Koppelingswet niet toe te passen op vreemdelingen die:

- op 30 juni 1998 ingeschreven stonden in het bevolkingsregister van Leiden; - bekend waren bij de Vreemdelingendienst;
- bijstand ontvingen op 30 juni 1998 (of materieel onder dezelfde omstandigheden verkeerden).

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is destijds over de opvattingen van de gemeente Leiden geïnformeerd. In Leiden werd vervolgens voor deze groep vreemdelingen een aparte voorziening in het leven geroepen: de Inkomensvoorziening Vreemdelingen zonder Verblijfsstatus (IVV). Tot op dit moment hebben 35 personen voor kortere of langere tijd van de IVV gebruik gemaakt. Het nut van de voorziening is daarmee ruimschoots aangetoond. Inmiddels maken 22 personen geen gebruik meer van deze specifiek Leidse voorziening; het merendeel dankzij een alsnog toegekende vergunning tot verblijf.

Conclusie

Het College van B&W ziet de uitspraak van de CRvB als een bevestiging van haar besluit om de IVV in Leiden in te voeren. Zij is dan ook van mening recht te hebben op vergoeding door het Ministerie van SZW van de gemaakte kosten in het kader van de IVV. Het gaat hierbij om een bedrag van ruim 1 miljoen gulden.