Gemeente Enkhuizen

Keywords: ?? PAGINA'S

RAADSNOTULEN

Enkhuizen, 3 juli 2001.

Zakelijk verslag van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente Enkhuizen, gehouden op dinsdag 3 juli 2001 te 20.00 uur, in het stadhuis, Breedstraat 53, 1601 KA Enkhuizen.

Voorzitter: de heer drs. S.P.M. de Vreeze, burgemeester. Secretaris: de heer J.J.J. van Huffelen, gemeentesecretaris.

Aanwezig 16 leden, namelijk: de dames

E.F. Dangermond-Hilderink (vvd) en
Th. Dekker (pvda, wethouder, tot agendapunt 18) alsmede

de heren

H.F.P. Bode (pvda, wethouder, na agendapunt 17), C.H. Boland (d66),
N.P. Dol (vl/gl, wethouder),
H. van Doornik (cda, wethouder),
Th. de Geus (rpf/sgp),
W. Hæntjens (vvd),
J.W. Hekkert (vvd),
J. Hart (eb),
F.C. Jans (eb).
J. Lok (vl/gl),
W. Rieuwerts (vl/gl).
drs. J.S. Tesselaar (eb),
K.P. van der Veen (pvda) en
D. Wiersma (cda).

Met kennisgeving afwezig


1 lid, te weten:
de heer D. van Pijkeren (rpf/sgp).

Agenda Voorstelnr

1 Opening.

2 Bepaling volgorde bij hoofdelijke stemmingen
3 Verslag van de vergadering gehouden op 5 juni 2001
4 Ingekomen stukken en mededelingen. 087

5 Onderzoek geloofsbrieven (raadslid pvda). 088
6 Herinrichting Westerstraat, tussen Klopperstraat en Prinsenstraat. 045

7 Fractievoorzittersoverleg. 047

8 Wijziging Verordening Winkeltijden Enkhuizen 1996. 062
9 Overeenkomst tussen de gemeente Enkhuizen en de Stichting Evenementenorganisatie Enkhuizen. 078

10 Aanvullend krediet herstel fietspad Andijk-Enkhuizen. 079
11 Voorbereidingsbesluit Zuider Havendijk 106. 080
12 Wijziging Monumentenverordening. 081

13 Wijziging Verordening marktgelden Enkhuizen 1999. 082
14 Evenementenpot. 084

15 Voorjaarsnota 2001. 085

16 Toeristische voetgangersbewegwijzering. 086
17 Mechanische luchtbehandeling de rsg Enkhuizen. 089
18 Ontslag en verkiezing wethouder.

19 Rondvraag

20 Sluiting.


1. Opening.


De voorzitter
opent de vergadering van de gemeenteraad van Enkhuizen en heet alle aanwezigen van harte welkom.

Op 1 juli jongstleden is de heer Berend Brouwer overleden. Deze heeft de gemeente Enkhuizen gedurende de periode 1982-1990 als rpf-raadslid gediend. Velen zullen zich de heer Brouwer ook als een betrokken commissielid herinneren, met name op het gebied van openbare werken. Namens het gemeentebestuur wenst spreker de familie en andere dierbaren van de heer Brouwer veel sterkte toe. Hij verzoekt de aanwezigen op te staan en enkele momenten stilte in acht te nemen om de overledene te gedenken.

(Hierna wordt gedurende enige ogenblikken een plechtige stilte betracht.)

De voorzitter
: Dank u wel.

Vervolgens leest spreker namens het college van burgemeester en wethouders het navolgende schrijven voor.

`Aan de leden van de gemeenteraad van Enkhuizen. Enkhuizen, 3 juli 2001.
Geachte leden,
Onder verwijzing naar de brief van de heer J. Franx, d.d. 20 april
j.l. als bijlage hierbij
bijgevoegd en het antwoord daarop van de zijde van ons college en eveneens als bijlage
hierbij bijgevoegd brengen wij het volgende onder uw aandacht. Tijdens de commissievergadering aboz op 20 juni 2001, is door de voorzitter, bij de
openbare behandeling van de hierboven genoemde brief van de heer J. Franx een uitlating
gedaan m.b.t. een passage onder punt 18 uit deze brief. Er bereiken ons geluiden dat
hieruit zou kunnen worden afgeleid dat er in het recente verleden in relatie tot de problematiek
bij de havendienst een vermoeden zou hebben bestaan van frauduleuze handelingen door
één of meer medewerkers bij dit onderdeel van de gemeente. Met deze brief wil het college
(nogmaals) verklaren dat dit niet het geval is. Ruim een jaar geleden is een onderzoek gestart
naar alle onderdelen van de gemeente die i.v.m. contant geld een mogelijk risico opleveren,
het zgn. Kasstromenonderzoek. De raadscommissies financiën, personeelszaken en havens
zijn meermalen vertrouwelijk geïnformeerd over de uitkomsten van dit onderzoek, waaruit
is gebleken dat van misstanden geen sprake was, maar dat een aantal maatregelen ter
voorkoming van mogelijke misstanden terecht zou zijn. Wij hechten eraan dit nogmaals

- in het openbaar - te verklaren.
Ten aanzien van de hiervoor aangehaalde brief van de heer Franx, hebben wij tijdens de
raadsvergadering d.d. 5 juni jl. gesteld geen enkele behoefte te hebben deze brief in het
openbaar te behandelen omdat diverse punten uit de brief vertrouwelijke personeelsinformatie
betreffen. De opsteller van de brief en in het bijzonder de fractiegenoten van Enkhuizer Belang
zouden kunnen en moeten weten dat de informatie op diverse punten dezelfde is als besproken
tijdens verschillende vertrouwelijke aboz- en hos-commissievergaderingen. Door de brief in de openbaarheid te brengen heeft de opsteller hiervan bewust vertrouwelijke informatie naar buiten gebracht en daarmee o.i. de belangen van betrokkenen geschaad.Ondanks herhaald aandringen van de portefeuillehouder de brief niet in het openbaar te behandelen, volhardde de heer Hart tijdens de commissievergadering, als woordvoerder van Enkhuizer Belang, dit wel te doen. Hij vroeg de voorzitter duidelijk te maken welk onderdeel de openbaarheid niet zou kunnen verdragen. Daarbij is gerefereerd aan het onderdeel 18. Ten aanzien van het verzoek zoals neergelegd in de brief van 27 juni j.l. namens de heren Broersma en Hoeven, om tijdens de komende raadsvergadering alsnog de gehele correspondentie in een openbaar raadsdebat tot onderwerp van discussie te maken zullen wij wederom u dit ten stelligste ontraden. Bovendien wijzen wij u er nogmaals op dat het hier een personeelsgeschil betreft dat onderwerp is van een juridische procedure. Personeelsgeschillen lenen zich niet voor een politiek-bestuurlijk debat. Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van E n k h u i z e n. De secretaris, De burgemeester, (J.J.J. van Huffelen) (drs. S.P.M. de Vreeze)'

Over dit schrijven heeft spreker nog hedenmiddag contact gehad met de advocaat die namens diens cliënten de op 27 juni gedateerde brief heeft verstuurd. De betrokken advocaat is met de strekking van het voorgelezen stuk akkoord gegaan en heeft daaraan het verzoek gekoppeld dit in het openbaar voor te lezen.

De heer Wiersma
(cda) was in eerste instantie niet duidelijk of de brief van de advocaat als ingekomen stuk zou moeten worden behandeld. Uit de laatste opmerking van de voorzitter kan worden afgeleid dat de raad geen aandacht aan deze zaak behoeft te besteden. Is dat juist?

De voorzitter
bevestigt dat volgens de advocaat met het schrijven van burgemeester en wethouders de bedoelde uitlating voldoende is weerlegd.

Hierna deelt hij mee dat de heer Van Pijkeren wegens vakantie is verhinderd deze raadsvergadering bij te wonen.

Na afloop van deze bijeenkomst zal gelegenheid worden gegeven om informeel afscheid te nemen van mevrouw Dekker in haar hoedanigheid van wethouder van de gemeente Enkhuizen.


2. Bepaling volgorde bij hoofdelijke stemmingen.

De voorzitter
trekt penning nummer 9 uit het mandje, waarna de secretaris meedeelt dat volgens de presentielijst eventuele hoofdelijke stemmingen zullen aanvangen bij de heer Hekkert.


3. Verslag van de vergadering gehouden op 5 juni 2001.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dit verslag conform het aangeboden ontwerp vastgesteld.


4. Ingekomen stukken en mededelingen.

(Voorstel nummer 087, 2001.)


1. Brief, de dato 12 juni 2001, van de d66-fractie Enkhuizen inzake verkoop grond De Oksel.

Burgemeester en wethouders stellen voor dit ingekomen stuk te beantwoorden overeenkomstig het ter inzage liggend conceptantwoord.

De heer Boland
(d66) kan zich niet in het conceptantwoord vinden. In de commissie heeft de wethouder toegezegd dat de mening van de commissieleden in de volgende vergadering zal worden besproken. Dat is feitelijk niet meer mogelijk indien het ter inzage gelegde conceptantwoord ongewijzigd wordt verstuurd. Bovendien komt in een achterliggend stuk de uitspraak voor dat de gemeenteraad gebonden zou zijn aan afspraken van opeenvolgende coalities. Die passage zou in ieder geval dienen te worden bediscussieerd.

Wethouder Van Doornik
(cda) schetst dat de raadscommissie rof niet akkoord is gegaan met het conceptraadsvoorstel inhoudend verkoop van grond in De Oksel. Dit standpunt is aan de betrokken ondernemers meegedeeld. Die hebben na ruggespraak met hun aandeelhouders laten weten dat zij de gemeente aan de volgens hen gemaakte afspraken zullen houden. Het college heeft gevraagd één en ander op schrift te zetten en toegezegd daarop te zullen reageren. Zodra die stukken beschikbaar zijn, zullen die voor de commissie ter inzage worden gelegd.

De heer Hart
(eb) onderschrijft namens de fractie van Enkhuizer Belang datgene wat de heer Boland heeft betoogd en is het niet eens met het antwoord van de wethouder.

De heer Boland
(d66) gaat het er om dat de informatie in commissieverband wordt uitgewisseld en pas daarná een brief wordt verstuurd. Vandaar zijn verzoek het conceptantwoord vast te houden totdat de commissievergadering heeft plaatsgevonden.

De heer Rieuwerts
(vl/gl) schaart zich achter dit verzoek.

Wethouder Van Doornik
(cda): Akkoord.

Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad vervolgens dienovereenkomstig.


2. Afschrift van een brief, de dato 17 juni 2001, van de heer J. Buis te Enkhuizen aan de Stichting Woondiensten Enkhuizen inzake de Fruittuinen.

Burgemeester en wethouders stellen voor dit ingekomen stuk voor kennisgeving aan te nemen.

De heer Tesselaar
(eb) ziet dat brief nummer 2 weliswaar aan de swd is gericht, maar ook is voorzien van de tekst `carbon copy gemeenteraad'. Het is dan ook passend het stuk in de raadscommissie aboz te bespreken.

De voorzitter
antwoordt dat het hoogst ongebruikelijk is brieven die aan andere instanties dan de gemeente zijn geadresseerd in een commissie of de raad te bespreken, vandaar dat het stuk ter kennisneming op de lijst van ingekomen stukken is geplaatst.

De heer Tesselaar
(eb) stelt voor de brief in de raadscommissie aboz te behandelen.

De voorzitter
constateert dat een ruime meerderheid het voorstel van de heer Tesselaar niet steunt.

Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.


3. Brief, de dato 30 mei 2001, van de heer J. Hart te Enkhuizen met betrekking tot het ontwerpbestemmingsplan `Vette Knol'.

Burgemeester en wethouders stellen voor dit ingekomen stuk te betrekken bij de vaststelling van genoemd bestemmingsplan.

De heer Jans
(eb) laat weten dat de fractie van Enkhuizer Belang nieuwsgierig is naar de procedures die met betrekking tot het aangeduide bestemmingsplan en de onderhavige brief zullen volgen.

De voorzitter
doet de toezegging dat die procedures in de eerstvolgende commissievergadering zullen worden uiteengezet.

Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad vervolgens dienovereenkomstig.


4. Brief, de dato 18 juni 2001, van de Stichting Rechtsbijstand te Leidschendam met betrekking tot een verzoek om planschadevergoeding ten gunste van M.A.M. Benschop, Houttuin 13 te Enkhuizen.

Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt, overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders, besloten dit verzoek af te wijzen.


5. Brief, de dato 28 mei 2001, van ijsclub `IJsvermaak' te Hoorn met betrekking tot een kunstijsbaan in West-Friesland.

Burgemeester en wethouders stellen voor dit ingekomen stuk te behandelen in de raadscommissie voor havens, openbare werken en sociale voorzieningen.

De heer De Geus
(rpf/sgp) memoreert dat zijn fractie eerder heeft gezegd in het kader van de behandeling van de begroting voor het jaar 2002 op deze zaak te willen terugkomen. In de commissie is echter opgemerkt dat dit punt bij de voorjaarsnota zal worden betrokken. Nu stelt het college voor dat in de raadscommissie hos te behandelen. Is het desondanks de bedoeling dit onderwerp bij de voorjaarsnota te betrekken?

Wethouder Dol
(vl/gl) antwoordt dat het college geen behoefte heeft aan een financiële bijdrage ten behoeve van de in Hoorn te bouwen kunstijsbaan. In de commissie is door een inspreker gevraagd snel te reageren op het verzoek geld beschikbaar te stellen. Spreker heeft naar aanleiding daarvan de fracties in overweging gegeven zich daarop te beraden en tijdens de behandeling van de voorjaarsnota uitsluitsel te geven. Het college zal echter níét met een voorstel komen.

De heer De Geus
(rpf/sgp) vreest dat hij zich onduidelijk heeft uitgedrukt. Naar aanleiding van de brief, de dato 2 maart, is in een commissieverslag opgenomen:

`De voorzitter concludeert dat de rest van de commissie serieus naar een sympathieke bijdrage wil kijken en de behandeling van de voorjaarsnota is hèt moment om zich uit te spreken over een bijdrage.'

Als het de bedoeling is vanavond nog geen uitspraken te doen, maar eerst de behandeling in de commissie af te wachten, stemt de rpf/sgp-fractie daarmee in.

Wethouder Dol
(vl/gl) benadrukt dat het college niet voornemens is een subsidie voor een kunstijsbaan uit te trekken. Een initiatief daartoe zal derhalve vanuit de raadsfracties moeten komen.

Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.


6. Brief, de dato 31 mei 2001, van mevrouw Eeken te Enkhuizen met betrekking tot het onderhoud aan de openbare buitenruimte buiten de vestingwal.

Burgemeester en wethouders stellen voor dit ingekomen stuk te behandelen in de raadscommissie voor havens, openbare werken en sociale voorzieningen.

De heer Tesselaar
(eb) verbaast zich niet over het feit dat mevrouw Eeken zich ergert aan de geringe aandacht voor het onderhoud van het gebied buiten de vestingwal, want het onkruid op de rotonde op de kruising Dreef/Kastanjelaan/Lindenlaan is zó hoog opgeschoten dat alleen vrachtwagenchauffeurs eroverheen kunnen kijken. Er is aldaar een voor het verkeer gevaarlijke situatie ontstaan, waaraan spoedig iets moet worden gedaan. Daarmee mag niet worden gewacht totdat de commissie de brief van mevrouw Eeken heeft besproken.

De voorzitter
repliceert dat met opzet voor een hoge begroeiing is gekozen, want die dwingt de weggebruikers goed op het verkeer op de rotonde te letten. De begroeiing is dus zeer functioneel en bovendien zijn de bloemen prachtig.

Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.


7. Brief, de dato 8 juni 2001, van Sjakuus te Utrecht met betrekking tot aandachtspunten voor gemeentelijk minimabeleid.

Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt, overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders, besloten dit ingekomen stuk te behandelen in de raadscommissie voor havens, openbare werken en sociale voorzieningen.


8. Brief, de dato 15 juni 2001, van Op/maat te Hoorn met betrekking tot de toezending van de voorlopige begroting 2002.

Burgemeester en wethouders stellen voor dit ingekomen stuk te behandelen in de raadscommissie voor havens, openbare werken en sociale voorzieningen.

De heer Tesselaar
(eb) merkt op dat brieven en andere stukken van Op/maat tot nu toe altijd in de raadscommissie aboz zijn behandeld. Waarom wordt nu van deze gewoonte afgeweken?

De voorzitter
beaamt dat stukken van Op/maat vaak in de raadscommissie aboz zijn besproken. Dat heeft te maken met de omstandigheid dat spreker voorzitter van die instelling is. Principieel is dat echter onjuist, omdat sociale zaken, dus ook Op/maat, tot de portefeuille van de heer Dol behoren. Vanaf heden zal daarop beter worden gelet.

Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.

De heer Boland
(d66) brengt naar voren dat zijn fractie op 17 juni een brief over de sportnotitie bij wethouder Dol op diens privé-adres heeft bezorgd en ook in de brievenbus van het gemeentehuis heeft gestopt. Helaas is dat stuk toch niet op de lijst van ingekomen stukken geplaatst. Hopelijk kan desondanks nu worden besloten het bewuste schrijven in de eerstvolgende vergadering van de daarvoor in aanmerking komende commissie aan de orde te stellen.

Wethouder Dol
(vl/gl) kent de aangeduide brief niet. Hij kan slechts melden dat in de jongste commissievergadering is toegezegd de sportnotitie in ieder geval voor de volgende commissiebijeenkomst te zullen agenderen. Dan kan uiteraard ook de brief van de d66-fractie aan de orde komen.

Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad vervolgens dienovereenkomstig.

Mededelingen.

· Wethouder Van Doornik (cda) deelt mee dat het college regelmatig is benaderd door bewoners in de omgeving van het Koperwiekplein, winkeliers, politie, en jongerenwerker met het verzoek een apart trapveldje voor jongeren te realiseren om de huidige overlast tegen te gaan. Het college wil op korte termijn, bij voorkeur vóór de zomer, in afwachting van een definitieve oplossing een tijdelijke maatregel nemen en heeft daarvoor een groenstrookje achter de oude school aan de Meeuwenlaan op het oog. Uiteraard zal die tijdelijke voorziening - een halfverhard veldje met rondom een net - met de buurtbewoners worden besproken. Vanwege de vakantieperiode zal de commissie van één en ander schriftelijk op de hoogte worden gehouden.

Mevrouw Dangermond-Hilderink
(vvd) meent zich te herinneren dat een dergelijke voorziening al twee jaar geleden is toegezegd!

De heer Wiersma
(cda) informeert naar de kosten.

De voorzitter
moet op de vraag van de heer Wiersma het antwoord schuldig blijven, maar het kan nooit om een groot bedrag gaan. De commissie zal ook daarover worden geïnformeerd.

De heer De Geus
(rpf/sgp) weet dat er al doeltjes staan. De jongeren kunnen dus al een bal trappen.

Wethouder Van Doornik
(cda) legt uit dat die doeltjes zij bestemd voor kleine kinderen. Het gaat nu om de wat oudere jeugd die dermate hard schiet dat sprake is van veel overlast, vandaar dat voor die jongeren een aparte, tijdelijke voorziening zal worden gerealiseerd.

De heer Jans
(eb) verzoekt deze aangelegenheid voor de op 20 augustus te houden vergadering van de raadscommissie wev te agenderen.

De voorzitter
: Akkoord, maar intussen gaat de gemeente wel aan de gang.

Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad vervolgens dienovereenkomstig.


5. Onderzoek geloofsbrieven (raadslid pvda).
(Voorstel nummer 088, 2001.)

De voorzitter
benoemt tot leden van de commissie voor het onderzoek van de geloofsbrieven de heren Boland, Hekkert en Lok. Hij schorst vervolgens de vergadering voor de duur van het onderzoek.

(Schorsing.)

De voorzitter
heropent de vergadering.

De heer Boland
(d66) rapporteert dat de commissie de geloofsbrieven van de heer J. Domburg heeft onderzocht en in orde bevonden, weshalve zij adviseert deze tot de gemeenteraad toe te laten.

Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad vervolgens dienovereenkomstig.

De voorzitter
vermeldt dat de heer Domburg in de eerstvolgende raadsvergadering - volgens het vergaderschema 4 september aanstaande - zal worden geïnstalleerd.


6. Herinrichting Westerstraat, tussen Klopperstraat en Prinsenstraat.
(Voorstel nummer 045, 2001.)

De heer Tesselaar
(eb) verheugt zich over het feit dat het college, zij het na geruime tijd, de suggestie van de eb-fractie heeft overgenomen, te weten de rijrichting omkeren en maatregelen ten behoeve van voetgangers nemen.

De heer Boland
(d66) voert aan dat wat zijn fractie betreft de discussie over de rijrichting is `gereden'! Wel betreurt de d66-fractie in hoge mate dat haar verzoek de bebording van het 30-kilometergebied te bekijken niet is gehonoreerd, ondanks de toezegging dat wèl te zullen doen. Nu zal met te veel borden worden gesold en daarvoor wil hij geen krediet voteren.

De heer De Geus
(rpf/sgp) wil weten wat met de suggestie van de d66-fractie is gedaan; die zou serieus worden bekeken.

De heer Rieuwerts
(vl/gl) toont zich ingenomen met de voorgestelde maatregelen. De fractie van Verenigd Links/groenlinks hoopt dat één en ander een positieve bijdrage aan de verkeersveiligheid in het betreffende gebied zal leveren

De heer Wiersma
(cda) volstaat met de vraag of de voorgestelde maatregelen nog dit jaar zullen worden uitgevoerd.

De heer Van der Veen
(pvda) memoreert dat zijn fractie in de commissievergadering de d66-suggestie heeft onderschreven. Toegezegd werd dat zou worden bezien hoe het totale gebied als 30-kilometerzone zou kunnen worden ingericht. Het komt overigens vaker voor dat vanuit een commissie gelanceerde ideeën, aanbevelingen enzovoort nergens meer zijn terug te vinden. Zo heeft spreker in de junivergadering van de raadscommissie wev nogmaals gewezen op het feit dat het Albert Heijnplein als sluiproute naar de Korte Westerstraat wordt gebruikt en gevraagd passende maatregelen te nemen, maar tot nu toe is niets gebeurd; de gemeente wacht totdat Albert Heijn een slagboom plaatst. In de directe omgeving zijn echter twee scholen gesitueerd en de veiligheid van de leerlingen dient zo goed mogelijk te worden gegarandeerd.

De heer Lok
(vl/gl) maakt uit de schriftelijke beantwoording van de in de raadscommissie gestelde vragen op dat het 30-kilometergebied weliswaar kan worden vergroot, maar de daarvoor nodige personele bezetting ontbreekt. Op welke termijn kunnen in de binnenstad wel 30-kilometergebieden worden verwezenlijkt?

Wethouder Van Doornik
(cda) hecht eraan te verklaren dat de schriftelijke beantwoording vanavond is rondgedeeld om er zeker van te zijn dat iedereen weet wat in de raadscommissie wev over dit onderwerp is gezegd.

Het belangrijkste punt in de discussie die in de commissie werd gevoerd, was de vraag hoe het 30-kilometergebied zo snel mogelijk kan worden uitgebreid, bij voorkeur over de gehele binnenstad. Vanwege personele problemen is prioriteit gegeven aan de maatregelen die betrekking hebben op het omdraaien van de rijrichting. Aan de afdeling zal worden gevraagd spoedig aan te geven wanneer voor de gehele binnenstad het 30-kilometerregime kan worden ingevoerd.

Aan het adres van de heer Van der Veen zij toegezegd dat zal worden bekeken hoe de veiligheid op de genoemde locatie het beste kan worden bevorderd.

Wethouder Dol
(vl/gl) voegt aan het antwoord van wethouder Van Doornik toe dat de uitvoering van één en ander zo spoedig mogelijk na de zomervakantie zal plaatsvinden.

De heer Jans
(eb) poneert de stelling dat in de raadscommissie wev is toegezegd direct na de bouwvakvakantie met de werkzaamheden te beginnen.

Wethouder Van Doornik
(cda): Nou, dat loopt praktisch gelijk.

Wethouder Dol
(vl/gl): Ja, mede in verband met de tijdelijke verplaatsing van de markt zal kort na de zomervakantie met het werk worden begonnen.

De heer Boland
(d66) plaatst de opmerking dat haastige spoed zelden goed is en het onder dit motto verstandig is de verkeersnelheid naar 30 kilometer per uur terug te brengen. Dit behoeft echter niet te betekenen dat plotseling overal borden verschijnen, er moet goed worden bekeken waar wel of geen bord nodig is. Wie straks met 30 km/u vanuit de Westerstraat het Klooster - een smal straatje - inrijdt, zal een bord zien dat aangeeft dat aldaar 50 km/u mag worden gereden. Kan vanwege de personele bezetting dat bordje níét aan het eind van het Klooster, bij de Driebanen, worden gezet? Onzin! Zo zijn er meer voorbeelden aan te wijzen. Als de moeite wordt genomen nauwkeurig naar de stadskaart te kijken, moet het mogelijk zijn de bebording, voor zover die echt noodzakelijk is, op logischer plekken aan te brengen.

De heer De Geus
(rpf/sgp) ondersteunt kortheidshalve de motivatie van de heer Boland. Overigens verdient het zeker aanbeveling de suggesties die de heer Van Keulen namens de d66-fractie in de commissie heeft gedaan serieus op bruikbaarheid te onderzoeken. Wellicht kan op die manier zelfs wat geld worden bespaard, bijvoorbeeld door een logisch, aaneengesloten gebiedje tot 30 kilometerzone te verklaren. Desondanks zal hij het collegevoorstel volgen.

De heer Rieuwerts
(vl/gl) betuigt adhesie aan de woorden van de heer De Geus, maar toch zal ook de fractie van Verenigd Links/groenlinks met het collegevoorstel instemmen.

De heer Hekkert
(vvd) zou graag zien dat binnen de gehele vesting de maximumsnelheid op 30 km/u werd bepaald. Op dit moment sluit de vvd-fractie zich aan bij de zienswijze van de heer Boland, waarbij zij evenals de heer De Geus hoopt dat een logische plaatsing van de borden de kosten enigermate kan drukken. Het omdraaien van de rijrichting kan zonder meer worden uitgevoerd.

Wethouder Van Doornik
(cda) belooft te zullen bekijken of de verplaatsing van borden rare situaties en/of knelpunten kan voorkomen. De personele bezetting is niet dermate krap dat geen andere oplossingen voor, bijvoorbeeld, zijstraatjes als het Klooster kunnen worden bedacht.

De heer Van der Veen
(pvda) attendeert erop dat de raad twee besluiten moet nemen.
1. Verstrekking van het gevraagde krediet.
2. Vaststelling van de later toegestuurde, voorgestelde verkeersmaatregelen.

De voorzitter
: De raad kan in één keer een besluit nemen, tenzij iemand over de beide onderdelen aparte uitspraken wenst.

De heer Boland
(d66) geeft de volgende stemverklaring. Gehoord de toelichting en de toezegging van de wethouder zal de fractie van d66 met het collegevoorstel akkoord gaan.

Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens het voorstel van burgemeester en wethouders overeenkomstig de aangeboden ontwerpbesluiten aanvaard.


7. Fractievoorzittersoverleg.

(Voorstel nummer 047, 2001.)

De voorzitter
leidt voor degenen die de vergadering van de commissie aboz niet hebben bijgewoond de discussie als volgt in. De nu voorliggende verordening is gebaseerd op de nieuwe Gemeentewet. In afwijking van de oude verordening nemen de wethouders voortaan deel aan het fractievoorzittersoverleg. Overigens hebben de fractievoorzitters, vanzelfsprekend, de mogelijkheid ook met anderen dan de burgemeester en de wethouders te overleggen, maar dan is geen sprake meer van een formeel fractievoorzittersoverleg.

De heer Bode
(pvda) zal heel graag zien dat in de verordening ook een vervangingsmogelijkheid wordt opgenomen.

De heer Lok
(vl/gl) onderstreept de wens van de heer Bode.

In de verordening wordt niets gezegd over de aanwezigheid van niet-fractievoorzitters, dus toehoorders, bij het fractievoorzittersoverleg. Dat zou alsnog moeten worden geregeld.

Begrippen als `beslotenheid', `vertrouwelijkheid' en `geheimhouding' staan ter discussie. De vl/gl-fractie geeft in overweging met betrekking tot het begrip `vertrouwelijkheid' eens een gedragscode af te spreken. Weliswaar heeft die geen juridische basis, maar toch is het zeker gewenst die stilzwijgende democratische mores nader te benoemen. In ieder geval moet voor iedereen duidelijk zijn dat vertrouwelijkheid wel degelijk een begrip is in de parlementaire omgangsvormen; daarover bestaan soms, eufemistisch gezegd, misverstanden!

De heer Boland
(d66) tekent aan dat hij zich in de opmerkingen van de voorgaande sprekers kan vinden, maar overigens tilt hij niet zwaar aan de voorliggende verordening. In het stuk is immers niet vooruitgelopen op de komende dualisering en derhalve zal de `levensduur' in maanden kunnen worden gemeten, waarna de discussie weer van voren af aan zal beginnen.

De heer Hart
(eb) verenigt zich met hetgeen de vorige sprekers hebben gezegd. De fractie van Enkhuizer Belang voegt daaraan toe dat in artikel 1, lid
2, sub (c) dient te worden geschrapt. Het is niet noodzakelijk noch gewenst dat de wethouders bij het fractievoorzittersoverleg aanwezig zijn.

De heer De Geus
(rpf/sgp) sluit zich bij de woorden van de heer Lok aan.

De heer Wiersma
(cda) adviseert de suggesties van de heren Bode en Lok over te nemen.

De heer Hekkert
(vvd) conformeert zich aan de woorden van de heer Boland. Daarnaast heeft de vvd-fractie moeite met de formele status van het fractievoorzittersoverleg. De vvd ziet veel liever dat de fractievoorzitters met alle leden van het college overleggen in de sfeer van een peiling; het overleg heeft dan een soort thermometerfunctie. In deze optiek kan op basis van de geventileerde politieke gevoelens worden beoordeeld of het al dan niet zin heeft een bepaald voorstel in het officiële circuit te brengen. Spreker is daarom blij met de mededeling van de voorzitter dat de fractievoorzitters ook informeel kunnen overleggen.

De voorzitter
signaleert dat de heer Hekkert de intentie van het stuk prima heeft verwoord.

Spreker ziet dat in het college geen bezwaar bestaat tegen het voorstel van de heer Bode verhinderde fractievoorzitters de mogelijkheid te geven zich door een raadslid te laten vervangen.

De heer Boland
(d66): Daarmee schieten de kleine fracties niets of nauwelijks iets op. Is `raadslid dan wel beëdigd commissielid' een acceptabel criterium?

De voorzitter
: Ja, geen probleem, tenzij de heer Fijma dat morgen ontraadt.

Ook de aanwezigheid van raadsleden, in de hoedanigheid van toehoorders, bij het fractievoorzittersoverleg ziet spreker niet als een probleem, tenzij dat orgaan om welke reden dan ook anders besluit.

Over het onderwerp `gedragscode' is in Binnenlands Bestuur een uitvoerig artikel verschenen. Slechts geheimhouding heeft een juridische basis. Al het andere is afhankelijk van de cultuur en omgangsvormen in een bestuur, dus ook in een gemeenteraad. Spreker is evenwel graag bereid dit punt voor het eerstkomende fractievoorzittersoverleg te agenderen.

De heer Lok
(vl/gl): Uit de jurisprudentie blijkt dat vertrouwelijkheid geen juridische betekenis heeft, maar desondanks heeft dat begrip wel degelijk betekenis. Daarover moet eens nadrukkelijk met elkaar van gedachten worden gewisseld.

De voorzitter
: Prima, maar dan gaat het om onderling af te spreken spelregels. Het begrip `vertrouwelijkheid' leent zich daarvoor uitstekend.

Terecht is opgemerkt dat, gelet op de aanstaande dualisering, de verordening een voorlopig karakter heeft. In september zal de dualisering worden bediscussieerd, zodat daaraan vóór 3 april vorm kan worden gegeven.

Over de aanwezigheid van wethouders in het fractievoorzittersoverleg blijken de meningen uiteen te lopen. De heer Hart stelt voor in artikel 1 te schrappen: `(c) de wethouders.'

Hierna wordt het voorstel van de heer Hart cum suis in stemming gebracht en met 13 tegen 3 stemmen verworpen.

Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens het voorstel van burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden ontwerpbesluit aanvaard, onder aantekening dat de fractie van Enkhuizer Belang geacht wil worden te hebben tegengestemd.


8. Wijziging Verordening Winkeltijden Enkhuizen 1996.
(Voorstel nummer 062, 2001.)

De voorzitter
zag dat de pvda-fractie het navolgende amendement had ingediend.

`De gemeenteraad van Enkhuizen,
in vergadering bijeen op dinsdag 3 juli 2001,

gelet op:
het voorstel van het college van burgemeester en wethouders, voorstelnummer 62, betreffende wijziging Verordening Winkeltijden Enkhuizen 1996;
overwegende:


- dat het argument vóór verruiming met name de toeristische aantrekkingskracht is;

- dat de wijziging in hoofdzaak twee elementen bevat, namelijk de gebiedsaanduiding en de verruiming van de winkeltijden, uitsluitend voor de verkoop van vis en visproducten;
- dat de gebiedsaanduiding en de verruiming van de winkeltijden leiden tot rechtsongelijkheid;

- dat het argument `toeristische aantrekkingskracht' ook geldt voor winkels waar hoofdzakelijk souvenirs worden verkocht;
- dat het vorenstaande pleit voor aanpassing van het onderhavige raadsvoorstel;

besluit:

de conceptverordening tot wijziging van Verordening Winkeltijden Enkhuizen 1996 (eerste wijziging) als volgt aan te passen:
- artikel 10, eerste lid, onder b vervalt volledig en wordt vervangen door:
`1.b. voor het gebied binnen de vesting van Enkhuizen.'
- artikel 10, eerste lid, onder c vervalt de zinsnede `toeristische artikelen zoals souvenirs' en luidt aangepast als volgt:
`1.c. voor de verkoop van fotobenodigdheden en kruidenierswaren en watersportartikelen en/of scheepsbenodigdheden.'
- artikel 10, tweede lid, als volgt te wijzigen: `De verboden vervat in artikel 2, eerste lid, van de wet gelden in verband met de toeristische aantrekkingskracht van deze producten binnen het eerste lid, onder a, bedoelde gebied voorts niet voor de verkoop van vis en visproducten en winkels die in hoofdzaak souvenirs verkopen op zondag, tweede paasdag, hemelvaartsdag, tweede pinksterdag en de dag waarop de verjaardag van de koning wordt gevierd van 12.00 tot 20.00 uur.'

en gaat over tot de orde van de dag.'

De heer Van der Veen
(pvda) licht het amendement van zijn fractie als volgt toe. Dit raadsvoorstel werd al drie keer voor de raadscommissie wev geagendeerd, maar dat leverde geen helderheid op, omdat een meerderheid per vergadering een ander standpunt innam. In de laatste bijeenkomst kondigde de pvda-fractie aan dat zij het nu voorliggende raadsstuk op twee punten zou amenderen.

a. Gebiedsaanwijzing. Dit element is in de discussie door het tweede punt ondergesneeuwd. Spreker heeft uit de commissie de indruk overgehouden dat een raadsmeerderheid een groter gebied voor ogen staat dan in het collegevoorstel is aangegeven.
b. Brancheaanwijzing. De verruiming, die betrekking heeft op de periode 1 november - 1 april, is beperkt tot vis en visproducten. Aangezien in de discussie hierover is benadrukt dat sprake moet zijn van een toeristisch element, acht de pvda-fractie het, ook in juridisch opzicht, niet juist - rechtsongelijkheid - de winkels die souvenirs verkopen van de verruiming uit te sluiten.

De fractie realiseert zich dat de in het amendement gekozen omschrijving `winkels die in hoofdzaak souvenirs verkopen' nogal veel ruimte biedt, maar misschien is de gemeentelijke jurist in staat een betere formulering te bedenken.

Mevrouw Dangermond-Hilderink
(vvd) schildert dat de fractie van de vvd zich voor 90 % in het raadsvoorstel kan vinden. De fractie wil de verruiming niet tot verkopers van vis en visproducten beperken, maar voor àlle categorieën laten gelden.

De heer Wiersma
(cda) voelt daar niets voor! In wezen kan met betrekking tot de viswinkels worden gezegd dat sprake is van een bestaande situatie, zij het dat die niet in een goed jasje steekt. Vandaar dat de fractie van het cda het collegevoorstel kan steunen. Aan het pvda-amendement heeft de fractie echter geen behoefte.

Ten aanzien van de gebiedsindeling staat achter a):

`voor de volgende delen van de gemeente; gelegen ten oosten van de Bosmankade, Flevolaan, Noorderweg noordzijde tot aan de kustlijn;'

Dat snapt niemand en daarom werd afgesproken deze omschrijving aan te passen.

De heer De Geus
(rpf/sgp) verwijst naar de nogal uitgebreide motivatie die zijn fractiegenoot de heer Kooiman in de raadscommissie heeft gegeven als onderbouwing van het rpf/sgp-standpunt. Sprekers fractie is níét voor de gedachte de huidige gedoogsituatie die voor de viswinkels in Enkhuizen geldt een officiële status te geven en voelt evenmin voor de branche-uitbreiding die in het pvda-amendement wordt bepleit.

De heer Jans
(eb) steekt niet onder stoelen of banken dat de eb-fractie aangenaam verrast was toen zij dit raadsvoorstel onder ogen kreeg. Tijdens een vorige vergadering bepleitte spreker de verordening te wijzigen in de zin zoals nu wordt voorgesteld, maar dat was volgens het college onmogelijk! Hoe dan ook de fractie van Enkhuizer Belang kan zich volledig in het collegevoorstel vinden.

Het pvda-amendement krijgt geen steun, omdat de eb-fractie de zondagsrust intact wil laten, geen behoefte heeft aan een 24-uurseconomie en vóór onthaasten is.

De heer Boland
(d66) haakt op het standpunt van de eb-fractie in met de uitspraak dat constructieve voorstellen blijkbaar verrassend positief kunnen uitpakken!

De fractie van d66 heeft er nimmer een geheim van gemaakt dat zij geen enkele behoefte aan allerlei beperkende maatregelen heeft en zal daarom in ieder geval het collegevoorstel ondersteunen. Ook het pvda-amendement en eventuele nog verder gaande wijzigingsvoorstellen kunnen op de steun van de d66-fractie rekenen.

De heer Rieuwerts
(vl/gl) meldt dat in zijn fractie over dit onderwerp verdeeld wordt gedacht. De meerderheid van de fractie zal het collegevoorstel volgen, maar kan zich niet in het pvda-amendement vinden. Met name de daarin gebruikte begripsomschrijving `winkels die in hoofdzaak souvenirs verkopen' is buitengewoon vrijblijvend. Als een bakker de opvatting huldigt dat diens krentenmik een souvenir is, mag de betrokken bakker dezelfde openingstijden als de viswinkels aanhouden.

De heer Van der Veen
(pvda) daagt de heer Rieuwerts uit een andere, wel sluitende omschrijving aan te dragen.

De heer Rieuwerts
(vl/gl) had dat graag gedaan, maar kon geen betere tekst vinden. Het probleem zit in de vraag wat wèl of níét als `een souvenir' moet worden beschouwd. Met een houten klompje, een stenen molentje en een ansichtkaart zal niemand moeite hebben, maar op het daarnaast liggende pakje kauwgom kan moeilijk het stempel `souvenir' worden gedrukt en mag dus niet worden verkocht. In de praktijk zal dat toch gebeuren en is dus sprake van een glijdende schaal. Ter voorkoming van dat soort situaties zouden alle denkbare souvenirs expliciet moeten worden beschreven en dat is onbegonnen werk. Vis en visproducten vormen wel een duidelijk afgebakend assortiment.

De heer Lok
(vl/gl) spreekt namens de minderheid van de fractie van Verenigd Links/groenlinks. Hij is tegen zowel het raadsvoorstel als het pvda-amendement. De heer Van der Veen is een pleitbezorger van verruiming. Dat is diens goed recht, maar in de daarvoor gebruikte argumentatie schuilt het gevaar dat de verruiming stukje bij beetje steeds verder gaat. Met andere woorden: een salamitactiek die uiteindelijk zal resulteren in volledige openstelling. In dit geval heeft spreker dezelfde mening als de rpf/sgp-fractie, zij het op andere gronden.

Wethouder Van Doornik
(cda) hoorde de heer Van der Veen vooral het element `rechtsongelijkheid' benadrukken. Daarvan is naar de mening van het college echter geen sprake. Sterker: rechtsongelijkheid zal juist ontstaan als tot een verdere verruiming wordt besloten. De juridische afdeling heeft naar het uit 1986 stammende Landbouwvlieger-arrest van de Hoge Raad gekeken. Gelet daarop zal geen enkele branche meer kunnen worden geweerd op het moment dat ook de souvenirwinkels onder de verruiming vallen, want anders ontstaat echt rechtsongelijkheid.

De heer Van der Veen
(pvda): Als het college echt zo veel waarde aan de genoemde jurisprudentie hecht, is het evenmin verstandig de verkoop van vis en visproducten wèl toe te staan, want dat is het begin van het juridisch hellende vlak. De motivering om tot de voorgestelde verruiming over te gaan is immers in het toerisme gelegen. Welnu, dan is het geen sterk beleid souvenirwinkels uit te sluiten.

Wethouder Van Doornik
(cda): De juridische afdeling heeft wel degelijk getoetst of uitsluitend vis en visproducten kunnen worden toegestaan. Volgens de afdeling is dat juridisch geen probleem, maar zij ontraadt een verder gaande verruiming.

Hierna wordt het amendement van de heer Van der Veen bij handopsteken in stemming gebracht en met 9 tegen 7 stemmen verworpen.

Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens het voorstel van burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden ontwerpbesluit aanvaard, onder aantekening dat de heren De Geus en Lok geacht willen worden te hebben tegengestemd.


9. Overeenkomst tussen de gemeente Enkhuizen en de Stichting Evenementenorganisatie
Enkhuizen.

(Voorstel nummer 078, 2001.)

De heer Jans
(eb) stemt met dit raadsvoorstel in, zeker nu de heer Haverkort te kennen heeft gegeven op de eerstvolgende bestuursvergadering te zullen terugtreden.

De statuten geven geen antwoord op de vraag wie de stichting vertegenwoordigt in geval van tegenstrijdig belang. Aan dit door de fractie van Enkhuizer Belang opgevoerde aandachtspunt is in de commissie van wethouder Van Doornik voorbijgegaan. Het is goed in dit verband naar het Mediasafe-arrest uit 1998 te kijken, waarin met name de artikelen 2:146 en 2:256 in het Burgerlijk Wetboek een grote rol spelen. Spreker adviseert dringend deze omissie te herstellen.

De heer De Geus
(rpf/sgp) accepteert het voorstel van burgemeester en wethouders evenals de toegevoegde brief van de heer Haverkort.

De heer Rieuwerts
(vl/gl) stipt aan dat de fractie van Verenigd Links/groenlinks mede naar aanleiding van het schrijven van de heer Haverkort met het collegevoorstel akkoord gaat.

De heer Hekkert
(vvd) steunt het voorstel eveneens, maar moet daarover toch een opmerking maken. Dit raadsstuk komt feitelijk als mosterd na de maaltijd, want in de praktijk wordt al op de beschreven wijze gewerkt. Met andere woorden: voortaan moet in een vroegtijdig stadium kenbaar worden gemaakt welke evenementen onder de regeling vallen.

De heer Bode
(pvda) volgt het collegevoorstel. In het kader van de behandeling van dit stuk en een ander subsidiëringsvoorstel is de fractie echter nogal verrast door het gegeven dat de gemeente de Zuiderzeedagen organiseert. Naar de mening van de pvda-fractie dient daarvoor volgend jaar een andere oplossing te worden gezocht.

Wethouder Van Doornik
(cda) nam met belangstelling kennis van het juridisch aspect dat de heer Jans heeft aangeroerd. De juridische afdeling van de gemeente zal nagaan of dat een toegevoegde waarde kan hebben.

De heer Hekkert heeft volstrekt terecht gezegd dat dit soort beslissingen niet achteraf behoort te worden genomen.

In het college is met betrekking tot de Zuiderzeedagen afgesproken dat na de nu vastgelegde activiteiten zal worden bezien of organisatorisch tot een andere invulling kan worden gekomen.

De heer Bode
(pvda): De pvda-fractie staat op het standpunt dat de gemeente niet de verantwoordelijkheid voor de organisatie van de Zuiderzeedagen moet dragen, zeker niet nu de Stichting Evenementenorganisatie Enkhuizen existeert.

Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens het voorstel van burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden ontwerpbesluit aanvaard.


10. Aanvullend krediet herstel fietspad Andijk-Enkhuizen.
(Voorstel nummer 079, 2001.)

De heer Hekkert
(vvd) betoogt dat de kosten van noodzakelijke herstelwerkzaamheden niet op de aannemer kunnen worden verhaald, want die is inmiddels failliet gegaan. Voor de gemeente zit er dan ook, helaas, niets anders op dan de reparaties zelf te betalen. De fractie van de vvd gaat daarmee akkoord, maar verbaast zich over de creatieve boekhoudkundige invulling van de wijze waarop het benodigde bedrag boven tafel komt. De gemeente schrijft af op een voorziening waarvan het eigendom is/wordt overgedragen en een reparatie, hoogst merkwaardig. De fractie kan zich vinden in de beschikbaarstelling van het noodzakelijke bedrag, maar wil dat in één keer afschrijven.

De heer Wiersma
(cda) herinnert eraan dat de gemeente van het oorspronkelijke voor het fietspad beschikbare krediet nog f 300.000,-- in kas heeft. Dat is in verband met het faillissement van de aanmeer niet uitbetaald. Een andere aannemer is gevraagd het werk af te maken en daarvoor wordt f 150.000,-- gevraagd. De situatie lijkt duidelijk, maar is dat niet. Welk scenario is van toepassing?

* De gemeente geeft f 150.000,-- aan de reparatie van het fietspad uit en wordt vervolgens geconfronteerd met een rekening ad f 300.000,-- van de curator van de failliete aannemer.
* De gemeente betaalt ook het bedrag van f 300.000,-- uit, want het afmaken van het werk kost kennelijk totaal f 450.000,--. Dat behoeft de curator er niet van te weerhouden ook nog eens f 300.000,-- te eisen. Als de rechter die eis toewijst, is de gemeente ook dat bedrag kwijt.

Wethouder Dol
(vl/gl): Voor alle duidelijkheid: het gaat nu om f 150.000,-- plus de nog beschikbare f 300.000,--, dus totaal f 450.000,--. In het doemscenario dat de heer Wiersma schetste, zou de gemeente inderdaad totaal f 750.000,-- moeten betalen.

De heer Wiersma
(cda): Dan is dit voorstel uiterst onduidelijk! Bovendien is in de raadscommissie rof een geheel ànder verhaal verteld.

De heer Tesselaar
(eb): De heer Wiersma heeft volkomen gelijk.

Wethouder Dol
(vl/gl): In de commissie hos is in aanwezigheid van het cda-commissielid helder aangegeven hoe de zaak in elkaar steekt.

De heer Wiersma
(cda): Vandaar de vraag welk scenario van toepassing is. rof of hos?

Wethouder Dol
(vl/gl): Het hos-scenario.

De heer Wiersma
(cda): Dan is de tekst van het raadsvoorstel absoluut niet helder.

De voorzitter
: In de raadscommissie rof is wel gezegd dat naar de mening van het college een wanprestatie is geleverd en derhalve het in de gemeentekas achtergehouden bedrag van f 300.000,-- niet alsnog zal worden uitbetaald.

De heer Wiersma
(cda): Los daarvan staat in het raadsvoorstel dat voor een behoorlijke afwerking van het fietspad f 150.000,-- nodig is, maar dat blijkt f 450.000,-- te kosten. Bovendien is niet uitgesloten dat een claim van f 300.000,-- wordt ingediend!

De heer Rieuwerts
(vl/gl): In de raadscommissie rof is duidelijk gezegd dat het werk maximaal f 450.000,-- en, indien alles meevalt, minimaal f 150.000,-- zal kosten.

De voorzitter
: Excuses daarvoor.

De heer De Geus
(rpf/sgp) beroept zich eveneens op datgene wat in de raadscommissie rof is gezegd. Hij was op basis daarvan tot dezelfde slotsom gekomen als de heren Wiersma en Rieuwerts. Die conclusie kon trouwens heel eenvoudig worden getoetst aan een berekening die in de aanloopfase van dit project is gemaakt. Eén centimeter asfalt over de totale lengte van het fietspad kost bijna f 100.000,--. Nu moet het pad 5 centimeter wordend opgehoogd en daarvoor is dus circa f 450.000,-- nodig is. Andijk betaalt daarvan f 300.000,--, zodat voor Enkhuizen f 150.000,-- overblijft. Helaas is dat niet zo.

Tot slot moet worden opgemerkt dat de heer Boon in de commissie een uitstekend antwoord op diens vraag over de jaarlast heeft gekregen. Blijkbaar is dat in de vvd-fractie niet goed overgebracht.

De heer Jans
(eb) belicht dat de fractie van Enkhuizer Belang het collegevoorstel graag steunt, omdat het fietspad dan eindelijk in orde wordt gemaakt. Overigens zegt de heer Wiersma terecht dat de gemeente Enkhuizen nog niet van deze zaak af is, want er hangt haar een, zij het discutabele, claim boven het hoofd.

De heer Lok
(vl/gl) beklemtoont dat dit gemeentebestuur een eventuele claim níét zal erkennen. Hij acht het dan ook onverstandig daarover in het openbaar uit te wijden.

De heer Rieuwerts
(vl/gl) behoeft niet veel meer te zeggen. De fractie van Verenigd Links/groenlinks zal zich achter het collegevoorstel scharen, want iedereen is gebaat bij de afronding van deze zaak, waarna het pad aan het ushn kan worden overgedragen. Gebeurt dat niet, dan draait de gemeente Enkhuizen voor de onderhoudskosten op en die zullen de vanavond genoemde bedragen vele malen overstijgen.

Wethouder Dol
(vl/gl) verheelt in zijn antwoord niet dat het om een slepende zaak gaat. Er is ondeugdelijk werk geleverd, in dit geval een fietspad dat in de huidige staat niet aan het ushn kan worden overgedragen. Gelukkig heeft de gemeente de laatste termijn ad f 300.000,-- niet aan de inmiddels failliet gegane aannemer betaald. Dat bedrag kan worden gebruikt om mede te dienen als dekking voor de f 450.000,-- die nodig is om de reparatiewerkzaamheden uit te voeren. In feite is dus een extra krediet van f 150.000,-- nodig.

De heer Lok bracht terecht naar voren dat het onverstandig zou zijn wat lichtzinnig over een mogelijke claim te praten. De gemeente wijst die bij voorbaat af; de voorzitter heeft niet voor niets over een wanprestatie gesproken.

Over `de creatieve invulling', woorden van de heer Hekkert, kan spreker niet zo heel veel zeggen, omdat hij niet bij de vergadering van de raadscommissie rof aanwezig is geweest. Hij gaat ervan uit dat ook in dit geval de normale, gemeentelijke systematiek is toegepast.

Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens het voorstel van burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden ontwerpbesluit aanvaard.


11. Voorbereidingsbesluit Zuider Havendijk 106.
(Voorstel nummer 080, 2001.)

Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel van burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden ontwerpbesluit aanvaard.


12. Wijziging Monumentenverordening.

(Voorstel nummer 081, 2001.)

De heer Wiersma
(cda) kon zelfs na herlezing in deze overigens mooie verordening op twee vragen geen antwoord vinden.

* Welk voordeel levert het hebben van een gemeentelijk monument op? Een eigenaar mag dat niet ontsieren, maar wel rustig laten instorten.

* De vergunning wordt ingetrokken indien niet binnen twee jaar van de vergunning gebruik wordt gemaakt. Welk gebruik moet van de vergunning worden gemaakt om die te behouden?

De voorzitter
zegt toe de juiste antwoorden te laten opzoeken. Voor zover hij weet is de status `gemeentelijk monument' voor particulieren van belang, omdat dan subsidies kunnen worden verkregen. Tegen laten instorten kan de gemeente niets uitrichten, dat is in dit land slecht geregeld. Hoogstens kan de gemeente trachten informeel wat druk uit te oefenen, maar dat is dan ook alles.

Zonder hoofdelijke stemming wordt, met inachtneming van de gedane toezegging, vervolgens het voorstel van burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden ontwerpbesluit aanvaard.


13. Wijziging Verordening marktgelden Enkhuizen 1999.
(Voorstel nummer 082, 2001.)

De voorzitter
vermoedt dat veel opmerkingen over de opgevoerde eurobedragen kunnen worden voorkomen als mevrouw Dekker vooraf een toelichting geeft.

Wethouder mevrouw Dekker
(pvda) begreep dat eerder was gevraagd waarom niet alle verordeningen op één hoop werden geveegd om vervolgens met één hamerslag te kunnen worden vastgesteld. Ter voorkoming van de mogelijkheid dat dan iets fout gaat, is ervoor gekozen de verordeningen per productgroep aan de raad voor te leggen. Nu gaat het om slechts één verordening, maar de volgende keer kunnen meerdere aangepaste verordeningen ter vaststelling worden voorgelegd. Kortom: in de komende raadsvergaderingen kunnen meer aanpassingen worden verwacht.

De heer Boland
(d66) vermag niet in te zien waarom de raad niet kan besluiten het college of de productgroepmanager op te dragen alle bedragen in euro's om te zetten.

Wethouder mevrouw Dekker
(pvda): Dat zou zeer efficiënt zijn.

De voorzitter
onthult dat de secretaris hem heeft ingefluisterd dat de vaststelling van (aangepaste) verordeningen een raadsbevoegdheid is die niet kan worden gedelegeerd.

De heer Rieuwerts
(vl/gl) grijpt deze discussie aan om eraan te herinneren dat hij in de commissie heeft gevraagd een vergelijkingstabelletje te maken, aan de hand waarvan iedereen kan zien dat de bedragen in guldens geheel conform de spelregels in euro's zijn omgerekend.

Wethouder mevrouw Dekker
(pvda) reageert met de mededeling dat het gevraagde tabelletje alsnog zal worden geleverd. Overigens hanteert de gemeente zonder uitzondering de officiële omrekenkoers, te weten 1 e = f 2,20371.

Zonder hoofdelijke stemming wordt, met inachtneming van de gedane toezegging, vervolgens het voorstel van burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden ontwerpbesluit aanvaard.


14. Evenementenpot.

(Voorstel nummer 084, 2001.)

De heer Lok
(vl/gl) vangt zijn betoog aan met de opmerking dat de fractie van Verenigd Links/groenlinks in commissieverband al de nodige kritische kanttekeningen heeft geplaatst. De meerderheid van de fractie is er niet voor thans tot beschikbaarstelling van de gevraagde f 25.000,-- over te gaan. Subsidies, ook ten behoeve van economische activiteiten, moeten in het kader van het totale subsidieprogramma worden afgewogen. Nog maar enkele jaren geleden zijn door middel van een grove kaasschaafmethode allerlei gemeentelijke financiële bijdragen gesneuveld, bijvoorbeeld de pot voor culturele evenementen. Nu wordt nogal gemakkelijk een subsidiepot voor commerciële activiteiten geïntroduceerd, zònder dat een brede afweging mogelijk is.

De heer Boland
(d66) begrijpt de kern van hetgeen de heer Lok naar voren heeft gebracht. Ondanks de haken en ogen die het voorliggende stuk kent, wil de d66-fractie toch akkoord gaan, omdat uiterlijk 31 december 2004 een evaluatie zal plaatsvinden. Wat de heer Lok wil, kan tot gevolg hebben dat ondernemers een jaar of anderhalf jaar van tevoren gedetailleerd moeten aangeven welke evenementen worden georganiseerd en hoe die precies worden ingevuld; dat is niet realistisch. Vandaar dat de fractie van d66 als proef instemt met het voorstel drie jaar zo te werken en daarna te bekijken wat er is gebeurd en welke spin-off dat voor de burgerij heeft gehad.

De heer Jans
(eb) roept in herinnering dat Enkhuizer Belang tijdens de commissievergadering vanwege een aantal bedenkingen fractieberaad heeft voorbehouden. Mede op basis van de beantwoording van de in de commissie gestelde vragen en een consequente monitoring kan zijn fractie nu met het collegevoorstel akkoord gaan. Voor het overige sluit spreker zich aan bij datgene wat van de zijde van de d66-fractie is opgemerkt.

De heer De Geus
(rpf/sgp) verwoordt zorg over het nu aan de orde zijnde raadsvoorstel. In het stuk staat ergens dat de Enkhuizer middenstand steeds minder bereid is bij te dragen. Waar eindigt dat? Bepaalde activiteiten, zoals voorjaarsmarkt, paasmarkt en kerstmarkt, hebben een commercieel karakter en als die niet kostendekkend kunnen worden gehouden, dient het gemeentebestuur zich ernstig af te vragen of daaraan geld moet worden uitgegeven. Met sinterklaasintocht, lichtjesavond en evenementenfolder heeft de rpf/sgp-fractie geen probleem. De fractie wil dan ook graag nog eens horen hoeveel de verschillende onderdelen kosten.

Samenvattend: de fractie van de rpf/sgp is niet enthousiast over de verdeling van de te leveren bijdragen en de evenementen die voor subsidiëring in aanmerking komen.

De heer Wiersma
(cda) is eveneens van oordeel dat voorjaarsmarkt, paasmarkt en kerstmarkt zichzelf moeten kunnen bedruipen. Na afloop van elk kalenderjaar zal in het eerste kwartaal een jaarverslag inclusief een afrekening worden aangeboden, zodat dan duidelijk zal zijn hoeveel de gehouden evenementen hebben gekost.

Het wordt steeds moeilijker om bijdragen van de ondernemers te krijgen. Naar aanleiding van de teruglopende financiële ondersteuning van de vvv is al eens over dit probleem gesproken. Het gemeentebestuur zal op enig moment iets moeten verzinnen om de betrokken ondernemers hiermee te confronteren. Uit die hoek zal toch het nodige geld dienen te komen, want daar gaan ook de grootste baten heen.

Mevrouw Dangermond-Hilderink
(vvd) leest onder het kopje `Uitgangspunten evenementenpot':

`Uiterlijk 31 december 2004 wordt de evenementenpot door de gemeente geëvalueerd.'

Volgens de fractie van de vvd is dat een ietwat tè lang tijdpad. Ultimo 2002 moet de stand van zaken bekend worden gemaakt. Voor het overige gaat de fractie met dit raadsvoorstel akkoord.

De heer Boland
(d66): In het voorstel staat dat èlk jaar zal worden geëvalueerd, althans de gemeente krijgt dan een jaarverslag. De d66-fractie heeft begrepen dat alleen de gemeentelijke bijdrage na drie jaar aan de orde zal worden gesteld.

De heer Van der Veen
(pvda) houdt het volgende betoog. In dit geval doet één partij f 20.000,-- in de evenementenpot terwijl de tweede partij f 25.000,-- stort. In de commissie is gezegd dat het verschil tussen beide bedragen wordt veroorzaakt door het feit dat Winkelhart Enkhuizen f 6.000,-- voor eigen evenementen in reserve houdt. Waarom doet de gemeente niet hetzelfde?

De pvda-fractie zou liever zien dat het totale bedrag werd gemaximaliseerd - in dezen wordt aan een plafond van f 20.000,-- gedacht - en de evenementen afzonderlijk werden beoordeeld. Voor een te organiseren evenement zouden beide partners een zelfde bijdrage beschikbaar moeten stellen.

Met de activiteiten die Winkelhart Enkhuizen voor het bedrag van f 6.000,-- ontplooit, heeft de gemeente in principe niets te maken. Laat de gemeente ook een bedrag, bijvoorbeeld f 5.000,--, reserveren ten behoeve van activiteiten waarvoor een beroep op het gemeentebestuur wordt gedaan. Denk in dit verband aan de activiteiten die op het Landje van Top plaatsvinden.

Wethouder Van Doornik
(cda) refereert aan de brief van de heer Ruiter aan de gemeenteraad. In dat stuk wordt uiteengezet hoe de bijdrage van de ondernemers is opgebouwd; het bedrag van f 6.000,-- zal ten behoeve van evenementen met een specifiek karakter worden ingezet.

De heer Van der Veen
(pvda): Zal dat bedrag in de jaarlijkse verslagen zijn terug te vinden?

Wethouder Van Doornik
(cda): Na elk jaar zullen de ondernemers rekening en verantwoording moeten afleggen over de evenementen en de daaraan bestede gelden. Ook zal inzage worden gegeven in de uitgaven ten behoeve van eigen activiteiten. Op die manier is tevens gewaarborgd dat de ondernemers de bijdrage zullen waarmaken die zij hebben toegezegd. Elk jaar zullen de resultaten immers naar de raadscommissie worden teruggekoppeld. Bovendien is een extra waarborg ingebouwd, en wel in de vorm van de evaluatie die in 2004 zal plaatsvinden.

De heer De Geus
(rpf/sgp) hoopt na een jaar te horen hoeveel de afzonderlijke evenementen/activiteiten hebben gekost. Dan zal zijn fractie afwegen of het inderdaad nuttig is de in het collegevoorstel opgevoerde markten te subsidiëren.

De fractie van de rpf/sgp heeft de brief van de genoemde ambtenaar met interesse gelezen. Het schrijven heeft tot een verzachting van het oorspronkelijk ingenomen standpunt geleid. De fractie gaat nu met het voorstel akkoord, zij het niet van harte.

De heer Bode
(pvda) ontgaat het essentiële verschil tussen activiteiten die òf uit de gezamenlijke evenementenpot òf uit het eigen potje van Winkelhart Enkhuizen financieel worden ondersteund.

Wethouder Van Doornik
(cda) noemt als voorbeeld een grootscheepse reclamecampagne die tot doel heeft de Enkhuizer middenstand te promoten. In het raadsvoorstel worden activiteiten bedoeld die een meer algemeen karakter hebben.

De heer Bode
(pvda): Toch is er geen groot verschil met een paasmarkt of een kerstmarkt, want in wezen zijn ook die commerciële activiteiten. Waarom moeten die worden gesubsidieerd met gedeeltelijk uit de algemene middelen afkomstige gelden?

Wethouder Van Doornik
(cda): Een kerstmarkt heeft tot op zekere hoogte weliswaar een zakelijk karakter, maar bevordert tevens de gezellige sfeer in de stad en die trekt bezoekers.

De heer Lok
(vl/gl) spitst zijn spreekbeurt toe op de daarstraks verkondigde stelling dat ook deze gemeentelijke financiële ondersteuning in het kader van het subsidieprogramma behoort te worden behandeld om een zorgvuldige afweging te kunnen maken.

Wethouder Van Doornik
(cda) duidt op het feit dat hetgeen nu voorligt een uitvloeisel is van de notitie met als kern de vraag: `Hoe kunnen middenstand en gemeente gezamenlijk een aantal belangrijke evenementen ondersteunen?' Als antwoord daarop is de evenementenpot in het leven geroepen.

De heer Lok
(vl/gl): Prima, de vl/gl-fractie wil het gemeentelijke aandeel daarin welwillend in overweging nemen, maar dan wel afgewogen tegen andere subsidieverzoeken en/of zaken die kort geleden overboord zijn gezet.

De heer Bode
(pvda): Uit deze discussie blijkt helder dat de raadsfracties in het algemeen geen bezwaar tegen de evenementenpot hebben, maar de bestemming daarvan wat explicieter willen hebben geoormerkt dan nu het geval is. Dat kan in overleg met de ondernemers worden uitgewerkt, indien, zoals de heer Lok voorstelt, één en ander straks in het kader van het subsidieprogramma opnieuw aan de orde wordt gesteld.

De heer Hæntjens
(vvd) bespeurt dat verschillende zaken, zoals Enkhuizen promoten, evenementen, activiteiten, toeristen en subsidies, door elkaar heen lopen. Met betrekking tot financiële bijdragen van de gemeenten zijn twee elementen te onderscheiden.

* Doelgerichte subsidies, bijvoorbeeld aan sportverenigingen.
* Waarderingsbijdragen die verband houden met het belang van Enkhuizen.

Het is zinvol vóór de begrotingsbehandeling één en ander zo nauwkeurig mogelijk te kwalificeren, zodat de raad weet waaraan wèl of géén geld wordt uitgegeven en welke bijdragen van het bedrijfsleven mogen worden verwacht.

De voorzitter
bestempelt de afgegeven signalen als `begrijpelijk'. Aan de andere kant is het nu aan de orde zijnde voorstel de resultante van uiterst ingewikkelde onderhandelingen met mkb en Winkelhart over het van tafel laten verdwijnen van het convenant. In plaats daarvan is een notitie met daarin allerlei afspraken gemaakt, één daarvan betreft de instelling van een evenementenpot. Uitstel of, nog erger, afstel daarvan zou een betreurenswaardig signaal aan de ondernemersorganisaties zijn.

De heer Van der Veen
(pvda) zet uiteen dat zijn fractie zich zou kunnen vinden in de gedachte dit raadsvoorstel te aanvaarden, onder de voorwaarde dat deze materie in 2002 opnieuw aan de orde zal worden gesteld om opnieuw te worden bekeken.

De heer Lok
(vl/gl) heeft geen moeite met het tussenvoorstel van de heer Van der Veen, want dat biedt de mogelijkheid een meer inhoudelijke discussie in een breder verband te voeren.

De voorzitter
vertolkt het volgende collegestandpunt. Burgemeester en wethouders kunnen instemmen met de suggestie van de heer Van der Veen de evenementenpot voor de duur van één jaar in te stellen. Vóór de volgende jaarschijf zal de situatie opnieuw worden besproken. De wethouder zal gedurende het eerste jaar samen met de ondernemers de puntjes op de i zetten en, zo nodig, aangescherpte criteria ontwikkelen.

Zonder hoofdelijke stemming wordt, met inachtneming van de gedane toezegging, vervolgens het voorstel van burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden ontwerpbesluit aanvaard.


15. Voorjaarsnota 2001.

(Voorstel nummer 085, 2001.)

De heer Bode
(pvda) snijdt twee punten aan waarin zijn fractie, ondanks de in de commissie gegeven uitleg, nog onvoldoende inzicht heeft.

Taakveld 530.10. Het inhuren van een maaimachine blijkt f 40.000,-- te kosten. Daarnaast is ook menskracht nodig, maar de kosten daarvan zijn elders verantwoord.

Taakveld 630.40. Op de inkomsten die de `verplaatste' Witte Duif uit zaalhuur en drank verkrijgt is een bezuiniging ingeboekt. Het bezuinigingsbedrag is echter groter dan de oorspronkelijk in de begroting opgenomen post. Met andere woorden: `er moet negatief worden verhuurd en gedronken'. De hierover in het stuk gegeven uitleg is onbegrijpelijk.

De heer Lok
(vl/gl) citeert de eerste op pagina 2 voorkomende zin.

`Door het beleidsprogramma 2002 nu op te nemen in de voorjaarsnota en in de raad te brengen ontstaan enkele voordelen:' (. . .)

Het nieuw beleid zal geen beslispunt meer zijn in de begrotingsvergadering, maar als bijlage aan de begroting toegevoegd worden.'

Vanuit de positie van de raad geredeneerd is dat niet logisch, integendeel. Op dit moment de meer algemene beleidsvoornemens vaststellen, is geen probleem, maar hierbij moet worden bedacht dat, bijvoorbeeld, prinsjesdag en andere ontwikkelingen een bijstelling van het beleid wenselijk of noodzakelijk kunnen maken.

De heer Hart
(eb) betitelt de Voorjaarsnota 2001 als `een aardig werkstuk'.

De fractie van Enkhuizer Belang stelt met betrekking tot de havens vast dat ten opzichte van de raming wederom een negatieve afwijking, in dit geval f 100.000,--, aan de orde is; zeer betreurenswaardig. Hopelijk zal snel een verbetering worden gerealiseerd.

De eb-fractie stemt met de punten 1 en 2 in het ontwerpbesluit in, maar wijst de punten 3 en 4 af.

De heer De Geus
(rpf/sgp) kwam tot de conclusie dat de in de commissie gegeven antwoorden de fractie van de rpf/sgp geen aanleiding gaven nadere opmerkingen te maken of vragen te stellen. Zijn fractie neemt deze voorjaarsnota voor kennisgeving aan.

De heer Wiersma
(cda) begint zijn betoog met de vacatures. Het college zal die in de afslanking van het apparaat moeten betrekken. Misschien kan in dat verband ook naar de reeds genoemde maaimachine en bijbehorend personeel worden gekeken.

De opmerking van de heer Lok over het beleidsplan is begrijpelijk. Anderzijds is het nu eenmaal onmogelijk na, bijvoorbeeld, prinsjesdag alles van de ene op de andere dag te wijzigen. Wel moet duidelijk zijn in welke richting wordt gedacht en hoe die kan worden geconcretiseerd. Een voorbeeld: lange tijd geleden heeft de gemeente een aan de Kruislaan gelegen stuk grond voor een aanzienlijk bedrag gekocht om dat als parkeerterrein in te richten, maar tot nu toe is dat nog steeds niet gebeurd. Wel is opeens naar voren gekomen dat de gemeente een buurtbos wil inrichten. Prima, maar eerst moet het parkeerterrein worden aangelegd, want de burgers geloven zo langzamerhand niet meer in de realisering daarvan.

Kunstijsbaan Hoorn. De fractie van het cda staat op het standpunt dat het ijsbaanbestuur zo veel mogelijk obligaties aan de man dient te brengen, maar daarnaast verdient dit initiatief een stimulerings-/waarderingsbijdrage van de gemeente Enkhuizen. In dezen denkt de fractie aan een bedrag van f 10.000,--.

Tot slot. Het overschot dat de Voorjaarsnota 2001 kent, is het saldo van tè grote plussen en minnen. Hopelijk kan daarin verbetering worden aangebracht.

De heer Hekkert
(vvd) vestigt de aandacht op het feit dat de behandeling van deze voorjaarsnota in de raadscommissie aboz vanwege tijdgebrek wat in de verdrukking is geraakt, maar dat ervaart de vvd-fractie niet als een onoverkomelijk obstakel.

Over het personeelsbeleid en de gevolgen daarvan heeft de fractie grote zorgen. Bij een volgende gelegenheid zal daarop worden teruggekomen.

Spreker stelt vast dat de relatief goede uitkomst van de nota vooral is ontstaan door meevallers vanuit Den Haag en niet als gevolg van gevoerd beleid; zie de laatste zin onder het kopje `Conclusie' op bladzijde 15 van het stuk.

De fractie van de vvd heeft grote moeite met het voorstel in principe in te stemmen met het meerjarenperspectief 2002-2007, want daarmee regeert dit college over diens graf heen. Met punt 3 in het ontwerpbesluit kan de fractie dan ook niet akkoord gaan.

Wethouder mevrouw Dekker
(pvda) reageert allereerst op hetgeen over het meerjarenperspectief 2002-2007 is gezegd. Momenteel wordt gewerkt aan een planning- en controlcyclus die een periode van vier jaar zal omvatten. In die context zal in de toekomst het beleid, in de zin van richtinggevend, in de voorjaarsnota worden bepaald. Dit houdt echter niet in dat tijdens de begrotingsvergaderingen niets meer valt te zeggen, zoals de heer Lok kennelijk vreest, want dan zal immers de definitieve invulling moeten plaatsvinden.

In het meerjarenperspectief wordt geschetst in welke richting het beleid gaat. Dat is voor het eerstvolgend jaar, dus 2002, vanzelfsprekend veel scherper omlijnd dan voor het laatste jaar, in casu 2007, van de aangegeven periode. Het jaar 2007 is nog zó vaag beschreven dat in wezen weinig vaststaat. Overigens moet in de richting van de heer Hekkert worden opgemerkt dat het onvermijdelijk is, zeker in deze fase van de zittingsperiode, beleid te formuleren dat zich óver de verkiezingen heen uitstrekt. `Over het eigen graf heen regeren', is in dezen daarom niet van toepassing. Ook na de verkiezingen draait de winkel gewoon door, zij het dat een nieuwe raad en een ander college een eigen inkleuring aan het uitgestippelde beleid geven en/of dat aanpassen.

Over de twee punten die de heer Bode heeft aangesneden, kan spreekster op dit moment niet meer zeggen dan in de commissie is geantwoord en op schrift is gezet. In een later stadium zullen alsnog schriftelijk verhelderende antwoorden worden gegeven.

De heer De Geus
(rpf/sgp) omschrijft de suggestie van de heer Wiersma, te weten een waarderingsbijdrage ad f 10.000,-- voor de te realiseren kunstijsbaan beschikbaar te stellen, als `een heel goed voorstel'. Als nu daartoe wordt besloten, behoeft daarover niet meer in de commissie van wethouder Dol te worden gesproken.

Wethouder mevrouw Dekker
(pvda) acht dat onjuist. Een dergelijk besluit zou moeten worden genomen, nadat een raadsvoorstel van die strekking in de raadscommissie hos is behandeld.

De voorzitter
: Een éénmalige bijdrage kan zonder bezwaar in het kader van de begroting worden toegekend. Als het om een structurele bijdrage gaat, moet die in het meerjarenbeeld worden ingepast en dus nu aan de orde komen.

De heer Wiersma
(cda): De bijdrage aan de kunstijsbaan kan tijdens de begrotingsbehandeling worden besproken.

De voorzitter
: Dan zal eerst in de raadscommissie hos worden bekeken of voldoende politiek draagvlak voor een éénmalige waarderingsbijdrage bestaat.

Wethouder Dol
(vl/gl) dringt erop aan daaraan voorafgaand, bij voorkeur vanavond, in de raad te sonderen of zo'n bijdrage op instemming mag rekenen, want de werkgroep die de kunstijsbaan van de grond probeert te krijgen wil op korte termijn financiële helderheid hebben.

Wethouder mevrouw Dekker
(pvda) waarschuwt tegen een overhaaste peiling. Op dit moment is immers volslagen onbekend waar het geld vandaan moet komen en bovendien wordt nu geen afweging gemaakt tegen andere, misschien onontkoombare uitgaven.

De voorzitter
: Inderdaad, maar de boodschap van de heer De Geus is duidelijk. Op commissieniveau zal worden bekeken of voor een financiële bijdrage van de gemeente Enkhuizen voldoende politiek draagvlak aanwezig is en, zo ja, daarvoor in de begroting voor het jaar 2002 de nodige ruimte kan worden gevonden.

Zonder hoofdelijke stemming wordt, met inachtneming van de gedane toezegging, vervolgens het voorstel van burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden ontwerpbesluit aanvaard, onder aantekening dat de fractie van de vvd geacht wil worden tegen punt 3 te hebben gestemd en de fractie van Enkhuizer Belang geacht wil worden tegen de punten 3 en 4 te hebben gestemd.


16. Toeristische voetgangersbewegwijzering.
(Voorstel nummer 086, 2001.)

De heer Jans
(eb) begreep dat in Enkhuizen dezelfde bordjes zouden worden aangebracht als in Alkmaar. Die bordjes zullen een sieraad voor de stad zijn!

In de laatste commissievergadering is gevraagd ook naar wijken en culturele erfgoederen te verwijzen. Gelet op de situatie in Alkmaar moet dat ook hier kunnen.

Overigens steunt de fractie van Enkhuizer Belang dit voorstel van burgemeester en wethouders.

De heer Lok
(vl/gl) juicht het voorliggende ontwerpbesluit toe en onderschrijft hetgeen de heer Jans heeft opgemerkt. De fractie van Verenigd Links/groenlinks heeft zich wel afgevraagd waarom niet meer bedrijven zijn benaderd met het verzoek een offerte in te dienen. Zo is Op/maat zeer wel in staat om de gewenste bewegwijzering te leveren, zij het dat spreker niet weet of dat concurrerend kan en de kwaliteit van voldoende niveau is. Is het mogelijk Op/maat alsnog in te schakelen?

De heer Wiersma
(cda) trof een nagestuurd ambtelijk stuk aan waarin drie aanbieders worden genoemd, maar niet is aangegeven waarom de voorkeur aan de anwb wordt gegeven. Een minder sterk punt in een overigens prima toelichting.

Mevrouw Dangermond-Hilderink
(vvd) nodigt het college uit in de bewegwijzering het cultuurhistorische erfgoed te benaderrukken, zoals de vvd-fractie in de commissie heeft gevraagd. Dat zou een sterk pluspunt in de gehele opzet vormen.

De heer Van der Veen
(pvda) constateert dat het wel degelijk zin heeft in de commissie kritische vragen te stellen, want die leveren geld op, in dit geval f 20.000,--!

Spreker maakt van deze gelegenheid gebruik om aandacht te vragen voor het toekomstige onderhoud aan de bebording; zie fietsroutebordjes! Hij heeft de wethouder uitgedaagd de verschillende routes te fietsen, maar de portefeuillehouder is daarop niet ingegaan.

Wethouder Van Doornik
(cda) protesteert tegen deze voorstelling van zaken. Hij neemt dat soort uitdagingen altijd aan, zoals onder anderen de heer Rieuwerts kan bevestigen!

De heer Rieuwerts
(vl/gl): Ja.

Wethouder Van Doornik
(cda): Mooi.

Nadat de afdeling, in dit geval weg- en waterbouw, een programma van eisen heeft opgesteld, worden offertes aangevraagd. Voor dit project is een drietal bedrijven om een prijs gevraagd. Die bedrijven zijn geselecteerd op grond van hun specialistische kennis. Aangezien de bedragen elkaar weinig ontlopen, is gekeken of een onderneming voor een bepaalde meerwaarde kan zorgen. Uiteindelijk is de anwb gekozen. In dit stadium van het traject zou het onzorgvuldig zijn alsnog een prijs aan Op/maat te vragen. Wel is al aan de heer W. Rijs, directeur van Op/maat, toegezegd dat bij het uitbesteden van werk voortaan nog nadrukkelijker aan die instelling zal worden gedacht.

Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens het voorstel van burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden ontwerpbesluit aanvaard.


17. Mechanische luchtbehandeling de rsg Enkhuizen.
(Voorstel nummer 089, 2001.)

De heer Tesselaar
(eb) beperkt zich tot de mededeling dat de fractie van Enkhuizer Belang, mede gelet op de verwachting dat binnen enkele jaren regelgeving voor de mechanische luchtbehandeling op scholen van kracht zal worden, met dit collegevoorstel akkoord gaat.

De heer Wiersma
(cda) looft het aangeboden raadsvoorstel dat door de fractie van het cda van harte wordt ondersteund.

De heer Hæntjens
(vvd) bracht gisteravond vanwege de diploma-uitreiking een bezoek aan de rsg. Hij dacht toen met smart aan dit raadsvoorstel, want ouders, docenten en leerlingen snakten naar een betere luchtbehandeling! De fractie van de vvd kan dit voorstel dan ook van harte steunen.

De heer Rieuwerts
(vl/gl) apprecieert dit raadsvoorstel eveneens. Hij maakt één kanttekening die betrekking heeft op de bijlage. Daar wordt over een normblad gesproken, maar geen nummer genoemd. Jammer, want de hoeveelheid normbladen is onwaarschijnlijk groot.

De heer Bode
(pvda) aanvaardt namens zijn fractie het aangeboden raadsstuk. Gelet op het proces dat aan de overeenkomst met de rsg is voorafgegaan, is het wat jammer dat dit niet onaanzienlijke bedrag geen onderdeel van het onderhandelingstraject heeft gevormd. Spreker heeft daarmee echter vrede, want het is zeker verstandig nu tot een concrete invulling te besluiten.

Wethouder Dol
(vl/gl) verzekert de heer Bode dat dit punt wel degelijk in het voortraject is besproken. De luchtbehandeling werd uit het oorspronkelijke voorstel gehaald, omdat de financiën daartoe noopten. Na een dringend verzoek van de rector, waarop veel positieve reacties zijn gegeven, heeft het college alsnog een financiële dekking voor deze voorziening kunnen vinden.

Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens het voorstel van burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden ontwerpbesluit aanvaard.


18. Ontslag en verkiezing wethouder.

De voorzitter
wijst op de brief van mevrouw Dekker waarin zij te kennen heeft gegeven als raadslid en dus ook als wethouder te zullen terugtreden. Haar besluit maakt het noodzakelijk een nieuwe wethouder te benoemen.

(Mevrouw Dekker maakt hierna haar zetel aan de collegezijde van de raadstafel vrij en neemt plaats bij haar fractiegenoten.)

De heer Van der Veen
(pvda) kandideert namens de fractie van de pvda de heer Bode voor de vacature die zojuist is ontstaan.

De heer Hekkert
(vvd) becommentarieert de kandidaatstelling als volgt. Zijn fractie heeft geen bezwaar tegen de voorgedragen persoon, integendeel, maar gaat er wel van uit dat straks op kritische vragen niet steevast zal worden geantwoord: `Ja, hoor eens, ik zit hier nog maar net en daar weet ik niks van.' De nieuwe wethouder moet volledig verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor het in deze zittingsperiode gevoerde collegebeleid.

De heer Wiersma
(cda) nuanceert de woorden van de heer Hekkert. De nieuwe wethouder is weliswaar verantwoordelijk, maar zal niet in alle gevallen aansprakelijk kunnen worden gesteld. Met andere woorden: lang niet alles wat zich in het verleden heeft voorgedaan zal op enig moment als reden kunnen worden aangevoerd om de nieuwe wethouder weg te sturen.

Spreker heeft een positieve verwachting van het functioneren van de heer Bode en dat is mede gebaseerd op diens rol in de coalitievorming die vorig jaar heeft plaatsgevonden.

De heer De Geus
(rpf/sgp) verklaart dat ook de rpf/sgp-fractie de kandidatuur van de heer Bode van harte ondersteunt.

De fractie is nog wel benieuwd naar een eventuele verschuiving van de portefeuilles. Het is uiteraard ook mogelijk dat de heer Bode alle verantwoordelijkheden van mevrouw Dekker overneemt.

De heer Lok
(vl/gl) huldigt de volgende opvatting. De fractie van Verenigd Links/groenlinks kan instemmen met de voorgestelde aflossing van de wacht, maar is daarmee niet onverdeeld gelukkig. In deze raadsperiode zullen straks, na de benoeming van de heer Bode, drie wethouderswisselingen hebben plaatsgevonden. In principe behoren wethouders echter een gehele zittingsperiode te functioneren. Enerzijds zijn aan het adres van zowel de aftredende als de te benoemen wethouder gelukwensen op hun plaats, maar anderzijds moet het een hoge uitzondering blijven dat een zittende wethouder binnen de eigen gemeentelijke organisatie een ambtelijke loopbaan verkiest. In ieder geval verdient deze ruiling van functies geen `prix d'élégance'.

De heer Boland
(d66) kwalificeert de spreekbeurt van de heer Lok als `prachtig', maar begrijpt niet waarom soortgelijke woorden achterwege bleven toen de vl/gl-wethouder uit het college vertrok.

De heer Lok
(vl/gl): De redenen voor het terugtreden van een wethouder kunnen zeer uiteenlopend zijn. In het geval van de vl/gl-wethouder betrof het gezondheidsredenen in de particuliere sfeer en dan is iemand niet langer gehouden aan de opdracht de volle zittingsperiode te blijven zitten. Die gronden kunnen niet worden vergeleken met de politiek-bestuurlijke redenen die aan het aftreden van de vvd-wethouder ten grondslag hebben gelegen.

De heer Boland
(d66): Alles goed en wel, maar dezelfde opmerking met de daarbij gegeven motivatie had ook in het geval van de afgetreden vl/gl-wethouder kunnen worden gemaakt.

De heer Tesselaar
(eb) beluisterd zes à zeven maanden geleden op radio Enkhuizen een discussie over de vraag waarom weinig vrouwen aan de lokale politiek deelnemen. De conclusie was dat het de schuld van de mannen zou zijn. Naar aanleiding daarvan wenst spreker uitdrukkelijk te verklaren dat het vertrek van de dames Lok-Hörnemann, De Munnik-Blank en Dekker op generlei wijze zijn schuld is geweest!

De voorzitter
: Waarvan akte.

De heer Hekkert stelt een punt aan de orde dat tot een diepgaande staatsrechtelijke beschouwing kan leiden. In hoeverre dragen aftredende wethouders hun politieke verantwoordelijkheid aan hun opvolgers over? Over deze vraag zal nog eens uitvoerig van gedachten worden gewisseld. Op dit moment kan worden volstaan met te verwijzen naar de woorden van de heer Wiersma die de kern van de zaak aardig scherp heeft geschetst. Continuïteit in het bestuur vereist dat de politieke verantwoordelijkheid wordt overgedragen aan opvolgers, maar dat betekent nog niet dat een opvolger in alle gevallen persoonlijk aansprakelijk kan worden gesteld voor de daden van diens voorganger.

De portefeuilleverdeling is een zaak van het college. Na de benoeming van een nieuwe wethouder zal de vergadering kort worden geschorst om het college de gelegenheid te geven zich over de verdeling van de portefeuilles te buigen.

Tot slot. Veel wisselingen in een college zijn nooit goed, maar daarop wil spreker nu niet nader ingaan. Datgene wat daarover vanavond is gezegd, is meer dan voldoende.

Vervolgens benoemt hij tot leden van het stembureau de heren Hart, Rieuwerts en Wiersma.

Hierna wordt tot stemming overgegaan. Bij de stemming worden 16 stembiljetten ingeleverd. Op de heer H.F.P. Bode worden 12 stemmen uitgebracht, terwijl 4 stemmen blanco worden ingeleverd, zodat de heer H.F.P. Bode is benoemd tot wethouder van de gemeente Enkhuizen.

De voorzitter
nodigt de heer Bode uit aan de collegezijde van de raadstafel plaats te nemen.

Hierna schorst hij de vergadering om het college de mogelijkheid te geven zich op de portefeuilleverdeling te beraden.

(Schorsing.)

De voorzitter
heropent de vergadering en doet de volgende mededelingen.
* In de portefeuilleverdeling wordt niets gewijzigd. De heer Bode neemt integraal alle taken en verantwoordelijkheden van mevrouw Dekker over.

* Het college heeft besloten met ingang van morgen mevrouw Dekker te benoemen tot productgroepmanager facilitair bedrijf.
* Voorts zijn de loco-burgemeesters aangewezen, en wel in volgorde van partijgrootte.


- 1e loco-burgemeester: de heer H.F.P. Bode (pvda);
- 2e loco-burgemeester: de heer N. Dol (vl/gl);
- 3e loco-burgemeester: de heer H. van Doornik (cda).

De heer Hæntjens
(vvd) feliciteert in zijn hoedanigheid van vice-voorzitter van de rekeningcommissie de heer Bode met diens benoeming. Aan de andere kant bestaat reden tot droefenis, want de heer Bode verlaat de rekeningcommissie en dat is een gemis voor het inmiddels goed op elkaar ingespeelde team. Als de heer Bode in lijn met het over het jaarverslag uitgebrachte advies van de rekeningcommissie zal opereren, staat deze raad nog menige pittige discussie te wachten!

De eerstvolgende vergadering van de rekeningcommissie is, toevallig, op de derde dinsdag van september gepland. Spreker hoopt dat in de daaraan voorafgaande raadsvergadering in de vacature `Bode' zal kunnen worden voorzien.

De voorzitter
verzoekt de raadsfracties in goed overleg na te gaan wie voor de in de rekeningcommissie ontstane vacature in aanmerking komt.


19. Rondvraag.

· Mevrouw Dangermond-Hilderink (vvd) richt zich allereerst tot de heer Tesselaar met de opmerking dat zij zich niet uit de raad zal laten verdringen!

Zij maakt het college complimenten voor het feit dat het plantsoentje ten noorden van de Noorderpoort nu een aanzienlijk betere aanblik oplevert. Ook het strandje van het Enkhuizer Zand is tot tevredenheid van veel Enkhuizers goed opgewaardeerd.

Wethouder Dol
(vl/gl) bedankt mevrouw Dangermond voor haar complimenten inzake het plantsoentje. Hij zal die naar de daarvoor in aanmerking komende functionarissen doorspelen. Wethouder Van Doornik zal ongetwijfeld hetzelfde doen met de lovende woorden over het Enkhuizer Zand.

De heer Wiersma (cda) kondigt aan twee vragen te zullen stellen.
* Gisteravond schijnt met het oog op de veiligheid in de haven aldaar een oefening te zijn gehouden. Hoe is die verlopen?
* De Gependam, een fraaie aanwinst voor deze gemeente, is enkele dagen geleden feestelijk in gebruik genomen. Tijdens die gelegenheid waren geen hoogwaardigheidsbekleders van de provincie Noord-Holland en de vvv aanwezig. Waren die instanties niet uitgenodigd?

Wethouder Dol
(vl/gl) beantwoordt de vragen van de heer Wiersma als volgt.

è Gisteravond is inderdaad een oefening gehouden, juist om de leiding in de dam te testen. Welnu, die test is uitstekend geslaagd, zelfs zo goed dat het water, aangevoerd door de pomp die op de grootste afstand is gesitueerd, enige schade aan het zandbed van de dam heeft aangericht; herstel is echter een eenvoudige zaak. Tijdens de oefening is het schip `Stad Enkhuizen' van rederij naco gebruikt. Tevens heeft aan de andere zijde van de dam een duikoefening plaatsgevonden met als doel slachtoffers uit het water te halen. Volgens de brandweercommandant is alles uitstekend verlopen.

è In verband met de ingebruikname van de Gependam is slechts een beperkt aantal uitnodigingen verstuurd. Voor de officiële ingebruikstelling, gepland in 2003, zullen meer instanties worden uitgenodigd; de provincie en de vvv zullen dan beslist niet worden vergeten. Overigens is afgesproken dat een provinciale vertegenwoordiging nog dit jaar een bezoek aan Enkhuizen zal brengen en dan ook de Gependam in ogenschouw neemt.

De heer De Geus
(rpf/sgp) dankt het college voor het toegestuurde certificaat van adoptie van één steen van de Alkmaarse synagoge.

De heer Jans
(eb) complimenteert het college met de verbetering van het Enkhuizer Zand.

Een ander punt vormt de brief die aan het begin van deze vergadering aan de raadsleden is rondgedeeld. Hij verzoekt dat schrijven voor de eerstvolgende vergadering van de raadscommissie aboz te agenderen, omdat daarin aantijgingen aan het adres van de eb-fractie staan.

De voorzitter
gevoelt daartoe geen enkele behoefte, maar laat de beslissing over het verzoek van de heer Jans graag aan de raad over

De heer Van der Veen
(pvda) beschouwt een behandeling in de commissie als `onnodig'.

De heer Lok
(vl/gl) staat op het standpunt dat de zogenaamde `32-puntenbrief' inmiddels in diverse fora voldoende is besproken en beantwoord.

De heer Boland
(d66) hamert erop dat discussies moeten worden gevoerd die ergens toe leiden. In dit geval is het veel beter op een ander tijdstip en in een ander gremium te bezien hoe de problematiek waar de zaak om draait in de toekomst kan worden voorkomen dan steeds terug te kijken.

De heer De Geus
(rpf/sgp) pleit ervoor de suggestie van de heer Boland te volgen.

De heer Wiersma
(cda) behoort tot de degenen die geen sterke behoefte aan agendering van het genoemde stuk hebben. Aan de ander kant kan niet worden ontkend dat de brief van het college vrijwel alle raadsleden wat rauw op het dak is gevallen. Het zou dan ook niet vreemd zijn indien na een grondige bestudering vragen rezen. Daarover moet kunnen worden gesproken.

De heer Hekkert
(vvd) herkent zich in hetgeen de heer Boland zo-even heeft verwoord. In dit geval is niet zozeer de bij iedereen bekende briefwisseling van belang als wel het daarin aan de orde gestelde personeelsbeleid. Op dat gebied is sprake van een structurele onvolkomenheid en derhalve is het noodzakelijk daarover in de volle breedte een goede discussie te voeren.

De voorzitter
concludeert dat het verzoek van de Jans niet wordt gehonoreerd. Overigens is wel gebleken dat meerder fracties de behoefte hebben op een ander moment en in een ander forum in den brede over de onderhavige problematiek van gedachten te wisselen.

De heer Jans
(eb) betreurt dat de fractie van Enkhuizer Belang geen gelegenheid krijgt de aantijgingen te weerleggen.

De voorzitter
verduidelijkt dat de raad slechts heeft besloten niet op commissieniveau over de brief te zullen praten. De eb-fractie kan te allen tijde met spreker over het stuk van gedachten wisselen en/of dat in de raad aan de orde stellen.

De heer Jans
(eb) veronderstelt dat zijn fractie zal bekijken op welke manier deze kwestie het beste kan worden aangekaart.

De voorzitter
: Prima.

De rondvraag wordt gesloten.


20. Sluiting.

De voorzitter
realiseert zich dat dit het moment is waarop afscheid van mevrouw Dekker, in haar hoedanigheid van raadslid, moet worden genomen. Een vertrouwd gezicht verdwijnt uit de raad, maar blijft in de gemeentelijke organisatie en Enkhuizen aanwezig. De persoonlijke contacten kunnen dus in stand worden gehouden.

Mevrouw Dekker bezit een bijzondere kwaliteit die zijzelf bij de start van deze zittingsperiode treffend heeft aangegeven. Stadsbestuurders moeten op meerdere borden tegelijk kunnen schaken, zeker voor hen die collegeverantwoordelijkheid dragen. Collegeleden hebben immers een dubbele verantwoordelijkheid. Enerzijds dagelijks bestuurder, portefeuillehouder en sterk betrokken bij de gemeentelijke organisatie en anderzijds politicus, lid van een fractie en deel van een coalitie. Die hoedanigheden moeten aanspreekbaar en controleerbaar worden uitgeoefend en met het privé-leven worden gecombineerd. Dat vraagt veel, te meer daar de werkdag van een portefeuillehouder niet van 09.00 tot 17.00 uur loopt.

Over het zojuist geschetste element is jongstleden zaterdag een interessant artikel in nrc Handelsblad verschenen. Het betreft de integrale reden van hoogleraar De Beus, gehouden naar aanleiding van diens nieuwe leerstoel. Deze stelt dat in vergelijking met tien jaar geleden de politieke en bestuurlijke grenzen vervagen, met alle consequenties van dien. In Enkhuizen is echter ten minste één persoon te vinden die er in de afgelopen jaren redelijk goed in is geslaagd zorgvuldig en consequent met deze materie om te gaan.

Spreker bedankt namens de gemeenteraad mevrouw Dekker voor hetgeen zij heeft gedaan en wenst haar alle goeds toe. Vervolgens biedt hij haar de traditionele cadeaus aan, te weten het wandbord, de zilveren speld en het boek over het gemeentehuis.

De heer Hart
(eb) voert in zijn hoedanigheid van raadsnestor het woord. Namens de raadsleden die hij mag vertegenwoordigen bedankt hij mevrouw Dekker hartelijk voor de wijze waarop zij met de leden van de gemeenteraad is omgegaan.

Mevrouw Dekker heeft ongeveer acht jaar deel van deze raad uitgemaakt. In die periode werden met haar lange en prettige discussies gevoerd die jeu aan het geheel gaven. Daarvoor verdient zij dank, evenals voor de manier waarop zij binnen de raad heeft gefunctioneerd. Hopelijk kijkt ook zij met veel plezier op de afgelopen acht jaar terug.

Duidelijk is dat mevrouw Dekker vanwege haar nieuwe positie in de gemeentelijke organisatie de politiek voortaan op afstand zal moeten volgen. Spreker wenst haar heel veel sterkte en succes in haar nieuwe functie toe.

De heer De Geus
(rpf/sgp) schaamt zich voor het feit dat hij, in tegenstelling tot de voorzitter, geen cadeautje aan mevrouw Dekker kan overhandigen. Hij heeft de brief van het college waarin het vertrek van mevrouw Dekker is aangekondigd niet goed gelezen en heeft als gevolg daarvan niet tijdig `het lief en leed'-potje aangesproken om een geschenk te kopen. Inmiddels heeft hij mevrouw Dekker spijt betuigd voor deze omissie en haar laten weten dat zij nog iets te goed heeft. Het aan te schaffen cadeau zal nauw bij haar belevingswereld aansluiten. De geïnteresseerde zullen in het jaarverslag kunnen terugvinden welk cadeau alsnog is overhandigd.

Fijn dat mevrouw Dekker acht jaar hard voor deze gemeente heeft willen werken. Dat heeft haar veel vrije tijd gekost en namens de deelnemers aan `het lief en leed'-potje dankt spreker haar daarvoor.

Wethouder mevrouw Dekker
(pvda) benut deze gelegenheid allereerst om de hoop uit te spreken dat zij haar nieuwe functie ook ten minste acht jaar zal kunnen vervullen. Vanuit haar wethouderschap heeft zij de organisatie van zeer nabij leren kennen en dus uitgebreid in de keuken van haar nieuwe werkkring kunnen rondkijken; een zeer gelukkige omstandigheid.

Minder gelukkig is dat zij de politiek arena dient te verlaten, maar dat is inherent aan de gemaakte keuze. Spreekster is haar politieke carrière begonnen als secretaris van de pvda, afdeling Enkhuizen, met Jaap als voorzitter, maar dat weet bijna niemand meer!

De heer Lok
(vl/gl): Wie wordt op dit moment in diskrediet gebracht?

Wethouder mevrouw Dekker
(pvda): Niemand, deze opmerking maakt slechts duidelijk dat hier eigenlijk één grote familie aan tafel zit!

Later werd spreekster pvda-fractievoorzitster. In die tijd zat een aanmerkelijk groter aantal vrouwen in de raad. Kennelijk konden die niet tegen de heer Tesselaar op!

De heer Tesselaar
(eb): Waarom zitten hier vrijwel uitsluitend mannen? Omdat zij thuis niets hebben te vertellen!

Wethouder mevrouw Dekker
(pvda): En niets te doen!

Het fractievoorzitterschap heeft spreekster gedurende vier jaar met plezier vervuld. Toen zij daarna het wethouderschap op zich mocht nemen, zag zij dat als een bijzondere kans.

De heer Lok heeft terecht gezegd dat het relatief grote aantal wethouderswisselingen in deze zittingsperiode moet worden betreurd. Spreekster had de rit graag afgemaakt, maar dat was onmogelijk. Als zij pas na de eerstkomende gemeenteraadsverkiezing naar haar nieuwe functie zou zijn overgestapt, zou gedurende een half jaar het risico van belangenverstrengeling levensgroot aanwezig zijn geweest. Haar schuldgevoelens zal zij trachten af te kopen door de heer Bode met alle mogelijke informatie te bombarderen, zodat deze weet waarmee in het komende halfjaar rekening moet worden gehouden.

Ten slotte maakt spreekster er geen geheim van dat zij het bestuurlijke werk zal missen, maar het is niet anders. Zij bedankt allen voor de goede contacten in de afgelopen jaren. (Applaus.)

De voorzitter
sluit de vergadering na alle aanwezigen nadrukkelijk te hebben uitgenodigd in De Witte Zaal het glas te heffen op de aanstelling van mevrouw Dekker tot productgroepmanager facilitair bedrijf en de benoeming van de heer Bode tot wethouder. Ook het gegeven dat dit de laatste raadsvergadering voor het zomerreces is, mag als een goede reden worden aangemerkt om met elkaar een glaasje te drinken (23.22 uur).

Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad

der gemeente Enkhuizen op dinsdag 4 september 2001.

De secretaris, De voorzitter,

(J.J.J. van Huffelen) (drs. S.P.M. de Vreeze)