Keywords: ?? PAGINA'S
RAADSNOTULEN
Enkhuizen, 3 juli 2001.
Zakelijk verslag van het verhandelde in de openbare vergadering van de
raad der gemeente Enkhuizen, gehouden op dinsdag 3 juli 2001 te 20.00
uur, in het stadhuis, Breedstraat 53, 1601 KA Enkhuizen.
Voorzitter: de heer drs. S.P.M. de Vreeze, burgemeester. Secretaris: de heer J.J.J. van Huffelen, gemeentesecretaris.
Aanwezig 16 leden, namelijk: de dames
E.F. Dangermond-Hilderink (vvd) en
Th. Dekker (pvda, wethouder, tot agendapunt 18) alsmede
de heren
H.F.P. Bode (pvda, wethouder, na agendapunt 17),
C.H. Boland (d66),
N.P. Dol (vl/gl, wethouder),
H. van Doornik (cda, wethouder),
Th. de Geus (rpf/sgp),
W. Hæntjens (vvd),
J.W. Hekkert (vvd),
J. Hart (eb),
F.C. Jans (eb).
J. Lok (vl/gl),
W. Rieuwerts (vl/gl).
drs. J.S. Tesselaar (eb),
K.P. van der Veen (pvda) en
D. Wiersma (cda).
Met kennisgeving afwezig
1 lid, te weten:
de heer D. van Pijkeren (rpf/sgp).
Agenda Voorstelnr
1 Opening.
2 Bepaling volgorde bij hoofdelijke stemmingen
3 Verslag van de vergadering gehouden op 5 juni 2001
4 Ingekomen stukken en mededelingen. 087
5 Onderzoek geloofsbrieven (raadslid pvda). 088
6 Herinrichting Westerstraat, tussen Klopperstraat en Prinsenstraat.
045
7 Fractievoorzittersoverleg. 047
8 Wijziging Verordening Winkeltijden Enkhuizen 1996. 062
9 Overeenkomst tussen de gemeente Enkhuizen en de Stichting
Evenementenorganisatie Enkhuizen. 078
10 Aanvullend krediet herstel fietspad Andijk-Enkhuizen. 079
11 Voorbereidingsbesluit Zuider Havendijk 106. 080
12 Wijziging Monumentenverordening. 081
13 Wijziging Verordening marktgelden Enkhuizen 1999. 082
14 Evenementenpot. 084
15 Voorjaarsnota 2001. 085
16 Toeristische voetgangersbewegwijzering. 086
17 Mechanische luchtbehandeling de rsg Enkhuizen. 089
18 Ontslag en verkiezing wethouder.
19 Rondvraag
20 Sluiting.
1. Opening.
De voorzitter
opent de vergadering van de gemeenteraad van Enkhuizen en heet alle
aanwezigen van harte welkom.
Op 1 juli jongstleden is de heer Berend Brouwer overleden. Deze heeft
de gemeente Enkhuizen gedurende de periode 1982-1990 als rpf-raadslid
gediend. Velen zullen zich de heer Brouwer ook als een betrokken
commissielid herinneren, met name op het gebied van openbare werken.
Namens het gemeentebestuur wenst spreker de familie en andere
dierbaren van de heer Brouwer veel sterkte toe. Hij verzoekt de
aanwezigen op te staan en enkele momenten stilte in acht te nemen om
de overledene te gedenken.
(Hierna wordt gedurende enige ogenblikken een plechtige stilte
betracht.)
De voorzitter
: Dank u wel.
Vervolgens leest spreker namens het college van burgemeester en
wethouders het navolgende schrijven voor.
`Aan de leden van de gemeenteraad van Enkhuizen.
Enkhuizen, 3 juli 2001.
Geachte leden,
Onder verwijzing naar de brief van de heer J. Franx, d.d. 20 april
j.l. als bijlage hierbij
bijgevoegd en het antwoord daarop van de zijde van ons college en
eveneens als bijlage
hierbij bijgevoegd brengen wij het volgende onder uw aandacht.
Tijdens de commissievergadering aboz op 20 juni 2001, is door de
voorzitter, bij de
openbare behandeling van de hierboven genoemde brief van de heer
J. Franx een uitlating
gedaan m.b.t. een passage onder punt 18 uit deze brief. Er
bereiken ons geluiden dat
hieruit zou kunnen worden afgeleid dat er in het recente verleden
in relatie tot de problematiek
bij de havendienst een vermoeden zou hebben bestaan van
frauduleuze handelingen door
één of meer medewerkers bij dit onderdeel van de gemeente. Met
deze brief wil het college
(nogmaals) verklaren dat dit niet het geval is. Ruim een jaar
geleden is een onderzoek gestart
naar alle onderdelen van de gemeente die i.v.m. contant geld een
mogelijk risico opleveren,
het zgn. Kasstromenonderzoek. De raadscommissies financiën,
personeelszaken en havens
zijn meermalen vertrouwelijk geïnformeerd over de uitkomsten van
dit onderzoek, waaruit
is gebleken dat van misstanden geen sprake was, maar dat een
aantal maatregelen ter
voorkoming van mogelijke misstanden terecht zou zijn. Wij hechten
eraan dit nogmaals
- in het openbaar - te verklaren.
Ten aanzien van de hiervoor aangehaalde brief van de heer Franx,
hebben wij tijdens de
raadsvergadering d.d. 5 juni jl. gesteld geen enkele behoefte te
hebben deze brief in het
openbaar te behandelen omdat diverse punten uit de brief
vertrouwelijke personeelsinformatie
betreffen. De opsteller van de brief en in het bijzonder de
fractiegenoten van Enkhuizer Belang
zouden kunnen en moeten weten dat de informatie op diverse punten
dezelfde is als besproken
tijdens verschillende vertrouwelijke aboz- en
hos-commissievergaderingen. Door de brief in de openbaarheid te
brengen heeft de opsteller hiervan bewust vertrouwelijke
informatie naar buiten gebracht en daarmee o.i. de belangen van
betrokkenen geschaad.Ondanks herhaald aandringen van de
portefeuillehouder de brief niet in het openbaar te behandelen,
volhardde de heer Hart tijdens de commissievergadering, als
woordvoerder van Enkhuizer Belang, dit wel te doen. Hij vroeg de
voorzitter duidelijk te maken welk onderdeel de openbaarheid niet
zou kunnen verdragen. Daarbij is gerefereerd aan het onderdeel 18.
Ten aanzien van het verzoek zoals neergelegd in de brief van 27
juni j.l. namens de heren Broersma en Hoeven, om tijdens de
komende raadsvergadering alsnog de gehele correspondentie in een
openbaar raadsdebat tot onderwerp van discussie te maken zullen
wij wederom u dit ten stelligste ontraden. Bovendien wijzen wij u
er nogmaals op dat het hier een personeelsgeschil betreft dat
onderwerp is van een juridische procedure. Personeelsgeschillen
lenen zich niet voor een politiek-bestuurlijk debat.
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van E n k h u i z e n.
De secretaris, De burgemeester,
(J.J.J. van Huffelen) (drs. S.P.M. de Vreeze)'
Over dit schrijven heeft spreker nog hedenmiddag contact gehad met de
advocaat die namens diens cliënten de op 27 juni gedateerde brief
heeft verstuurd. De betrokken advocaat is met de strekking van het
voorgelezen stuk akkoord gegaan en heeft daaraan het verzoek gekoppeld
dit in het openbaar voor te lezen.
De heer Wiersma
(cda) was in eerste instantie niet duidelijk of de brief van de
advocaat als ingekomen stuk zou moeten worden behandeld. Uit de
laatste opmerking van de voorzitter kan worden afgeleid dat de raad
geen aandacht aan deze zaak behoeft te besteden. Is dat juist?
De voorzitter
bevestigt dat volgens de advocaat met het schrijven van burgemeester
en wethouders de bedoelde uitlating voldoende is weerlegd.
Hierna deelt hij mee dat de heer Van Pijkeren wegens vakantie is
verhinderd deze raadsvergadering bij te wonen.
Na afloop van deze bijeenkomst zal gelegenheid worden gegeven om
informeel afscheid te nemen van mevrouw Dekker in haar hoedanigheid
van wethouder van de gemeente Enkhuizen.
2. Bepaling volgorde bij hoofdelijke stemmingen.
De voorzitter
trekt penning nummer 9 uit het mandje, waarna de secretaris meedeelt
dat volgens de presentielijst eventuele hoofdelijke stemmingen zullen
aanvangen bij de heer Hekkert.
3. Verslag van de vergadering gehouden op 5 juni 2001.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dit verslag
conform het aangeboden ontwerp vastgesteld.
4. Ingekomen stukken en mededelingen.
(Voorstel nummer 087, 2001.)
1. Brief, de dato 12 juni 2001, van de d66-fractie Enkhuizen inzake
verkoop grond De Oksel.
Burgemeester en wethouders stellen voor dit ingekomen stuk te
beantwoorden overeenkomstig het ter inzage liggend conceptantwoord.
De heer Boland
(d66) kan zich niet in het conceptantwoord vinden. In de commissie
heeft de wethouder toegezegd dat de mening van de commissieleden in de
volgende vergadering zal worden besproken. Dat is feitelijk niet meer
mogelijk indien het ter inzage gelegde conceptantwoord ongewijzigd
wordt verstuurd. Bovendien komt in een achterliggend stuk de uitspraak
voor dat de gemeenteraad gebonden zou zijn aan afspraken van
opeenvolgende coalities. Die passage zou in ieder geval dienen te
worden bediscussieerd.
Wethouder Van Doornik
(cda) schetst dat de raadscommissie rof niet akkoord is gegaan met het
conceptraadsvoorstel inhoudend verkoop van grond in De Oksel. Dit
standpunt is aan de betrokken ondernemers meegedeeld. Die hebben na
ruggespraak met hun aandeelhouders laten weten dat zij de gemeente aan
de volgens hen gemaakte afspraken zullen houden. Het college heeft
gevraagd één en ander op schrift te zetten en toegezegd daarop te
zullen reageren. Zodra die stukken beschikbaar zijn, zullen die voor
de commissie ter inzage worden gelegd.
De heer Hart
(eb) onderschrijft namens de fractie van Enkhuizer Belang datgene wat
de heer Boland heeft betoogd en is het niet eens met het antwoord van
de wethouder.
De heer Boland
(d66) gaat het er om dat de informatie in commissieverband wordt
uitgewisseld en pas daarná een brief wordt verstuurd. Vandaar zijn
verzoek het conceptantwoord vast te houden totdat de
commissievergadering heeft plaatsgevonden.
De heer Rieuwerts
(vl/gl) schaart zich achter dit verzoek.
Wethouder Van Doornik
(cda): Akkoord.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad vervolgens
dienovereenkomstig.
2. Afschrift van een brief, de dato 17 juni 2001, van de heer J. Buis
te Enkhuizen aan de Stichting Woondiensten Enkhuizen inzake de
Fruittuinen.
Burgemeester en wethouders stellen voor dit ingekomen stuk voor
kennisgeving aan te nemen.
De heer Tesselaar
(eb) ziet dat brief nummer 2 weliswaar aan de swd is gericht, maar ook
is voorzien van de tekst `carbon copy gemeenteraad'. Het is dan ook
passend het stuk in de raadscommissie aboz te bespreken.
De voorzitter
antwoordt dat het hoogst ongebruikelijk is brieven die aan andere
instanties dan de gemeente zijn geadresseerd in een commissie of de
raad te bespreken, vandaar dat het stuk ter kennisneming op de lijst
van ingekomen stukken is geplaatst.
De heer Tesselaar
(eb) stelt voor de brief in de raadscommissie aboz te behandelen.
De voorzitter
constateert dat een ruime meerderheid het voorstel van de heer
Tesselaar niet steunt.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten.
3. Brief, de dato 30 mei 2001, van de heer J. Hart te Enkhuizen met
betrekking tot het ontwerpbestemmingsplan `Vette Knol'.
Burgemeester en wethouders stellen voor dit ingekomen stuk te betrekken bij de vaststelling van genoemd bestemmingsplan.
De heer Jans
(eb) laat weten dat de fractie van Enkhuizer Belang nieuwsgierig is
naar de procedures die met betrekking tot het aangeduide
bestemmingsplan en de onderhavige brief zullen volgen.
De voorzitter
doet de toezegging dat die procedures in de eerstvolgende
commissievergadering zullen worden uiteengezet.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad vervolgens
dienovereenkomstig.
4. Brief, de dato 18 juni 2001, van de Stichting Rechtsbijstand te
Leidschendam met betrekking tot een verzoek om
planschadevergoeding ten gunste van M.A.M. Benschop, Houttuin 13
te Enkhuizen.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt,
overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders, besloten
dit verzoek af te wijzen.
5. Brief, de dato 28 mei 2001, van ijsclub `IJsvermaak' te Hoorn met
betrekking tot een kunstijsbaan in West-Friesland.
Burgemeester en wethouders stellen voor dit ingekomen stuk te
behandelen in de raadscommissie voor havens, openbare werken en
sociale voorzieningen.
De heer De Geus
(rpf/sgp) memoreert dat zijn fractie eerder heeft gezegd in het kader
van de behandeling van de begroting voor het jaar 2002 op deze zaak te
willen terugkomen. In de commissie is echter opgemerkt dat dit punt
bij de voorjaarsnota zal worden betrokken. Nu stelt het college voor
dat in de raadscommissie hos te behandelen. Is het desondanks de
bedoeling dit onderwerp bij de voorjaarsnota te betrekken?
Wethouder Dol
(vl/gl) antwoordt dat het college geen behoefte heeft aan een
financiële bijdrage ten behoeve van de in Hoorn te bouwen
kunstijsbaan. In de commissie is door een inspreker gevraagd snel te
reageren op het verzoek geld beschikbaar te stellen. Spreker heeft
naar aanleiding daarvan de fracties in overweging gegeven zich daarop
te beraden en tijdens de behandeling van de voorjaarsnota uitsluitsel
te geven. Het college zal echter níét met een voorstel komen.
De heer De Geus
(rpf/sgp) vreest dat hij zich onduidelijk heeft uitgedrukt. Naar
aanleiding van de brief, de dato 2 maart, is in een commissieverslag
opgenomen:
`De voorzitter concludeert dat de rest van de commissie serieus
naar een sympathieke bijdrage wil kijken en de behandeling van de
voorjaarsnota is hèt moment om zich uit te spreken over een
bijdrage.'
Als het de bedoeling is vanavond nog geen uitspraken te doen, maar
eerst de behandeling in de commissie af te wachten, stemt de
rpf/sgp-fractie daarmee in.
Wethouder Dol
(vl/gl) benadrukt dat het college niet voornemens is een subsidie voor
een kunstijsbaan uit te trekken. Een initiatief daartoe zal derhalve
vanuit de raadsfracties moeten komen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten.
6. Brief, de dato 31 mei 2001, van mevrouw Eeken te Enkhuizen met
betrekking tot het onderhoud aan de openbare buitenruimte buiten
de vestingwal.
Burgemeester en wethouders stellen voor dit ingekomen stuk te
behandelen in de raadscommissie voor havens, openbare werken en
sociale voorzieningen.
De heer Tesselaar
(eb) verbaast zich niet over het feit dat mevrouw Eeken zich ergert
aan de geringe aandacht voor het onderhoud van het gebied buiten de
vestingwal, want het onkruid op de rotonde op de kruising
Dreef/Kastanjelaan/Lindenlaan is zó hoog opgeschoten dat alleen
vrachtwagenchauffeurs eroverheen kunnen kijken. Er is aldaar een voor
het verkeer gevaarlijke situatie ontstaan, waaraan spoedig iets moet
worden gedaan. Daarmee mag niet worden gewacht totdat de commissie de
brief van mevrouw Eeken heeft besproken.
De voorzitter
repliceert dat met opzet voor een hoge begroeiing is gekozen, want die
dwingt de weggebruikers goed op het verkeer op de rotonde te letten.
De begroeiing is dus zeer functioneel en bovendien zijn de bloemen
prachtig.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten.
7. Brief, de dato 8 juni 2001, van Sjakuus te Utrecht met betrekking
tot aandachtspunten voor gemeentelijk minimabeleid.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt,
overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders, besloten
dit ingekomen stuk te behandelen in de raadscommissie voor havens,
openbare werken en sociale voorzieningen.
8. Brief, de dato 15 juni 2001, van Op/maat te Hoorn met betrekking
tot de toezending van de voorlopige begroting 2002.
Burgemeester en wethouders stellen voor dit ingekomen stuk te
behandelen in de raadscommissie voor havens, openbare werken en
sociale voorzieningen.
De heer Tesselaar
(eb) merkt op dat brieven en andere stukken van Op/maat tot nu toe
altijd in de raadscommissie aboz zijn behandeld. Waarom wordt nu van
deze gewoonte afgeweken?
De voorzitter
beaamt dat stukken van Op/maat vaak in de raadscommissie aboz zijn
besproken. Dat heeft te maken met de omstandigheid dat spreker
voorzitter van die instelling is. Principieel is dat echter onjuist,
omdat sociale zaken, dus ook Op/maat, tot de portefeuille van de heer
Dol behoren. Vanaf heden zal daarop beter worden gelet.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten.
De heer Boland
(d66) brengt naar voren dat zijn fractie op 17 juni een brief over de
sportnotitie bij wethouder Dol op diens privé-adres heeft bezorgd en
ook in de brievenbus van het gemeentehuis heeft gestopt. Helaas is dat
stuk toch niet op de lijst van ingekomen stukken geplaatst. Hopelijk
kan desondanks nu worden besloten het bewuste schrijven in de
eerstvolgende vergadering van de daarvoor in aanmerking komende
commissie aan de orde te stellen.
Wethouder Dol
(vl/gl) kent de aangeduide brief niet. Hij kan slechts melden dat in
de jongste commissievergadering is toegezegd de sportnotitie in ieder
geval voor de volgende commissiebijeenkomst te zullen agenderen. Dan
kan uiteraard ook de brief van de d66-fractie aan de orde komen.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad vervolgens
dienovereenkomstig.
Mededelingen.
· Wethouder Van Doornik (cda) deelt mee dat het college regelmatig is
benaderd door bewoners in de omgeving van het Koperwiekplein,
winkeliers, politie, en jongerenwerker met het verzoek een apart
trapveldje voor jongeren te realiseren om de huidige overlast tegen te
gaan. Het college wil op korte termijn, bij voorkeur vóór de zomer, in
afwachting van een definitieve oplossing een tijdelijke maatregel
nemen en heeft daarvoor een groenstrookje achter de oude school aan de
Meeuwenlaan op het oog. Uiteraard zal die tijdelijke voorziening - een
halfverhard veldje met rondom een net - met de buurtbewoners worden
besproken. Vanwege de vakantieperiode zal de commissie van één en
ander schriftelijk op de hoogte worden gehouden.
Mevrouw Dangermond-Hilderink
(vvd) meent zich te herinneren dat een dergelijke voorziening al twee
jaar geleden is toegezegd!
De heer Wiersma
(cda) informeert naar de kosten.
De voorzitter
moet op de vraag van de heer Wiersma het antwoord schuldig blijven,
maar het kan nooit om een groot bedrag gaan. De commissie zal ook
daarover worden geïnformeerd.
De heer De Geus
(rpf/sgp) weet dat er al doeltjes staan. De jongeren kunnen dus al een
bal trappen.
Wethouder Van Doornik
(cda) legt uit dat die doeltjes zij bestemd voor kleine kinderen. Het
gaat nu om de wat oudere jeugd die dermate hard schiet dat sprake is
van veel overlast, vandaar dat voor die jongeren een aparte,
tijdelijke voorziening zal worden gerealiseerd.
De heer Jans
(eb) verzoekt deze aangelegenheid voor de op 20 augustus te houden
vergadering van de raadscommissie wev te agenderen.
De voorzitter
: Akkoord, maar intussen gaat de gemeente wel aan de gang.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad vervolgens
dienovereenkomstig.
5. Onderzoek geloofsbrieven (raadslid pvda).
(Voorstel nummer 088, 2001.)
De voorzitter
benoemt tot leden van de commissie voor het onderzoek van de
geloofsbrieven de heren Boland, Hekkert en Lok. Hij schorst vervolgens
de vergadering voor de duur van het onderzoek.
(Schorsing.)
De voorzitter
heropent de vergadering.
De heer Boland
(d66) rapporteert dat de commissie de geloofsbrieven van de heer J.
Domburg heeft onderzocht en in orde bevonden, weshalve zij adviseert
deze tot de gemeenteraad toe te laten.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad vervolgens
dienovereenkomstig.
De voorzitter
vermeldt dat de heer Domburg in de eerstvolgende raadsvergadering -
volgens het vergaderschema 4 september aanstaande - zal worden
geïnstalleerd.
6. Herinrichting Westerstraat, tussen Klopperstraat en Prinsenstraat.
(Voorstel nummer 045, 2001.)
De heer Tesselaar
(eb) verheugt zich over het feit dat het college, zij het na geruime
tijd, de suggestie van de eb-fractie heeft overgenomen, te weten de
rijrichting omkeren en maatregelen ten behoeve van voetgangers nemen.
De heer Boland
(d66) voert aan dat wat zijn fractie betreft de discussie over de
rijrichting is `gereden'! Wel betreurt de d66-fractie in hoge mate dat
haar verzoek de bebording van het 30-kilometergebied te bekijken niet
is gehonoreerd, ondanks de toezegging dat wèl te zullen doen. Nu zal
met te veel borden worden gesold en daarvoor wil hij geen krediet
voteren.
De heer De Geus
(rpf/sgp) wil weten wat met de suggestie van de d66-fractie is gedaan;
die zou serieus worden bekeken.
De heer Rieuwerts
(vl/gl) toont zich ingenomen met de voorgestelde maatregelen. De
fractie van Verenigd Links/groenlinks hoopt dat één en ander een
positieve bijdrage aan de verkeersveiligheid in het betreffende gebied
zal leveren
De heer Wiersma
(cda) volstaat met de vraag of de voorgestelde maatregelen nog dit
jaar zullen worden uitgevoerd.
De heer Van der Veen
(pvda) memoreert dat zijn fractie in de commissievergadering de
d66-suggestie heeft onderschreven. Toegezegd werd dat zou worden
bezien hoe het totale gebied als 30-kilometerzone zou kunnen worden
ingericht. Het komt overigens vaker voor dat vanuit een commissie
gelanceerde ideeën, aanbevelingen enzovoort nergens meer zijn terug te
vinden. Zo heeft spreker in de junivergadering van de raadscommissie
wev nogmaals gewezen op het feit dat het Albert Heijnplein als
sluiproute naar de Korte Westerstraat wordt gebruikt en gevraagd
passende maatregelen te nemen, maar tot nu toe is niets gebeurd; de
gemeente wacht totdat Albert Heijn een slagboom plaatst. In de directe
omgeving zijn echter twee scholen gesitueerd en de veiligheid van de
leerlingen dient zo goed mogelijk te worden gegarandeerd.
De heer Lok
(vl/gl) maakt uit de schriftelijke beantwoording van de in de
raadscommissie gestelde vragen op dat het 30-kilometergebied weliswaar
kan worden vergroot, maar de daarvoor nodige personele bezetting
ontbreekt. Op welke termijn kunnen in de binnenstad wel
30-kilometergebieden worden verwezenlijkt?
Wethouder Van Doornik
(cda) hecht eraan te verklaren dat de schriftelijke beantwoording
vanavond is rondgedeeld om er zeker van te zijn dat iedereen weet wat
in de raadscommissie wev over dit onderwerp is gezegd.
Het belangrijkste punt in de discussie die in de commissie werd gevoerd, was de vraag hoe het 30-kilometergebied zo snel mogelijk kan worden uitgebreid, bij voorkeur over de gehele binnenstad. Vanwege personele problemen is prioriteit gegeven aan de maatregelen die betrekking hebben op het omdraaien van de rijrichting. Aan de afdeling zal worden gevraagd spoedig aan te geven wanneer voor de gehele binnenstad het 30-kilometerregime kan worden ingevoerd.
Aan het adres van de heer Van der Veen zij toegezegd dat zal worden
bekeken hoe de veiligheid op de genoemde locatie het beste kan worden
bevorderd.
Wethouder Dol
(vl/gl) voegt aan het antwoord van wethouder Van Doornik toe dat de
uitvoering van één en ander zo spoedig mogelijk na de zomervakantie
zal plaatsvinden.
De heer Jans
(eb) poneert de stelling dat in de raadscommissie wev is toegezegd
direct na de bouwvakvakantie met de werkzaamheden te beginnen.
Wethouder Van Doornik
(cda): Nou, dat loopt praktisch gelijk.
Wethouder Dol
(vl/gl): Ja, mede in verband met de tijdelijke verplaatsing van de
markt zal kort na de zomervakantie met het werk worden begonnen.
De heer Boland
(d66) plaatst de opmerking dat haastige spoed zelden goed is en het
onder dit motto verstandig is de verkeersnelheid naar 30 kilometer per
uur terug te brengen. Dit behoeft echter niet te betekenen dat
plotseling overal borden verschijnen, er moet goed worden bekeken waar
wel of geen bord nodig is. Wie straks met 30 km/u vanuit de
Westerstraat het Klooster - een smal straatje - inrijdt, zal een bord
zien dat aangeeft dat aldaar 50 km/u mag worden gereden. Kan vanwege
de personele bezetting dat bordje níét aan het eind van het Klooster,
bij de Driebanen, worden gezet? Onzin! Zo zijn er meer voorbeelden aan
te wijzen. Als de moeite wordt genomen nauwkeurig naar de stadskaart
te kijken, moet het mogelijk zijn de bebording, voor zover die echt
noodzakelijk is, op logischer plekken aan te brengen.
De heer De Geus
(rpf/sgp) ondersteunt kortheidshalve de motivatie van de heer Boland.
Overigens verdient het zeker aanbeveling de suggesties die de heer Van
Keulen namens de d66-fractie in de commissie heeft gedaan serieus op
bruikbaarheid te onderzoeken. Wellicht kan op die manier zelfs wat
geld worden bespaard, bijvoorbeeld door een logisch, aaneengesloten
gebiedje tot 30 kilometerzone te verklaren. Desondanks zal hij het
collegevoorstel volgen.
De heer Rieuwerts
(vl/gl) betuigt adhesie aan de woorden van de heer De Geus, maar toch
zal ook de fractie van Verenigd Links/groenlinks met het
collegevoorstel instemmen.
De heer Hekkert
(vvd) zou graag zien dat binnen de gehele vesting de maximumsnelheid
op 30 km/u werd bepaald. Op dit moment sluit de vvd-fractie zich aan
bij de zienswijze van de heer Boland, waarbij zij evenals de heer De
Geus hoopt dat een logische plaatsing van de borden de kosten
enigermate kan drukken. Het omdraaien van de rijrichting kan zonder
meer worden uitgevoerd.
Wethouder Van Doornik
(cda) belooft te zullen bekijken of de verplaatsing van borden rare
situaties en/of knelpunten kan voorkomen. De personele bezetting is
niet dermate krap dat geen andere oplossingen voor, bijvoorbeeld,
zijstraatjes als het Klooster kunnen worden bedacht.
De heer Van der Veen
(pvda) attendeert erop dat de raad twee besluiten moet nemen.
1. Verstrekking van het gevraagde krediet.
2. Vaststelling van de later toegestuurde, voorgestelde
verkeersmaatregelen.
De voorzitter
: De raad kan in één keer een besluit nemen, tenzij iemand over de
beide onderdelen aparte uitspraken wenst.
De heer Boland
(d66) geeft de volgende stemverklaring. Gehoord de toelichting en de
toezegging van de wethouder zal de fractie van d66 met het
collegevoorstel akkoord gaan.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens het voorstel van
burgemeester en wethouders overeenkomstig de aangeboden
ontwerpbesluiten aanvaard.
7. Fractievoorzittersoverleg.
(Voorstel nummer 047, 2001.)
De voorzitter
leidt voor degenen die de vergadering van de commissie aboz niet
hebben bijgewoond de discussie als volgt in. De nu voorliggende
verordening is gebaseerd op de nieuwe Gemeentewet. In afwijking van de
oude verordening nemen de wethouders voortaan deel aan het
fractievoorzittersoverleg. Overigens hebben de fractievoorzitters,
vanzelfsprekend, de mogelijkheid ook met anderen dan de burgemeester
en de wethouders te overleggen, maar dan is geen sprake meer van een
formeel fractievoorzittersoverleg.
De heer Bode
(pvda) zal heel graag zien dat in de verordening ook een
vervangingsmogelijkheid wordt opgenomen.
De heer Lok
(vl/gl) onderstreept de wens van de heer Bode.
In de verordening wordt niets gezegd over de aanwezigheid van
niet-fractievoorzitters, dus toehoorders, bij het
fractievoorzittersoverleg. Dat zou alsnog moeten worden geregeld.
Begrippen als `beslotenheid', `vertrouwelijkheid' en `geheimhouding'
staan ter discussie. De vl/gl-fractie geeft in overweging met
betrekking tot het begrip `vertrouwelijkheid' eens een gedragscode af
te spreken. Weliswaar heeft die geen juridische basis, maar toch is
het zeker gewenst die stilzwijgende democratische mores nader te
benoemen. In ieder geval moet voor iedereen duidelijk zijn dat
vertrouwelijkheid wel degelijk een begrip is in de parlementaire
omgangsvormen; daarover bestaan soms, eufemistisch gezegd,
misverstanden!
De heer Boland
(d66) tekent aan dat hij zich in de opmerkingen van de voorgaande
sprekers kan vinden, maar overigens tilt hij niet zwaar aan de
voorliggende verordening. In het stuk is immers niet vooruitgelopen op
de komende dualisering en derhalve zal de `levensduur' in maanden
kunnen worden gemeten, waarna de discussie weer van voren af aan zal
beginnen.
De heer Hart
(eb) verenigt zich met hetgeen de vorige sprekers hebben gezegd. De
fractie van Enkhuizer Belang voegt daaraan toe dat in artikel 1, lid
2, sub (c) dient te worden geschrapt. Het is niet noodzakelijk noch
gewenst dat de wethouders bij het fractievoorzittersoverleg aanwezig
zijn.
De heer De Geus
(rpf/sgp) sluit zich bij de woorden van de heer Lok aan.
De heer Wiersma
(cda) adviseert de suggesties van de heren Bode en Lok over te nemen.
De heer Hekkert
(vvd) conformeert zich aan de woorden van de heer Boland. Daarnaast
heeft de vvd-fractie moeite met de formele status van het
fractievoorzittersoverleg. De vvd ziet veel liever dat de
fractievoorzitters met alle leden van het college overleggen in de
sfeer van een peiling; het overleg heeft dan een soort
thermometerfunctie. In deze optiek kan op basis van de geventileerde
politieke gevoelens worden beoordeeld of het al dan niet zin heeft een
bepaald voorstel in het officiële circuit te brengen. Spreker is
daarom blij met de mededeling van de voorzitter dat de
fractievoorzitters ook informeel kunnen overleggen.
De voorzitter
signaleert dat de heer Hekkert de intentie van het stuk prima heeft
verwoord.
Spreker ziet dat in het college geen bezwaar bestaat tegen het
voorstel van de heer Bode verhinderde fractievoorzitters de
mogelijkheid te geven zich door een raadslid te laten vervangen.
De heer Boland
(d66): Daarmee schieten de kleine fracties niets of nauwelijks iets
op. Is `raadslid dan wel beëdigd commissielid' een acceptabel
criterium?
De voorzitter
: Ja, geen probleem, tenzij de heer Fijma dat morgen ontraadt.
Ook de aanwezigheid van raadsleden, in de hoedanigheid van toehoorders, bij het fractievoorzittersoverleg ziet spreker niet als een probleem, tenzij dat orgaan om welke reden dan ook anders besluit.
Over het onderwerp `gedragscode' is in Binnenlands Bestuur een
uitvoerig artikel verschenen. Slechts geheimhouding heeft een
juridische basis. Al het andere is afhankelijk van de cultuur en
omgangsvormen in een bestuur, dus ook in een gemeenteraad. Spreker is
evenwel graag bereid dit punt voor het eerstkomende
fractievoorzittersoverleg te agenderen.
De heer Lok
(vl/gl): Uit de jurisprudentie blijkt dat vertrouwelijkheid geen
juridische betekenis heeft, maar desondanks heeft dat begrip wel
degelijk betekenis. Daarover moet eens nadrukkelijk met elkaar van
gedachten worden gewisseld.
De voorzitter
: Prima, maar dan gaat het om onderling af te spreken spelregels. Het
begrip `vertrouwelijkheid' leent zich daarvoor uitstekend.
Terecht is opgemerkt dat, gelet op de aanstaande dualisering, de
verordening een voorlopig karakter heeft. In september zal de
dualisering worden bediscussieerd, zodat daaraan vóór 3 april vorm kan
worden gegeven.
Over de aanwezigheid van wethouders in het fractievoorzittersoverleg
blijken de meningen uiteen te lopen. De heer Hart stelt voor in
artikel 1 te schrappen: `(c) de wethouders.'
Hierna wordt het voorstel van de heer Hart cum suis in stemming
gebracht en met 13 tegen 3 stemmen verworpen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens het voorstel van
burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden
ontwerpbesluit aanvaard, onder aantekening dat de fractie van
Enkhuizer Belang geacht wil worden te hebben tegengestemd.
8. Wijziging Verordening Winkeltijden Enkhuizen 1996.
(Voorstel nummer 062, 2001.)
De voorzitter
zag dat de pvda-fractie het navolgende amendement had ingediend.
`De gemeenteraad van Enkhuizen,
in vergadering bijeen op dinsdag 3 juli 2001,
gelet op:
het voorstel van het college van burgemeester en wethouders,
voorstelnummer 62, betreffende wijziging Verordening Winkeltijden
Enkhuizen 1996;
overwegende:
- dat het argument vóór verruiming met name de toeristische
aantrekkingskracht is;
- dat de wijziging in hoofdzaak twee elementen bevat, namelijk de
gebiedsaanduiding en de verruiming van de winkeltijden,
uitsluitend voor de verkoop van vis en visproducten;
- dat de gebiedsaanduiding en de verruiming van de winkeltijden
leiden tot rechtsongelijkheid;
- dat het argument `toeristische aantrekkingskracht' ook geldt
voor winkels waar hoofdzakelijk souvenirs worden verkocht;
- dat het vorenstaande pleit voor aanpassing van het onderhavige
raadsvoorstel;
besluit:
de conceptverordening tot wijziging van Verordening Winkeltijden
Enkhuizen 1996 (eerste wijziging) als volgt aan te passen:
- artikel 10, eerste lid, onder b vervalt volledig en wordt vervangen
door:
`1.b. voor het gebied binnen de vesting van Enkhuizen.'
- artikel 10, eerste lid, onder c vervalt de zinsnede
`toeristische artikelen zoals souvenirs' en luidt aangepast als
volgt:
`1.c. voor de verkoop van fotobenodigdheden en kruidenierswaren en
watersportartikelen en/of scheepsbenodigdheden.'
- artikel 10, tweede lid, als volgt te wijzigen:
`De verboden vervat in artikel 2, eerste lid, van de wet gelden in
verband met de toeristische aantrekkingskracht van deze producten
binnen het eerste lid, onder a, bedoelde gebied voorts niet voor
de verkoop van vis en visproducten en winkels die in hoofdzaak
souvenirs verkopen op zondag, tweede paasdag, hemelvaartsdag,
tweede pinksterdag en de dag waarop de verjaardag van de koning
wordt gevierd van 12.00 tot 20.00 uur.'
en gaat over tot de orde van de dag.'
De heer Van der Veen
(pvda) licht het amendement van zijn fractie als volgt toe. Dit
raadsvoorstel werd al drie keer voor de raadscommissie wev
geagendeerd, maar dat leverde geen helderheid op, omdat een
meerderheid per vergadering een ander standpunt innam. In de laatste
bijeenkomst kondigde de pvda-fractie aan dat zij het nu voorliggende
raadsstuk op twee punten zou amenderen.
a. Gebiedsaanwijzing. Dit element is in de discussie door het tweede
punt ondergesneeuwd. Spreker heeft uit de commissie de indruk
overgehouden dat een raadsmeerderheid een groter gebied voor ogen
staat dan in het collegevoorstel is aangegeven.
b. Brancheaanwijzing. De verruiming, die betrekking heeft op de
periode 1 november - 1 april, is beperkt tot vis en visproducten.
Aangezien in de discussie hierover is benadrukt dat sprake moet
zijn van een toeristisch element, acht de pvda-fractie het, ook in
juridisch opzicht, niet juist - rechtsongelijkheid - de winkels
die souvenirs verkopen van de verruiming uit te sluiten.
De fractie realiseert zich dat de in het amendement gekozen
omschrijving `winkels die in hoofdzaak souvenirs verkopen' nogal veel
ruimte biedt, maar misschien is de gemeentelijke jurist in staat een
betere formulering te bedenken.
Mevrouw Dangermond-Hilderink
(vvd) schildert dat de fractie van de vvd zich voor 90 % in het
raadsvoorstel kan vinden. De fractie wil de verruiming niet tot
verkopers van vis en visproducten beperken, maar voor àlle categorieën
laten gelden.
De heer Wiersma
(cda) voelt daar niets voor! In wezen kan met betrekking tot de
viswinkels worden gezegd dat sprake is van een bestaande situatie, zij
het dat die niet in een goed jasje steekt. Vandaar dat de fractie van
het cda het collegevoorstel kan steunen. Aan het pvda-amendement heeft
de fractie echter geen behoefte.
Ten aanzien van de gebiedsindeling staat achter a):
`voor de volgende delen van de gemeente; gelegen ten oosten van de Bosmankade, Flevolaan, Noorderweg noordzijde tot aan de kustlijn;'
Dat snapt niemand en daarom werd afgesproken deze omschrijving aan te
passen.
De heer De Geus
(rpf/sgp) verwijst naar de nogal uitgebreide motivatie die zijn
fractiegenoot de heer Kooiman in de raadscommissie heeft gegeven als
onderbouwing van het rpf/sgp-standpunt. Sprekers fractie is níét voor
de gedachte de huidige gedoogsituatie die voor de viswinkels in
Enkhuizen geldt een officiële status te geven en voelt evenmin voor de
branche-uitbreiding die in het pvda-amendement wordt bepleit.
De heer Jans
(eb) steekt niet onder stoelen of banken dat de eb-fractie aangenaam
verrast was toen zij dit raadsvoorstel onder ogen kreeg. Tijdens een
vorige vergadering bepleitte spreker de verordening te wijzigen in de
zin zoals nu wordt voorgesteld, maar dat was volgens het college
onmogelijk! Hoe dan ook de fractie van Enkhuizer Belang kan zich
volledig in het collegevoorstel vinden.
Het pvda-amendement krijgt geen steun, omdat de eb-fractie de
zondagsrust intact wil laten, geen behoefte heeft aan een
24-uurseconomie en vóór onthaasten is.
De heer Boland
(d66) haakt op het standpunt van de eb-fractie in met de uitspraak dat
constructieve voorstellen blijkbaar verrassend positief kunnen
uitpakken!
De fractie van d66 heeft er nimmer een geheim van gemaakt dat zij geen
enkele behoefte aan allerlei beperkende maatregelen heeft en zal
daarom in ieder geval het collegevoorstel ondersteunen. Ook het
pvda-amendement en eventuele nog verder gaande wijzigingsvoorstellen
kunnen op de steun van de d66-fractie rekenen.
De heer Rieuwerts
(vl/gl) meldt dat in zijn fractie over dit onderwerp verdeeld wordt
gedacht. De meerderheid van de fractie zal het collegevoorstel volgen,
maar kan zich niet in het pvda-amendement vinden. Met name de daarin
gebruikte begripsomschrijving `winkels die in hoofdzaak souvenirs
verkopen' is buitengewoon vrijblijvend. Als een bakker de opvatting
huldigt dat diens krentenmik een souvenir is, mag de betrokken bakker
dezelfde openingstijden als de viswinkels aanhouden.
De heer Van der Veen
(pvda) daagt de heer Rieuwerts uit een andere, wel sluitende
omschrijving aan te dragen.
De heer Rieuwerts
(vl/gl) had dat graag gedaan, maar kon geen betere tekst vinden. Het
probleem zit in de vraag wat wèl of níét als `een souvenir' moet
worden beschouwd. Met een houten klompje, een stenen molentje en een
ansichtkaart zal niemand moeite hebben, maar op het daarnaast liggende
pakje kauwgom kan moeilijk het stempel `souvenir' worden gedrukt en
mag dus niet worden verkocht. In de praktijk zal dat toch gebeuren en
is dus sprake van een glijdende schaal. Ter voorkoming van dat soort
situaties zouden alle denkbare souvenirs expliciet moeten worden
beschreven en dat is onbegonnen werk. Vis en visproducten vormen wel
een duidelijk afgebakend assortiment.
De heer Lok
(vl/gl) spreekt namens de minderheid van de fractie van Verenigd
Links/groenlinks. Hij is tegen zowel het raadsvoorstel als het
pvda-amendement. De heer Van der Veen is een pleitbezorger van
verruiming. Dat is diens goed recht, maar in de daarvoor gebruikte
argumentatie schuilt het gevaar dat de verruiming stukje bij beetje
steeds verder gaat. Met andere woorden: een salamitactiek die
uiteindelijk zal resulteren in volledige openstelling. In dit geval
heeft spreker dezelfde mening als de rpf/sgp-fractie, zij het op
andere gronden.
Wethouder Van Doornik
(cda) hoorde de heer Van der Veen vooral het element
`rechtsongelijkheid' benadrukken. Daarvan is naar de mening van het
college echter geen sprake. Sterker: rechtsongelijkheid zal juist
ontstaan als tot een verdere verruiming wordt besloten. De juridische
afdeling heeft naar het uit 1986 stammende Landbouwvlieger-arrest van
de Hoge Raad gekeken. Gelet daarop zal geen enkele branche meer kunnen
worden geweerd op het moment dat ook de souvenirwinkels onder de
verruiming vallen, want anders ontstaat echt rechtsongelijkheid.
De heer Van der Veen
(pvda): Als het college echt zo veel waarde aan de genoemde
jurisprudentie hecht, is het evenmin verstandig de verkoop van vis en
visproducten wèl toe te staan, want dat is het begin van het juridisch
hellende vlak. De motivering om tot de voorgestelde verruiming over te
gaan is immers in het toerisme gelegen. Welnu, dan is het geen sterk
beleid souvenirwinkels uit te sluiten.
Wethouder Van Doornik
(cda): De juridische afdeling heeft wel degelijk getoetst of
uitsluitend vis en visproducten kunnen worden toegestaan. Volgens de
afdeling is dat juridisch geen probleem, maar zij ontraadt een verder
gaande verruiming.
Hierna wordt het amendement van de heer Van der Veen bij handopsteken
in stemming gebracht en met 9 tegen 7 stemmen verworpen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens het voorstel van
burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden
ontwerpbesluit aanvaard, onder aantekening dat de heren De Geus en Lok
geacht willen worden te hebben tegengestemd.
9. Overeenkomst tussen de gemeente Enkhuizen en de Stichting
Evenementenorganisatie
Enkhuizen.
(Voorstel nummer 078, 2001.)
De heer Jans
(eb) stemt met dit raadsvoorstel in, zeker nu de heer Haverkort te
kennen heeft gegeven op de eerstvolgende bestuursvergadering te zullen
terugtreden.
De statuten geven geen antwoord op de vraag wie de stichting
vertegenwoordigt in geval van tegenstrijdig belang. Aan dit door de
fractie van Enkhuizer Belang opgevoerde aandachtspunt is in de
commissie van wethouder Van Doornik voorbijgegaan. Het is goed in dit
verband naar het Mediasafe-arrest uit 1998 te kijken, waarin met name
de artikelen 2:146 en 2:256 in het Burgerlijk Wetboek een grote rol
spelen. Spreker adviseert dringend deze omissie te herstellen.
De heer De Geus
(rpf/sgp) accepteert het voorstel van burgemeester en wethouders
evenals de toegevoegde brief van de heer Haverkort.
De heer Rieuwerts
(vl/gl) stipt aan dat de fractie van Verenigd Links/groenlinks mede
naar aanleiding van het schrijven van de heer Haverkort met het
collegevoorstel akkoord gaat.
De heer Hekkert
(vvd) steunt het voorstel eveneens, maar moet daarover toch een
opmerking maken. Dit raadsstuk komt feitelijk als mosterd na de
maaltijd, want in de praktijk wordt al op de beschreven wijze gewerkt.
Met andere woorden: voortaan moet in een vroegtijdig stadium kenbaar
worden gemaakt welke evenementen onder de regeling vallen.
De heer Bode
(pvda) volgt het collegevoorstel. In het kader van de behandeling van
dit stuk en een ander subsidiëringsvoorstel is de fractie echter nogal
verrast door het gegeven dat de gemeente de Zuiderzeedagen
organiseert. Naar de mening van de pvda-fractie dient daarvoor volgend
jaar een andere oplossing te worden gezocht.
Wethouder Van Doornik
(cda) nam met belangstelling kennis van het juridisch aspect dat de
heer Jans heeft aangeroerd. De juridische afdeling van de gemeente zal
nagaan of dat een toegevoegde waarde kan hebben.
De heer Hekkert heeft volstrekt terecht gezegd dat dit soort beslissingen niet achteraf behoort te worden genomen.
In het college is met betrekking tot de Zuiderzeedagen afgesproken dat
na de nu vastgelegde activiteiten zal worden bezien of organisatorisch
tot een andere invulling kan worden gekomen.
De heer Bode
(pvda): De pvda-fractie staat op het standpunt dat de gemeente niet de
verantwoordelijkheid voor de organisatie van de Zuiderzeedagen moet
dragen, zeker niet nu de Stichting Evenementenorganisatie Enkhuizen
existeert.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens het voorstel van
burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden
ontwerpbesluit aanvaard.
10. Aanvullend krediet herstel fietspad Andijk-Enkhuizen.
(Voorstel nummer 079, 2001.)
De heer Hekkert
(vvd) betoogt dat de kosten van noodzakelijke herstelwerkzaamheden
niet op de aannemer kunnen worden verhaald, want die is inmiddels
failliet gegaan. Voor de gemeente zit er dan ook, helaas, niets anders
op dan de reparaties zelf te betalen. De fractie van de vvd gaat
daarmee akkoord, maar verbaast zich over de creatieve boekhoudkundige
invulling van de wijze waarop het benodigde bedrag boven tafel komt.
De gemeente schrijft af op een voorziening waarvan het eigendom
is/wordt overgedragen en een reparatie, hoogst merkwaardig. De fractie
kan zich vinden in de beschikbaarstelling van het noodzakelijke
bedrag, maar wil dat in één keer afschrijven.
De heer Wiersma
(cda) herinnert eraan dat de gemeente van het oorspronkelijke voor het
fietspad beschikbare krediet nog f 300.000,-- in kas heeft. Dat
is in verband met het faillissement van de aanmeer niet uitbetaald.
Een andere aannemer is gevraagd het werk af te maken en daarvoor wordt
f 150.000,-- gevraagd. De situatie lijkt duidelijk, maar is dat
niet. Welk scenario is van toepassing?
* De gemeente geeft f 150.000,-- aan de reparatie van het
fietspad uit en wordt vervolgens geconfronteerd met een rekening
ad f 300.000,-- van de curator van de failliete aannemer.
* De gemeente betaalt ook het bedrag van f 300.000,-- uit, want
het afmaken van het werk kost kennelijk totaal f 450.000,--.
Dat behoeft de curator er niet van te weerhouden ook nog eens
f 300.000,-- te eisen. Als de rechter die eis toewijst, is de
gemeente ook dat bedrag kwijt.
Wethouder Dol
(vl/gl): Voor alle duidelijkheid: het gaat nu om f 150.000,--
plus de nog beschikbare f 300.000,--, dus totaal
f 450.000,--. In het doemscenario dat de heer Wiersma schetste,
zou de gemeente inderdaad totaal f 750.000,-- moeten betalen.
De heer Wiersma
(cda): Dan is dit voorstel uiterst onduidelijk! Bovendien is in de
raadscommissie rof een geheel ànder verhaal verteld.
De heer Tesselaar
(eb): De heer Wiersma heeft volkomen gelijk.
Wethouder Dol
(vl/gl): In de commissie hos is in aanwezigheid van het
cda-commissielid helder aangegeven hoe de zaak in elkaar steekt.
De heer Wiersma
(cda): Vandaar de vraag welk scenario van toepassing is. rof of hos?
Wethouder Dol
(vl/gl): Het hos-scenario.
De heer Wiersma
(cda): Dan is de tekst van het raadsvoorstel absoluut niet helder.
De voorzitter
: In de raadscommissie rof is wel gezegd dat naar de mening van het
college een wanprestatie is geleverd en derhalve het in de gemeentekas
achtergehouden bedrag van f 300.000,-- niet alsnog zal worden
uitbetaald.
De heer Wiersma
(cda): Los daarvan staat in het raadsvoorstel dat voor een behoorlijke
afwerking van het fietspad f 150.000,-- nodig is, maar dat blijkt
f 450.000,-- te kosten. Bovendien is niet uitgesloten dat een
claim van f 300.000,-- wordt ingediend!
De heer Rieuwerts
(vl/gl): In de raadscommissie rof is duidelijk gezegd dat het werk
maximaal f 450.000,-- en, indien alles meevalt, minimaal
f 150.000,-- zal kosten.
De voorzitter
: Excuses daarvoor.
De heer De Geus
(rpf/sgp) beroept zich eveneens op datgene wat in de raadscommissie
rof is gezegd. Hij was op basis daarvan tot dezelfde slotsom gekomen
als de heren Wiersma en Rieuwerts. Die conclusie kon trouwens heel
eenvoudig worden getoetst aan een berekening die in de aanloopfase van
dit project is gemaakt. Eén centimeter asfalt over de totale lengte
van het fietspad kost bijna f 100.000,--. Nu moet het pad 5
centimeter wordend opgehoogd en daarvoor is dus circa
f 450.000,-- nodig is. Andijk betaalt daarvan f 300.000,--,
zodat voor Enkhuizen f 150.000,-- overblijft. Helaas is dat niet
zo.
Tot slot moet worden opgemerkt dat de heer Boon in de commissie een
uitstekend antwoord op diens vraag over de jaarlast heeft gekregen.
Blijkbaar is dat in de vvd-fractie niet goed overgebracht.
De heer Jans
(eb) belicht dat de fractie van Enkhuizer Belang het collegevoorstel
graag steunt, omdat het fietspad dan eindelijk in orde wordt gemaakt.
Overigens zegt de heer Wiersma terecht dat de gemeente Enkhuizen nog
niet van deze zaak af is, want er hangt haar een, zij het discutabele,
claim boven het hoofd.
De heer Lok
(vl/gl) beklemtoont dat dit gemeentebestuur een eventuele claim níét
zal erkennen. Hij acht het dan ook onverstandig daarover in het
openbaar uit te wijden.
De heer Rieuwerts
(vl/gl) behoeft niet veel meer te zeggen. De fractie van Verenigd
Links/groenlinks zal zich achter het collegevoorstel scharen, want
iedereen is gebaat bij de afronding van deze zaak, waarna het pad aan
het ushn kan worden overgedragen. Gebeurt dat niet, dan draait de
gemeente Enkhuizen voor de onderhoudskosten op en die zullen de
vanavond genoemde bedragen vele malen overstijgen.
Wethouder Dol
(vl/gl) verheelt in zijn antwoord niet dat het om een slepende zaak
gaat. Er is ondeugdelijk werk geleverd, in dit geval een fietspad dat
in de huidige staat niet aan het ushn kan worden overgedragen.
Gelukkig heeft de gemeente de laatste termijn ad f 300.000,--
niet aan de inmiddels failliet gegane aannemer betaald. Dat bedrag kan
worden gebruikt om mede te dienen als dekking voor de
f 450.000,-- die nodig is om de reparatiewerkzaamheden uit te
voeren. In feite is dus een extra krediet van f 150.000,-- nodig.
De heer Lok bracht terecht naar voren dat het onverstandig zou zijn
wat lichtzinnig over een mogelijke claim te praten. De gemeente wijst
die bij voorbaat af; de voorzitter heeft niet voor niets over een
wanprestatie gesproken.
Over `de creatieve invulling', woorden van de heer Hekkert, kan
spreker niet zo heel veel zeggen, omdat hij niet bij de vergadering
van de raadscommissie rof aanwezig is geweest. Hij gaat ervan uit dat
ook in dit geval de normale, gemeentelijke systematiek is toegepast.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens het voorstel van
burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden
ontwerpbesluit aanvaard.
11. Voorbereidingsbesluit Zuider Havendijk 106.
(Voorstel nummer 080, 2001.)
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel
van burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden
ontwerpbesluit aanvaard.
12. Wijziging Monumentenverordening.
(Voorstel nummer 081, 2001.)
De heer Wiersma
(cda) kon zelfs na herlezing in deze overigens mooie verordening op
twee vragen geen antwoord vinden.
* Welk voordeel levert het hebben van een gemeentelijk monument op?
Een eigenaar mag dat niet ontsieren, maar wel rustig laten
instorten.
* De vergunning wordt ingetrokken indien niet binnen twee jaar van
de vergunning gebruik wordt gemaakt. Welk gebruik moet van de
vergunning worden gemaakt om die te behouden?
De voorzitter
zegt toe de juiste antwoorden te laten opzoeken. Voor zover hij weet
is de status `gemeentelijk monument' voor particulieren van belang,
omdat dan subsidies kunnen worden verkregen. Tegen laten instorten kan
de gemeente niets uitrichten, dat is in dit land slecht geregeld.
Hoogstens kan de gemeente trachten informeel wat druk uit te oefenen,
maar dat is dan ook alles.
Zonder hoofdelijke stemming wordt, met inachtneming van de gedane
toezegging, vervolgens het voorstel van burgemeester en wethouders
overeenkomstig het aangeboden ontwerpbesluit aanvaard.
13. Wijziging Verordening marktgelden Enkhuizen 1999.
(Voorstel nummer 082, 2001.)
De voorzitter
vermoedt dat veel opmerkingen over de opgevoerde eurobedragen kunnen
worden voorkomen als mevrouw Dekker vooraf een toelichting geeft.
Wethouder mevrouw Dekker
(pvda) begreep dat eerder was gevraagd waarom niet alle verordeningen
op één hoop werden geveegd om vervolgens met één hamerslag te kunnen
worden vastgesteld. Ter voorkoming van de mogelijkheid dat dan iets
fout gaat, is ervoor gekozen de verordeningen per productgroep aan de
raad voor te leggen. Nu gaat het om slechts één verordening, maar de
volgende keer kunnen meerdere aangepaste verordeningen ter
vaststelling worden voorgelegd. Kortom: in de komende
raadsvergaderingen kunnen meer aanpassingen worden verwacht.
De heer Boland
(d66) vermag niet in te zien waarom de raad niet kan besluiten het
college of de productgroepmanager op te dragen alle bedragen in euro's
om te zetten.
Wethouder mevrouw Dekker
(pvda): Dat zou zeer efficiënt zijn.
De voorzitter
onthult dat de secretaris hem heeft ingefluisterd dat de vaststelling
van (aangepaste) verordeningen een raadsbevoegdheid is die niet kan
worden gedelegeerd.
De heer Rieuwerts
(vl/gl) grijpt deze discussie aan om eraan te herinneren dat hij in de
commissie heeft gevraagd een vergelijkingstabelletje te maken, aan de
hand waarvan iedereen kan zien dat de bedragen in guldens geheel
conform de spelregels in euro's zijn omgerekend.
Wethouder mevrouw Dekker
(pvda) reageert met de mededeling dat het gevraagde tabelletje alsnog
zal worden geleverd. Overigens hanteert de gemeente zonder
uitzondering de officiële omrekenkoers, te weten 1 e =
f 2,20371.
Zonder hoofdelijke stemming wordt, met inachtneming van de gedane
toezegging, vervolgens het voorstel van burgemeester en wethouders
overeenkomstig het aangeboden ontwerpbesluit aanvaard.
14. Evenementenpot.
(Voorstel nummer 084, 2001.)
De heer Lok
(vl/gl) vangt zijn betoog aan met de opmerking dat de fractie van
Verenigd Links/groenlinks in commissieverband al de nodige kritische
kanttekeningen heeft geplaatst. De meerderheid van de fractie is er
niet voor thans tot beschikbaarstelling van de gevraagde
f 25.000,-- over te gaan. Subsidies, ook ten behoeve van
economische activiteiten, moeten in het kader van het totale
subsidieprogramma worden afgewogen. Nog maar enkele jaren geleden zijn
door middel van een grove kaasschaafmethode allerlei gemeentelijke
financiële bijdragen gesneuveld, bijvoorbeeld de pot voor culturele
evenementen. Nu wordt nogal gemakkelijk een subsidiepot voor
commerciële activiteiten geïntroduceerd, zònder dat een brede afweging
mogelijk is.
De heer Boland
(d66) begrijpt de kern van hetgeen de heer Lok naar voren heeft
gebracht. Ondanks de haken en ogen die het voorliggende stuk kent, wil
de d66-fractie toch akkoord gaan, omdat uiterlijk 31 december 2004 een
evaluatie zal plaatsvinden. Wat de heer Lok wil, kan tot gevolg hebben
dat ondernemers een jaar of anderhalf jaar van tevoren gedetailleerd
moeten aangeven welke evenementen worden georganiseerd en hoe die
precies worden ingevuld; dat is niet realistisch. Vandaar dat de
fractie van d66 als proef instemt met het voorstel drie jaar zo te
werken en daarna te bekijken wat er is gebeurd en welke spin-off dat
voor de burgerij heeft gehad.
De heer Jans
(eb) roept in herinnering dat Enkhuizer Belang tijdens de
commissievergadering vanwege een aantal bedenkingen fractieberaad
heeft voorbehouden. Mede op basis van de beantwoording van de in de
commissie gestelde vragen en een consequente monitoring kan zijn
fractie nu met het collegevoorstel akkoord gaan. Voor het overige
sluit spreker zich aan bij datgene wat van de zijde van de d66-fractie
is opgemerkt.
De heer De Geus
(rpf/sgp) verwoordt zorg over het nu aan de orde zijnde raadsvoorstel.
In het stuk staat ergens dat de Enkhuizer middenstand steeds minder
bereid is bij te dragen. Waar eindigt dat? Bepaalde activiteiten,
zoals voorjaarsmarkt, paasmarkt en kerstmarkt, hebben een commercieel
karakter en als die niet kostendekkend kunnen worden gehouden, dient
het gemeentebestuur zich ernstig af te vragen of daaraan geld moet
worden uitgegeven. Met sinterklaasintocht, lichtjesavond en
evenementenfolder heeft de rpf/sgp-fractie geen probleem. De fractie
wil dan ook graag nog eens horen hoeveel de verschillende onderdelen
kosten.
Samenvattend: de fractie van de rpf/sgp is niet enthousiast over de
verdeling van de te leveren bijdragen en de evenementen die voor
subsidiëring in aanmerking komen.
De heer Wiersma
(cda) is eveneens van oordeel dat voorjaarsmarkt, paasmarkt en
kerstmarkt zichzelf moeten kunnen bedruipen. Na afloop van elk
kalenderjaar zal in het eerste kwartaal een jaarverslag inclusief een
afrekening worden aangeboden, zodat dan duidelijk zal zijn hoeveel de
gehouden evenementen hebben gekost.
Het wordt steeds moeilijker om bijdragen van de ondernemers te
krijgen. Naar aanleiding van de teruglopende financiële ondersteuning
van de vvv is al eens over dit probleem gesproken. Het gemeentebestuur
zal op enig moment iets moeten verzinnen om de betrokken ondernemers
hiermee te confronteren. Uit die hoek zal toch het nodige geld dienen
te komen, want daar gaan ook de grootste baten heen.
Mevrouw Dangermond-Hilderink
(vvd) leest onder het kopje `Uitgangspunten evenementenpot':
`Uiterlijk 31 december 2004 wordt de evenementenpot door de
gemeente geëvalueerd.'
Volgens de fractie van de vvd is dat een ietwat tè lang tijdpad.
Ultimo 2002 moet de stand van zaken bekend worden gemaakt. Voor het
overige gaat de fractie met dit raadsvoorstel akkoord.
De heer Boland
(d66): In het voorstel staat dat èlk jaar zal worden geëvalueerd,
althans de gemeente krijgt dan een jaarverslag. De d66-fractie heeft
begrepen dat alleen de gemeentelijke bijdrage na drie jaar aan de orde
zal worden gesteld.
De heer Van der Veen
(pvda) houdt het volgende betoog. In dit geval doet één partij
f 20.000,-- in de evenementenpot terwijl de tweede partij
f 25.000,-- stort. In de commissie is gezegd dat het verschil
tussen beide bedragen wordt veroorzaakt door het feit dat Winkelhart
Enkhuizen f 6.000,-- voor eigen evenementen in reserve houdt.
Waarom doet de gemeente niet hetzelfde?
De pvda-fractie zou liever zien dat het totale bedrag werd
gemaximaliseerd - in dezen wordt aan een plafond van f 20.000,--
gedacht - en de evenementen afzonderlijk werden beoordeeld. Voor een
te organiseren evenement zouden beide partners een zelfde bijdrage
beschikbaar moeten stellen.
Met de activiteiten die Winkelhart Enkhuizen voor het bedrag van
f 6.000,-- ontplooit, heeft de gemeente in principe niets te
maken. Laat de gemeente ook een bedrag, bijvoorbeeld f 5.000,--,
reserveren ten behoeve van activiteiten waarvoor een beroep op het
gemeentebestuur wordt gedaan. Denk in dit verband aan de activiteiten
die op het Landje van Top plaatsvinden.
Wethouder Van Doornik
(cda) refereert aan de brief van de heer Ruiter aan de gemeenteraad.
In dat stuk wordt uiteengezet hoe de bijdrage van de ondernemers is
opgebouwd; het bedrag van f 6.000,-- zal ten behoeve van
evenementen met een specifiek karakter worden ingezet.
De heer Van der Veen
(pvda): Zal dat bedrag in de jaarlijkse verslagen zijn terug te
vinden?
Wethouder Van Doornik
(cda): Na elk jaar zullen de ondernemers rekening en verantwoording
moeten afleggen over de evenementen en de daaraan bestede gelden. Ook
zal inzage worden gegeven in de uitgaven ten behoeve van eigen
activiteiten. Op die manier is tevens gewaarborgd dat de ondernemers
de bijdrage zullen waarmaken die zij hebben toegezegd. Elk jaar zullen
de resultaten immers naar de raadscommissie worden teruggekoppeld.
Bovendien is een extra waarborg ingebouwd, en wel in de vorm van de
evaluatie die in 2004 zal plaatsvinden.
De heer De Geus
(rpf/sgp) hoopt na een jaar te horen hoeveel de afzonderlijke
evenementen/activiteiten hebben gekost. Dan zal zijn fractie afwegen
of het inderdaad nuttig is de in het collegevoorstel opgevoerde
markten te subsidiëren.
De fractie van de rpf/sgp heeft de brief van de genoemde ambtenaar met
interesse gelezen. Het schrijven heeft tot een verzachting van het
oorspronkelijk ingenomen standpunt geleid. De fractie gaat nu met het
voorstel akkoord, zij het niet van harte.
De heer Bode
(pvda) ontgaat het essentiële verschil tussen activiteiten die òf uit
de gezamenlijke evenementenpot òf uit het eigen potje van Winkelhart
Enkhuizen financieel worden ondersteund.
Wethouder Van Doornik
(cda) noemt als voorbeeld een grootscheepse reclamecampagne die tot
doel heeft de Enkhuizer middenstand te promoten. In het raadsvoorstel
worden activiteiten bedoeld die een meer algemeen karakter hebben.
De heer Bode
(pvda): Toch is er geen groot verschil met een paasmarkt of een
kerstmarkt, want in wezen zijn ook die commerciële activiteiten.
Waarom moeten die worden gesubsidieerd met gedeeltelijk uit de
algemene middelen afkomstige gelden?
Wethouder Van Doornik
(cda): Een kerstmarkt heeft tot op zekere hoogte weliswaar een
zakelijk karakter, maar bevordert tevens de gezellige sfeer in de stad
en die trekt bezoekers.
De heer Lok
(vl/gl) spitst zijn spreekbeurt toe op de daarstraks verkondigde
stelling dat ook deze gemeentelijke financiële ondersteuning in het
kader van het subsidieprogramma behoort te worden behandeld om een
zorgvuldige afweging te kunnen maken.
Wethouder Van Doornik
(cda) duidt op het feit dat hetgeen nu voorligt een uitvloeisel is van
de notitie met als kern de vraag: `Hoe kunnen middenstand en gemeente
gezamenlijk een aantal belangrijke evenementen ondersteunen?' Als
antwoord daarop is de evenementenpot in het leven geroepen.
De heer Lok
(vl/gl): Prima, de vl/gl-fractie wil het gemeentelijke aandeel daarin
welwillend in overweging nemen, maar dan wel afgewogen tegen andere
subsidieverzoeken en/of zaken die kort geleden overboord zijn gezet.
De heer Bode
(pvda): Uit deze discussie blijkt helder dat de raadsfracties in het
algemeen geen bezwaar tegen de evenementenpot hebben, maar de
bestemming daarvan wat explicieter willen hebben geoormerkt dan nu het
geval is. Dat kan in overleg met de ondernemers worden uitgewerkt,
indien, zoals de heer Lok voorstelt, één en ander straks in het kader
van het subsidieprogramma opnieuw aan de orde wordt gesteld.
De heer Hæntjens
(vvd) bespeurt dat verschillende zaken, zoals Enkhuizen promoten,
evenementen, activiteiten, toeristen en subsidies, door elkaar heen
lopen. Met betrekking tot financiële bijdragen van de gemeenten zijn
twee elementen te onderscheiden.
* Doelgerichte subsidies, bijvoorbeeld aan sportverenigingen.
* Waarderingsbijdragen die verband houden met het belang van
Enkhuizen.
Het is zinvol vóór de begrotingsbehandeling één en ander zo nauwkeurig
mogelijk te kwalificeren, zodat de raad weet waaraan wèl of géén geld
wordt uitgegeven en welke bijdragen van het bedrijfsleven mogen worden
verwacht.
De voorzitter
bestempelt de afgegeven signalen als `begrijpelijk'. Aan de andere
kant is het nu aan de orde zijnde voorstel de resultante van uiterst
ingewikkelde onderhandelingen met mkb en Winkelhart over het van tafel
laten verdwijnen van het convenant. In plaats daarvan is een notitie
met daarin allerlei afspraken gemaakt, één daarvan betreft de
instelling van een evenementenpot. Uitstel of, nog erger, afstel
daarvan zou een betreurenswaardig signaal aan de
ondernemersorganisaties zijn.
De heer Van der Veen
(pvda) zet uiteen dat zijn fractie zich zou kunnen vinden in de
gedachte dit raadsvoorstel te aanvaarden, onder de voorwaarde dat deze
materie in 2002 opnieuw aan de orde zal worden gesteld om opnieuw te
worden bekeken.
De heer Lok
(vl/gl) heeft geen moeite met het tussenvoorstel van de heer Van der
Veen, want dat biedt de mogelijkheid een meer inhoudelijke discussie
in een breder verband te voeren.
De voorzitter
vertolkt het volgende collegestandpunt. Burgemeester en wethouders
kunnen instemmen met de suggestie van de heer Van der Veen de
evenementenpot voor de duur van één jaar in te stellen. Vóór de
volgende jaarschijf zal de situatie opnieuw worden besproken. De
wethouder zal gedurende het eerste jaar samen met de ondernemers de
puntjes op de i zetten en, zo nodig, aangescherpte criteria
ontwikkelen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt, met inachtneming van de gedane
toezegging, vervolgens het voorstel van burgemeester en wethouders
overeenkomstig het aangeboden ontwerpbesluit aanvaard.
15. Voorjaarsnota 2001.
(Voorstel nummer 085, 2001.)
De heer Bode
(pvda) snijdt twee punten aan waarin zijn fractie, ondanks de in de
commissie gegeven uitleg, nog onvoldoende inzicht heeft.
Taakveld 530.10. Het inhuren van een maaimachine blijkt
f 40.000,-- te kosten. Daarnaast is ook menskracht nodig, maar de
kosten daarvan zijn elders verantwoord.
Taakveld 630.40. Op de inkomsten die de `verplaatste' Witte Duif uit
zaalhuur en drank verkrijgt is een bezuiniging ingeboekt. Het
bezuinigingsbedrag is echter groter dan de oorspronkelijk in de
begroting opgenomen post. Met andere woorden: `er moet negatief worden
verhuurd en gedronken'. De hierover in het stuk gegeven uitleg is
onbegrijpelijk.
De heer Lok
(vl/gl) citeert de eerste op pagina 2 voorkomende zin.
`Door het beleidsprogramma 2002 nu op te nemen in de voorjaarsnota
en in de raad te brengen ontstaan enkele voordelen:'
(. . .)
Het nieuw beleid zal geen beslispunt meer zijn in de
begrotingsvergadering, maar als bijlage aan de begroting
toegevoegd worden.'
Vanuit de positie van de raad geredeneerd is dat niet logisch,
integendeel. Op dit moment de meer algemene beleidsvoornemens
vaststellen, is geen probleem, maar hierbij moet worden bedacht dat,
bijvoorbeeld, prinsjesdag en andere ontwikkelingen een bijstelling van
het beleid wenselijk of noodzakelijk kunnen maken.
De heer Hart
(eb) betitelt de Voorjaarsnota 2001 als `een aardig werkstuk'.
De fractie van Enkhuizer Belang stelt met betrekking tot de havens
vast dat ten opzichte van de raming wederom een negatieve afwijking,
in dit geval f 100.000,--, aan de orde is; zeer
betreurenswaardig. Hopelijk zal snel een verbetering worden
gerealiseerd.
De eb-fractie stemt met de punten 1 en 2 in het ontwerpbesluit in,
maar wijst de punten 3 en 4 af.
De heer De Geus
(rpf/sgp) kwam tot de conclusie dat de in de commissie gegeven
antwoorden de fractie van de rpf/sgp geen aanleiding gaven nadere
opmerkingen te maken of vragen te stellen. Zijn fractie neemt deze
voorjaarsnota voor kennisgeving aan.
De heer Wiersma
(cda) begint zijn betoog met de vacatures. Het college zal die in de
afslanking van het apparaat moeten betrekken. Misschien kan in dat
verband ook naar de reeds genoemde maaimachine en bijbehorend
personeel worden gekeken.
De opmerking van de heer Lok over het beleidsplan is begrijpelijk.
Anderzijds is het nu eenmaal onmogelijk na, bijvoorbeeld, prinsjesdag
alles van de ene op de andere dag te wijzigen. Wel moet duidelijk zijn
in welke richting wordt gedacht en hoe die kan worden geconcretiseerd.
Een voorbeeld: lange tijd geleden heeft de gemeente een aan de
Kruislaan gelegen stuk grond voor een aanzienlijk bedrag gekocht om
dat als parkeerterrein in te richten, maar tot nu toe is dat nog
steeds niet gebeurd. Wel is opeens naar voren gekomen dat de gemeente
een buurtbos wil inrichten. Prima, maar eerst moet het parkeerterrein
worden aangelegd, want de burgers geloven zo langzamerhand niet meer
in de realisering daarvan.
Kunstijsbaan Hoorn. De fractie van het cda staat op het standpunt dat
het ijsbaanbestuur zo veel mogelijk obligaties aan de man dient te
brengen, maar daarnaast verdient dit initiatief een
stimulerings-/waarderingsbijdrage van de gemeente Enkhuizen. In dezen
denkt de fractie aan een bedrag van f 10.000,--.
Tot slot. Het overschot dat de Voorjaarsnota 2001 kent, is het saldo
van tè grote plussen en minnen. Hopelijk kan daarin verbetering worden
aangebracht.
De heer Hekkert
(vvd) vestigt de aandacht op het feit dat de behandeling van deze
voorjaarsnota in de raadscommissie aboz vanwege tijdgebrek wat in de
verdrukking is geraakt, maar dat ervaart de vvd-fractie niet als een
onoverkomelijk obstakel.
Over het personeelsbeleid en de gevolgen daarvan heeft de fractie
grote zorgen. Bij een volgende gelegenheid zal daarop worden
teruggekomen.
Spreker stelt vast dat de relatief goede uitkomst van de nota vooral
is ontstaan door meevallers vanuit Den Haag en niet als gevolg van
gevoerd beleid; zie de laatste zin onder het kopje `Conclusie' op
bladzijde 15 van het stuk.
De fractie van de vvd heeft grote moeite met het voorstel in principe
in te stemmen met het meerjarenperspectief 2002-2007, want daarmee
regeert dit college over diens graf heen. Met punt 3 in het
ontwerpbesluit kan de fractie dan ook niet akkoord gaan.
Wethouder mevrouw Dekker
(pvda) reageert allereerst op hetgeen over het meerjarenperspectief
2002-2007 is gezegd. Momenteel wordt gewerkt aan een planning- en
controlcyclus die een periode van vier jaar zal omvatten. In die
context zal in de toekomst het beleid, in de zin van richtinggevend,
in de voorjaarsnota worden bepaald. Dit houdt echter niet in dat
tijdens de begrotingsvergaderingen niets meer valt te zeggen, zoals de
heer Lok kennelijk vreest, want dan zal immers de definitieve
invulling moeten plaatsvinden.
In het meerjarenperspectief wordt geschetst in welke richting het
beleid gaat. Dat is voor het eerstvolgend jaar, dus 2002,
vanzelfsprekend veel scherper omlijnd dan voor het laatste jaar, in
casu 2007, van de aangegeven periode. Het jaar 2007 is nog zó vaag
beschreven dat in wezen weinig vaststaat. Overigens moet in de
richting van de heer Hekkert worden opgemerkt dat het onvermijdelijk
is, zeker in deze fase van de zittingsperiode, beleid te formuleren
dat zich óver de verkiezingen heen uitstrekt. `Over het eigen graf
heen regeren', is in dezen daarom niet van toepassing. Ook na de
verkiezingen draait de winkel gewoon door, zij het dat een nieuwe raad
en een ander college een eigen inkleuring aan het uitgestippelde
beleid geven en/of dat aanpassen.
Over de twee punten die de heer Bode heeft aangesneden, kan spreekster
op dit moment niet meer zeggen dan in de commissie is geantwoord en op
schrift is gezet. In een later stadium zullen alsnog schriftelijk
verhelderende antwoorden worden gegeven.
De heer De Geus
(rpf/sgp) omschrijft de suggestie van de heer Wiersma, te weten een
waarderingsbijdrage ad f 10.000,-- voor de te realiseren
kunstijsbaan beschikbaar te stellen, als `een heel goed voorstel'. Als
nu daartoe wordt besloten, behoeft daarover niet meer in de commissie
van wethouder Dol te worden gesproken.
Wethouder mevrouw Dekker
(pvda) acht dat onjuist. Een dergelijk besluit zou moeten worden
genomen, nadat een raadsvoorstel van die strekking in de
raadscommissie hos is behandeld.
De voorzitter
: Een éénmalige bijdrage kan zonder bezwaar in het kader van de
begroting worden toegekend. Als het om een structurele bijdrage gaat,
moet die in het meerjarenbeeld worden ingepast en dus nu aan de orde
komen.
De heer Wiersma
(cda): De bijdrage aan de kunstijsbaan kan tijdens de
begrotingsbehandeling worden besproken.
De voorzitter
: Dan zal eerst in de raadscommissie hos worden bekeken of voldoende
politiek draagvlak voor een éénmalige waarderingsbijdrage bestaat.
Wethouder Dol
(vl/gl) dringt erop aan daaraan voorafgaand, bij voorkeur vanavond, in
de raad te sonderen of zo'n bijdrage op instemming mag rekenen, want
de werkgroep die de kunstijsbaan van de grond probeert te krijgen wil
op korte termijn financiële helderheid hebben.
Wethouder mevrouw Dekker
(pvda) waarschuwt tegen een overhaaste peiling. Op dit moment is
immers volslagen onbekend waar het geld vandaan moet komen en
bovendien wordt nu geen afweging gemaakt tegen andere, misschien
onontkoombare uitgaven.
De voorzitter
: Inderdaad, maar de boodschap van de heer De Geus is duidelijk. Op
commissieniveau zal worden bekeken of voor een financiële bijdrage van
de gemeente Enkhuizen voldoende politiek draagvlak aanwezig is en, zo
ja, daarvoor in de begroting voor het jaar 2002 de nodige ruimte kan
worden gevonden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt, met inachtneming van de gedane
toezegging, vervolgens het voorstel van burgemeester en wethouders
overeenkomstig het aangeboden ontwerpbesluit aanvaard, onder
aantekening dat de fractie van de vvd geacht wil worden tegen punt 3
te hebben gestemd en de fractie van Enkhuizer Belang geacht wil worden
tegen de punten 3 en 4 te hebben gestemd.
16. Toeristische voetgangersbewegwijzering.
(Voorstel nummer 086, 2001.)
De heer Jans
(eb) begreep dat in Enkhuizen dezelfde bordjes zouden worden
aangebracht als in Alkmaar. Die bordjes zullen een sieraad voor de
stad zijn!
In de laatste commissievergadering is gevraagd ook naar wijken en
culturele erfgoederen te verwijzen. Gelet op de situatie in Alkmaar
moet dat ook hier kunnen.
Overigens steunt de fractie van Enkhuizer Belang dit voorstel van
burgemeester en wethouders.
De heer Lok
(vl/gl) juicht het voorliggende ontwerpbesluit toe en onderschrijft
hetgeen de heer Jans heeft opgemerkt. De fractie van Verenigd
Links/groenlinks heeft zich wel afgevraagd waarom niet meer bedrijven
zijn benaderd met het verzoek een offerte in te dienen. Zo is Op/maat
zeer wel in staat om de gewenste bewegwijzering te leveren, zij het
dat spreker niet weet of dat concurrerend kan en de kwaliteit van
voldoende niveau is. Is het mogelijk Op/maat alsnog in te schakelen?
De heer Wiersma
(cda) trof een nagestuurd ambtelijk stuk aan waarin drie aanbieders
worden genoemd, maar niet is aangegeven waarom de voorkeur aan de anwb
wordt gegeven. Een minder sterk punt in een overigens prima
toelichting.
Mevrouw Dangermond-Hilderink
(vvd) nodigt het college uit in de bewegwijzering het
cultuurhistorische erfgoed te benaderrukken, zoals de vvd-fractie in
de commissie heeft gevraagd. Dat zou een sterk pluspunt in de gehele
opzet vormen.
De heer Van der Veen
(pvda) constateert dat het wel degelijk zin heeft in de commissie
kritische vragen te stellen, want die leveren geld op, in dit geval
f 20.000,--!
Spreker maakt van deze gelegenheid gebruik om aandacht te vragen voor
het toekomstige onderhoud aan de bebording; zie fietsroutebordjes! Hij
heeft de wethouder uitgedaagd de verschillende routes te fietsen, maar
de portefeuillehouder is daarop niet ingegaan.
Wethouder Van Doornik
(cda) protesteert tegen deze voorstelling van zaken. Hij neemt dat
soort uitdagingen altijd aan, zoals onder anderen de heer Rieuwerts
kan bevestigen!
De heer Rieuwerts
(vl/gl): Ja.
Wethouder Van Doornik
(cda): Mooi.
Nadat de afdeling, in dit geval weg- en waterbouw, een programma van
eisen heeft opgesteld, worden offertes aangevraagd. Voor dit project
is een drietal bedrijven om een prijs gevraagd. Die bedrijven zijn
geselecteerd op grond van hun specialistische kennis. Aangezien de
bedragen elkaar weinig ontlopen, is gekeken of een onderneming voor
een bepaalde meerwaarde kan zorgen. Uiteindelijk is de anwb gekozen.
In dit stadium van het traject zou het onzorgvuldig zijn alsnog een
prijs aan Op/maat te vragen. Wel is al aan de heer W. Rijs, directeur
van Op/maat, toegezegd dat bij het uitbesteden van werk voortaan nog
nadrukkelijker aan die instelling zal worden gedacht.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens het voorstel van
burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden
ontwerpbesluit aanvaard.
17. Mechanische luchtbehandeling de rsg Enkhuizen.
(Voorstel nummer 089, 2001.)
De heer Tesselaar
(eb) beperkt zich tot de mededeling dat de fractie van Enkhuizer
Belang, mede gelet op de verwachting dat binnen enkele jaren
regelgeving voor de mechanische luchtbehandeling op scholen van kracht
zal worden, met dit collegevoorstel akkoord gaat.
De heer Wiersma
(cda) looft het aangeboden raadsvoorstel dat door de fractie van het
cda van harte wordt ondersteund.
De heer Hæntjens
(vvd) bracht gisteravond vanwege de diploma-uitreiking een bezoek aan
de rsg. Hij dacht toen met smart aan dit raadsvoorstel, want ouders,
docenten en leerlingen snakten naar een betere luchtbehandeling! De
fractie van de vvd kan dit voorstel dan ook van harte steunen.
De heer Rieuwerts
(vl/gl) apprecieert dit raadsvoorstel eveneens. Hij maakt één
kanttekening die betrekking heeft op de bijlage. Daar wordt over een
normblad gesproken, maar geen nummer genoemd. Jammer, want de
hoeveelheid normbladen is onwaarschijnlijk groot.
De heer Bode
(pvda) aanvaardt namens zijn fractie het aangeboden raadsstuk. Gelet
op het proces dat aan de overeenkomst met de rsg is voorafgegaan, is
het wat jammer dat dit niet onaanzienlijke bedrag geen onderdeel van
het onderhandelingstraject heeft gevormd. Spreker heeft daarmee echter
vrede, want het is zeker verstandig nu tot een concrete invulling te
besluiten.
Wethouder Dol
(vl/gl) verzekert de heer Bode dat dit punt wel degelijk in het
voortraject is besproken. De luchtbehandeling werd uit het
oorspronkelijke voorstel gehaald, omdat de financiën daartoe noopten.
Na een dringend verzoek van de rector, waarop veel positieve reacties
zijn gegeven, heeft het college alsnog een financiële dekking voor
deze voorziening kunnen vinden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens het voorstel van
burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden
ontwerpbesluit aanvaard.
18. Ontslag en verkiezing wethouder.
De voorzitter
wijst op de brief van mevrouw Dekker waarin zij te kennen heeft
gegeven als raadslid en dus ook als wethouder te zullen terugtreden.
Haar besluit maakt het noodzakelijk een nieuwe wethouder te benoemen.
(Mevrouw Dekker maakt hierna haar zetel aan de collegezijde van de raadstafel vrij en neemt plaats bij haar fractiegenoten.)
De heer Van der Veen
(pvda) kandideert namens de fractie van de pvda de heer Bode voor de
vacature die zojuist is ontstaan.
De heer Hekkert
(vvd) becommentarieert de kandidaatstelling als volgt. Zijn fractie
heeft geen bezwaar tegen de voorgedragen persoon, integendeel, maar
gaat er wel van uit dat straks op kritische vragen niet steevast zal
worden geantwoord: `Ja, hoor eens, ik zit hier nog maar net en daar
weet ik niks van.' De nieuwe wethouder moet volledig verantwoordelijk
kunnen worden gehouden voor het in deze zittingsperiode gevoerde
collegebeleid.
De heer Wiersma
(cda) nuanceert de woorden van de heer Hekkert. De nieuwe wethouder is
weliswaar verantwoordelijk, maar zal niet in alle gevallen
aansprakelijk kunnen worden gesteld. Met andere woorden: lang niet
alles wat zich in het verleden heeft voorgedaan zal op enig moment als
reden kunnen worden aangevoerd om de nieuwe wethouder weg te sturen.
Spreker heeft een positieve verwachting van het functioneren van de
heer Bode en dat is mede gebaseerd op diens rol in de coalitievorming
die vorig jaar heeft plaatsgevonden.
De heer De Geus
(rpf/sgp) verklaart dat ook de rpf/sgp-fractie de kandidatuur van de
heer Bode van harte ondersteunt.
De fractie is nog wel benieuwd naar een eventuele verschuiving van de
portefeuilles. Het is uiteraard ook mogelijk dat de heer Bode alle
verantwoordelijkheden van mevrouw Dekker overneemt.
De heer Lok
(vl/gl) huldigt de volgende opvatting. De fractie van Verenigd
Links/groenlinks kan instemmen met de voorgestelde aflossing van de
wacht, maar is daarmee niet onverdeeld gelukkig. In deze raadsperiode
zullen straks, na de benoeming van de heer Bode, drie
wethouderswisselingen hebben plaatsgevonden. In principe behoren
wethouders echter een gehele zittingsperiode te functioneren.
Enerzijds zijn aan het adres van zowel de aftredende als de te
benoemen wethouder gelukwensen op hun plaats, maar anderzijds moet het
een hoge uitzondering blijven dat een zittende wethouder binnen de
eigen gemeentelijke organisatie een ambtelijke loopbaan verkiest. In
ieder geval verdient deze ruiling van functies geen `prix d'élégance'.
De heer Boland
(d66) kwalificeert de spreekbeurt van de heer Lok als `prachtig', maar
begrijpt niet waarom soortgelijke woorden achterwege bleven toen de
vl/gl-wethouder uit het college vertrok.
De heer Lok
(vl/gl): De redenen voor het terugtreden van een wethouder kunnen zeer
uiteenlopend zijn. In het geval van de vl/gl-wethouder betrof het
gezondheidsredenen in de particuliere sfeer en dan is iemand niet
langer gehouden aan de opdracht de volle zittingsperiode te blijven
zitten. Die gronden kunnen niet worden vergeleken met de
politiek-bestuurlijke redenen die aan het aftreden van de
vvd-wethouder ten grondslag hebben gelegen.
De heer Boland
(d66): Alles goed en wel, maar dezelfde opmerking met de daarbij
gegeven motivatie had ook in het geval van de afgetreden
vl/gl-wethouder kunnen worden gemaakt.
De heer Tesselaar
(eb) beluisterd zes à zeven maanden geleden op radio Enkhuizen een
discussie over de vraag waarom weinig vrouwen aan de lokale politiek
deelnemen. De conclusie was dat het de schuld van de mannen zou zijn.
Naar aanleiding daarvan wenst spreker uitdrukkelijk te verklaren dat
het vertrek van de dames Lok-Hörnemann, De Munnik-Blank en Dekker op
generlei wijze zijn schuld is geweest!
De voorzitter
: Waarvan akte.
De heer Hekkert stelt een punt aan de orde dat tot een diepgaande
staatsrechtelijke beschouwing kan leiden. In hoeverre dragen
aftredende wethouders hun politieke verantwoordelijkheid aan hun
opvolgers over? Over deze vraag zal nog eens uitvoerig van gedachten
worden gewisseld. Op dit moment kan worden volstaan met te verwijzen
naar de woorden van de heer Wiersma die de kern van de zaak aardig
scherp heeft geschetst. Continuïteit in het bestuur vereist dat de
politieke verantwoordelijkheid wordt overgedragen aan opvolgers, maar
dat betekent nog niet dat een opvolger in alle gevallen persoonlijk
aansprakelijk kan worden gesteld voor de daden van diens voorganger.
De portefeuilleverdeling is een zaak van het college. Na de benoeming
van een nieuwe wethouder zal de vergadering kort worden geschorst om
het college de gelegenheid te geven zich over de verdeling van de
portefeuilles te buigen.
Tot slot. Veel wisselingen in een college zijn nooit goed, maar daarop
wil spreker nu niet nader ingaan. Datgene wat daarover vanavond is
gezegd, is meer dan voldoende.
Vervolgens benoemt hij tot leden van het stembureau de heren Hart,
Rieuwerts en Wiersma.
Hierna wordt tot stemming overgegaan. Bij de stemming worden 16
stembiljetten ingeleverd. Op de heer H.F.P. Bode worden 12 stemmen
uitgebracht, terwijl 4 stemmen blanco worden ingeleverd, zodat de heer
H.F.P. Bode is benoemd tot wethouder van de gemeente Enkhuizen.
De voorzitter
nodigt de heer Bode uit aan de collegezijde van de raadstafel plaats
te nemen.
Hierna schorst hij de vergadering om het college de mogelijkheid te
geven zich op de portefeuilleverdeling te beraden.
(Schorsing.)
De voorzitter
heropent de vergadering en doet de volgende mededelingen.
* In de portefeuilleverdeling wordt niets gewijzigd. De heer Bode
neemt integraal alle taken en verantwoordelijkheden van mevrouw
Dekker over.
* Het college heeft besloten met ingang van morgen mevrouw Dekker te
benoemen tot productgroepmanager facilitair bedrijf.
* Voorts zijn de loco-burgemeesters aangewezen, en wel in volgorde
van partijgrootte.
- 1e loco-burgemeester: de heer H.F.P. Bode (pvda);
- 2e loco-burgemeester: de heer N. Dol (vl/gl);
- 3e loco-burgemeester: de heer H. van Doornik (cda).
De heer Hæntjens
(vvd) feliciteert in zijn hoedanigheid van vice-voorzitter van de
rekeningcommissie de heer Bode met diens benoeming. Aan de andere kant
bestaat reden tot droefenis, want de heer Bode verlaat de
rekeningcommissie en dat is een gemis voor het inmiddels goed op
elkaar ingespeelde team. Als de heer Bode in lijn met het over het
jaarverslag uitgebrachte advies van de rekeningcommissie zal opereren,
staat deze raad nog menige pittige discussie te wachten!
De eerstvolgende vergadering van de rekeningcommissie is, toevallig,
op de derde dinsdag van september gepland. Spreker hoopt dat in de
daaraan voorafgaande raadsvergadering in de vacature `Bode' zal kunnen
worden voorzien.
De voorzitter
verzoekt de raadsfracties in goed overleg na te gaan wie voor de in de
rekeningcommissie ontstane vacature in aanmerking komt.
19. Rondvraag.
· Mevrouw Dangermond-Hilderink (vvd) richt zich allereerst tot de heer
Tesselaar met de opmerking dat zij zich niet uit de raad zal laten
verdringen!
Zij maakt het college complimenten voor het feit dat het plantsoentje
ten noorden van de Noorderpoort nu een aanzienlijk betere aanblik
oplevert. Ook het strandje van het Enkhuizer Zand is tot tevredenheid
van veel Enkhuizers goed opgewaardeerd.
Wethouder Dol
(vl/gl) bedankt mevrouw Dangermond voor haar complimenten inzake het
plantsoentje. Hij zal die naar de daarvoor in aanmerking komende
functionarissen doorspelen. Wethouder Van Doornik zal ongetwijfeld
hetzelfde doen met de lovende woorden over het Enkhuizer Zand.
De heer Wiersma (cda) kondigt aan twee vragen te zullen stellen.
* Gisteravond schijnt met het oog op de veiligheid in de haven
aldaar een oefening te zijn gehouden. Hoe is die verlopen?
* De Gependam, een fraaie aanwinst voor deze gemeente, is enkele
dagen geleden feestelijk in gebruik genomen. Tijdens die
gelegenheid waren geen hoogwaardigheidsbekleders van de provincie
Noord-Holland en de vvv aanwezig. Waren die instanties niet
uitgenodigd?
Wethouder Dol
(vl/gl) beantwoordt de vragen van de heer Wiersma als volgt.
è Gisteravond is inderdaad een oefening gehouden, juist om de leiding in de dam te testen. Welnu, die test is uitstekend geslaagd, zelfs zo goed dat het water, aangevoerd door de pomp die op de grootste afstand is gesitueerd, enige schade aan het zandbed van de dam heeft aangericht; herstel is echter een eenvoudige zaak. Tijdens de oefening is het schip `Stad Enkhuizen' van rederij naco gebruikt. Tevens heeft aan de andere zijde van de dam een duikoefening plaatsgevonden met als doel slachtoffers uit het water te halen. Volgens de brandweercommandant is alles uitstekend verlopen.
è In verband met de ingebruikname van de Gependam is slechts een
beperkt aantal uitnodigingen verstuurd. Voor de officiële
ingebruikstelling, gepland in 2003, zullen meer instanties worden
uitgenodigd; de provincie en de vvv zullen dan beslist niet worden
vergeten. Overigens is afgesproken dat een provinciale
vertegenwoordiging nog dit jaar een bezoek aan Enkhuizen zal brengen
en dan ook de Gependam in ogenschouw neemt.
De heer De Geus
(rpf/sgp) dankt het college voor het toegestuurde certificaat van
adoptie van één steen van de Alkmaarse synagoge.
De heer Jans
(eb) complimenteert het college met de verbetering van het Enkhuizer
Zand.
Een ander punt vormt de brief die aan het begin van deze vergadering
aan de raadsleden is rondgedeeld. Hij verzoekt dat schrijven voor de
eerstvolgende vergadering van de raadscommissie aboz te agenderen,
omdat daarin aantijgingen aan het adres van de eb-fractie staan.
De voorzitter
gevoelt daartoe geen enkele behoefte, maar laat de beslissing over het
verzoek van de heer Jans graag aan de raad over
De heer Van der Veen
(pvda) beschouwt een behandeling in de commissie als `onnodig'.
De heer Lok
(vl/gl) staat op het standpunt dat de zogenaamde `32-puntenbrief'
inmiddels in diverse fora voldoende is besproken en beantwoord.
De heer Boland
(d66) hamert erop dat discussies moeten worden gevoerd die ergens toe
leiden. In dit geval is het veel beter op een ander tijdstip en in een
ander gremium te bezien hoe de problematiek waar de zaak om draait in
de toekomst kan worden voorkomen dan steeds terug te kijken.
De heer De Geus
(rpf/sgp) pleit ervoor de suggestie van de heer Boland te volgen.
De heer Wiersma
(cda) behoort tot de degenen die geen sterke behoefte aan agendering
van het genoemde stuk hebben. Aan de ander kant kan niet worden
ontkend dat de brief van het college vrijwel alle raadsleden wat rauw
op het dak is gevallen. Het zou dan ook niet vreemd zijn indien na een
grondige bestudering vragen rezen. Daarover moet kunnen worden
gesproken.
De heer Hekkert
(vvd) herkent zich in hetgeen de heer Boland zo-even heeft verwoord.
In dit geval is niet zozeer de bij iedereen bekende briefwisseling van
belang als wel het daarin aan de orde gestelde personeelsbeleid. Op
dat gebied is sprake van een structurele onvolkomenheid en derhalve is
het noodzakelijk daarover in de volle breedte een goede discussie te
voeren.
De voorzitter
concludeert dat het verzoek van de Jans niet wordt gehonoreerd.
Overigens is wel gebleken dat meerder fracties de behoefte hebben op
een ander moment en in een ander forum in den brede over de
onderhavige problematiek van gedachten te wisselen.
De heer Jans
(eb) betreurt dat de fractie van Enkhuizer Belang geen gelegenheid
krijgt de aantijgingen te weerleggen.
De voorzitter
verduidelijkt dat de raad slechts heeft besloten niet op
commissieniveau over de brief te zullen praten. De eb-fractie kan te
allen tijde met spreker over het stuk van gedachten wisselen en/of dat
in de raad aan de orde stellen.
De heer Jans
(eb) veronderstelt dat zijn fractie zal bekijken op welke manier deze
kwestie het beste kan worden aangekaart.
De voorzitter
: Prima.
De rondvraag wordt gesloten.
20. Sluiting.
De voorzitter
realiseert zich dat dit het moment is waarop afscheid van mevrouw
Dekker, in haar hoedanigheid van raadslid, moet worden genomen. Een
vertrouwd gezicht verdwijnt uit de raad, maar blijft in de
gemeentelijke organisatie en Enkhuizen aanwezig. De persoonlijke
contacten kunnen dus in stand worden gehouden.
Mevrouw Dekker bezit een bijzondere kwaliteit die zijzelf bij de start
van deze zittingsperiode treffend heeft aangegeven. Stadsbestuurders
moeten op meerdere borden tegelijk kunnen schaken, zeker voor hen die
collegeverantwoordelijkheid dragen. Collegeleden hebben immers een
dubbele verantwoordelijkheid. Enerzijds dagelijks bestuurder,
portefeuillehouder en sterk betrokken bij de gemeentelijke organisatie
en anderzijds politicus, lid van een fractie en deel van een coalitie.
Die hoedanigheden moeten aanspreekbaar en controleerbaar worden
uitgeoefend en met het privé-leven worden gecombineerd. Dat vraagt
veel, te meer daar de werkdag van een portefeuillehouder niet van
09.00 tot 17.00 uur loopt.
Over het zojuist geschetste element is jongstleden zaterdag een
interessant artikel in nrc Handelsblad verschenen. Het betreft de
integrale reden van hoogleraar De Beus, gehouden naar aanleiding van
diens nieuwe leerstoel. Deze stelt dat in vergelijking met tien jaar
geleden de politieke en bestuurlijke grenzen vervagen, met alle
consequenties van dien. In Enkhuizen is echter ten minste één persoon
te vinden die er in de afgelopen jaren redelijk goed in is geslaagd
zorgvuldig en consequent met deze materie om te gaan.
Spreker bedankt namens de gemeenteraad mevrouw Dekker voor hetgeen zij
heeft gedaan en wenst haar alle goeds toe. Vervolgens biedt hij haar
de traditionele cadeaus aan, te weten het wandbord, de zilveren speld
en het boek over het gemeentehuis.
De heer Hart
(eb) voert in zijn hoedanigheid van raadsnestor het woord. Namens de
raadsleden die hij mag vertegenwoordigen bedankt hij mevrouw Dekker
hartelijk voor de wijze waarop zij met de leden van de gemeenteraad is
omgegaan.
Mevrouw Dekker heeft ongeveer acht jaar deel van deze raad uitgemaakt.
In die periode werden met haar lange en prettige discussies gevoerd
die jeu aan het geheel gaven. Daarvoor verdient zij dank, evenals voor
de manier waarop zij binnen de raad heeft gefunctioneerd. Hopelijk
kijkt ook zij met veel plezier op de afgelopen acht jaar terug.
Duidelijk is dat mevrouw Dekker vanwege haar nieuwe positie in de
gemeentelijke organisatie de politiek voortaan op afstand zal moeten
volgen. Spreker wenst haar heel veel sterkte en succes in haar nieuwe
functie toe.
De heer De Geus
(rpf/sgp) schaamt zich voor het feit dat hij, in tegenstelling tot de
voorzitter, geen cadeautje aan mevrouw Dekker kan overhandigen. Hij
heeft de brief van het college waarin het vertrek van mevrouw Dekker
is aangekondigd niet goed gelezen en heeft als gevolg daarvan niet
tijdig `het lief en leed'-potje aangesproken om een geschenk te kopen.
Inmiddels heeft hij mevrouw Dekker spijt betuigd voor deze omissie en
haar laten weten dat zij nog iets te goed heeft. Het aan te schaffen
cadeau zal nauw bij haar belevingswereld aansluiten. De
geïnteresseerde zullen in het jaarverslag kunnen terugvinden welk
cadeau alsnog is overhandigd.
Fijn dat mevrouw Dekker acht jaar hard voor deze gemeente heeft willen
werken. Dat heeft haar veel vrije tijd gekost en namens de deelnemers
aan `het lief en leed'-potje dankt spreker haar daarvoor.
Wethouder mevrouw Dekker
(pvda) benut deze gelegenheid allereerst om de hoop uit te spreken dat
zij haar nieuwe functie ook ten minste acht jaar zal kunnen vervullen.
Vanuit haar wethouderschap heeft zij de organisatie van zeer nabij
leren kennen en dus uitgebreid in de keuken van haar nieuwe werkkring
kunnen rondkijken; een zeer gelukkige omstandigheid.
Minder gelukkig is dat zij de politiek arena dient te verlaten, maar dat is inherent aan de gemaakte keuze. Spreekster is haar politieke carrière begonnen als secretaris van de pvda, afdeling Enkhuizen, met Jaap als voorzitter, maar dat weet bijna niemand meer!
De heer Lok
(vl/gl): Wie wordt op dit moment in diskrediet gebracht?
Wethouder mevrouw Dekker
(pvda): Niemand, deze opmerking maakt slechts duidelijk dat hier
eigenlijk één grote familie aan tafel zit!
Later werd spreekster pvda-fractievoorzitster. In die tijd zat een
aanmerkelijk groter aantal vrouwen in de raad. Kennelijk konden die
niet tegen de heer Tesselaar op!
De heer Tesselaar
(eb): Waarom zitten hier vrijwel uitsluitend mannen? Omdat zij thuis
niets hebben te vertellen!
Wethouder mevrouw Dekker
(pvda): En niets te doen!
Het fractievoorzitterschap heeft spreekster gedurende vier jaar met
plezier vervuld. Toen zij daarna het wethouderschap op zich mocht
nemen, zag zij dat als een bijzondere kans.
De heer Lok heeft terecht gezegd dat het relatief grote aantal
wethouderswisselingen in deze zittingsperiode moet worden betreurd.
Spreekster had de rit graag afgemaakt, maar dat was onmogelijk. Als
zij pas na de eerstkomende gemeenteraadsverkiezing naar haar nieuwe
functie zou zijn overgestapt, zou gedurende een half jaar het risico
van belangenverstrengeling levensgroot aanwezig zijn geweest. Haar
schuldgevoelens zal zij trachten af te kopen door de heer Bode met
alle mogelijke informatie te bombarderen, zodat deze weet waarmee in
het komende halfjaar rekening moet worden gehouden.
Ten slotte maakt spreekster er geen geheim van dat zij het bestuurlijke werk zal missen, maar het is niet anders. Zij bedankt allen voor de goede contacten in de afgelopen jaren. (Applaus.)
De voorzitter
sluit de vergadering na alle aanwezigen nadrukkelijk te hebben
uitgenodigd in De Witte Zaal het glas te heffen op de aanstelling van
mevrouw Dekker tot productgroepmanager facilitair bedrijf en de
benoeming van de heer Bode tot wethouder. Ook het gegeven dat dit de
laatste raadsvergadering voor het zomerreces is, mag als een goede
reden worden aangemerkt om met elkaar een glaasje te drinken (23.22
uur).
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Enkhuizen op dinsdag 4 september 2001.
De secretaris, De voorzitter,
(J.J.J. van Huffelen) (drs. S.P.M. de Vreeze)