Openbare Versie
BESLUIT inzake geschil BaByXL - KPN
15 augustus 2001/OPTA/IBT/2001/201893
Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op grond van artikel 6.9
juncto 6.3 van de Telecommunicatiewet in het geschil tussen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid CLEC Netherlands B.V., h.o.d.n. BaByXL Broadband
DSL, gevestigd te `s-Gravenhage,
gemachtigden: Mr M.J. Geus, Mr A.F. Eeken en Mr A.T. Ottow, allen advocaat te `s-Gravenhage,
en
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid KPN Telecom B.V., gevestigd te `s-Gravenhage,
gemachtigden: Mr P.V. Eijsvoogel, Mr E.R. van Staden en Mr Q.R. Kroes, allen advocaat te Amsterdam.
A. HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- Op 11 april 2001 ontving het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna:
`het college') van CLEC Netherlands B.V. (hierna: `BaByXL') een verzoek om op grond van artikel 6.3,
tweede lid, van de Telecommunicatiewet (hierna: `de Tw') onder meer de tarieven vast te stellen die
tussen BaByXL en KPN Telecom B.V. (hierna: `KPN') zullen gelden. Voorts verzoekt BaByXL het college om
op grond van artikel 6.3, derde lid, onder b, van de Tw een voorlopig besluit te nemen.
- Op 19 april 2001 heeft het college aan BaByXL te kennen gegeven dat haar aanvraag in behandeling is
genomen.
- Op 19 april 2001 heeft het college het verzoekschrift van BaByXL toegezonden aan KPN met daarbij het
verzoek om op dit verzoekschrift te reageren.
- Op 26 april 2001 verzoekt KPN het college het verzoek van BaByXL aan te houden tot na uitspraak van de
burgerlijke rechter in een nog te starten civiele procedure.
- Op 2 mei 2001 wijst het college het verzoek tot aanhouding van KPN af.
- Op 3 mei 2001 stelt het college aan BaByXL en aan KPN nadere vragen.
- Op 8 mei zendt het college aan BaByXL een afschrift van een brief welke op 11 april 2001 door KPN aan
Versatel Telecom Europe B.V. is gezonden.
- Op 11 mei 2001 ontvangt het college het verweerschrift van KPN.
1
Openbare Versie
- Op 14 mei 2001 ontvangt het college een aanvulling op en wijziging van het verzoekschrift met als
bijlagen een gewijzigde versie van het verzoekschrift en een definitief rapport van Grontmij Telecom B.V.
(hierna: 'Grontmij').
- Op 14 mei 2001 ontvangt het college de antwoorden op de door hem op 3 mei 2001 aan KPN en aan
BaByXL gestelde vragen.
- Op 15 mei 2001 ontvangt het college een lijst met errata bij het verweerschrift van KPN.
- Op 18 mei 2001 hoort het college partijen.
- Op 21 mei 2001 stelt het college nadere vragen aan KPN.
- Op 1 juni 2001 ontvangt het college de antwoorden op de op 21 mei 2001 aan KPN gestelde vragen.
- Op 13 juni 2001 ontvangt het college een reactie van BaByXL op de brief van KPN d.d. 1 juni 2001
- Op 19 juni 2001 stelt het college nadere vragen aan KPN.
- Op 29 juni 2001, 7 juli 2001, 17 juli 2001 en 20 juli 2001 ontvangt het college de antwoorden op de op
19 juni 2001 aan KPN gestelde vragen.
B. DE FEITELIJKE GRONDSLAG VAN HET GESCHIL
Aan het geschil liggen de volgende feiten ten grondslag.
1. BaByXL is een aanbieder van een openbaar telecommunicatienetwerk en een aanbieder van een openbare
telecommunicatiedienst in Nederland in de zin van artikel 6.1 van de Tw.
2. KPN is een aanbieder van een openbaar telecommunicatienetwerk en een aanbieder van een openbare
telecommunicatiedienst in de zin van artikel 6.1 van de Tw. KPN is ingevolge het "Besluit tot aanwijzing van
Koninklijke KPN N.V. en haar groepsmaatschappijen als bedoeld in artikel 24b van boek 2 van het Burgerlijk
Wetboek, als een aanbieder met aanmerkelijke marktmacht op de markt voor vaste openbare telefonie op
grond van artikel 6.4 van de Telecommunicatiewet" van het college d.d. 15 november 2000, aangewezen als
een aanbieder van een vast openbaar telefoonnetwerk, een vaste openbare telefoondienst en huurlijnen in
geheel Nederland die beschikt over aanmerkelijke macht als bedoeld in artikel 6.4, eerste lid, van de Tw en
artikel 7.2, eerste lid, van de Tw.
3. BaByXL maakt gebruik van de collocatiedienstverlening door KPN. BaByXL en KPN hebben op 9 juni 2000
overeenkomsten gesloten inzake MDF-access en collocatie. Partijen hebben een bestendig verschil van
mening over de hoogte van de tarieven die KPN voor deze dienstverlening in rekening mag brengen.
4. KPN heeft incassomaatregelen aangekondigd met betrekking tot het niet-betaalde gedeelte van de door
haar aan BaByXL gezonden facturen. KPN heeft aangekondigd dat zij haar dienstverlening aan BaByXL zal
stilleggen totdat betaling van het betwiste gedeelte van de facturen heeft plaatsgevonden.
2
Openbare Versie
C. HET JURIDISCH KADER
Bijzondere toegang in de Tw
5. In de Tw wordt bijzondere toegang gedefinieerd als `toegang tot een telecommunicatienetwerk op andere
punten dan de netwerkaansluitpunten die aan de meeste gebruikers worden aangeboden'.
6. Op grond van artikel 6.9, eerste lid, van de Tw dienen aanbieders, welke op grond van artikel 6.4, eerste lid, van de Tw zijn aangewezen, te voldoen aan alle redelijke verzoeken tot bijzondere toegang. Deze aanbieders dragen er tevens zorg voor dat de tarieven voor bijzondere toegang op transparante wijze worden bepaald en op kosten zijn georiënteerd. Bovendien moeten de tarieven in voldoende mate zijn uitgesplitst. Blijkens de Memorie van Toelichting bij de Tw dienen de tarieven en voorwaarden voor bijzondere toegang zodanig in elementen uitgesplitst te worden dat partijen die bijzondere toegang wensen, precies kunnen bepalen welke onderdelen zij willen inkopen en voor welke onderdelen zij zelf zorg kunnen dragen.
7. In artikel 6.9 juncto artikel 6.3 van de Tw is aan het college de bevoegdheid toegekend om als geschilbeslechter op te treden als het gaat om geschillen over bijzondere toegang. Het college kan op grond van deze artikelen, op verzoek van één of van beide partijen, de regels vast stellen die tussen degene die bijzondere toegang moet verlenen en degene die er om verzoekt zullen gelden.
8. In artikel 6.3, derde lid, aanhef en onder b van de Tw is bepaald dat het college in spoedeisende gevallen een voorlopig besluit neemt, dat tussen de betrokken aanbieders geldt tot het definitieve besluit. In de toelichting op dit artikel merkt de regering op dat, "omdat in bepaalde gevallen het belang van de interconnectie zodanig groot kan zijn dat de totstandkoming van de overeenkomst een kortere termijn vordert, het college in spoedeisende gevallen een voorlopige uitspraak kan doen".1
9. De aanbieders met aanmerkelijke marktmacht verstrekken aan andere aanbieders van openbare
telecommunicatienetwerken en openbare telecommunicatiediensten die om bijzondere toegang verzoeken,
deze bijzondere toegang met inachtneming van het beginsel van non-discriminatie. KPN dient aan andere
aanbieders deze dienst te verstrekken onder gelijke voorwaarden onder gelijke omstandigheden, zoals
beschreven in artikel 6.5, onder a, van de Tw en onder gelijke voorwaarden als die onder gelijke
omstandigheden gelden voor haarzelf of haar dochterondernemingen, zoals beschreven in artikel 6.5, onder
b, van de Tw.
Ontbundelde toegang en bijzondere toegang
10. Reeds in het oordeel van het college inzake het geschil tussen EnerTel N.V. en Koninklijke PTT Nederland
N.V. d.d. 17 december 1997 (kenmerk: OPTA/MI/97/1158) heeft het college onder randnummer 76
1 Kamerstukken II, 1996/97, 25 533, nr. 3, p. 98
3
Openbare Versie
vastgesteld dat verzoeken om toegang tot onderdelen van het aansluitnet van KPN, in casu verzoeken om
ontbundelde toegang, aan te merken zijn als verzoeken om bijzondere toegang. In dit oordeel werd onder
randnummer 84 tevens opgemerkt dat KPN onredelijk handelt als zij weigert een aanbod te doen voor
ontbundelde toegang tot de aansluitlijn.
11. In zijn 'Richtsnoeren met betrekking tot ontbundelde toegang tot de aansluitlijn ("MDF-access")' d.d. 12
maart 1999 (kenmerk: OPTA/J/99/1443, hierna: 'Richtsnoeren MDF-access') heeft het college onder de
randnummers 12 en 13 gesteld dat een verzoek om bijzondere toegang tot de aansluitlijn via de
hoofdverdeler redelijk is indien de toegang noodzakelijk is voor de verzoekende partij om te concurreren op
de telecommunicatiemarkt, en er voldoende toegangscapaciteit beschikbaar is.
Collocatie ten behoeve van ontbundelde toegang tot de aansluitlijn
12. Het geboden krijgen van een mogelijkheid voor collocatie vormt een essentiële randvoorwaarde voor het realiseren van ontbundelde toegang tot het aansluitnet en het moet derhalve als een essentieel en integraal onderdeel van de ten behoeve van ontbundelde toegang tot de aansluitlijn door een aanbieder, welke op grond van artikel 6.4 is aangewezen, te bieden dienstverlening beschouwd worden.
13. KPN dient, als partij met een aanmerkelijke marktmacht op de onder randnummer 2 genoemde markten, op grond van artikel 6.9 van de Tw ieder redelijk verzoek om bijzondere toegang, ook voor zover het betrekking heeft op collocatie, te honoreren. Dit is ook tot uitdrukking gekomen in de door de Minister van Verkeer en Waterstaat op 29 mei 1997 gepubliceerde `Richtsnoeren Interconnectie', waarin met betrekking tot collocatie ten behoeve van interconnectie wordt gesteld dat KPN een redelijk verzoek niet kan weigeren. Deze richtsnoeren zijn hier weliswaar niet van toepassing, maar het college is van oordeel dat analoog redenerend hetzelfde uitgangspunt geldt voor collocatie ten behoeve van bijzondere toegang.
14. Gegeven het feit dat de in het kader van ontbundelde toegang tot de aansluitlijn geboden dienstverlening beschouwd moet worden als een vorm van bijzondere toegang, en er reeds geconstateerd is dat collocatie beschouwd moet worden als een essentieel en integraal onderdeel van deze dienst, gelden ook met betrekking tot collocatie de in het bovenstaande geschetste verplichtingen van KPN, als aanbieder welke op grond van artikel 6.4, eerste lid, van de Tw is aangewezen, op het gebied van het zorgdragen voor transparantie, kostenoriëntatie en non-discriminatie.
De implementatie van Verordening (EG) nr. 2887/2000
15. Op 2 januari 2001 is de 'Verordening (EG) nr. 2887/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 18
december 2000 inzake ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk' (hierna: 'de Verordening') van kracht
geworden.
16. De verplichtingen, welke op basis van de Tw in Nederland reeds met betrekking tot het bieden van
4
Openbare Versie
ontbundelde toegang tot het aansluitnet voor KPN golden, worden in de Verordening op Europees niveau geüniformeerd. In de Verordening wordt het bieden van ontbundelde toegang tot het aansluitnet verplicht gesteld voor die netwerkexploitanten, welke zijn aangewezen als exploitanten met een aanmerkelijke macht op de markt van vaste openbare telefoonnetwerken. In de Verordening is voorts bepaald dat aangemelde exploitanten (aanbieders aangewezen door het college krachtens artikel 6.4, eerste lid, van de Tw) elk redelijk verzoek om ontbundelde toegang tot hun aansluitnetwerken en bijbehorende faciliteiten, onder transparante, billijke en niet-discriminerende voorwaarden dienen in te willigen. Een verzoek kan alleen worden afgewezen op grond van objectieve criteria die betrekking hebben op de technische haalbaarheid of de noodzaak om de integriteit van het netwerk te handhaven. Een dergelijke aanbieder dient voorts faciliteiten te leveren die gelijkwaardig zijn aan die, welke zij aan haar eigen diensten of haar geassocieerde ondernemingen levert, en dit volgens dezelfde voorwaarden binnen dezelfde termijnen. Tenslotte is in de Verordening in artikel 3, derde lid, bepaald dat een dergelijke aanbieder de ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk en bijbehorende faciliteiten op basis van kostenoriëntatie dient aan te rekenen.
D. HET STANDPUNT VAN BABYXL
Voor de standpunten van BaByXL verwijst het college naar de door BaByXL ingebrachte stukken en hetgeen
ter hoorzitting naar voren is gebracht. Het standpunt van BaByXL laat zich als volgt samenvatten.
17. Naar de stelling van BaByXL dient door KPN, als partij met aanmerkelijke marktmacht, collocatie te worden geboden op basis van tarieven die kostengeoriënteerd zijn.
18. BaByXL is van oordeel dat KPN in strijd met de Tw, en sinds 2 januari 2001 tevens in strijd met de
Verordening, tarieven hanteert die niet kostengeoriënteerd zijn. Naar de stelling van BaByXL weigert KPN om
met haar over de tarieven te onderhandelen en weigert zij tevens om informatie over de kosten te
verstrekken.
19. Volgens BaByXL is er sprake van een onoplosbaar geschil met betrekking tot de hoogte van de door KPN
in rekening gebrachte tarieven voor collocatie alsook met betrekking tot het verstrekken van informatie over
de berekening van de kosten door KPN. Deze geschillen worden door BaByXL ter beslechting aan het college
voorgelegd.
20. Bij gebrek aan informatie van KPN heeft BaByXL aan de hand van commercieel vergelijkingsmateriaal
tarieven bepaald waarvan zij meent dat deze overigens nog hoger liggen dan kostengeoriënteerde tarieven.
De tarieven van KPN zouden derhalve in ieder geval niet boven deze tarieven mogen liggen. De door KPN
gehanteerde tarieven liggen echter substantieel hoger dan deze tarieven, en zijn derhalve naar de mening
van BaByXL niet kostengeoriënteerd. Zij ziet zich in dit standpunt ondersteund door het onderzoek naar de
kosten van collocatie zoals dat door Grontmij is uitgevoerd.
5
Openbare Versie
Spoedeisend belang
21. Volgens BaByXL heeft KPN inmiddels incassomaatregelen aangekondigd met betrekking tot het niet
betaalde gedeelte van de door haar aan BaByXL gezonden facturen. Voorts heeft KPN aangekondigd dat zij
haar dienstverlening aan BaByXL zal stilleggen totdat betaling van het betwiste gedeelte van de facturen
heeft plaatsgevonden. Op grond hiervan stelt BaByXL een spoedeisend belang te hebben bij het verkrijgen
van een voorlopig besluit in de zin van artikel 6.3, derde lid, sub b, van de Tw.
E. DE AANVRAAG VAN BABYXL
22. BaByXL verzoekt het college:
1. het geschil tussen BaByXL en KPN aan te merken als een spoedeisend geschil in de zin van artikel
6.3, derde lid, onder b, van de Tw;
Voorlopig besluit
2. om voorlopig vast te stellen dat de in het verzoekschrift genoemde door KPN gehanteerde tarieven
voor collocatie en MDF-access in strijd zijn met het bepaalde bij of krachtens Verordening 2887/2000
en/of de Tw omdat deze niet kostengeoriënteerd zijn;
3.
a. primair, om de tarieven voor de door BaByXL bij KPN georderde en/of afgenomen collocaties
vast te stellen overeenkomstig de navolgende tabel,
Fysieke Collocatie Eenmalig Periodiek
Standaard tarief
Standaard configuratie 35.000 5.000/jaar
Halve configuratie 17.500 2.500/jaar
Optionele tarieven
48v DC no break 6.650 0.23/kWh
230v AC monitored supply 4.300 0.23/kWh
Levering koppelkabel
Initiële levering koppelkabel (400') 13.000
Additionele levering koppelkabel (600') 21.000
Levering SIP-kast 4.500
Aanpalende Collocatie Eenmalig Periodiek
Aanpalend collocation facility k1200 5640,60 Nihil
Aanpalend collocation facility k2400 5861,80 Nihil
Koppelkabel 17917,20
Prijzen in guldens.
Openbare Versie
b. subsidiair, voor zover het college van mening is dat de voorlopige tarieven niet als verzocht
voor alle door BaByXL bij KPN georderde en/of afgenomen collocaties kunnen worden
vastgesteld, (1) om de tarieven vast te stellen met betrekking tot de drie specifiek door
Grontmij onderzochte locaties overeenkomstig de onderstaande tabel, en (2) om voor alle
overige locaties zodanige tarieven voor collocatie en MDF-access vast te stellen als het
college zal vermenen te behoren,
Amsterdam- Arnhem- Rotterdam-
Centrum Centrum Middelwateringen
Algemene voorzieningen 4.750 4.250 6.250
Bouwkundige voorzieningen 25.500 23.500 62.475
Elektrotechnische voorzieningen 42.800 22.800 70.150
Werktuigbouwkundige voorzieningen 85.100 45.300 118.300
Kostprijs 158.150 95.850 257.450
Totaal 191.900 108.150 307.275
Prijzen in guldens. Totaal = kostprijs + toeslag KPN Vastgoed en Facilities + redelijk rendement.
Toeslag KPN Vastgoed en Facilities=fl 7.500 + 5% over kostprijs. Redelijk rendement (10,6%) is
bepaald over kostprijs en toeslag KPN Vastgoed en Facilities.
c. meer subsidiair, om zodanige tarieven voor collocatie en MDF-access vast te stellen als het
college zal vermenen te behoren;
4. KPN op te dragen binnen een door het college te bepalen termijn volledig inzicht te geven in de
opbouw en omvang van alle op grond van de tussen BaByXL en KPN gesloten overeenkomsten voor
MDF-access en collocatie door KPN gehanteerde tarieven, en KPN in het bijzonder op te dragen
binnen een door het college te bepalen termijn BaByXL volledig inzicht te geven in de omvang van
de werkelijke kosten voor elke door BaByXL bestelde collocatie. BaByXL verzoekt het college om KPN
een dwangsom op te leggen voor iedere dag dat KPN de hierbedoelde verplichting niet binnen de
door het college gestelde termijn is nagekomen.
Definitief besluit
5. KPN op te dragen binnen een door het college te bepalen termijn volledig inzicht te geven in de
opbouw en omvang van alle op grond van de tussen BaByXL en KPN gesloten overeenkomsten voor
MDF-access en collocatie door KPN gehanteerde tarieven, en KPN in het bijzonder op te dragen
binnen een door het college te bepalen termijn BaByXL volledig inzicht te geven in de omvang van
de werkelijke kosten voor elke door BaByXL bestelde collocatie;
6. KPN op te dragen binnen een door het college te bepalen termijn volledig inzicht te geven in de
opbouw en omvang van de nog te maken kosten voor het leveren van de door BaByXL bestelde
collocaties;
7. KPN een dwangsom op te leggen voor iedere dag dat KPN de in de vijfde en zesde vordering
Openbare Versie
geformuleerde verplichtingen niet binnen de door het college gestelde termijn is nagekomen;
8. om vast te stellen dat de in het verzoekschrift genoemde door KPN gehanteerde tarieven voor
collocatie en MDF-access in strijd zijn met het bepaalde bij of krachtens de Verordening en/of de Tw
omdat deze niet kostengeoriënteerd zijn, alsmede de tarieven vast te stellen die tussen BaByXL en
KPN zullen gelden en in plaats van de huidige tarieven treden.
F. HET STANDPUNT VAN KPN
Voor de standpunten van KPN verwijst het college naar de door KPN ingebrachte stukken en hetgeen ter
hoorzitting naar voren is gebracht. Het standpunt van KPN laat zich als volgt samenvatten.
Juridisch kader
23. Naar de stelling van KPN kan collocatie niet worden aangemerkt als bijzondere toegang of als enige
andere gereguleerde dienst. Derhalve is er geen verplichting om collocatie tegen kostengeoriënteerde
tarieven aan te bieden. Ten eerste ontbreekt een wettelijke regeling van collocatie. Voorts blijkt volgens KPN
uit de Tw dat collocatie geen vorm van bijzondere toegang is. Dit alles wordt naar de mening van KPN
bevestigd in een wetsvoorstel dat op 2 mei 2001 door de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat bij de
Tweede Kamer is ingediend. Dit wetsvoorstel dient ter uitvoering van de Verordening en wijst OPTA aan als
bevoegd bestuursorgaan dat onder meer toezicht houdt op de naleving van het vereiste van kostenoriëntatie
voor de collocatietarieven. In combinatie met het feit dat het college dit toezicht thans op grond van de
huidige Tw uitoefent voor tarieven voor bijzondere toegang, blijkt volgens KPN dat collocatie ook volgens de
regering niet een vorm van bijzondere toegang is.
24. Subsidiair bestrijdt KPN dat de dienst volledig ontbundelde toegang kan worden aangemerkt als
bijzondere toegang als bedoeld in artikel 6.9. van de Tw. Ook al zou collocatie moeten worden beschouwd als
een verplicht onderdeel van ontbundelde toegang en onderworpen zijn aan hetzelfde regelgevingsregime,
dan zou de eis van kostenoriëntatie niet gelden. Volgens KPN zou gelden dat als ontbundelde toegang geen
bijzondere toegang is, waarvoor de wet de eis van kostenoriëntatie voorschrijft, dan geldt die zeker ook niet
voor aan ontbundelde toegang accessoire collocatie.
Kostenoriëntatie
25. KPN maakt een onderscheid tussen haar standpunt ten aanzien van de tarieven voor 2001, en haar
standpunt ten aanzien van de tarieven voor 2000.
8
Openbare Versie
Tarieven voor 2001
26. Ten aanzien van de tarieven voor 2001 merkt KPN op dat zij op grond van artikel 3 van de Verordening
verplicht is tot inwilliging van elk redelijk verzoek van andere aanbieders om ontbundelde toegang tot haar
aansluitnetwerk "met bijbehorende faciliteiten", een en ander tegen "aanrekening op basis van kosten". Deze
"bijbehorende faciliteiten" omvatten blijkens de definitie in artikel 2 onder i) van de Verordening ook
collocatie.
27. KPN bestrijdt derhalve niet dat de tarieven voor bijbehorende faciliteiten op locaties die BaByXL heeft
besteld vanaf het begin van het jaar 2001 - voor zover die bestellingen tenminste zijn gedaan in verband met
MDF Access-dienstverlening die is aan te merken als een redelijk verzoek om ontbundelde toegang -
kostengeoriënteerd dienen te zijn. Uit de Verordening blijkt volgens KPN echter dat de
elektriciteitsvoorziening niet als bijbehorende faciliteit wordt aangemerkt en dat derhalve de tarieven voor
48V DC no break en 230V DC monitored supply dus niet onderworpen zijn aan de eis van kostenoriëntatie.
28. KPN heeft een systematiek ontwikkeld welke zij wil hanteren bij de berekening van de tarieven voor 2001.
KPN verwacht op zeer korte termijn voor de locaties in tranche 3 offertes te kunnen uitbrengen die zijn
berekend volgens deze systematiek en zal dat voorstel voor de collocatietarieven voor 2001 formeel ter
beoordeling aan het college voorleggen. KPN verwacht dat daarmee op zeer korte termijn de
kostengeoriënteerde tarieven voor 2001 zullen worden vastgesteld. Er bestaat derhalve volgens KPN geen
aanleiding of noodzaak om het verzoek van BaByXL toe te wijzen voor zover dit ziet op de collocatietarieven
voor 2001.
Tarieven voor 2000
29. Ten aanzien van de tarieven voor 2000 merkt KPN, primair, op dat zij van mening is dat collocatie geen
vorm van bijzondere toegang is, zodat voor de tarieven in 2000 niet de eis van kostenoriëntatie gold.
30. Voor het geval het college zou vasthouden aan het door hem betrokken standpunt dat collocatie een
vorm van bijzondere toegang is, bestrijdt KPN dat BaByXL (voldoende) aannemelijk heeft gemaakt dat de
tarieven van KPN niet voldoen aan de eis van kostenoriëntatie die in dat geval zou gelden. KPN is van mening
dat haar tarieven wel degelijk aan die norm voldoen. KPN betwist in dit kader de juistheid en de relevantie
van de uitkomsten van het onderzoek van Grontmij, alsook de berekeningen van BaByXL met betrekking tot
de tarieven voor aanpalende collocatie. Deze kritiekpunten worden in bijlage 2 bij het verweerschrift nader
uitgewerkt. In algemene zin wordt daarbij opgemerkt dat, ook al zou Grontmij daar een accurate schatting
van hebben gemaakt (wat KPN bestrijdt), de individuele kosten per locatie verder niet van doorslaggevend
belang zijn, nu KPN in 2000 uit efficiëntieoverwegingen voor alle locaties een uniform tarief heeft
gehanteerd.
9
Openbare Versie
31. Hoewel KPN van oordeel is dat de wettelijke verplichting van kostenoriëntatie in 2000 niet van toepassing was op collocatie, heeft zij zich bij de bepaling van de tarieven voor 2000 wel gericht op de ten behoeve van collocatie werkelijk door haar gemaakte, redelijke kosten. In wezen heeft KPN die tarieven berekend door de totale werkelijke kosten die verband houden met collocatie te verdelen over het door haar geschatte aantal afnemers van deze dienst. KPN heeft daarbij een aantal keuzes gemaakt, maar is van mening dat zij met de door haar gekozen tariefstructuur steeds binnen de wettelijke norm van kostenoriëntatie is gebleven.
32. Gevolg van de gemaakte keuzes is echter wel dat het thans (achteraf) niet meer mogelijk is een exacte, individuele kostenonderbouwing te geven van elke tariefpost per locatie. KPN heeft gekozen voor een aanpak waarbij een aantal locaties en soorten werkzaamheden gezamenlijk als project werd benaderd. Er zijn voor die locaties dus geen individuele offertes en facturen van aannemers opgesteld. Omdat KPN in 2000 één standaardtarief heeft gehanteerd, is het mogelijk dat de bij benadering voor een specifieke locatie berekende werkelijke kosten afwijken van het standaardtarief. Daarmee is volgens KPN echter niet gezegd dat haar standaardtarief voor 2000 niet op kosten is georiënteerd.
33. Naar het oordeel van KPN voldoen de tarieven voor 2000 aan de 'Richtsnoeren Collocatie'. Voor zover de
tarieven afwijken van de uitgangspunten van deze richtsnoeren, is dat redelijk en niet in strijd met de
wettelijke norm van kostenoriëntatie.
Transparantie
34. KPN verwijst naar de stelling van BaByXL dat het transparantiebeginsel met zich brengt dat KPN inzicht
moet verschaffen in de opbouw van de aan collocerende aanbieders in rekening gebrachte kosten, en dat die
de mogelijkheid tot verificatie dienen te hebben.
35. Primair bestrijdt KPN dat haar tarieven voor collocatie zijn onderworpen aan het transparantiebeginsel,
en dat dit de verplichtingen zou meebrengen waarvan BaByXL verzoekt dat het college die aan KPN oplegt.
Voorzover het college vast zou houden aan zijn standpunt dat collocatie als bijzondere toegang dient te
worden gereguleerd, wijst KPN erop dat ook dan de wettelijke verplichting er niet toe strekt dat KPN
bedrijfsvertrouwelijke gegevens aan concurrenten moet prijsgeven door hen gedetailleerd inzicht te
verschaffen in de opbouw en omvang van de door KPN gemaakte kosten. Ook is volgens KPN in de
Verordening niet een verplichting opgenomen zoals BaByXL die omschrijft.
36. Subsidiair is KPN van mening dat voor zover er wel enige transparantie-verplichting geldt ten aanzien van
de tarieven voor collocatie, zij daaraan voldoet. In de overeenkomsten met BaByXL is gespecificeerd
aangegeven ten behoeve waarvan KPN kosten maakt.
10
Openbare Versie
Dwangsom
37. KPN is van mening dat er geen aanleiding bestaat om haar een last onder dwangsom op te leggen. KPN
wijst in dit verband op het karakter van de onderhavige procedure en van de normen die daarin centraal
staan. Voor zover die normen al van toepassing zijn op de levering van collocatie in 2000 door KPN, kan al
vanwege de algemeenheid en vaagheid van die normen niet worden volgehouden dat KPN daaraan niet heeft
voldaan. Doel van deze geschilprocedure is nu juist daarover meer duidelijkheid te verkrijgen. Daartoe is het
college ex artikel 6.9 juncto artikel 6.3, tweede lid, van de Tw verzocht om de regels vast te stellen die tussen
KPN en BaByXL zullen gelden. Die regels, die mogelijk een nadere invulling zullen inhouden van de algemene
normen van kostenoriëntatie en transparantie, gelden thans nog niet, maar zullen eerst op zijn vroegst van
kracht worden nadat het college op de aanvraag van BaByXL heeft besloten. Uit dit alles volgt dat niet kan
worden gesteld dat KPN verplichtingen niet zou nakomen. Het is dus prematuur om KPN reeds bij voorbaat
een last onder dwangsom op te leggen.
G. DE CONCLUSIE VAN KPN
38. KPN concludeert op grond van hetgeen zij heeft aangevoerd dat het verzoek van BaByXL dient te worden
afgewezen.
H. DE BEOORDELING VAN HET GESCHIL
39. Het college ziet het onderhavige geschil als een geschil waarin hij op grond van artikel 6.9 juncto artikel
6.3 van de Tw de regels vast kan stellen die tussen BaByXL en KPN zullen gelden.
De bevoegdheid van het college
40. KPN stelt in het onderhavige geschil nadrukkelijk de bevoegdheid van het college tot het stellen van
regels ter discussie. KPN's stellingname valt in twee delen uiteen. Primair stelt KPN dat collocatie niet kan
worden aangemerkt als bijzondere toegang of als enige andere gereguleerde dienst. Subsidiair bestrijdt KPN
dat de dienst volledig ontbundelde toegang kan worden aangemerkt als bijzondere toegang als bedoeld in
artikel 6.9 van de Tw.
Primaire stellingname KPN: collocatie kan niet worden aangemerkt als bijzondere toegang of als enige andere
gereguleerde dienst
41. Het college merkt op dat voor zowel ontbundelde toegang tot de aansluitlijn als voor medegebruik van
die lijn een vorm van collocatie altijd noodzakelijk is. Dit heeft te maken met de technische karakteristieken
van de diensten welke in hoofdzaak via een dergelijke aansluitlijn aangeboden zullen worden; deze xDSL-
11
Openbare Versie
toepassingen behoeven een ononderbroken verbinding tussen een xDSL-modem bij de eindgebruiker en het
corresponderende modem bij de aanbieder.
42. Daarnaast geldt dat zowel het bereik als het kwaliteitsniveau van de dienstverlening zijn gerelateerd aan
de afstand tussen de apparatuur van de aanbieder en de hoofdverdeler. Als gevolg hiervan is het voor de
aanbieder van essentieel belang zijn apparatuur zo dicht mogelijk bij de hoofdverdeler op te kunnen stellen,
om op die wijze zijn bereik te maximaliseren c.q. de kwaliteit van zijn dienstverlening te optimaliseren.
Hiervoor is collocatie noodzakelijk. In dit verband is overigens tevens van belang dat KPN, als aanbieder van
xDSL-diensten aan eindgebruikers, ten behoeve van die dienstverlening ook zelf gebruik maakt van in lokale
centrales opgestelde apparatuur. De apparatuur van KPN staat daarmee altijd dicht bij de hoofdverdeler
opgesteld. Ook op grond van het principe van non-discriminatie dienen andere aanbieders derhalve in de
gelegenheid te worden gesteld om te colloceren.
43. Aldus moet het geboden krijgen van een mogelijkheid voor collocatie beschouwd worden als een
essentiële randvoorwaarde voor het realiseren van ontbundelde toegang tot het aansluitnet en moet het
derhalve als een essentieel en integraal onderdeel van de dienstverlening ten behoeve van ontbundelde
toegang tot de aansluitlijn beschouwd worden. Collocatie dient als onderdeel van een bijzondere
toegangsdienst te voldoen aan dezelfde wettelijke vereisten als de dienst in zijn geheel.
44. Dit standpunt heeft het college ook verwoord in zijn Consultatiedocument Collocatie en eenmalige kosten met betrekking tot toegang tot de aansluitlijn d.d. 2 oktober 2000 (hierna: 'Consultatiedocument Collocatie'), in zijn voorlopig besluit inzake het geschil tussen Cistron Telecom B.V. en KPN d.d. 30 oktober 2000 (kenmerk: OPTA/IBT/2000/202797), in zijn voorlopig besluit inzake het geschil tussen Eager Telecom B.V. en KPN d.d. 3 november 2000 (kenmerk: OPTA/IBT/2000/202922), in zijn Richtsnoeren over collocatie en eenmalige kosten met betrekking tot toegang tot de aansluitlijn d.d. 20 december 2000 (kenmerk: OPTA/IBT/2000/203357, hierna: 'Richtsnoeren Collocatie') en in zijn besluit inzake het geschil tussen Versapoint N.V. en KPN d.d. 9 maart 2001 (kenmerk: OPTA/IBT/2000/200411).
45. Het college ziet zich in deze stellingname overigens ondersteund door de conclusie dat ook de Europese Commissie in artikel 2 van de Verordening collocatie specifiek noemt als een faciliteit die behoort bij het verlenen van ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk waartoe een ontvanger toegang moet hebben om onder billijke concurrentievoorwaarden de diensten te kunnen verlenen.
Subsidiaire stellingname KPN: de dienst volledig ontbundelde toegang kan niet worden aangemerkt als bijzondere toegang als bedoeld in artikel 6.9. van de Tw
46. Zoals in het bovenstaande reeds is aangegeven wordt bijzondere toegang in de Tw gedefinieerd als
`toegang tot een telecommunicatienetwerk op andere punten dan de netwerkaansluitpunten die aan de
meeste gebruikers worden aangeboden'.
12
Openbare Versie
47. Een verzoek om toegang tot de hoofdverdeler (i.c. de zogenaamde MDF-access) dient beschouwd te
worden als een verzoek om bijzondere toegang. Het betreft hier immers toegang op een ander punt dan de
netwerkaansluitpunten die aan de meeste gebruikers worden aangeboden. Het college heeft dit reeds
meerdere malen vastgesteld. Daarbij verwijst het college bijvoorbeeld naar zijn oordeel inzake het geschil
tussen EnerTel N.V. en Koninklijke PTT Nederland N.V. d.d. 17 december 1997 (kenmerk: OPTA/MI/97/1158)
waarin hij onder randnummer 76 heeft vastgesteld dat verzoeken om toegang tot onderdelen van het
aansluitnet van KPN, in casu om ontbundelde toegang, aan te merken zijn als verzoeken om bijzondere
toegang.
48. Een dergelijke interpretatie ligt, gezien de doelstellingen van de telecommunicatiewetgeving, ook voor de
hand. Uit de Memorie van Toelichting bij de Tw blijkt dat bijzondere toegang ruim is gedefinieerd om
innovatie en ontwikkelingen op de telecommunicatiemarkt te stimuleren.2 In algemene zin geldt dat het
verkrijgen van ontbundelde toegang tot de aansluitlijn van groot belang is voor het verkrijgen van toegang
tot de abonnee van KPN. In Nederland heeft alleen KPN een volwaardig net van aansluitlijnen. Omdat het
aansluitnet naar alle huishoudens in Nederland loopt, is dit deel van het netwerk het meest kostbaar om aan
te leggen. Daarnaast geldt dat de aansluitlijn een deel van het netwerk is waarvoor, gegeven de fijnvertakte
structuur ervan, niet eenvoudig op korte termijn een alternatief is te ontwikkelen. Er moet derhalve van
worden uitgegaan dat ook in de nabije toekomst alleen KPN over een ver ontwikkeld en fijnmazig aansluitnet
zal beschikken. De aansluitlijn verschaft direct toegang tot de lokale en regionale markten voor het
aanbieden van vaste telecommunicatiediensten, terwijl de concurrentie op die markten juist zeer gering is.
Dat brengt onder meer mee dat de ontwikkeling van nieuwe telecommunicatiediensten op deze markten
beperkt is.
49. Zowel in de Europese telecommunicatie-regelgeving, als in door de Europese Commissie ingenomen
standpunten is het belang van het tot ontwikkeling komen van de mogelijkheid tot het verkrijgen van
ontbundelde toegang tot het aansluitnet keer op keer benadrukt. Daarbij kan eveneens opgemerkt worden,
zoals later ook zal blijken, dat de Europese Commissie er meer dan eens blijk van heeft gegeven zich te
realiseren dat in verschillende landen op verschillende wijzen aan een (eventuele) verplichting tot het
leveren van ontbundelde toegang vorm is gegeven.
50. Aan de Europese telecommunicatie-regelgeving ligt het principe van open toegang tot
telecommunicatienetwerken, de zogenaamde `Open Network Provision', ten grondslag. In de richtlijn van het
Europees Parlement en de Raad van 30 juni 1997 inzake interconnectie op telecommunicatiegebied (hierna:
`de Interconnectierichtlijn')3, waarin dit beginsel van open toegang nader wordt uitgewerkt, wordt ten
aanzien van bijzondere toegang overwogen dat het "teneinde de ontwikkeling van nieuwe soorten
telecommunicatiediensten te stimuleren, belangrijk is nieuwe vormen van interconnectie en van bijzondere
2 Kamerstukken II, 1996/1997, 25533, nr. 3, p. 30 en 31
3 Richtlijn 97/33/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 juni 1997 inzake interconnectie op telecommunicatiegebied, wat
betreft de waarborging van de universele dienst en van de interoperabiliteit door toepassing van de beginselen van Open Network
Provision (ONP)', Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen, Nr. L 199/32.
13
Openbare Versie
toegang tot het net op andere punten dan de aansluitpunten die aan de meeste eindgebruikers worden
aangeboden aan te moedigen."
51. De herziene ONP-spraakrichtlijn4 stelt dat in het kader van bijzondere toegang de nationale regelgevende
instanties te allen tijde op eigen initiatief maatregelen mogen nemen als zulks gerechtvaardigd is om
daadwerkelijke mededinging en/of de interoperabiliteit van diensten te waarborgen. Ook nemen deze
instanties maatregelen, indien een van beide (contract-)partijen daarom verzoekt, teneinde niet-
discriminerende voorwaarden vast te stellen die voor beide partijen billijk en redelijk zijn.
52. Het college merkt op dat de Commissie meerdere malen heeft overwogen dat toegang tot de aansluitlijn een gewenste ontwikkeling is. In dit verband verwijst het college bijvoorbeeld naar de mededeling van de Commissie `Naar een nieuw regelgevingskader voor elektronische communicatie-infrastructuur en bijbehorende diensten' uit 1999 (hierna: `Naar een nieuw regelgevingskader'), waarin de Commissie ten aanzien van de lidstaten waar toegang tot de aansluitlijn mogelijk wordt geacht overwoog:
"De Commissie is van mening dat de beschikbaarheid van ontbundelde toegang tot het aansluitnet leidt tot een verhoogde concurrentie en dat het daarnaast de invoering van hogesnelheidsinternettoegangsdiensten zou kunnen versnellen. De Commissie ziet met voldoening dat de meeste lidstaten zich in deze richting begeven." 5
53. Blijkens het bovenstaande onderkende de Commissie dus het belang van ontbundelde toegang tot de
aansluitlijn, sprak zij haar goedkeuring uit over lidstaten die dat traject reeds in gang hadden gezet, en
kondigde zij stappen aan om aanbevelingen te doen opdat in alle lidstaten deze toegangsvorm zou worden
aangeboden.
54. In 2000 is de Commissie tot de conclusie gekomen dat de door haar gewenste liberalisatie niet (overal)
snel genoeg verliep. De ervaringen leerden haar dat partijen die toegang moesten verlenen in het algemeen
onvoldoende reden zagen om hun faciliteiten te delen en dat veel telecommunicatiemarkten nog steeds
gekarakteriseerd werden door asymmetrische relaties.
55. Nadat de Commissie in februari 2000 haar standpunten had uiteengezet in een `Werkdocument' (hierna:
'het Werkdocument'), heeft zij in april 2000 tegelijkertijd een Aanbeveling en een Mededeling met betrekking
tot de ontbundeling van het aansluitnet gepubliceerd. Aan haar in deze publicaties verwoorde standpunten
werd nog eens kracht bijgezet door de uitspraak dat een wettelijke verplichting in het komende regelgevende
kader zou worden opgenomen.
4 `Richtlijn 98/10/Eg van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 1998 inzake de toepassing van Open Network Provision
(ONP) op spraaktelefonie en inzake de universele telecommunicatiedienst in een door concurrentie gekenmerkt klimaat',
Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen, Nr. L 101/24.
5 Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de
Regio's, Naar een nieuw regelgevingskader voor elektronische communicatie-infrastructuur en bijbehorende diensten; herziening van
de communicatieregelgeving 1999. Com(1999) 539, pagina 34.
14
Openbare Versie
56. In het Werkdocument stelde de Commissie:
"While commercial negotiation is the preferred method for reaching agreement on the price of local
loop access, experience shows that in most cases regulatory intervention is necessary. The lack of
competition in this area means that it is appropriate for the national regulatory authority (NRA) to
impose obligations for pricing to be based on specific principles and methods in order to achieve
efficient competition and provide predictability to market players."6
57. In de Aanbeveling (hierna: `de Aanbeveling') geeft de Commissie een nadere invulling aan de rol die zij weggelegd ziet voor de nationale toezichthouders. Zij stelde:
"In applying the principle of non-discrimination imposed on notified operators under Community law, it is recommended that national regulatory authorities ensure that a notified operator provides its competitors with the same facilities as those that it provides to itself or to its associated companies, and with the same conditions and time-scales. This applies in particular to the roll-out of new services in the local access network, access to unbundled local loops, availability of collocation space, provision of leased transmission capacity for access to collocation sites, ordering, provisioning, quality and maintenance procedures." 7
58. In deze Aanbeveling stelde de Commissie bovendien:
" In order to avoid lengthy disputes on pricing between new entrants and notified operators that
would delay the effective implementation of local loop unbundling, it is recommended that national
regulatory authorities specify the pricing methodology and the relevant parameters used to calculate
prices."8
59. In de Mededeling (hierna: `de Mededeling') stelde de Commissie verder:"To be effective, providing rights
for unbundled access to the local loop must be accompanied by provision of rights for collocation. National
regulatory authorities need to take steps to ensure that third parties that are granted unbundled access to
local loops are also able to collocate equipment on the premises of the local loop operator". 9
60. Het college constateert dat hij, door het publiceren van de Richtsnoeren Collocatie, aan de door de Commissie gedane, en in het bovenstaande weergegeven, aanbevelingen vorm heeft gegeven.
6 `DG Information Society Working Document: Unbundled access to the local loop', 9 februari 2000, INFSO A/1/
7 Commission Recommendation on Unbundled Access to the Local Loop: Enabling the competitive provision of a full range of
electronic communications services including broadband multimedia and high-speed internet. C(2000) 1059, 26 april 2000, pagina 5.
8 Ibidem, pagina 6.
9 Communication from the Commission, Unbundled Access to the Local Loop; Enabling the competitive provision of a full range of
electronic communications services including multimedia and high-speed Internet. Com (2000) 237 final, 26 april 2000
15
Openbare Versie
61. Het werd de Commissie echter kennelijk duidelijk dat het onwaarschijnlijk was dat door middel van niet- bindende maatregelen het gewenste effect van ontbundeling van de aansluitlijn per 31 december 2000 in de gehele Unie gerealiseerd zouden kunnen worden. Derhalve heeft zij in juli 2000 een voorstel voor een Verordening gepubliceerd. Deze Verordening is op 2 januari 2001 van kracht geworden.
62. Het college constateert dat de Commissie van mening was dat toezichthouders op basis van nationale
regelgeving gerechtigd konden zijn om regels te stellen met betrekking tot ontbundelde toegang tot de
aansluitlijn, respectievelijk om verplichtingen met betrekking tot ontbundeling van de aansluitlijn af te
dwingen. Tevens constateert het college dat de Commissie blijkbaar van mening was dat in een groot deel van
Europa de ontbundeling van de aansluitlijn niet snel genoeg verliep, en dat derhalve het instrument van de
Verordening ingezet moest worden om de door de Commissie, het Europees Parlement en de Europese Raad
gewenste ontwikkeling in de hele Unie te versnellen. Tenslotte constateert het college dat de Commissie
opmerkte dat in een aantal landen er reeds stappen in de richting van de door de Commissie gewenste
ontbundeling waren gezet.
63. Deze interpretatie van het college is ook in lijn met de uitspraken van de Staatsecretaris van Verkeer en
Waterstaat tijdens een Algemeen Overleg van de algemene commissie voor Europese Zaken en de vaste
commissie voor Verkeer en Waterstaat op 28 september 2000, tijdens welke de Staatsecretaris heeft
aangegeven dat er in Nederland reeds sprake is van ontbundeling, maar dat er, omdat er in de andere landen
nog steeds allerlei clausules bestaan, wordt gekozen voor een Verordening.10
64. KPN heeft in de onderhavige procedure de stelling betrokken dat de Europese regelgever en de Nederlandse regering duidelijk hebben gemaakt dat noch ontbundelde toegang noch collocatie als bijzondere toegang aangemerkt kunnen worden, daar beiden speciale regels hebben aangenomen respectievelijk hebben voorgesteld om de levering van ontbundelde toegang en bijbehorende faciliteiten verplicht te stellen. KPN stelt dat dit niet nodig was geweest indien het hier om een vorm van bijzondere toegang zou gaan.
65. Naar de mening van het college kan, op grond van de in het bovenstaande geschetste standpunten van
de Commissie, gesteld worden dat de Verordening beschouwd moet worden als een uniformering op Europees
niveau van de verplichtingen, welke op basis van nationale regelgeving in individuele lidstaten reeds met
betrekking tot het bieden van ontbundelde toegang tot het aansluitnet geïmplementeerd zouden kunnen
zijn.
66. Tevens ziet het college geen grond voor de stelling van KPN, dat op basis van het bestaan van het
wetsvoorstel tot "Wijziging van de Telecommunicatiewet en de Wet Onafhankelijke Post en Telecommunicatie
Autoriteit ter uitvoering van de verordening (EG) nr. 2887/2000 van het Europees Parlement en de Raad van
de Unie van 18 december 2000 inzake ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk", geconcludeerd zou
moeten worden dat er voorafgaand aan de implementatie van dat wetsvoorstel geen wettelijke grondslag zou
10 Kamerstukken II, 2000/2001, 21501-10, nr. 55, p. 2
16
Openbare Versie
bestaan voor de bevoegdheid van het college in de onderhavige zaak. Voornoemd wetsvoorstel ziet immers
slechts op het creëren van de bevoegdheid van het college tot uitvoering van de Verordening en niet op het
handelen van het college op basis van een andere wettelijke grondslag, in het bijzonder op basis van artikel
6.9 van de Tw. Deze constatering is overigens in lijn met hetgeen de Staatssecretaris van Verkeer en
Waterstaat heeft geantwoord op vragen van de D66-fractie in de Tweede Kamer, zoals gesteld in de vaste
kamercommissie voor Verkeer en Waterstaat van 23 mei 2001. In haar reactie merkte de Staatssecretaris met
betrekking tot voornoemd wetsvoorstel op: "Tot slot wordt voor de duidelijkheid nog opgemerkt dat het
wetsvoorstel zich op geen enkele wijze uitlaat over, of afbreuk doet aan, de bevoegdheden die OPTA had vóór
de inwerkingtreding van de Verordening."11
67. Het college concludeert derhalve dat hij zich bevoegd acht om in het onderhavige geschil de regels te
stellen welke tussen partijen zullen gelden.
Richtsnoeren over collocatie en eenmalige toegang met betrekking tot toegang tot de aansluitlijn
68. Het college heeft zijn standpunten met betrekking tot het toerekenen van de kosten van het (realiseren van) collocatievoorzieningen aan andere aanbieders reeds eerder uiteengezet in voornoemde Richtsnoeren Collocatie. In deze richtsnoeren, welke het karakter hebben van beleidsregels in de zin van artikel 1.3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht, heeft hij gesteld dat de door KPN ten behoeve van het realiseren van collocatie gemaakte kosten op basis van het principe van kostenoriëntatie aan de collocerende partijen dienen te worden doorberekend. Hierbij geldt als algemeen uitgangspunt dat door KPN gemaakte kosten niet meer dan eens mogen worden goedgemaakt. Tevens dienen de aan deze kosten ten grondslag liggende activiteiten en faciliteiten zo efficiënt mogelijk te worden ondernomen respectievelijk te worden aangelegd, met als resultaat zo laag mogelijke kosten voor om toegang verzoekende aanbieders.
Basisvoorzieningen
69. Met betrekking tot de tarifering van de basisvoorzieningen heeft het college in de Richtsnoeren Collocatie
opgemerkt dat KPN de kosten voor het realiseren van basisvoorzieningen per collocatie (site) mag
doorberekenen aan de collocerende partij(en). Tevens merkte het college daarbij op dat het essentieel is dat
KPN de om toegang verzoekende partij vooraf inzage verstrekt in de opbouw en omvang van de onderhavige
kosten. Verder merkte het college op dat de door KPN ten behoeve van de basisvoorzieningen gemaakte
kosten éénmalig bij de collocerende partij in rekening dienen te worden gebracht.
Huurprijs
70. Met betrekking tot de huurprijs heeft het college in de Richtsnoeren Collocatie opgemerkt dat de
huurprijs voor vierkante meters ten behoeve van collocatie een "kale" huurprijs dient te zijn aangezien
toegangzoekers betalen voor het aanleggen van (technische) basisvoorzieningen. De hoogte van de huurprijs
dient te worden vastgesteld op basis van marktprijzen voor "kale" ruimten zonder technische voorzieningen.
11 Kamerstukken II, 2000/2001, 27695, nr. 5, p. 3
17
Openbare Versie
Het toepassen van principes van kostenoriëntatie hangt doorgaans samen met de afwezigheid van voldoende
marktwerking voor bepaalde producten of diensten. Er bestaat echter een markt voor het huren van "kale"
ruimten. Het college staat KPN toe op basis van plaatselijke marktprijzen huurprijzen geografisch te
differentiëren.
71. Het college staat KPN overigens ook een tweede systematiek voor het berekenen van een huurtarief toe.
KPN kan kiezen om huurprijzen in rekening te brengen die vergelijkbaar zijn met marktprijzen voor het huren
van vierkante meters met technische voorzieningen, zoals bijvoorbeeld bij `data warehouses'. Daarbij geldt
dan echter dat KPN collocerende partijen geen kosten voor basisvoorzieningen meer in rekening mag
brengen.
72. In marktprijzen voor ruimten zit een verrekening van het risico dat ruimten tijdelijk niet worden
verhuurd. Niet-verhuurde vierkante meters mogen dus niet worden verhaald op reeds collocerende partijen.
73. Indien KPN diensten verleent gedurende de periode van collocatie (bijvoorbeeld in de vorm van regulier onderhoud of schoonmaakwerkzaamheden), mag zij deze diensten via een periodiek huurtarief in rekening brengen. Ook hier geldt dat wanneer de door KPN opgegeven kosten afwijken van benchmarks, dit voor het college een indicatie kan vormen van mogelijke inefficiënties.
Elektriciteitskosten
74. Met betrekking tot de kosten voor elektriciteit heeft het college in de Richtsnoeren Collocatie opgemerkt
dat aan collocerende partijen in rekening gebrachte kosten voor elektriciteit dienen te zijn gebaseerd op de
werkelijk gemaakte kosten. Het college acht het niet redelijk wanneer KPN collocerende partijen voor de door
hen gebruikte elektriciteit een hogere prijs berekent, dan de prijs die zij door haar elektriciteitsleverancier in
rekening gebracht krijgt. Wellicht ten overvloede merkt het college, in het kader van dit geschil, op dat
elektriciteitsvoorziening een onlosmakelijk onderdeel uitmaakt van collocatievoorzieningen. Dat betekent dat
de doorberekening daarvoor moet voldoen aan dezelfde beginselen als die gelden voor collocatie in het
algemeen.
De tarifering van de collocatiedienstverlening door KPN in 2000 en 2001
75. In de nu volgende randnummers wordt, vooruitlopend op een beoordeling van de vorderingen van
BaByXL, eerst ingegaan op de door KPN gebezigde begrippen. Vervolgens zal ingegaan worden op de door
KPN gebezigde systematiek voor het bepalen van de door haar voor de collocatiedienstverlening in rekening
gebrachte tarieven.
76. In het kader van het onderhavige geschil laat zich een tweetal vormen van collocatie onderscheiden, te
weten fysieke collocatie en aanpalende collocatie.
18
Openbare Versie
77. Een aanbieder die, in het kader van fysieke collocatie, gebruik wil maken van door KPN ten behoeve van
ontbundelde toegang tot de aansluitlijn geleverde collocatie-voorzieningen, huurt van KPN een (gedeelte
van) een collocatieruimte. Deze ruimte is door KPN geschikt gemaakt voor collocatie, onder andere door het
installeren van een aantal basisvoorzieningen, zoals bijvoorbeeld een computervloer en
luchtbehandelingsapparatuur.
78. Er dient een verbinding tussen de hoofdverdeler van KPN en de transmissie-apparatuur van de aanbieder
tot stand gebracht te worden via de zogenaamde koppelkabel. Tussen de apparatuur van de aanbieder en de
koppelkabel dient een duidelijk herkenbaar scheidingspunt aangebracht te worden. Dit zogenaamde Service
Interface Point wordt geplaatst in een zogenaamde SIP-kast.
79. Een opstelling van de apparatuur van een aanbieder in een collocatieruimte bestaat in de praktijk veelal uit twee of vier kasten van een aanbieder waarin deze zijn transmissie apparatuur installeert, alsmede uit een SIP-kast. In de praktijk gaat het dus om opstellingen van drie of vijf kasten, respectievelijk een zogenaamde halve of hele configuratie (c.q. standaardconfiguratie).
80. Tussen de transmissie-apparatuur van de aanbieder en het netwerk van de door hem gebruikte carrier
dient een verbinding middels glasvezels aangebracht te worden. Dit betekent dat KPN een kabelgoot voor
deze glasvezel moet aanleggen van de collocatieruimte naar de kabelkelder van het centralegebouw. Ook
dient KPN van de kabelkelder naar de erfgrens een aantal buizen beschikbaar te stellen waardoor de glasvezel
kan lopen. De carrier zorgt vervolgens voor een verbinding tussen de in deze buis liggende glasvezels en haar
netwerk.
81. De transmissie-apparatuur van de aanbieder bevat actieve componenten. De aanbieder dient derhalve ook
over stroomvoorziening te kunnen beschikken.
82. Een aanbieder die, in het kader van aanpalende collocatie, gebruik wil maken van door KPN ten behoeve
van ontbundelde toegang tot de aansluitlijn geleverde collocatie-voorzieningen, maakt gebruik van een op of
nabij de erfscheiding van KPN opgestelde SIP-kast. KPN draagt zorg voor de verbinding van deze SIP-kast met
de hoofdverdeler via koppelkabels.
Systematiek achter de tarifering
83. In de volgende randnummers wordt aangegeven welke tarieven KPN aanbieders in rekening brengt,
respectievelijk bracht voor de collocatiedienstverlening en op welke wijze zij de hoogte van de verschillende
tarieven onderbouwt.
84. De tarieven welke KPN tot 1 januari 2001 aan aanbieders in rekening bracht voor de fysieke vorm van
colloceren waren opgebouwd uit een basisvergoeding voor het inrichten van de collocatieruimte en tarieven
19
Openbare Versie
voor aanvullende diensten. Die aanvullende diensten bestonden uit het aanleggen en afmonteren van de koppelkabel, het plaatsen van de SIP-kast en het realiseren van de stroomvoorziening.
85. Voor het realiseren van de aanpalende collocatie bracht KPN een tarief in rekening voor het plaatsen van de kast en voor het aanbrengen van de koppelkabel.
86. KPN heeft deze tarieven naar eigen zeggen berekend door de totale werkelijke kosten die verband houden
met collocatie te verdelen over het door haar geschatte aantal afnemers van deze dienst. KPN heeft volgens
eigen zeggen gekozen voor een landelijk uniform tarief, relatief hoge eenmalige kosten en lage periodieke
kosten alsmede voor vaststelling van definitieve tarieven op basis van geschatte kosten. Deze keuzes zijn
naar eigen zeggen gemaakt om zo snel mogelijk met de uitrol van de nieuwe dienst aan te kunnen vangen. Zo
werd voorkomen dat veel tijd verloren ging met discussies omtrent offertes per locatie. Daarnaast betekende
dit dat de uitvoering versneld kon plaatsvinden.
87. Met ingang van 1 januari 2001 hanteert KPN een ander model om de (te verwachten) kosten voor een
fysieke collocatie te bepalen. Het model, op grond waarvan in eerste instantie de tarieven voor een halve
configuratie berekend worden, incorporeert de kosten welke gemaakt worden door het bedrijfsonderdeel KPN
Vastgoed en Facilities en de kosten welke gemaakt worden door het bedrijfsonderdeel KPN Netwerk Bouw.
Daarnaast worden er separaat kosten in rekening gebracht voor het aanleggen van de koppelkabel en het
installeren van de SIP-kast.
88. Voor het realiseren van de aanpalende collocatie brengt KPN, evenals tot 1 januari 2001, een tarief in
rekening voor het plaatsen van de kast en voor het aanbrengen van de koppelkabel.
Tarifering voor 1 januari 2001
Eenmalige tarieven
89. KPN hanteerde voor het aanleggen van de basisvoorzieningen ten behoeve van fysieke collocatie in 2000
voor een volledige configuratie bestaande uit vijf kasten een tarief van fl 200.000,-. Voor een halve
configuratie, bestaande uit drie kasten, hanteerde KPN een tarief van fl 120.000,-. De verhouding tussen
deze tarieven was gebaseerd op het aantal kasten welke de aanbieder tot haar beschikking kreeg. Voor dit
tarief paste KPN zonodig de ruimte aan, legde zij een computervloer aan, toegangsbeveiliging, een
aspiratiesysteem, koeling, verdeelkasten t.b.v. de stroomvoorziening en een kabelgoot, en legde zij buizen
aan t.b.v. de verbinding van de apparatuur van de aanbieder met het netwerk van de door hem gebruikte
carrier.
90. Het tarief voor het leveren van een koppelkabel met een capaciteit van 400", voor het installeren van een
kabelgoot, het leggen van de kabel in die goot en het aan beide zijden afwerken van die kabel bedroeg fl
20
Openbare Versie
23.000,-. KPN hanteerde voor de levering, installatie en aarding van de SIP-kast een tarief van fl 7850,-.
Verder rekende KPN voor de installatie van de 48V DC no break stroomvoorziening een tarief van fl 30.600,-
en voor de installatie van de 230V AC monitored power supply van fl 17.500,-. Al deze tarieven waren per
aanbieder.
91. KPN hanteerde voor het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van aanpalende collocatie in 2000
voor de aanleg en inrichting van de SIP-kast (K1200) een tarief van fl 22.500,- en voor de installatie van de
koppelkabel een tarief van fl 51.000,-.
Periodieke tarieven
92. Naast de eenmalige kosten werden ook periodieke kosten in rekening gebracht voor huur en de
stroomvoorziening. De huurprijs voor fysieke collocatie bedroeg voor het jaar 2000 fl 9.450,- per jaar per
(ruimte voor een) kast. Dit is inclusief een verrekening van de kosten verbonden met het gebruik van de
kabelkelder, de noodstroomruimte, de ruimte voor de accu's en de hoofdverdelerruimte. Ook is een zekere
opslag toegepast voor het bestrijden van de kosten voor schoonmaak, onderhoud, vervanging, leegstand,
loze ruimten alsmede de aan collocatie toegerekende kosten van KPN Carrier Services en whole sale billing.
93. KPN hanteerde voor 2000 per ampère afgezekerd vermogen 48V DC no break een tarief van fl 300,- . Per ampère afgezekerd vermogen 230V AC monitored bedroeg het tarief fl 620,-.
94. KPN vermeldt in haar onderbouwing van de door haar gehanteerde tarieven geen periodiek tarief voor
aanpalende collocatie.
Tarifering na 1 januari 2001
95. Volgens KPN geldt voor alle na 31 december 2000 bestelde configuraties een maatwerktarief per locatie.
Dit tarief wordt middels een offertetraject aan haar klanten gecommuniceerd. Om aanbieders een snelle
terugkoppeling te kunnen geven omtrent de te verwachten kosten, heeft KPN een model ontwikkeld om een
per locatie gedifferentieerde aanbieding te doen zonder dat dit al te veel tijdverlies oplevert.
Eenmalige tarieven
96. De tarieven welke KPN vanaf 1 januari 2001 aan aanbieders in rekening brengt, respectievelijk offreert,
voor het aanleggen van de basisvoorzieningen ten behoeve van een halve configuratie zijn, zoals in het
bovenstaande reeds is aangegeven, opgebouwd uit kosten welke gemaakt worden door het bedrijfsonderdeel
KPN Vastgoed en Facilities en de kosten welke gemaakt worden door het bedrijfsonderdeel KPN Netwerk
Bouw.
21
Openbare Versie
KPN Vastgoed en Facilities
97. KPN Vastgoed en Facilities hanteert (respectievelijk offreert) een tarief dat afhankelijk is van de
hoeveelheid te verrichten activiteiten alsmede van het aantal collocatie-posities dat in een collocatieruimte
wordt ingericht. Er is een viertal groepen tarieven, welke afhankelijk zijn van de hoeveelheid te verrichten
werkzaamheden. Categorie A is van toepassing indien een bestaande lege ruimte ingericht moet worden.
Categorie B geldt voor een bestaande ingerichte ruimte die verbouwd moet worden. Categorie C dekt de
kosten voor het samenvoegen en herinrichten van bestaande ruimten. Het tarief in categorie D is van
toepassing als er meer bouwkundige voorzieningen getroffen moeten worden dan in categorie C zijn
benoemd. KPN Vastgoed en Facilities stelt dan een maatwerk offerte op.
98. KPN Vastgoed en Facilities draagt zorg voor de volgende voorzieningen: demontage elektrische en werktuigbouwkundige voorzieningen, alle bouwkundige werkzaamheden, voeding, voedingskast, elektra en aarding, computervloer, koeling, ESD-tester, kaartlezer en een aspiratie systeem.
99. Voor de categorieën A, B, en C zijn de totale (verwachte) kosten in de onderstaande tabel weergegeven. Categorie D is niet opgenomen, daar deze op basis van maatwerk gefactureerd wordt. Horizontaal staat het aantal in te richten collocatie posities in een collocatieruimte vermeld. De kosten dienen evenredig gedragen te worden door de aanbieders die een order voor een collocatie positie hebben geplaatst.
Tabel: tarieven van KPN Vastgoed en Facilities naar aantal in te richten collocatieposities
1 2 3 4 5 6 7 8 9
Cat. A 75.900 91.800 118.700 137.600 165.500 182.900 196.800 215.500 232.400
Cat. B 87.140 107.680 140.720 163.760 196.300 218.840 236.380 263.720 294.260
Cat. C 110.640 126.180 156.720 179.760 217.300 239.840 262.380 294.720 320.260
In guldens. Deze bedragen zijn exclusief begeleidingskosten van KPN Vastgoed en Facilities. Deze begeleidingskosten
bedragen 6% over genoemde bedragen.
KPN Netwerk Bouw
100. KPN Netwerk Bouw hanteert (respectievelijk offreert) tarieven welke afhankelijk zijn van het soort
locatie. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de categorieën A, B en C.
101. Categorie A is van toepassing wanneer er sprake is van het inrichten van een aanpalende collocatie. De
werkzaamheden bestaan uit het plaatsen van de kabelkast op of nabij de erfgrens en het graven, leggen,
afdichten en afwerken van een breedbandgrondkabel inclusief de krimplas. Zij rekent hiervoor een tarief van
fl 21.900,- per aanbieder.
102. Categorie B is van toepassing bij fysieke collocatie indien de afstand tussen hoofdverdeler en collocatie
gering is (ongeveer 15 meter). De werkzaamheden welke voor alle aanbieders worden uitgevoerd zijn:
plaatsen en aansluiten verdeelkast, kabelgoten van ongeveer 15 meter t.b.v. stroomvoorziening en glasvezel
en ingraven HDPE-buizen. Zij rekent hiervoor een tarief van fl 52.425,- welk gedeeld moet worden door het
aantal aanbieders op die locatie. Per collocerende aanbieder worden daarnaast nog de volgende
22
Openbare Versie
werkzaamheden verricht en in rekening gebracht: aanbrengen voedingskast per collocatie, aanbrengen
defemgoten onder computervloer, leveren en plaatsen van twee kabelkasten. Zij rekent hiervoor een tarief
van fl 15.300,- per aanbieder.
103. Categorie C is van toepassing op fysieke collocatie indien de afstand tussen hoofdverdeler en collocatie
groot is (ongeveer 80 meter). De werkzaamheden welke voor alle aanbieders worden uitgevoerd zijn: plaatsen
en aansluiten verdeelkast, kabelgoten van ongeveer 80 meter t.b.v. stroomvoorziening en glasvezel en
ingraven HDPE buizen. Zij rekent hiervoor een tarief van fl 166.100,- welk gedeeld moet worden door het
aantal aanbieders op die locatie. Per collocerende aanbieder worden daarnaast nog de volgende
werkzaamheden verricht en in rekening gebracht: aanbrengen voedingskast per collocatie, aanbrengen
defemgoten onder computervloer, leveren en plaatsen twee kabelkasten en additionele engineering. Zij
rekent hiervoor een tarief van fl 27.950 per aanbieder.
104. In het model van KPN Netwerk Bouw zijn, in het kader van fysieke collocatie, tevens bedragen opgenomen voor faciliteiten die ten behoeve van alle collocerende partijen worden aangelegd en welke kosten derhalve ook over de collocerende partijen verdeeld dienen te worden. Het gaat hierbij om de kosten voor een verdeelkast inclusief sectorverdeelkabel, om de kosten voor een KAB-kabel van 70 mm2, en om de kosten van een kabelgoot van de stroomvoorzieningsruimte naar de collocatieruimte. Voor een B-locatie zijn de volgende tarieven opgenomen: . Voor een C-locatie bedragen deze tarieven respectievelijk .
105. Daarnaast worden nog separaat kosten in rekening gebracht voor het aanleggen van de koppelkabel en
het plaatsen van de SIP-kast.
106. Het tarief voor het leveren van een koppelkabel (400") is opgebouwd uit een algemeen gedeelte,
waarvan de kosten gedragen worden door alle partijen die een order hebben geplaatst op de betreffende
locatie, en een specifiek gedeelte. Dit specifieke gedeelte wordt per aanbieder die een order heeft geplaatst
in rekening gebracht.
107. Het algemene gedeelte dekt de kosten van het aanleggen van de kabelgoot. De goot voor een type B
locatie is gemiddeld 15 meter lang, waarvoor KPN een tarief rekent van . De kabelgoot voor een type
C locatie is gemiddeld 80 meter lang, waarvoor KPN een tarief rekent van . Het specifieke gedeelte
dekt de kosten van het leveren, leggen, en monteren van de koppelkabel, het leveren en plaatsen van LSA-
cassettes op de hoofdverdeler en in de SIP-kasten, de registratie, het testen en het aanleggen van een 10x2
kabel van de hoofdverdeler naar het IS/RA-punt in de SIP-kast. Voor een type B-locatie bedragen de kosten
per aanbieder , voor een type C-locatie .
108. KPN hanteert voor het installeren van een SIP-kast ten behoeve van fysieke collocatie een tarief van [ ] exclusief een opslag voor gezamenlijke kosten. Voor dit bedrag levert, plaatst en aardt KPN de SIP-kast. Dit
23
Openbare Versie
tarief voorziet ook in het plaatsen en aarden van de kabelkasten welke aan weerszijden van de SIP-kast
worden geplaatst.
109. KPN hanteert voor het aanleggen van een koppelkabel ten behoeve van aanpalende collocatie een tarief
van .
Periodieke tarieven
110. Voor het tarief in 2001 bouwt KPN de huurprijs op uit: kosten voor gebouw (operationele
huisvestingskosten, afschrijving en vermogenskosten), kosten schoonmaak, kosten onderhoud diverse
installaties, kosten beheer en onderhoud ruimten, collocatie projectkosten, kosten besturing projecten
collocatie bij Operator Vaste Net, kosten Carrier Services ten behoeve van collocatie.
111. Zowel de huurtarieven ten behoeve van fysieke collocatie voor 2001 als de periodieke tarieven welke KPN in rekening brengt voor stroomvoorziening zijn in 2001 gelijk aan die in 2000.
112. KPN vermeldt in haar onderbouwing van de door haar gehanteerde tarieven geen periodiek tarief voor
aanpalende collocatie.
De vorderingen van BaByXL
Het college komt nu tot een beoordeling van de verschillende vorderingen van BaByXL.
De eerste vordering: spoedeisend geschil
113. BaByXL verzoekt het college het geschil tussen BaByXL en KPN aan te merken als een spoedeisend
geschil in de zin van artikel 6.3, derde lid, onder b, van de Tw.
114. BaByXL heeft de spoedeisendheid van de behandeling van het onderhavige geschil gemotiveerd met een
verwijzing naar de dreiging van KPN met incassomaatregelen en met het stopzetten van de dienstverlening
door BaByXL.
115. Het college erkent dat de door BaByXL aangevoerde gronden voor haar verzoek de vereiste spoed
aantonen. Gelet op de bewoordingen van artikel 6.3, derde lid onder b, van de Tw is het college dan in
beginsel gehouden een voorlopig besluit te nemen. Niettemin ziet het college af van het nemen van een
voorlopig besluit.
24
Openbare Versie
116. Gezien de uitleg die de regering in de Memorie van Toelichting bij de Tw geeft aan de bevoegdheid van het college tot het nemen van een voorlopig besluit, waarin wordt gesteld dat het college een voorlopig besluit kan nemen, is beoogd het college enige beoordelingsruimte te laten bij de vraag of het spoedeisend belang een voorlopig besluit vordert. Zo kan het college tot de conclusie komen dat er bijzondere omstandigheden zijn die het afzien van een voorlopig besluit rechtvaardigen, hoewel er sprake is van een spoedeisend belang. Dergelijke omstandigheden kunnen aanleiding zijn op kortere termijn een definitief besluit te nemen. In het voorliggende geschil is sprake van dergelijke omstandigheden: het risico voor de continuïteit van de bedrijfsvoering van BaByXL, welk verbonden is aan het stopzetten van de dienstverlening door KPN acht het college dermate groot, dat hij van mening is dat een definitief besluit reeds nu op zijn plaats is. Het oordeel dat het spoedeisend belang geen voorlopig besluit vordert geldt te meer daar het verkrijgen van voorlopige duidelijkheid in het het onderhavige geval wellicht onvoldoende soelaas biedt aan partijen. Het college is er dan ook van overtuigd dat de behandeling van het geschil meer gebaat is bij het nemen van een definitief besluit, zeker nu dit besluit in ongeveer vier maanden is genomen.
117. Naar de mening van het college worden de belangen van BaByXL door het overslaan van de stap van een
voorlopig besluit gediend, terwijl de belangen van KPN door het overslaan van een dergelijke stap op generlei
wijze geschaad worden.
118. Op grond van het bovenstaande wijst het college de vordering van BaByXL af, voor zover deze ziet op
het verkrijgen van een voorlopig besluit, en neemt hierbij een definitief besluit.
De tweede tot en met de vierde vordering van BaByXL
119. Het college komt, vanwege zijn standpuntbepaling ten aanzien van de eerste vordering van BaByXL,
naar de aard der zaak niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van de tweede tot en met de vierde
vordering van BaByXL, daar deze vorderingen slechts betrekking hebben op een voorlopig besluit van het
college. Wellicht ten overvloede merkt het college in dit verband op dat hij hierna alsnog tot een inhoudelijke
beoordeling van deze vorderingen zal komen, voor zover deze inhoudelijk vergelijkbaar zijn met de vijfde tot
en met de achtste vordering van BaByXL.
De vijfde vordering van BaByXL: volledig inzicht over de kosten in het verleden
120. BaByXL verzoekt het college KPN op te dragen binnen een door het college te bepalen termijn volledig inzicht te geven in de opbouw en omvang van alle op grond van de tussen BaByXL en KPN gesloten overeenkomsten voor MDF-access en collocatie door KPN gehanteerde tarieven, en KPN in het bijzonder op te dragen binnen een door het college te bepalen termijn BaByXL volledig inzicht te geven in de omvang van de werkelijke kosten voor elke door BaByXL bestelde collocatie.
25
Openbare Versie
121. Het college leest deze vordering, in het licht van de rest van het verzoekschrift, als alleen betrekking hebbend op de tarieven welke verbonden zijn aan de ten behoeve van ontbundelde toegang tot de aansluitlijn geleverde collocatie-dienstverlening.
122. Het college constateert dat KPN aan BaByXL, in ieder geval voor de periode voorafgaand aan 1 januari
2001, geen inzicht heeft geboden in de opbouw van de aan deze aanbieder in rekening gebrachte kosten,
noch dat deze aanbieder in de mogelijkheid is gesteld tot verificatie van de hem in rekening gebrachte
kosten. Tevens constateert het college dat KPN aan BaByXL vooraf geen inzage heeft verstrekt in de opbouw
en omvang van de onderhavige kosten.
123. Het college merkt in dit verband op dat hij reeds in de Richtsnoeren Collocatie het standpunt heeft
betrokken dat het transparantiebeginsel, welk van toepassing is op de onderhavige dienstverlening,
meebrengt dat KPN inzicht dient te verschaffen in de opbouw van de aan collocerende aanbieders in rekening
gebrachte kosten. Voor deze aanbieders dient de mogelijkheid voor verificatie van de hen in rekening
gebrachte kosten open te staan. Deze verplichtingen, welke een nadere invulling vormen van de
verplichtingen welke voor KPN gelden op basis van artikel 6.9 juncto 6.5 van de Tw, golden vanaf het van
kracht worden van de Tw.
124. KPN stelt dat het transparantiebeginsel er niet toe strekt dat KPN bedrijfsvertrouwelijke gegevens aan
concurrenten moet prijsgeven door hen gedetailleerd inzicht te verschaffen in de opbouw en omvang van de
door KPN gemaakte kosten, laat staan dat zij haar concurrenten de mogelijkheid zou moeten bieden die
informatie ook te verifiëren.
125. Het college merkt hierbij op dat KPN inderdaad niet gehouden is om bedrijfsvertrouwelijke informatie
prijs te geven, maar dat hij van mening is dat de door KPN ten behoeve van de collocatiedienstverlening
gehanteerde tarieven, alsmede de opbouw van de werkelijke kosten voor elke door BaByXL bestelde
collocatie, in beginsel niet beschouwd dienen te worden als bedrijfsvertrouwelijke informatie en dat deze
informatie derhalve aan BaByXL ter beschikking gesteld moet kunnen worden. De gegevens bevatten immers
geen informatie die de commerciële strategie van KPN prijsgeven. Evenmin wordt op andere wijze inzicht
geboden aan de concurrenten van KPN op relevante aspecten die de concurrentie zouden kunnen
beïnvloeden. Bovendien betreft het voor de partij die collocatie afneemt bij KPN essentiële informatie om de
juistheid van tarieven na te gaan. Het college ziet dan ook geen grond wat betreft dit punt af te wijken van
hetgeen hij in de Richtsnoeren Collocatie gesteld heeft.
126. Gegeven het feit dat KPN de stelling betrokken heeft dat de door haar in zowel 2000 als 2001
gehanteerde tarieven kostengeoriënteerd waren, moet het college constateren dat KPN er van uitgaat dat de
aan deze tarieven ten grondslag liggende (deel)informatie beschikbaar is, althans relatief eenvoudig
gereconstrueerd kan worden. Het college ziet derhalve geen grond er van uit te moeten gaan dat een
eventuele verplichting tot het leveren van de gevraagde informatie een onevenredig grote belasting voor KPN
zou vormen.
26
Openbare Versie
127. Indien KPN echter desondanks niet in staat zou zijn deze informatie aan BaByXL te leveren, zou dit er op
wijzen dat ook KPN niet kan nagaan in hoeverre de door haar gehanteerde tarieven daadwerkelijk
kostengeoriënteerd zijn.
128. Gegeven het bovenstaande is het college dan ook van oordeel dat KPN gehouden is om, binnen vier
weken na dagtekening van dit besluit, BaByXL inzicht te verschaffen in de opbouw en omvang van alle op
grond van de tussen BaByXL en KPN gesloten overeenkomsten met betrekking tot de
collocatiedienstverlening door KPN gehanteerde tarieven, en op basis van de haar ter beschikking staande
informatie inzicht te verschaffen in de omvang van de werkelijke door KPN gemaakte kosten voor elke door
BaByXL bestelde collocatie. Deze informatie dient op een eenduidige en overzichtelijke wijze aan BaByXL
gepresenteerd te worden.
De zesde vordering van BaByXL: volledig inzicht in de toekomstige kosten
129. BaByXL verzoekt het college KPN op te dragen binnen een door het college te bepalen termijn volledig
inzicht te geven in de opbouw en omvang van de nog te maken kosten voor het leveren van de door BaByXL
bestelde collocaties.
130. Het college verwijst in dit verband naar hetgeen door hem reeds in het bovenstaande onder
randnummers 123 tot en met 127 is aangevoerd met betrekking tot de vijfde vordering van BaByXL.
131. Gegeven het bovenstaande is het college dan ook van oordeel dat KPN gehouden is om, binnen vier weken na dagtekening van dit besluit, BaByXL inzicht te verschaffen in de opbouw en omvang van de nog door KPN te maken kosten voor het leveren van de door BaByXL bestelde collocaties. Deze informatie dient op een eenduidige en overzichtelijke wijze aan BaByXL gepresenteerd te worden.
De zevende vordering van BaByXL: dwangsom
132. BaByXL verzoekt het college KPN een dwangsom op te leggen voor iedere dag dat KPN de in de vijfde en
zesde vordering geformuleerde verplichtingen niet binnen de door OPTA gestelde termijn is nagekomen.
133. Met betrekking tot deze vordering merkt het college het volgende op.
134. Het college gaat er van uit dat oplegging van een dwangsom op dit moment niet nodig is om naleving
van de door het college in het kader van de vijfde en zesde vordering van BaByXL aan KPN opgelegde
verplichtingen te verzekeren. Mocht het tegendeel blijken, dan kan het college alsnog in overweging nemen
handhavende maatregelen te treffen.
27
Openbare Versie
135. Het college wijst derhalve het verzoek van BaByXL om oplegging van een last onder dwangsom af.
De achtste vordering van BaByXL: vaststelling tarieven
136. BaByXL verzoekt het college om vast te stellen dat de in het verzoekschrift genoemde en door KPN gehanteerde tarieven voor collocatie en MDF-access in strijd zijn met het bepaalde bij of krachtens de Verordening en/of de Tw omdat deze niet kostengeoriënteerd zijn, alsmede de tarieven vast te stellen die tussen BaByXL en KPN zullen gelden en in plaats van de huidige tarieven treden.
137. Het college leest deze vordering, in het licht van het in het overige in het verzoekschrift van BaByXL gestelde, als alleen betrekking hebbend op de tarieven welke verbonden zijn aan de ten behoeve van ontbundelde toegang tot de aansluitlijn geleverde collocatie-dienstverlening.
138. Het college constateert dat KPN in 2000 met betrekking tot de doorberekening van de ten behoeve van
de collocatiedienstverlening gemaakte kosten een systematiek heeft gehanteerd, waarbij zij, naar eigen
zeggen, deze kosten heeft geaggregeerd en deze vervolgens, als gemiddelde kosten, aan collocerende
partijen in rekening gebracht. Tevens constateert het college dat KPN in 2001 een tariefmodel hanteert,
waarbij de kosten van de collocatiedienstverlening weliswaar worden gedifferentieerd naar de
karakteristieken van de centrales waarbinnen wordt gecolloceerd, maar er tevens een zekere middeling van
kosten optreedt.
Tarieven vóór 1 januari 2001
139. Naar de stelling van KPN waren de door haar in de periode voorafgaand aan 1 januari 2001 in rekening
gebrachte tarieven kostengeoriënteerd. KPN hanteerde voor het aanleggen van de basisvoorzieningen in
2000 voor een volledige configuratie bestaande uit vijf kasten een tarief van fl 200.000,-. Voor een halve
configuratie, bestaande uit drie kasten, hanteerde KPN een tarief van fl 120.000,-. Het college verwijst voor
een uitgebreidere beschrijving van deze tarieven, evenals voor een omschrijving van de andere door KPN in
deze periode in rekening gebrachte tarieven naar de randnummers 95 tot en met 112. Het college constateert
dat KPN stelt dat zij de tarieven berekend heeft door de totale werkelijke kosten die verband houden met
collocatie te verdelen over het door haar geschatte aantal afnemers van deze dienst.
Het college merkt bij de door KPN gebezigde systematiek in algemene zin het volgende op.
140. Het college is ten principale, in lijn met zijn standpuntbepaling in de Richtsnoeren Collocatie, van oordeel dat de kosten welke verbonden zijn aan de collocatiedienstverlening rechtstreeks en op basis van de individuele specificaties van een collocatie(verzoek) aan partijen in rekening moeten worden gebracht.
28
Openbare Versie
141. Het college constateert dat KPN geen informatie verstrekt heeft over de individuele kostenposten, en derhalve ook niet over de tariefelementen, waarop de door haar aan aanbieders met betrekking tot de collocatiedienstverlening in 2000 in rekening gebrachte tarieven gebaseerd zijn.
142. KPN stelt in haar verweerschrift "dat het met terugwerkende kracht per locatie exact en causaal
specificeren van de uitgevoerde werkzaamheden een nagenoeg onbegonnen karwei is. (...) Ook bieden de
rekeningen van de aannemers (logischerwijs) niet altijd voldoende houvast om een eenduidig onderscheid te
maken naar de verschillende diensten of producten (Collocatie, MxStream, SDH of Lambda)". Het college
merkt op dat een aantal van de hier genoemde diensten en produkten niet alleen voor derden bestemd is,
maar ook voor KPN's eigen dienstverlening.
143. In het verweerschrift van KPN is, naar aanleiding van een aantal bedragen welke genoemd zijn in het
eerdergenoemde rapport van Grontmij, een aantal bedragen genoemd welke verbonden waren aan het
realiseren van faciliteiten ten behoeve van collocatie in de centrales Amsterdam-Centrum, Arnhem-Centrum
en Rotterdam-Middelwateringen.
144. Met betrekking tot Amsterdam-Centrum voerde KPN aan dat zij in het totaal aan kosten
had gemaakt voor het realiseren van collocatievoorzieningen. Met betrekking tot Rotterdam-
Middelwateringen voerde KPN aan dat zij aan kosten had gemaakt. Met betrekking tot Arnhem-
Centrum voerde KPN aan dat zij aan kosten had gemaakt. Met betrekking tot deze laatste
centrale gaf KPN aan dat van de genoemde totale kosten gedeeltelijk gemaakt waren ten
behoeve van collocatie, zonder dat zij op dat moment nader kon specificeren voor welk bedrag dat dan was
gebeurd.
145. Het college heeft KPN verzocht om overzichten van alle door KPN op deze locaties ten behoeve van
collocatie gemaakte kosten. Het college heeft van KPN dergelijke overzichten ontvangen. De totalen van deze
overzichten (met name offertes en facturen) bedroegen voor Amsterdam-Centrum , voor
Rotterdam-Middelwateringen en voor Arnhem-Centrum .
146. Het college constateert dat de hoogten van de hem door KPN verstrekte kostenoverzichten niet overeenkomen met de in het verweerschrift genoemde bedragen, zelfs niet wanneer deze laatste bedragen gecorrigeerd worden voor een daarin door KPN klaarblijkelijk opgenomen opslag voor een 'redelijk rendement'. Het college constateert verder dat in de hem verstrekte overzichten kosten zijn opgenomen welke niet corresponderen met activiteiten die zijn uitgevoerd ten behoeve van het realiseren van collocatievoorzieningen. In dit verband noemt het college bijvoorbeeld kosten in verband met het aanleggen van vier computervloeren in Arnhem-Centrum, terwijl daar slechts drie collocatieruimten zijn aangelegd, waarvan er overigens bovendien maar twee in gebruik genomen zijn.
147. Het college constateert verder dat er in de kostenoverzichten geen verantwoording is terug te vinden voor kosten welke op basis van de door KPN gegeven omschrijving van noodzakelijke activiteiten
29
Openbare Versie
klaarblijkelijk wel gemaakt moeten worden. Het college verwijst in dit verband bijvoorbeeld naar het ontbreken van kosten welke verbonden zijn aan het afwerken van de koppelkabels.
148. Het college constateert ook dat in de kostenoverzichten tevens kosten zijn opgenomen welke volgens
KPN geen onderdeel uitmaken van de aan partijen in rekening te brengen eenmalige kosten, maar verwerkt
zijn in de door KPN in rekening gebrachte periodieke tarieven. Het college verwijst in dit verband naar
documenten met betrekking tot de levering van accubatterijen en gelijkrichters zoals deze in het overzicht
van Arnhem-Centrum zijn opgenomen, terwijl dergelijke kosten volgens KPN verwerkt zouden zijn in het
elektriciteitstarief.
149. Het college constateert op grond van de in randnummer 142 weergegeven stelling van KPN, alsmede op
grond van de genoemde kostenoverzichten, dat KPN niet in staat is geweest de ten behoeve van
collocatiedienstverlening gemaakte kosten te specificeren c.q. dat zij dit niet gedaan heeft, los van de vraag
of zij in staat geacht moet worden dat alsnog te doen. Het college kan, op basis van het voorafgaande,
derhalve niet beoordelen of, en zo ja in hoeverre, de door KPN gehanteerde, geaggregeerde, tarieven met
betrekking tot het realiseren van voorzieningen ten behoeve van de collocatiedienstverlening voorafgaand
aan 2001 werkelijk kostengeoriënteerd zijn. In ieder geval zijn deze tarieven niet aantoonbaar
kostengeoriënteerd. Verderop zal het college eveneens ingaan op de mate van kostenoriëntatie van de
voorafgaand aan 1 januari 2001 gehanteerde periodieke tarieven.
150. Het college kan op grond van het bovenstaande derhalve ook niet beoordelen of de door KPN voor de
periode voor 1 januari 2001 gehanteerde eenmalige tarieven, aan de ten behoeve van de
collocatiedienstverlening te hanteren, en in de Richtsnoeren Collocatie uiteengezette, principes van
kostenoriëntatie voldoen.
151. Naar de oordeel van het college is er overigens geen reden voor het door KPN gehanteerde onderscheid
tussen de wijze van behandeling van de tarieven in 2000 en de wijze van behandeling van de tarieven in
2001. Zoals uit het voorafgaande moge blijken, is het college van oordeel dat de verplichtingen welke op KPN
rusten in 2001, feitelijk dezelfde waren als die op haar rustten in 2000, en dat derhalve de in de Richtsnoeren
verwoorde principes van kostenoriëntatie zowel voor 2000 als 2001 dienen te worden toegepast.
152. Het college ziet dan ook geen reden voor de structurele verschillen die, met name als gevolg van de door KPN gehanteerde systematiek, optreden tussen de door KPN in 2000 en 2001 gehanteerde tarieven voor (onderdelen van) de collocatiedienstverlening, anders dan verschillen die rechtstreeks samenhangen met veranderingen in kosten en kostenopbouw. Het college verwijst in dit verband bijvoorbeeld naar het tarief voor de koppelkabel ten behoeve van aanpalende collocatie, welke voorafgaande aan 1 januari 2001 fl 51.000,- bedroeg en na 1 januari 2001 . KPN heeft niet aannemelijk gemaakt dat dit verschil veroorzaakt wordt door veranderingen in de onderliggende kosten en kostenopbouw.
30
Openbare Versie
Tarieven na 1 januari 2001
153. Naar de stelling van KPN zijn de tarieven voor 2001 kostengeoriënteerd en zijn de door haar in 2001
gehanteerde modellen in belangrijke mate gebaseerd op de werkelijke gegevens uit 2000. Zoals in het
bovenstaande reeds is aangegeven hanteert KPN ten behoeve van de vaststelling van de tarieven met
betrekking tot de dienstverlening ten behoeve van fysieke collocatie, een opbouw welke gebaseerd is op een
tweetal modellen, te weten een model ter dekking van de kosten van KPN Vastgoed en Facilities en een model
ter dekking van de kosten van KPN Netwerkbouw. Daarnaast worden separaat tarieven in rekening gebracht
voor de (levering van de) koppelkabel en de SIP-kast.
154. Zoals in het bovenstaande reeds is aangegeven, stelt KPN dat voor alle na 31 december 2000 bestelde configuraties een maatwerktarief per locatie geldt. Het college begrijpt dat KPN klaarblijkelijk voornemens is aanbieders welke een dergelijke configuratie afnemen op basis van de feitelijk gemaakte kosten te factureren, waarbij die kosten af kunnen wijken van de geoffreerde tarieven.
155. Het is het college echter niet gebleken in welke mate en op welke punten een dergelijke nacalculatie zal verschillen van de geoffreerde bedragen. Derhalve zal het college vooralsnog ervan uitgaan dat het op basis van de modellen geoffreerde tarief ook het feitelijk in rekening gebrachte tarief zal zijn, en dat de in de modelmatige onderbouwing opgenomen tariefelementen derhalve ook feitelijk de tarieven zullen bepalen.
Het college merkt bij de door KPN gebezigde systematiek in algemene zin het volgende op.
156. Hij is ten principale, in lijn met zijn standpuntbepaling in de Richtsnoeren Collocatie, van oordeel dat de kosten welke verbonden zijn aan de collocatiedienstverlening rechtstreeks en op basis van de individuele specificaties van een collocatie(verzoek) aan partijen in rekening moeten worden gebracht.
157. Het college acht daarbij een meer modelmatige benadering, in casu een benadering waarbij voor specifieke onderdelen van de collocatiedienstverlening op basis van een prijslijst tarieven worden vastgesteld, als uitgangspunt mogelijk. Uit efficiëntieoverwegingen valt er ook iets voor een dergelijke benadering te zeggen. Daarbij geldt, onder andere uit praktische overwegingen, dan echter wel dat het daarbij om onderdelen van de dienstverlening gaat waarvoor geldt dat de kosten welke KPN maakt in het kader van die dienstverlening tussen locaties niet substantieel en wezenlijk van elkaar verschillen. De benadering op basis van de door KPN voor de tarifering na 1 januari 2001 ontwikkelde modellen doet geen recht aan dit uitgangspunt. De kosten voor bepaalde posten kunnen per locatie fundamenteel van elkaar verschillen, terwijl ze in de modellen van KPN als stelpost en dus, naar het college vooralsnog begrijpt, als gemiddelde kosten aan partijen in rekening zullen worden gebracht. Het college verwijst in dit verband met name naar de post `Bouwkundige voorzieningen' in het model voor KPN Vastgoed en Facilities en naar de post `Aanleg kabelgoten' in het model voor KPN Netwerkbouw. Het college komt later nog terug op deze posten.
31
Openbare Versie
158. Als gevolg van het hanteren van een dergelijke op stelposten gebaseerde benadering zullen sommige aanbieders geconfronteerd worden met een (deel)tarief dat (substantieel) hoger is dan de kosten die ten behoeve van de voor hen gerealiseerde voorzieningen worden gemaakt, terwijl andere aanbieders naar de aard der zaak met (substantieel) lagere tarieven geconfronteerd worden. Dit is, in het licht van de op KPN rustende en uit de regelgeving voortvloeiende plicht tot kostenoriëntatie, niet aanvaardbaar.
159. In dit verband merkt het college overigens op dat de systematiek van het in rekening brengen van gemiddelde kosten door KPN zelf ook niet consequent wordt toegepast. Zo is er in het model van KPN Vastgoed en Facilities een D-categorie, waarbij de kosten welke gemaakt worden ten behoeve van het realiseren van collocatie-faciliteiten nochtans op basis van maatwerk (en derhalve aanbieder en/of locatie- afhankelijk) worden toegerekend en in rekening gebracht.
160. Het college merkt daarbij tevens op dat ook de categoriale indeling welke zowel in het model voor KPN Vastgoed en Facilities als in het model van KPN Netwerkbouw gehanteerd wordt, er toe leidt dat er geen recht gedaan wordt aan de individuele karakteristieken van (verzoeken om) collocaties. In dit verband verwijst het college bijvoorbeeld naar het onderscheid tussen een B- en een C-locatie in het model van KPN Netwerkbouw, waarin bij de eerste locatie uitgegaan wordt van een kabelgoot van 15 meter en bij de tweede locatie van één van 80 meter, onafhankelijk van de vraag hoe lang een dergelijke kabelgoot feitelijk is. Het college constateert dat ook als gevolg van de door KPN gehanteerde categoriale indelingen (in veel gevallen) geen recht wordt gedaan aan het beginsel dat kosten rechtstreeks en op basis van de individuele specificaties van een collocatie(verzoek) aan partijen in rekening moeten worden gebracht.
161. Het college is op grond van het bovenstaande van oordeel dat de door KPN voor de periode na 1 januari
2001 gehanteerde tariefmodellen, en derhalve het tariefbouwwerk zoals dat voor die periode door KPN
gehanteerd wordt, in ieder geval op onderdelen, niet aan de ten behoeve van de collocatiedienstverlening te
hanteren, en in de Richtsnoeren Collocatie uiteengezette, principes van kostenoriëntatie en transparantie
voldoen. Gegeven het feit dat KPN voor (bepaalde onderdelen van) de dienstverlening een geaggregeerd
tarief in rekening brengt, concludeert hij derhalve ook dat dergelijke door KPN gehanteerde geaggregeerde
tarieven voor het ten behoeve van de collocatiedienstverlening realiseren van faciliteiten, zoals bijvoorbeeld
het tarief voor het realiseren van hele en halve configuraties, niet aan het vereiste van kostenoriëntatie
voldoen. Verderop zal het college eveneens ingaan op de in de periode na 1 januari 2001 gehanteerde
periodieke tarieven.
162. Indien de tarieven welke KPN berekende voor de periode voorafgaand aan 1 januari 2001
kostengeoriënteerd zijn, zoals KPN stelt, is er geen reden om aan te nemen dat de werkelijke gegevens voor
2001 afwijken van de gegevens die KPN gehanteerd heeft bij het vaststellen van de tarieven voor 2000, en is
er derhalve ook geen reden om aan te nemen dat de tarieven voor 2001 af zouden mogen wijken van die voor
2000. Gegeven het feit dat die tarieven (op onderdelen) echter verschillen, betekent dit dus, uitgaande van
de redenering van KPN, dat de tarieven voor 2000 niet kostengeoriënteerd waren. Wanneer de tarieven voor
32
Openbare Versie
2000 wel kostengeoriënteerd waren, geldt logischerwijs dat (onderdelen van) de tarieven voor 2001 dat dus
klaarblijkelijk niet zijn.
163. Samenvattend is het college van oordeel dat de eenmalige tarieven zoals KPN die voor de periode na 1
januari 2001 hanteert respectievelijk wil gaan hanteren niet allen (aantoonbaar) kostengeoriënteerd zijn. Uit
randnummer 162 volgt dat deze conclusie in nog sterkere mate ook geldt voor de tarieven die zijn
gehanteerd voor afgaand aan 1 januari 2000.
Tarifering door KPN
164. In het voorgaande heeft het college, in het licht van het eerste gedeelte van de achtste vordering van
BaByXL, een oordeel uitgesproken over het al dan niet kostengeoriënteerd zijn van de door KPN gehanteerde
geaggregeerde tarieven. Het college zal nu ingaan op het tweede gedeelte van de vordering van BaByXL,
welke het verzoek aan het college behelsde de in haar verzoekschrift genoemde en door KPN gehanteerde
tarieven voor de collocatiedienstverlening vast te stellen die tussen BaByXL en KPN zullen gelden en in plaats
van de huidige tarieven treden.
165. Het college begrijpt de onderhavige vordering als een verzoek tot het vaststellen van het bij fysieke
collocatie te hanteren standaardtarief voor zowel de hele als de halve configuratie, de tarieven voor de 48V
DC no break en 230V AC monitored supply, de tarieven verbonden aan het leveren van de koppelkabel, het
leveren van de SIP-kast en tevens tot het vaststellen van de bij aanpalende collocatie te hanteren tarieven
voor installeren van een kast en het aanleggen van een koppelkabel.
166. Het college zal, in het licht van hetgeen gesteld is in de Richtsnoeren Collocatie en in lijn met wat
eerder gemotiveerd is aangegeven, niet over kunnen gaan tot het vaststellen van geaggregeerde tarieven
welke voor alle locaties zullen gelden.
167. Zoals in het bovenstaande reeds is aangegeven is het college van oordeel dat de tarieven welke KPN in
rekening brengt voor haar collocatiedienstverlening kostengeoriënteerd dienen te zijn. Dit geldt zowel voor
de dienstverlening in de periode voor 1 januari 2001 als de dienstverlening in de periode na die datum. Zoals
in het bovenstaande ook reeds is aangegeven is het college van oordeel dat de door KPN in rekening
gebrachte eenmalig tarieven in ieder geval op onderdelen niet (aantoonbaar) kostengeoriënteerd zijn
respectievelijk waren.
168. In het bovenstaande is tevens aangegeven dat KPN gehouden is, in lijn met de Richtsnoeren Collocatie,
de kosten welke verbonden zijn aan de collocatiedienstverlening rechtstreeks en op basis van de individuele
specificaties van een collocatie(verzoek) aan partijen in rekening te brengen. Het college constateert dat KPN
in haar relatie met BaByXL geen gevolg heeft gegeven aan deze verplichting.
33
Openbare Versie
169. KPN is derhalve, in lijn met de Richtsnoeren Collocatie, gehouden BaByXL op basis van de individuele
karakteristieken van de door BaByXL afgenomen collocatiesites per collocatiesite alsnog een factuur op te
stellen, waarin de door KPN ten behoeve van de collocatiedienstverlening aan BaByXL gemaakte kosten aan
deze aanbieder in rekening kunnen worden gebracht. Het dient hierbij te gaan om naar ieder in het
onderstaande respectievelijk het dictum genoemde tariefelement gespecificeerde, en met betrekking tot die
tariefelementen met relevante bescheiden ondersteunde, facturen voor iedere centrale waarin BaByXL
colloceert. Bij dergelijke bescheiden doelt het college bijvoorbeeld op offertes en facturen van
(onder)aannemers.
170. KPN heeft, zoals in het bovenstaande reeds is weergegeven, in haar verweerschrift aangegeven dat het
met terugwerkende kracht per locatie exact en causaal specificeren van de uitgevoerde werkzaamheden een
nagenoeg onbegonnen karwei is, omdat het aantal locaties en het aantal afnemers te groot is. Ook bieden
volgens haar de rekeningen van de aannemers niet altijd voldoende houvast om een eenduidig onderscheid
te maken naar de verschillende diensten of produkten (collocatie, MxStream, SDH of Lambda).
171. Het college is echter van oordeel dat het bieden van een dergelijke specificatie per locatie van
uitgevoerde werkzaamheden, en het op basis daarvan in rekening brengen van de onderhavige gemaakte
kosten aan afnemers van de collocatiedienstverlening, een uit de wet- en regelgeving voortvloeiende
verplichting is welke op KPN rust. KPN dient derhalve binnen vier weken na dagtekening van het onderhavige
besluit voor een groot aantal in het onderstaande nader omschreven tariefelementen aan deze verplichting te
voldoen.
172. Bij een dergelijke herberekening dient KPN op basis van de individuele specificaties per locatie te
bepalen welke kosten zij aan BaByXL in rekening zal kunnen brengen. Bij het bepalen van de ten behoeve van
partijen gemaakte kosten dient KPN met betrekking tot de verschillende tariefelementen, zoals die in het
onderstaande zijn weergegeven, de aldaar beschreven verdelingsgrondslagen en verdelingssleutels te
hanteren.
173. Met verdelingsgrondslagen doelt het college op de vraag of bepaalde kosten bijvoorbeeld per strekkende
meter of per vierkante meter in rekening dienen te worden gebracht. Met verdelingssleutels doelt het college
op de vraag of bepaalde kosten bijvoorbeeld specifiek en rechtstreeks aan BaByXL in rekening dienen te
worden gebracht, of naar rato van het aantal in een collocatieruimte collocerende aanbieders.
174. De door KPN gemaakte kosten dienen daarenboven aan de hand van gespecificeerde facturen
onderbouwd te worden, waaruit bijvoorbeeld dient te blijken hoeveel meter kabelgoot tegen welke kosten
zijn aangelegd.
175. Voorzover KPN, bijvoorbeeld als gevolg van het niet beschikbaar zijn van een gespecificeerde factuur,
(op onderdelen) niet in staat is om een dergelijke nacalculatie uit te voeren, zal zij deze nacalculatie uit
moeten besteden aan een derde, onafhankelijke, partij. Over de keuze van deze partij dient zij, binnen vier
34
Openbare Versie
weken na dagtekening van dit besluit, overeenstemming te bereiken met BaByXL. Over deze keuze dienen KPN en BaByXL te rapporteren aan het college. Indien KPN en BaByXL niet over deze keuze tot overeenstemming kunnen komen, zal het college een dergelijke partij aanwijzen.
176. Deze partij dient, voor de tariefelementen waarvoor KPN geen nacalculatie kan uitvoeren, voor iedere
door BaByXL afgenomen collocatie aan de hand van de in het onderstaande geschetste
verdelingsgrondslagen, de hoogte van de desbetreffende variabelen vast te stellen en hierover per centrale
aan KPN te rapporteren.
177. KPN dient vervolgens, op basis van deze rapportages, per centrale de hoogte van de desbetreffende
variabelen te vermenigvuldigen met de in het onderstaande weergegeven normbedragen, waarna KPN de
aldus gegenereerde kostenposten in de door haar ten behoeve van BaByXL binnen acht weken na
dagtekening van dit besluit op te stellen facturen kan opnemen.
178. De in het onderstaande weergegeven normbedragen vormen, voor zover van toepassing, een
weerspiegeling van de kostengeoriënteerde tarieven en worden, gegeven de in het bovenstaande geschetste
systematiek, gehanteerd wanneer KPN niet rechtstreeks en onomstotelijk kan aantonen, welke kosten zij
feitelijk gemaakt heeft.
179. Zoals uit het vervolg zal blijken, geldt voor een aantal tariefelementen dat daarvoor geen
verdelingsgronslag respectievelijk normbedrag wordt gegeven. Een reden daarvoor kan gelegen zijn in de
constatering dat dergelijke tariefelementen op basis van een gespecificeerde factuur aan BaByXL (eventueel
naar rato) in rekening dienen te worden gebracht. Daarbij denkt het college bijvoorbeeld aan de eventueel
uitgevoerde bouwkundige werkzaamheden. Indien KPN dergelijke gespecificeerde facturen niet kan
overleggen, dient de eerdergenoemde onafhankelijke derde partij tevens een raming te maken van de kosten
van de ten behoeve van dergelijke werkzaamheden uitgevoerde activiteiten. Op basis van deze raming kunnen
deze kosten vervolgens door KPN (eventueel naar rato) aan BaByXL in rekening worden gebracht.
180. De door een derde partij opgestelde rapportage dient tezamen met de facturen aan BaByXL te worden
toegezonden.
181. Het college stelt dat indien een derde partij wordt ingeschakeld voor de herberekening van de kosten,
dit voor rekening en risico van KPN dient te gebeuren. De kosten die hiervoor gemaakt worden door KPN kan
KPN niet in rekening brengen bij BaByXL, daar het hierbij gaat om een activiteit welke rechtstreeks volgt uit
de verplichting tot kostenoriëntatie.
182. Het college merkt daarbij, vooruitlopend op hetgeen hij bij zijn beoordeling van de individuele
tariefelementen op zal merken, tevens op dat er tariefelementen respectievelijk kostenposten zijn
opgenomen in het tariefmodel van KPN waarvoor geldt dat het college op dit moment niet kan beoordelen of,
en zo ja in welke mate, deze door KPN bij BaByXL in rekening kunnen worden gebracht. KPN zal aan het
35
Openbare Versie
college nader dienen te rapporteren over de onderbouwing van deze tariefelementen, waarna het college tot een nadere oordeelsvorming zal komen. Het gaat daarbij om die tariefelementen waarvoor het college de mate van kostenoriëntatie niet kan beoordelen, maar waarvoor geldt dat het college aanneemt dat het in principe mogelijk is om een gestandaardiseerd normbedrag vast te stellen. Voor tariefelementen waarvoo5 rnaar het oordeel van het college geldt dat, gegeven de aard van de werkzaamheden, geen gestandaardiseerd normtarief zal zijn vast te stellen, geldt dat de in rekening te brengen kosten aan de hand van een gespecificeerde factuur respectievelijk een raming door een derde partij moeten worden bepaald.
183. Met betrekking tot de in het onderstaande weergegeven normbedragen merkt het college het volgende op. Het college heeft deze normbedragen bepaald op grond van een beoordeling van de hoogte van de door KPN (in haar tariefmodel) gehanteerde tariefelementen. Deze beoordeling is deels gebaseerd op de door KPN overgelegde bescheiden met betrekking tot de door haar gemaakte kosten voor de inrichting van collocatieruimten in Arnhem-Centrum, Rotterdam-Middelwateringen en Amsterdam-Centrum, respectievelijk gebaseerd op een inschatting van die kosten door het college.Daarnaast wordt het rapport van Grontmij, zoals dat is ingebracht door BaByXL, meegenoemn in de beoordeling, voor zover het bruikbaar is gebleken.
184. In dit verband merkt het college op dat, hoewel de door KPN gehanteerde tariefmodellen in eerste
instantie betrekking hadden op de tarieven voor 2001, en de inrichting van de onderhavige locaties heeft
plaatsgevonden voorafgaand aan 1 januari 2001, het college, gegeven het onder randnummer 190 gestelde,
voor de beoordeling van de tariefelementen gebruik kon maken van aan de genoemde bescheiden ontleende
informatie.
185. Indien het college op enig moment zou moeten komen tot een beoordeling van de hoogte van door KPN,
op basis van een gespecificeerde factuur en rechtstreeks, zonder tussenkomst van een onafhankelijke partij,
bij BaByXL in rekening gebrachte kosten, zal hij bij de bepaling van de redelijkheid van de hoogte van door
KPN opgevoerde kosten de in het onderstaande weergegeven normbedragen per tariefelement in zijn
afwegingen betrekken.
186. Het college merkt echter op dat het conform de geschetste systematiek, steeds in eerste instantie aan
KPN is om per locatie aan BaByXL aannemelijk te maken dat de door haar in rekening gebrachte kosten per
tariefelement kostengeoriënteerd zijn. Het college heeft met de door hem gestelde normbedragen de
bedoeling KPN te faciliteren, wanneer deze niet (meer) in staat blijkt te zijn de door haar ten behoeve van de
collocatie-dienstverlening aan BaByXL gemaakte kosten alsnog inzichtelijk te maken.
187. In algemene zin merkt het college bij de systematiek van de normbedragen op dat hij zich niet voor kan
stellen dat KPN met betrekking tot een bepaald tariefelement voor geen enkele van de door haar opgeleverde
locaties over gespecificeerde facturen beschikt. Indien hier sprake van zou blijken te zijn, zou het college
mogelijk tot de conclusie moeten komen dat het door hem op basis van door KPN verstrekte informatie
vastgestelde normtarief te hoog is.
36
Openbare Versie
189. In de nu volgende randnummers zal ingegaan worden op de randvoorwaarden (in de vorm van verdelingsgrondslagen en verdelingssleutels) die KPN bij een dergelijke herberekening in acht dient te nemen, respectievelijk de verdelingsgrondslagen, verdelingssleutels en normbedragen zoals die door KPN, na tussenkomst van een onafhankelijke derde partij, gehanteerd dienen te worden.
Tariefelementen
190. KPN heeft niet rechtstreeks informatie verstrekt over de onderbouwing van de door haar, voorafgaand
aan 1 januari 2001, in rekening gebrachte tarieven. KPN heeft echter aangegeven dat nu het door haar ten
behoeve van de tariefstelling na 1 januari 2001 gehanteerde tariefmodel "wel een gedetailleerd beeld van de
opbouw van kosten geeft, zal ter toelichting op de door KPN in 2000 voor collocatie gehanteerde tarieven
daarom gebruik worden gemaakt van dit model". Het college constateert derhalve dat de door KPN gegeven
onderbouwing van de (te offreren) tarieven voor 2001 tevens gebruikt is ter onderbouwing van de tarieven
voor 2000, respectievelijk beschouwd moeten worden als een onderbouwing van die tarieven.
191. Bovendien stelt KPN dat het tarievenmodel voor de periode na 1 januari 2001 in belangrijke mate is gebaseerd op de werkelijke gegevens uit 2000, waarbij het college overigens opmerkt dat KPN niet specificeert in welke mate gebruik is gemaakt van dergelijke gegevens.
192. Derhalve constateert het college dat een beoordeling door hem van de mate van kostenoriëntatie van de
tariefelementen welke KPN hanteert ten behoeve van haar tariefstelling voor 2001, dus tevens betrekking
heeft op de tarieven welke KPN voorafgaand aan 2001 hanteerde. Dit betekent dat de door het college in het
bovenstaande geschetste systematiek van herberekening geldt voor, en uitgevoerd moet worden bij, alle door
KPN aan BaByXL opgeleverde, respectievelijk op te leveren collocatieposities, onafhankelijk van de vraag
wanneer oplevering heeft plaatsgevonden.
193. Het college constateert tevens, op grond van de in randnummer 190 weergegeven stelling van KPN, dat
de tariefelementen welke KPN in haar model hanteerde klaarblijkelijk een volledig overzicht vormen van de
activiteiten welke zij ten behoeve van de onderhavige dienstverlening aan aanbieders uitvoert. Het college
ziet derhalve geen grond om aan te nemen dat KPN nog andere, niet in het model opgenomen, activiteiten
ten behoeve van die dienstverlening zal uitvoeren respectievelijk heeft uitgevoerd, en aan aanbieders in
rekening zal brengen.
194. Verder stelt het college vast dat op de punten waarop de inrichtingseisen van de collocatieruimten in de
loop der tijd gewijzigd zijn, de feitelijke inrichting leidend is voor het bepalen van het factuurbedrag. Zo is in
eerste instantie gekozen voor branddetectie via een puntmelder, maar werden er later zogenaamde
aspiratiesystemen geïnstalleerd. Ook zijn er mogelijk locaties waarop geen computervloer is aangelegd en er
derhalve ook geen defemgoten onder die vloer zijn aangebracht.
37
Openbare Versie
195. In de nu volgende randnummers zal het college zijn oordeel geven over de verschillende individuele tariefelementen zoals deze door KPN zijn gehanteerd, en dan met name over de relevante verdelingsgrondslagen, verdelingssleutels en normbedragen.
196. De tariefelementen zoals deze zijn opgenomen in het model `KPN Vastgoed en Facilities' worden door
KPN opgevoerd ter bestrijding van de volgende kostenposten:
- de demontage van elektrotechnische en werktuigbouwkundige voorzieningen
- bouwkundige werkzaamheden
- de aanleg van elektra en aarding
- het aanbrengen van een computervloer
- de installatie van de voedings- en verdeelkast
- het plaatsen van voedingskasten (VK6AC) ten behoeve van de bewaakte 230V voorziening
- de aanleg van de koeling
- de installatie van een ESD (Electrostatic Discharge)-tester
- de installatie van een kaartlezer ten behoeve van een gecontroleerd toegangssysteem
- de aanleg van een aspiratiesysteem ten behoeve van branddetectie
197. De tariefelementen zoals deze zijn opgenomen in het model `KPN Netwerk Bouw' worden door KPN
opgevoerd ter bestrijding van de volgende kostenposten:
- ten behoeve van fysieke collocatie:
- de installatie van een 48V DC module per aanbieder welke geplaatst dient te worden in de centrale
voedingskast (MOD 2X5)
- de aanleg van een Defemgoot (een draadkorf kabelbaan) onder de computervloer
- de aanschaf van twee kabelkasten welke naast de SIP-kast geplaatst worden
- additionele engineering
- het maken van een tekeningenpakket
- projectmanagement
- de installatie van een verdeelkast CVK 2-600 inclusief sectorverdeelkabel ten behoeve van de 48V DC
no break voorziening
- de aanleg van een kabkabel van 70 mm2 welke aangebracht dient te worden tussen de CVK en de
centrale stroomvoorziening (SVT) in de telefooncentrale
- de aanleg van een kabelgoot ten behoeve van de stroomvoorziening; van SVT naar de
collocatieruimte
- de aanleg van een kabelgoot ten behoeve van de glasvezel; van de collocatieruimte naar de
kabelkelder
- de aanschaf van twee HDPE-buizen per collocatie positie voor een verbinding van de kabelkelder naar
de erfgrens;
- het graven, leggen en afdichten van genoemde HDPE-buizen van kabelkelder naar de erfgrens;
- ten behoeve van aanpalende collocatie:
- de aanschaf van een SIP-kast k1200
38
Openbare Versie
- de installatie van LSA+NT-cassettes voor in de SIP-kast
- het plaatsen van de SIP-kast
- het aarden van de SIP-kast
- het afwerken van de breedbandbuitenkabel in SIP-kast
- de aanleg van vier breedbandbuitenkabels
- het maken van de krimplas
- het projectmanagement
198. Het huurtarief wordt door KPN opgevoerd ter bestrijding van de volgende kostenposten:
- kosten gebouw
- kosten schoonmaak
- kosten onderhoud en diverse installaties
- kosten beheer en onderhoud ruimten
- collocatie projectkosten
- kosten besturing projecten collocatie bij OVN
- kosten Carrier Services ten behoeve van collocatie
199. De tariefelementen zoals deze door KPN worden opgevoerd bij de periodieke tarieven voor de
stroomvoorziening worden opgevoerd ter bestrijding van de volgende kostenposten:
- 48V DC no break
- 230V AC unmonitored
200. De tariefelementen zoals deze door KPN worden opgevoerd bij de tarieven voor de koppelkabel en de
SIP-kast voor fysieke collocatie worden opgevoerd ter bestrijding van de volgende kostenposten:
- ten aanzien van de koppelkabel:
- het aanleggen van een kabelgoot ten behoeve van de breedbandbinnenkabels (koppelkabels) tussen
collocatieruimte en hoofdverdeler
- de aanleg van vier breedbandbinnenkabels welke tussen de collocatiepositie en de hoofdverdeler
moeten worden aangebracht
- de installatie van de LSA+NT-cassettes in de SIP-kast
- het afwerken van de breedbandbinnenkabel in de SIP-kast op de LSA+NT-cassettes
- de aanleg van een 10X2 kabel van de hoofdverdeler naar het IS/RA-punt in de SIP-kast
- het plaatsen van de LSA+NT-cassettes op hoofdverdeler en het afwerken van de binnenkabel
- de registratie
- het testen van de verbinding
- ten aanzien van de SIP-kast:
- aanschaf van de SIP-kast
- het plaatsen van de SIP-kast en de kabelkasten
- het aarden van de SIP-kast en de kabelkasten
39
Openbare Versie
201. De tariefelementen zoals deze zijn opgevoerd bij de tarieven voor de koppelkabel voor aanpalende
collocatie dienen ter bestrijding van de volgende kostenposten:
- de aanschaf van een breedbandbinnenkabel 50X4X0,5 norm 88 BB
- de aanschaf van een breedbandgrondkabel 50X4X0,5 norm 92 BB
- de aanschaf van cassettes LSA+NT voor de hoofdverdeler
- het plaatsen van deze cassettes
- het leggen en binden van vier breedbandbinnenkabels
- het plaatsen van de LSA+NT stroken op de hoofdverdeler en het afwerken van de binnenkabel
- de registratie
- het testen
202. Het college zal nu ingaan op de onderbouwing van de tarieven ter realisering van de
collocatievoorzieningen. De volgorde waarop deze tariefelementen besproken zullen worden is conform de
volgorde uit het verzoekschrift van BaByXL. Daarbij vindt de beoordeling plaats aan de hand van de
hierboven genoemde tariefelementen uit het tarievenbouwwerk van KPN.
203. Het college constateert dat BaByXL vooruitlopend op de ontvangst van het verweerschrift van KPN in het onderhavige geschil niet beschikte over een onderbouwing van de door KPN gehanteerde tarieven. Alhoewel de hoogte van een groot aantal van de in de aan BaByXL verstrekte versie van het verweerschrift opgenomen tariefelementen door KPN als bedrijfsvertrouwelijk werd gekenschetst, en BaByXL hiervan derhalve geen kennis heeft kunnen nemen, is het college niet gebleken dat BaByXL fundamentele bezwaren heeft tegen (de opsomming van) de handelingen die KPN zegt uit te moeten voeren respectievelijk de faciliteiten die zij zegt te zullen moeten installeren ten behoeve van het leveren van collocatie, noch met de stellingname van KPN dat zij de collocatieruimten inricht conform de bouwvoorschriften zoals zij die ook hanteert voor de inrichting van haar eigen zogenaamde automaatzalen. Derhalve zal het college bij zijn oordeelsvorming met betrekking tot de achtste vordering de door KPN opgesomde tariefelementen leidend laten zijn.
Fysieke collocatie
204. Het college zal allereerst ingaan op de tarieven inzake het aanleggen van faciliteiten ten behoeve van
hele en halve configuraties.
205. BaByXL komt op basis van het rapport van Grontmij voor een ruimte ingericht voor vier partijen voor een
fysieke collocatie bestaande uit in totaal vijf kasten per aanbieder op de in het verzoekschrift verwoorde eis
van fl 35.000,- voor een hele configuratie. BaByXL stelt daarenboven dat de kosten voor een halve
configuratie de helft bedragen van die voor een hele configuratie, en derhalve fl 17.500,- dienen te
bedragen.
40
Openbare Versie
206. KPN hanteerde tot 1 januari 2001 een tarief voor een volledige configuratie van fl 200.000,- en voor een halve configuratie van fl 120.000,-. De reden voor dit onderscheid is volgens KPN gelegen in het feit dat een hele configuratie bestaat uit vijf kasten en een halve configuratie uit drie kasten.
207. KPN hanteert, respectievelijk offreert, vanaf 1 januari 2001 de in de randnummers 96 tot en met 106
genoemde tarieven. Deze tarieven hadden volgens KPN betrekking op halve configuraties. Zij stelde tijdens
de hoorzitting dat ook in 2001 de verhouding tussen de tarieven voor een halve configuratie en een hele
configuratie gelijk is aan 0,6 staat tot 1. Dit betekent dat de onderhavige tarieven voor een halve
configuratie vermenigvuldigd zouden moeten worden met een factor 1,67 om tot de tarieven voor een hele
configuratie te komen.
208. Het college merkt met betrekking tot de eenmalige tarieven voor fysieke collocatie eerst in algemene zin
het volgende op.
209. Zoals in het bovenstaande reeds is aangegeven, kan het college niet overgaan tot een beoordeling van
geaggregeerde, landelijk geldende, tarieven. In dit verband merkt het college tevens op dat hij van oordeel is
dat het onderscheid tussen hele en halve configuraties vanuit het oogpunt van kostenoriëntatie niet veel
betekenis heeft is. Voor het overgrote deel van de ten behoeve van collocatie aan te leggen faciliteiten geldt
dat deze aangelegd moeten worden los van de vraag of dit ten behoeve van een hele of een halve
configuratie dient te geschieden.
210. De door KPN ingenomen stelling ten aanzien van de verhouding tussen de tarieven voor een hele en een
halve configuratie, welke zoals uit het voorgaande blijkt zowel betrekking heeft op de tarieven in 2000 als in
2001 in rekening gebracht, respectievelijk geoffreerd werden, vindt geen feitelijke basis in eventueel extra te
maken kosten voor een hele configuratie en acht het college derhalve onjuist.
211. De door BaByXL betrokken stelling dat het tarief van een hele configuratie gehalveerd dient te worden
indien het een halve configuratie betreft, is om dezelfde reden eveneens onjuist. De tarieven voor hele en
halve configuraties zullen volgens het college, gelet op het beginsel van kostenoriëntatie, niet ver
uiteenlopen.
212. Voordat het college zich in de volgende paragrafen uit zal spreken over de door KPN gehanteerde
tariefelementen, wil hij hier eerst ook nog ingaan op de bezettingsgraad.
213. BaByXL stelt dat locaties gedimensioneerd dienen te worden op basis van realistisch verwacht gebruik en stelt het onjuist te achten dat KPN bij het toerekenen van de eenmalige kosten een bezettingspercentage van 60% hanteert. Bovendien stelt BaByXL dat KPN, omdat er geen verrekeningssystematiek in de modellen van KPN geïncorporeerd is, bij een toename van het aantal collocerende partijen haar kosten meerdere malen vergoed krijgt. BaByXL vindt het verder vreemd dat aanbieders aanvankelijk wegens ruimtegebrek niet de
41
Openbare Versie
bestelde hele configuratie krijgen, maar alleen halve configuraties, terwijl vervolgens blijkt dat er helemaal geen ruimte gebrek is maar zelfs een overschot van 40%.
214. Het is het college, in reactie op de in het bovenstaande weergegeven stelling van BaByXL, niet gebleken dat KPN voor 2001 een opslag hanteert van 40%, danwel een ander percentage, om het risico van een niet- complete bezetting van een collocatieruimte af te dekken. Wel constateert het college dat KPN in een voorbeeldberekening een bezettingspercentage van 60% heeft gehanteerd.
215. Naar het college begrijpt hanteert KPN de volgende systematiek: KPN inventariseert de interesse van
aanbieders voor collocatie op een bepaalde centrale. Vervolgens richt KPN op basis van deze behoeftenpeiling
een aantal collocatieposities in die centrale in. KPN maakt echter de tarieven die zij van collocerende
aanbieders verlangt afhankelijk van het aantal partijen dat op een bepaalde locatie ook feitelijk gaat
colloceren, respectievelijk tot acceptatie van de collocatievoorzieningen overgaat. In dit verband hanteert
KPN het voorbeeld van een 42-tal locaties waar in 2000 collocatievoorzieningen zijn ingericht. Op deze 42
locaties bedroeg naar de stelling van KPN het aantal gebouwde, en naar het college begrijpt georderde, halve
configuraties 274 terwijl het aantal afgenomen locaties 159 bedroeg, hetgeen resulteert in een
bezettingsgraad van 58 %.
216. In de Richtsnoeren Collocatie heeft het college het standpunt betrokken dat, indien mogelijk, en voor
zover efficiënt, in een centralegebouw gezamenlijke collocatieruimten dienen te worden ingericht. Indien het
aantal partijen dat in eerste instantie tot collocatie overgaat kleiner is dan het aantal partijen waarvoor de
collocatieruimte is opgezet dienen de collocerende partijen de totale kosten te dragen. Later toetredende
collocerende partijen dienen naar rato te betalen aan de reeds collocerende partijen. Wanneer het opzetten
van gezamenlijke collocatieruimten zou resulteren in onredelijke hoge kosten voor collocerende partijen, kan
dit, zoals blijkt uit de Richtsnoeren Collocatie, door het college beschouwd worden als inefficiënt gedrag
zijdens KPN. Verder heeft het college de stelling betrokken dat KPN de kosten voor het realiseren van
basisvoorzieningen per collocatie (site) mag doorberekenen aan de collocerende partij(en). Het is essentieel
dat KPN de om toegang verzoekende partij vooraf inzage verstrekt in de opbouw en omvang van de
onderhavige kosten.
217. De door KPN gehanteerde systematiek doet geen recht aan de door het college in zijn Richtsnoeren
verwoorde uitgangspunten. KPN wentelt het door haar gelopen risico van het niet accepteren door een
aanbieder van een door deze aanbieder georderde collocatiepositie, volledig af op de partij of partijen die
hun collocatieposities wel accepteren.
218. Indien KPN slechts op basis van orders collocatieposities inricht, dient zij de risico's die zij eventueel
zou lopen als gevolg van het niet accepteren van aangelegde collocatievoorzieningen door een aanbieder in
haar relatie met die aanbieder af te dekken. In dit verband merkt het college op dat er een zekere
inconsistentie bestaat tussen het feit dat KPN orderende partijen om een zekerheidsstelling vraagt, en
desondanks de risico's op andere aanbieders afwentelt.
42
Openbare Versie
219. Bij het inrichten van een collocatieruimte zijn er algemene kosten welke gemaakt moeten worden, los van de vraag hoeveel aanbieders in een dergelijke ruimte zullen colloceren. Daarbij gaat het met name om de kosten voor bouwkundige voorzieningen. Een afscheidingswand kan immers niet slechts voor de helft worden opgetrokken. Voor dergelijke kosten geldt, conform de onder randnummer 216 geschetste systematiek, dat deze naar rato aan de in de ruimte collocerende aanbieders in rekening kunnen worden gebracht.
220. Het college is echter van oordeel dat allerlei andere kosten ten behoeve van het inrichten van een
collocatieruimte slechts door KPN gemaakt hoeven te worden indien zij over een order van een aanbieder
voor collocatie beschikt. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om de kosten voor het plaatsen van kabelkasten.
Gegeven het feit dat KPN het door haar gelopen risico van het niet afnemen van een georderde (en reeds
aangelegde) collocatiepositie door een aanbieder in haar relatie met die aanbieder moet afdekken, betekent
dit eveneens dat collocerende aanbieders slechts hoeven te betalen voor de kosten welke specifiek ten
behoeve van hen gemaakt worden.
221. Bij het beoordelen van de door KPN gehanteerde tarieven inzake het aanleggen van faciliteiten ten
behoeve van hele en halve configuraties zal het college gebruik maken van de tariefelementen uit het model
`KPN Vastgoed en Facilities' en op de elementen uit het model `KPN Netwerk Bouw', met uitzondering van die
elementen die betrekking hebben op de installatie van de stroomvoorziening en de aanpalende collocatie.
Bouwkundige werkzaamheden
222. Voor bouwkundige werkzaamheden heeft KPN in haar modellen bedragen opgenomen die afhankelijk
zijn van de categoriale indeling en het aantal te realiseren collocatieposities. KPN heeft geen nadere
specificatie van de door haar met betrekking tot de realisatie van de onderhavige voorzieningen gehanteerde
tarieven verstrekt. Zoals in het bovenstaande onder randnummer 179 reeds is aangegeven dienen de kosten
welke verbonden zijn aan de bouwkundige werkzaamheden naar het oordeel van het college, in lijn met
hetgeen gesteld is in de Richtsnoeren Collocatie, locatiespecifiek in rekening te worden gebracht. De
onderhavige kosten dienen derhalve op basis van het aantal in een collocatieruimte collocerende partijen
naar rato aan BaByXL in rekening te worden gebracht op basis van gespecificeerde facturen.
223. Indien KPN dergelijke gespecificeerde facturen niet kan overleggen, dient de eerdergenoemde derde
partij een raming te maken van door KPN met betrekking tot de realisatie van de onderhavige voorzieningen
gemaakte de kosten. Op basis van deze raming kunnen deze kosten vervolgens door KPN naar rato aan
BaByXL in rekening worden gebracht.
Demontage van de elektrotechnische en werktuigbouwkundige voorzieningen
224. Voor de demontage van de elektrotechnische en werktuigbouwkundige voorzieningen heeft KPN in haar
tariefmodel tarieven opgenomen die afhankelijk zijn van de categoriale indeling in het model van KPN
Vastgoed en Facilities. Ook voor dergelijke werkzaamheden geldt dat deze naar het oordeel van het college
locatiespecifiek in rekening dienen te worden gebracht. De onderhavige kosten dienen derhalve op basis van
43
Openbare Versie
het aantal in een collocatieruimte collocerende partijen naar rato aan BaByXL in rekening te worden gebracht
aan de hand van gespecificeerde facturen.
225. Indien KPN dergelijke gespecificeerde facturen niet kan overleggen, dient de eerdergenoemde derde
partij een raming te maken van door KPN met betrekking tot de demontage van de onderhavige
voorzieningen gemaakte kosten. Op basis van deze raming kunnen deze kosten vervolgens door KPN op basis
van het aantal in een collocatieruimte collocerende partijen naar rato aan BaByXL in rekening worden
gebracht.
Elektra en aarding
226. Voor de aanleg van elektra en aarding hanteert KPN een tarief van per vierkante meter
collocatieruimte. In het verzoekschrift van BaByXL wordt een tarief voor deze voorzieningen gehanteerd van
fl 526,- per vierkante meter. Op grond van de door KPN aan het college overgelegde offertes d.d. 12 april
2000, 13 april 2000, 20 september 2000, 4 oktober 2000, 3 november 2000 en 3 november 2000, met
betrekking tot de inrichting van collocatieruimten op de locatie Arnhem-Centrum komt het college tot de
conclusie dat de totale kosten, welke gemaakt zijn voor het aanleggen van elektra en aarding in een tweetal
collocatieruimten, fl 599,- per vierkante meter bedragen.
227. Het college is evenals KPN van oordeel dat de onderhavige kosten op basis van de verdelingssleutel van
vierkante meters en naar rato van het aantal in die ruimte collocerende partijen aan BaByXL op basis van een
gespedificeerde factuur in rekening moeten worden gebracht. Het college stelt het normbedrag voor de
aanleg van elektra en aarding, wanneer KPN geen gespecificeerde facturen kan overleggen, vast op fl 599,-
per vierkante meter.
Computervloer
228. Voor het aanbrengen van een computervloer hanteert KPN een tarief van per vierkante meter. In
het verzoekschrift van BaByXL wordt een tarief voor deze voorziening gehanteerd van fl 225,- per vierkante
meter. Op grond van de door KPN aan het college overgelegde bescheiden met betrekking tot de inrichting
van collocatieruimten op de locaties Arnhem-Centrum en Rotterdam-Middelwateringen is het college van
oordeel dat het door KPN gehanteerde tarief niet hoger dan kostengeoriënteerd is.
229. Het college is evenals KPN van oordeel dat de onderhavige kosten op basis van de verdelingssleutel van vierkante meters en naar rato van het aantal in die ruimte collocerende partijen op basis van gespecificeerde facturen aan BaByXL in rekening moeten worden gebracht. Het college stelt het normbedrag voor het aanbrengen van een computervloer, wanneer KPN geen gespecificeerde facturen kan overleggen, conform het tariefmodel van KPN vast op fl 300,- per vierkante meter.
Koeling
230. Voor de aanleg van de koeling hanteert KPN tarieven die afhankelijk zijn van het aantal in te richten
collocatie-posities. Het tarief bedraagt bijvoorbeeld, indien er sprake is van vier collocerende partijen (op
44
Openbare Versie
basis van halve configuraties) . In het verzoekschrift van BaByXL wordt, bij vier collocerende partijen met hele configuraties, uitgegaan van een tarief voor deze voorziening van . Volgens de door BaByXL geschetste systematiek zou dit betekenen dat zij uitgaat van een tarief voor de aanleg van koeling ten behoeve van vier halve configuraties van fl 23.868,-.
231. Het college constateert dat de omvang van de ten behoeve van koeling uit te voeren werkzaamheden en te treffen voorzieningen sterk verschillen, afhankelijk van de specificaties van een collocatieruimte en van het aantal in een ruimte collocerende, respectievelijk te colloceren, aanbieders.
232. Voor dergelijke werkzaamheden geldt naar het oordeel van het college, en in lijn met hetgeen in het
voorgaande gesteld werd met betrekking tot `Bouwkundige werkzaamheden', dat deze locatiespecifiek in
rekening dienen te worden gebracht. De kosten voor de aanschaf en aanleg van koeling dienen op basis van
het aantal in een collocatieruimte collocerende partijen naar rato aan BaByXL in rekening te worden gebracht
op basis van gespecificeerde facturen.
233. Indien KPN dergelijke gespecificeerde facturen niet kan overleggen, dient de eerdergenoemde derde
partij een raming te maken van door KPN met betrekking tot de realisatie van de onderhavige voorzieningen
gemaakte de kosten. Op basis van deze raming kunnen deze kosten vervolgens door KPN naar rato aan
BaByXL in rekening worden gebracht.
ESD-tester
234. Voor de installatie van een ESD-tester hanteert KPN een normbedrag van per collocatieruimte.
In het verzoekschrift van BaByXL is geen tarief voor deze voorziening opgenomen.
235. Op basis van een tweetal door KPN aan het college overgelegde offertes d.d. 10 november 2000 en juli 2000 met betrekking tot de inrichting van collocatieruimten in Rotterdam-Middelwateringen, constateert het college dat KPN voor de aanschaf en installatie van een dergelijke ESD-tester fl 1109,50 betaalt.
236. De kosten voor de aanschaf en aanleg van een ESD-tester dienen op basis van het aantal in een collocatieruimte collocerende partijen naar rato aan BaByXL in rekening te worden gebracht op basis van gespecificeerde facturen. Het college stelt het normbedrag voor de aanschaf en installatie van een ESD- tester, wanneer KPN geen gespecificeerde facturen kan overleggen, vast op fl 1109,50.
Kaartlezer
237. Voor de installatie van een kaartlezer hanteert KPN een tarief van per collocatieruimte. In het
verzoekschrift van BaByXL wordt een tarief voor een 'access installatie' gehanteerd van fl 1500,-. Op grond
van de door KPN aan het college overgelegde bescheiden met betrekking tot de inrichting van
collocatieruimten op de locatie Arnhem-Centrum en Rotterdam-Middelwateringen is het college van oordeel
dat het door KPN gehanteerde normbedrag niet hoger dan kostengeoriënteerd is.
45
Openbare Versie
238. Het college is van oordeel dat de onderhavige kosten naar rato van het aantal in die ruimte collocerende partijen op basis van gespecificeerde facturen aan BaByXL in rekening moeten worden gebracht. Het college stelt het normbedrag voor de aanleg van een kaartlezer, wanneer KPN geen gespecificeerde facturen kan overleggen, conform het tariefmodel van KPN vast op fl 8000,-.
Aspiratiesysteem
239. Voor het aspiratiesysteem hanteert KPN een tarief van per collocatieruimte. Naar het college
begrijpt, dekt dit tarief niet slechts het aspiratiesysteem, maar eveneens de kosten van een
brandmeldinstallatie alsmede van de bekabeling naar een centraal punt. In het verzoekschrift van BaByXL is,
bij vier collocerende partijen, een tarief voor deze voorziening opgenomen van fl 3000,-. Op grond van de
door KPN aan het college overgelegde offertes en ramingskosten met betrekking tot de inrichting van
collocatieruimten op de locaties Arnhem-Centrum, Amsterdam-Centrum en Rotterdam-Middelwateringen is
het college van oordeel dat het door KPN gehanteerde tarief gemiddeld genomen niet hoger dan
kostengeoriënteerd is.
240. Het college is van oordeel dat de onderhavige kosten naar rato van het aantal in die ruimte collocerende
partijen op basis van gespecificeerde facturen aan BaByXL in rekening moeten worden gebracht. Het college
stelt het normbedrag voor de aanleg van een aspiratiesysteem in casu een brandbeveiligingssysteem,
wanneer KPN geen gespecificeerde facturen kan overleggen, conform het tariefmodel van KPN vast op fl
22.000,-.
241. Het college merkt daarbij echter op dat indien er geen aspiratiesysteem, maar een systeem van
puntdetectie is aangelegd, natuurlijk slechts de kosten van een dergelijk systeem, die aanmerkelijk lager zijn,
in rekening kunnen worden gebracht.
Defemgoot
242. Voor de aanleg van defemgoten onder de computervloer hanteert KPN in het geval van een locatie welke
op basis van het model voor `KPN Netwerkbouw' gecategoriseerd wordt als een categorie B-locatie een tarief
van per collocatiepositie. In het geval van een categorie C-locatie hanteert KPN een tarief van
.
243. In het verzoekschrift van BaByXL is een tarief voor kabelgootsystemen opgenomen. Hieronder vallen
echter alle kabelgoten en wordt het tarief voor de defemgoten niet nader gespecificeerd.
244. KPN voert met betrekking tot de aanleg van Defem-goten op een B-locatie kosten op per aanbieder voor de aanleg van 220 mm brede en 320 mm brede goten. Zij gaat, met betrekking tot de 220 mm brede goten, uit van aan materiaalkosten en aan loonkosten. Met betrekking tot de 320 mm brede goten gaat zij uit van aan materiaalkosten en aan loonkosten.
46
Openbare Versie
245. Het college constateert op basis van de prijslijst van KPN Inkoop en Logistiek, waarin voor een defemgoot van 220 mmm een inkoopprijs van vermeld staat, en voor een defemgoot van 320 mm een inkoopprijs van , dat KPN bij een B-locatie uitgaat van de aanleg van 8 gootstukken van beide maten, en derhalve van 24 meter goot in beide maten.Tevens constateert het college dat KPN voor de montage van een gootstuk uitgaat van loonkosten van .
246. KPN voert ook met betrekking tot de aanleg van Defem-goten op een C-locatie kosten op per aanbieder voor de aanleg van 220 mm brede en 320 mm brede goten. Zij gaat, met betrekking tot de 220 mm brede goten, uit van aan materiaalkosten en aan loonkosten. Met betrekking tot de 320 mm brede goten gaat zij uit van aan materiaalkosten en aan loonkosten.
247. Het college constateert, wederom op basis van de prijslijst van KPN Inkoop en Logistiek, dat KPN bij een
C-locatie klaarblijkelijk uitgaat van de aanleg van 12 gootstukken van beide maten, en derhalve van 36 meter
goot in beide maten. Tevens constateert het college dat KPN voor de montage van een gootstuk ook hier
uitgaat van loonkosten van .
248. Het college merkt op dat het hanteren van verschillende (geaggregeerde) tarieven door KPN bij een B-
of een C-locatie hem in het geval van defemgoten bevreemd. Het verschil tussen B- en C-locaties is immers
gelegen in een verschil in afstand tussen de collocatieruimte en andere ruimten in een centrale. Defemgoten
worden echter in de collocatieruimte zelf ingezet. Er is in dit verband ook geen reden om a priori aan te
nemen dat een collocatieruimte op een B-locatie er anders uitziet dan een ruimte op een C-locatie.
249. Een defemgoot heeft een lengte van drie meter. Het college constateert dat KPN voor de aanschaf en aanleg van een 220 mm brede goot in het totaal aan kosten opvoert, en derhalve per meter. Het college constateert verder dat KPN voor de aanschaf en aanleg van een 320 mm brede goot in het totaal aan kosten opvoert, en derhalve per meter.
250. Het college is van oordeel dat de kosten voor de aanleg van defemgoten op basis van het aantal
strekkende meters rechtstreeks aan de hand van gespecificeerde facturen aan BaByXL in rekening moeten
worden gebracht. Het college stelt het normbedrag voor de aanleg van defemgoten, wanneer KPN geen
gespecificeerde facturen kan overleggen, vast op fl 60,95 per strekkende meter voor de 220 mm brede goot
en op fl 65,62 voor de 320 mm brede goot.
Kabelkasten
251. Voor de aanschaf van twee kabelkasten hanteert KPN een tarief van per collocatiepostie. In het
verzoekschrift van BaByXL is geen tarief voor deze voorziening opgenomen. Op grond van een
inkoopopdracht van KPN d.d. 14 april 2000 met betrekking tot de inrichting van collocatieruimten op de
locatie Arnhem-Centrum, constateert het college dat KPN uitgaat van een inkoopsom van per
kabelkast.
47
Openbare Versie
252. Het college is van oordeel dat de onderhavige kosten rechtstreeks aan BaByXL in rekening moeten worden gebracht op basis van gespecificeerde facturen. Het college stelt het normbedrag voor een kabelkast, wanneer KPN geen gespecificeerde facturen kan overleggen, vast op fl 959,-.
Additionele engineering / tekeningpakket / projectmanagement 253. Met betrekking tot de kosten welke door KPN zijn opgevoerd in verband met projectmanagement, het opstellen van een tekeningenpakket en additionele engineering verwijst het college naar hetgeen hierover verderop, onder de randnummer 413, wordt opgemerkt.
Kabelgoten ten behoeve van koppelkabels, glasvezels en de stroomvoorziening
254. Per locatie dienen kabelgoten aangelegd te worden, te weten ten behoeve van de stroomvoorziening, de
glasvezel en de koppelkabel.
255. Voor het aanbrengen van kabelgoten ten behoeve van koppelkabels hanteert KPN, op grond van het feit
of het om een B- of een C-locatie gaat volgens het model `KPN Netwerkbouw', tarieven van bij 15
meter kabelgoot respectievelijk bij 80 meter kabelgoot. Omgerekend komt dit neer op per
strekkende meter, respectievelijk per strekkende meter.
256. In het verzoekschrift van BaByXL is een tarief voor kabelgootsystemen opgenomen. Hieronder vallen echter alle kabelgoten en wordt het tarief niet nader per goot gespecificeerd.
257. Op basis van een offerte van 11 april 2000 betreffende de aanleg van kabelgoten voor de locatie Arnhem Centrum constateert het college dat voor de aanschaf en aanleg van 261 meter kabelgoot een totaal bedrag van werd gerekend. Dit was inclusief montage, bochten, alsmede stijg- en daalstukken. Voor het aanleggen van deze voorziening werd derhalve een tarief van per meter gerekend.
258. Het college merkt op dat de kosten welke verbonden zijn aan het aanleggen van kabelgoten rechtstreeks
afhankelijk zijn van het aantal meter dat overbrugd dient te worden. Het doet derhalve meer recht aan het
principe van kostenoriëntatie wanneer de kosten van deze goten per strekkende meter goot worden
doorberekend.
259. De in het bovenstaande geschetste kostentoerekeningssystematiek geldt eveneens wanneer de
onderhavige kabelgoten zijn aangelegd ten behoeve van, of eveneens gebruikt worden voor, de
stroomvoorziening of glasvezels. Het college merkt op dat het mogelijk is om meerdere aanbieders van één
kabelgoot gebruik te laten maken respectievelijk door het gebruik van tussenschotten meerdere soorten
kabels door één en dezelfde kabelgoot te laten lopen.
260. Het college is van oordeel dat de onderhavige kosten op basis van de verdelingssleutel van strekkende meters en op basis van de verdelingsgrondslag van het aantal van een specifieke kabelgoot gebruik makende partijen naar rato op basis van gespecificeerde facturen aan BaByXL in rekening moeten worden gebracht.
48
Openbare Versie
Het college stelt het normbedrag voor de aanleg van kabelgoten, wanneer KPN geen gespecificeerde facturen kan overleggen, vast op fl 268,39 per strekkende meter.
HDPE-buizen; aanschaf
261. Voor de aanschaf van twee HDPE-buizen per collocerende aanbieder van maximaal 50 meter, welke
gelegd worden tussen de kabelkelder en de erfgrens, hanteert KPN een tarief van per
collocatieruimte. In het verzoekschrift van BaByXL is geen tarief voor de aanschaf van deze voorzieningen
opgenomen.
262. Het college merkt op dat de kosten welke verbonden zijn aan de aanschaf van HDPE-buizen rechtstreeks
afhankelijk zijn van de lengte van de benodigde buizen. Het doet derhalve meer recht aan het principe van
kostenoriëntatie wanneer de kosten van deze buizen per strekkende meter worden doorberekend.
263. Op basis van de prijslijst van KPN Inkoop en Logistiek constateert het college dat KPN dergelijke buizen inkoopt voor per strekkende meter. Het college constateert derhalve eveneens dat het door KPN gehanteerde tarief van fl 1950,- voor buizen ten behoeve van alle collocerende aanbieders alleen kostengeoriënteerd kan zijn indien er sprake zou zijn van 11 collocerende aanbieders.
264. Het college is van oordeel dat de onderhavige kosten rechtstreeks op basis van gespecificeerde facturen
aan BaByXL in rekening moeten worden gebracht. Het college stelt het normbedrag voor de aanschaf van
HDPE-buizen, wanneer KPN geen gespecificeerde facturen kan overleggen, vast op fl 1,77 per strekkende
meter.
HDPE-buizen; aanleg
265. Voor het graven, leggen en afdichten van twee HDPE-buizen per collocerende aanbieder hanteert KPN
een tarief van per collocatieruimte. In het verzoekschrift van BaByXL is geen tarief voor de aanleg
van deze voorzieningen opgenomen.
266. De door KPN aan het college overgelegde bescheiden met betrekking tot de inrichting van
collocatieruimten op de locaties Arnhem-Centrum, Rotterdam-Middelwateringen en Amsterdam-Centrum
bevatten geen gegevens met betrekking tot de aanleg van de onderhavige voorziening. Het college kan
derhalve de mate van kostenoriëntatie van het door KPN gehanteerde tarief vooralsnog niet beoordelen.
267. De omvang van de met betrekking tot de aanleg van HDPE-buizen uit te voeren werkzaamheden zal sterk afhankelijk zijn van de situatie ter plaatse. Voor dergelijke werkzaamheden geldt dat deze naar het oordeel van het college locatiespecifiek in rekening dienen te worden gebracht. De onderhavige kosten dienen derhalve op basis van het aantal in een collocatieruimte collocerende partijen naar rato aan BaByXL in rekening te worden gebracht op basis van gespecificeerde facturen.
49
Openbare Versie
268. Indien KPN dergelijke gespecificeerde facturen niet kan overleggen, dient de eerdergenoemde derde
partij een raming te maken van door KPN met betrekking tot de aanleg van de onderhavige voorzieningen
gemaakte de kosten. Op basis van deze raming kunnen deze kosten vervolgens door KPN naar rato aan
BaByXL in rekening worden gebracht.
Tarieven stroomvoorziening
269. In de tarieven voor de stroomvoorziening zijn de tariefelementen uit het model `KPN Vastgoed en
Facilities' en de elementen uit het model `KPN Netwerk Bouw" opgenomen die betrekking hebben op de
installatie van de stroomvoorziening en tevens de tariefelementen zoals deze zijn opgevoerd bij de periodieke
tarieven voor de stroomvoorziening.
270. KPN brengt een aantal voorzieningen naar rato in rekening bij alle in een collocatieruimte collocerende
aanbieders en een aantal zaken rechtstreeks bij de individuele aanbieders. Bij de eerste soort voorzieningen
gaat het om een algemene voering- en verdeelkast ten behoeve van 230 V AC, een centrale verdeelkast (CVK
2-600) ten behoeve van 48 V DC, de sectorverdeelkabel en de kabkabel. Bij de tweede soort voorzieningen
gaat het om een voedingskast (VK6AC) ten behoeve van 230 V AC en om modules welke voor iedere aanbieder
geinstalleerd worden in de CVK 2-600.
Algemene voeding - en verdeelkast
271. Voor de voeding en verdeelkast hanteert KPN, als onderdeel van het model 'KPN Vastgoed en Facilities',
een tarief dat afhankelijk is van het aantal in een collocatieruimte collocerende aanbieders. Indien er
bijvoorbeeld sprake is van vier collocerende partijen rekent zij een tarief van . Het gaat hierbij, naar
het college begrijpt, om de installatie in een (sub)verdeelkast voor 230 V AC onbewaakt van één afgaande
groep van 25 Ampére per aanbieder.
272. KPN heeft geen nadere specificatie van de door haar met betrekking tot de realisatie van de onderhavige
voorzieningen gehanteerde tarieven verstrekt. Ook in de door KPN aan het college overgelegde bescheiden
met betrekking tot de inrichting van collocatieruimten op de locaties Arnhem-Centrum, Rotterdam-
Middelwateringen en Amsterdam-Centrum zijn geen gegevens opgenomen met betrekking tot de aanschaf en
aanleg van de onderhavige voorziening.
273. Naar het college begrijpt kunnen de kosten welke verbonden zijn aan het realiseren van de onderhavige
voorziening aanmerkelijk verschillen per locatie. In lijn met hetgeen gesteld is in de Richtsnoeren Collocatie,
dienen deze kosten dan ook locatiespecifiek in rekening te worden gebracht. De onderhavige kosten dienen
derhalve op basis van het aantal in een collocatieruimte collocerende partijen naar rato aan BaByXL in
rekening te worden gebracht op basis van gespecificeerde facturen.
50
Openbare Versie
274. Indien KPN dergelijke gespecificeerde facturen niet kan overleggen, dient de eerdergenoemde derde
partij een raming te maken van door KPN met betrekking tot de realisatie van de onderhavige voorzieningen
gemaakte de kosten. Op basis van deze raming kunnen deze kosten vervolgens door KPN naar rato aan
BaByXL in rekening worden gebracht.
Centrale verdeelkast (CVK 2-600) ten bate van 48 V DC
275. Voor de centrale verdeelkast inclusief de sector verdeelkabel is door KPN een tarief opgenomen van fl
(voor een type B-locatie) en (indien het een type C-locatie betreft) . Deze tarieven omvatten
echter niet alleen de aanschaf en aanleg van deze faciliteit, maar ook de aanschaf en aanleg van de
sectorverdeelkabel.
276. Uit een gevraagde nadere onderbouwing blijkt dat KPN een tarief voor de aanschaf van de CVK 2-600
hanteert van . In de prijslijst van KPN Inkoop en Logistiek is echter sprake van een tarief van
.
277. KPN voert voor de aanleg van deze verdeelkast kosten op van Het college heeft geen reden aan
te nemen dat dit tarief niet kostengeoriënteerd is.
278. Het college is van oordeel dat de onderhavige kosten naar rato van het aantal in die ruimte collocerende
partijen op basis van gespecificeerde facturen aan BaByXL in rekening moeten worden gebracht. Het college
stelt het normbedrag voor de aanschaf en aanleg van een CVK 2-600, wanneer KPN geen gespecificeerde
facturen kan overleggen, vast op fl 6748,61.
MOD2x5D02 modulen
279. De CVK 2-600 kast wordt voor iedere collocerende aanbieder gevuld met de benodigde MOD2x5D02
modulen. KPN rekent voor de installatie van deze modulen een tarief van fl 3100,-
280. KPN voert voor de aanschaf van deze modulen kosten op van . Het college heeft geen reden aan te nemen dat dit bedrag niet kostengeoriënteerd is. KPN voert voor de installatie van de modulen kosten op van . Het college heeft geen reden aan te nemen dat dit bedrag niet kostengeoriënteerd is.
281. Het college is van oordeel dat de onderhavige kosten rechtstreeks op basis van gespecificeerde facturen
aan BaByXL in rekening moeten worden gebracht. Het college stelt het normbedrag voor de aanschaf en
aanleg van MOD2x5D02 modulen, wanneer KPN geen gespecificeerde facturen kan overleggen, conform het
tariefmodel van KPN, vast op fl 3100,-.
Voedingskast (VK6AC) ten behoeve van 230 V AC
282. Voor de aanschaf en aanleg van een voedingskast VK6AC hanteert KPN, als onderdeel van het model
'KPN Vastgoed en Facilities', een tarief dat afhankelijk is van het aantal in een collocatieruimte collocerende
aanbieders, maar rekent zij daarbij met een tarief van voor iedere collocerende aanbieder. Indien er
51
Openbare Versie
bijvoorbeeld sprake is van vier collocerende partijen rekent zij een tarief van . Het gaat hierbij, naar
het college begrijpt, om een secundaire distributiekast per aanbieder ten behoeve van 230 V AC welke in de
collocatieruimte wordt geïnstalleerd.
283. Op basis van een offerte van 4 oktober 2000 voor de inrichting van een collocatieruimte in Arnhem-
Centrum constateert het college dat voor de aanschaf en aanleg een tiental VK6AC's een bedrag van
werd gerekend.
284. Het college is van oordeel dat de onderhavige kosten rechtstreeks op basis van gespecificeerde facturen
aan BaByXL in rekening moeten worden gebracht. Het college stelt het normbedrag voor de aanschaf en
aanleg van een VK6AC, wanneer KPN geen gespecificeerde facturen kan overleggen, conform het tariefmodel
van KPN, vast op fl 2700,-.
Sectorverdeelkabel
286. Voor de aanschaf van een sectorverdeelkabel voert KPN kosten op van bij een B-locatie en
van bij een C-lokatie.
287. Uitgaande van de door KPN gestipuleerde afstand tussen de SVT en de collocatiruimte van 15 meter bij
een B-locatie en 80 meter bij een C-locatie, zou dit neerkomen op aanschafkosten van
respectievelijk per strekkende meter.
288. Zoals in het voorgaande reeds is aangegeven, doet het meer recht aan het principe van kostenoriëntatie als het tarief voor dergelijke kabels ook per strekkende meter aan BaByXL in rekening zou worden gebracht.
289. Op grond van een inkoopopdracht van KPN d.d. 26 september 2000 met betrekking tot de inrichting van collocatieruimten op de locatie Arnhem-Centrum, constateert het college dat KPN een inkoopsom hanteert van per strekkende meter voor de aanschaf van een sectorverdeelkabel.
290. Het college is van oordeel dat de onderhavige kosten rechtstreeks op basis van gespecificeerde facturen
aan BaByXL in rekening moeten worden gebracht. Het college stelt het normbedrag voor de aanschaf van een
sectorverdeelkabel, wanneer KPN geen gespecificeerde facturen kan overleggen, vast op fl 129,50 per
strekkende meter.
291. KPN voert kosten op voor de aanleg van de sectorverdeelkabel van bij een B-locatie en
bij een C-locatie.
292. KPN heeft geen nadere specificatie van de door haar met betrekking tot de aanleg van
sectorverdeelkabels gehanteerde tarieven verstrekt. Ook in de door KPN aan het college overgelegde
bescheiden met betrekking tot de inrichting van collocatieruimten op de locaties Arnhem-Centrum,
Rotterdam-Middelwateringen en Amsterdam-Centrum zijn geen nadere gegevens opgenomen.
52
Openbare Versie
293. Het college merkt op dat de omvang van de met betrekking tot de aanleg van de sectorverdeelkabel uit te voeren werkzaamheden sterk afhankelijk zal zijn van de situatie ter plaatse. Dergelijke kosten dienen dan ook locatiespecifiek in rekening te worden gebracht. Naar de mening van het college dienen onderhavige kosten op basis van het aantal in een collocatieruimte collocerende partijen naar rato aan BaByXL in rekening te worden gebracht op basis van gespecificeerde facturen.
294. Indien KPN dergelijke gespecificeerde facturen niet kan overleggen, dient de eerdergenoemde derde
partij een raming te maken van door KPN met betrekking tot de realisatie van de onderhavige voorzieningen
gemaakte kosten. Op basis van deze raming kunnen deze kosten vervolgens door KPN naar rato aan BaByXL in
rekening worden gebracht.
Kabkabel
295. Voor de aanschaf van een kabkabel voert KPN kosten op van bij een B-locatie en van
bij een C-lokatie.
296. Uitgaande van de door KPN gestipuleerde afstand tussen de SVT en de collocatieruimte van 15 meter bij
een B-locatie en 80 meter bij een C-locatie, zou dit neerkomen op aanschafkosten van respectievelijk
per strekkende meter.
297. Zoals in het voorgaande reeds is aangegeven, doet het meer recht aan het principe van kostenoriëntatie
als het tarief voor dergelijke kabels ook per strekkende meter aan BaByXL in rekening zou worden gebracht.
298. Op grond van een inkoopopdracht van KPN d.d. 26 september 2000 met betrekking tot de inrichting van collocatieruimten op de locatie Arnhem-Centrum, constateert het college dat KPN uitgaat van een inkoopsom van per strekkende meter voor de aanschaf van een kabkabel.
299. Het college is van oordeel dat de onderhavige kosten rechtstreeks op basis van gespecificeerde facturen aan BaByXL in rekening moeten worden gebracht. Het college stelt het normbedrag voor de aanschaf van een kabkabel, wanneer KPN geen gespecificeerde facturen kan overleggen, vast op fl 9,80 per strekkende meter.
300. KPN voert kosten op voor de aanleg van de kabkabel van bij een B-locatie en bij een
C-locatie.
301. KPN heeft geen nadere specificatie van de door haar met betrekking tot de aanleg van kabkabels
gehanteerde tarieven verstrekt. Ook in de door KPN aan het college overgelegde bescheiden met betrekking
tot de inrichting van collocatieruimten op de locaties Arnhem-Centrum, Rotterdam-Middelwateringen en
Amsterdam-Centrum zijn geen nadere gegevens opgenomen.
53
Openbare Versie
302. Naar de mening van het college dienen onderhavige kosten op basis van het aantal in een
collocatieruimte collocerende partijen naar rato aan BaByXL in rekening te worden gebracht op basis van
gespecificeerde facturen.
303. Indien KPN dergelijke gespecificeerde facturen niet kan overleggen, dient de eerdergenoemde derde
partij een raming te maken van door KPN met betrekking tot de realisatie van de onderhavige voorzieningen
gemaakte de kosten. Op basis van deze raming kunnen deze kosten vervolgens door KPN naar rato aan
BaByXL in rekening worden gebracht.
Periodieke tarieven
304. KPN brengt aan BaByXL kosten in rekening voor de geleverde elektriciteit. KPN stelt dat de gemiddelde
inkoopprijs van een kilowattuur bij de energieleveranciers ongeveer bedraagt.
305. Indien een aanbieder 230 Volt bewaakt afneemt levert KPN naast de doorgifte van de stroom eveneens een noodstroomvoorziening. De aanbieder betaalt in dit geval fl 620,- per Ampère gezekerde waarde. Dit bedrag is volgens KPN equivalent aan fl 0,25 per kilowattuur. Dit betekent dat naast de directe kosten de aanbieder voor fl 0,10 bijdraagt aan de dekking van de kosten van de noodstroomvoorziening (afschrijving, onderhoud etcetera). Indien de aanbieder 48 Volt afneemt, betaalt de aanbieder fl 300,- per Ampère gezekerde waarde, hetgeen volgens KPN equivalent is met fl 0,45 per kilowattuur. Deze meerprijs ten opzichte van 230 Volt dient volgens KPN ter bestrijding van de kosten voor accu's, omvormers en gelijkrichters (afschrijving, onderhoud etcetera).
306. BaByXL stelt dat het tarief voor 48 Volts-voeding voor een hele configuratie, bestaande uit vier kasten met actieve apparatuur, en gebaseerd op een opgenomen vermogen van 12 Ampère per kast, uitgaande van een kostprijs van fl 0,23 per kWh, fl 425,50 per maand zou moeten bedragen. KPN verrekent het verbruik daarentegen op basis van afgezekerd vermogen. Volgens BaByXL verrekent KPN het verbruik op basis van afgezekerd vermogen en bedraagt het afgezekerd vermogen bij 48 Volt 125 Ampère. Het door KPN in rekening gebrachte tarief zou dan fl 3125,- per maand bedragen.
307. BaByXL stelt dat ook de 230V AC monitored supply usage gebaseerd moet zijn op het feitelijke
energieverbruik.
308. Het college heeft in de Richtsnoeren Collocatie het volgende gesteld: "De aan collocerende partijen naar
gebruik in rekening gebrachte kosten voor elektriciteit dienen gebaseerd te zijn op de werkelijk gemaakte
kosten. Het college acht het niet redelijk wanneer KPN collocerende partijen voor de door hen gebruikte
elektriciteit een hogere prijs berekent dan de prijs die zij door haar elektriciteitsleverancier in rekening
gebracht krijgt".
309. In lijn met hetgeen gesteld is in de Richtsnoeren, acht het college het onjuist om in de periodieke
tarieven voor stroomvoorziening uit te gaan van afgezekerde waarde. Afgezekerde waarde vertoont geen
54
Openbare Versie
samenhang met periodiek werkelijk gemaakte kosten. KPN kan derhalve aan BaByXL met betrekking tot de stroomvoorziening slechts het feitelijk afgenomen vermogen in rekening te brengen op basis van de kilowattuurprijs die zij op haar beurt door haar energieleverancier in rekening gebracht krijgt.
310. Indien KPN niet (alsnog) de hoeveelheid kWh kan berekenen welke door BaByXL is afgenomen, dient de
derde onafhankelijke partij een raming op te stellen van het werkelijke verbruik van BaByXL op basis van het
gemiddeld afgenomen vermogen van de actieve apparatuur. Op basis van deze raming en de kilowattuurprijs
die KPN door haar energieleverancier in rekening gebracht krijgt, kan KPN vervolgens de kosten bij BaByXL in
rekening brengen.
311. Met betrekking tot de kosten voor de noodstroomvoorziening en de kosten voor het onderhoud van
accu's, omvormers en gelijkrichters merkt het college op dat KPN deze kosten niet via het periodieke
energietarief in rekening kan brengen, maar dit dient te doen via een apart tarief. KPN heeft echter geen
voldoende gespecificeerde onderbouwing verstrekt van de door haar gehanteerde opslag op de
elektriciteitstarieven. Het college kan derhalve de mate van kostenoriëntatie van (de opslag op) deze
tarieven op dit moment niet beoordelen. KPN dient daarom binnen drie weken na dagtekening van dit besluit
een nadere onderbouwing van deze kosten aan het college ter beoordeling te overleggen, waarna het college
op basis van deze nadere onderbouwing zal beoordelen of de onderhavige tarieven kostengeoriënteerd zijn.
Levering koppelkabel
312. In de tarieven voor de koppelkabel zijn de tariefelementen opgenomen zoals deze zijn opgevoerd bij de
tarieven voor de koppelkabel voor fysieke collocatie.
313. BaByXL stelt dat een kostengeoriënteerd tarief voor een koppelkabel met een capaciteit van 400",
inclusief de opslag voor een redelijk rendement, fl 14.378,- bedraagt. BaByXL stelt voorts dat een
kostengeoriënteerd tarief voor een koppelkabel met een capaciteit van 600", inclusief de opslag voor een
redelijk rendement, fl 23.226,- bedraagt.
314. Voor het aanleggen van de koppelkabel rekent KPN algemene kosten en kosten per collocatiepositie. Het
algemene gedeelte dekt de kosten van het aanleggen van de kabelgoot. Het college verwijst voor de kosten
verbonden aan het installeren van kabelgoten ten behoeve van de koppelkabels naar hetgeen verwoord is
onder de randnummers 254 tot en met 260.
315. Het specifieke gedeelte dekt de kosten van het leveren, leggen, en monteren van de koppelkabel, het
leveren en plaatsen van LSA+NT-cassettes op de hoofdverdeler en in de SIP-kasten, de registratie, het testen,
en het aanleggen van een 10x2 kabel van de hoofdverdeler naar het IS/RA-punt in de SIP-kast. Voor een type
B-locatie bedragen de kosten per aanbieder , voor een type C-locatie . Deze geaggregeerde
tarieven zijn als volgt opgebouwd.
55
Openbare Versie
Aanleg koppelkabel
316. Voor de aanschaf en aanleg van vier breedbandbinnenkabels (en derhalve 400 aderparen) rekent KPN
een tarief van per aanbieder voor een type B-locatie (bij een kabellengte van 20 meter) en
per aanbieder voor een type C locatie (bij een kabellengte van 64 meter). Het college merkt op dat KPN geen
onderscheid maakt in materiaalkosten en arbeidsloon.
317. Het college constateert dat het verschil in tarief samenhangt met de lengte van de kabel. Het doet meer
recht aan het principe van kostenoriëntatie als het tarief voor deze kabel ook per strekkende meter bepaald
zou worden.
318. Op basis van het bovenstaande constateert het college dat KPN bij een B-locatie voor de aanschaf en
aanleg van dergelijke kabels een tarief van per strekkende meter in rekening brengt, en bij een C-
locatie een tarief van per strekkende meter.
319. Het college begrijpt, op basis van de prijslijst van KPN Inkoop en Logistiek, dat voor KPN Netwerkbouw
de aanschafprijs van dergelijke kabels per strekkende meter bedraagt, en derhalve per vier en per
strekkende meter .
320. Het college constateert dat KPN met betrekking tot de aanleg van voorzieningen ten behoeve van
aanpalende collocatie voor het aanleggen en binden van vier stuks breedbandbinnenkabel over een afstand
van 50 meter KPN een tarief in rekening brengt van en derhalve een bedrag van per
strekkende meter. Naar het oordeel van het college gaat het hierbij om een kostengeoriënteerd tarief. Het
college constateert derhalve dat het kostengeoriënteerde tarief voor de aanschaf en aanleg van vier
breedbandbinnenkabels fl 91,28 per strekkende meter zal bedragen, respectievelijk fl 22,82 per kabel en
strekkende meter.
321. Het college is van oordeel dat de onderhavige kosten rechtstreeks op basis van gespecificeerde facturen
aan BaByXL in rekening moeten worden gebracht. Het college stelt het normbedrag voor de aanschaf en
aanleg van breedbandbinnenkabels, wanneer KPN geen gespecificeerde facturen kan overleggen, vast op fl
22,82 per strekkende meter.
Het aanleggen van een 10x2 kabel van de hoofdverdeler naar het IS/RA-punt in de SIP-kast
322. KPN stelt op verzoek van aanbieders in de diverse collocatieruimten een mogelijkheid te hebben
gecreëerd ten behoeve van het beheer op afstand van de apparatuur van de aanbieder. De aansluiting wordt
afgewerkt in de SIP-kast, waarbij het punt waarop deze wordt afgewerkt de facto het IS/RA-punt is. De kosten
welke KPN hanteert bedragen voor een type B-locatie per aanbieder en voor een type C-locatie per
aanbieder .
56
Openbare Versie
333. Het college constateert dat aanbieders voor het aanvragen van dienstverlening via dergelijke lijnen de
reguliere bestelprocedures voor aansluitlijnen hebben gebruikt, inclusief de daarvoor bestemde
orderformulieren. Voor het bestellen van de lijnen, voor navraag over levertermijnen en voor het eventueel
melden van storingen werden aanbieders verwezen naar de daarvoor bestemde algemene retailingangen. Het
college constateert derhalve dat KPN een dergelijke lijn klaarblijkelijk beschouwd als een onderdeel van de
normale retaildienstverlening.
334. Het college acht het niet juist dat aanbieders voor het aanleggen van een IS/RA-punt in de SIP-kast,
respectievelijk voor de aanleg van de onderhavige kabel, separaat dienen te betalen. De kosten welke KPN
voor de aanleg van een dergelijk punt maakt, moeten bestreden worden uit de entree- en
abonnementsgelden voor de diensten welke aanbieders via deze lijnen afnemen. KPN mag deze kosten dan
niet (ook nog eens) in het kader van de collocatiedienstverlening in rekening brengen bij BaByXL.
Aanschaf LSA+NT-cassettes
335. Voor de aanschaf van LSA+NT-cassettes hanteert KPN een tarief van per aanbieder. Het gaat
hierbij, naar het college begrijpt, om de aanschaf van cassettes welke in de SIP-kast en op de hoofdverdeler
geplaatst moeten worden ten behoeve van het afwerken van 400 aderparen. In het verzoekschrift van BaByXL
is geen separaat tarief voor deze voorziening opgenomen.
336. Op grond van een inkoopopdracht van KPN d.d. 14 april 2000 met betrekking tot de inrichting van
collocatieruimten op de locatie Arnhem-Centrum, constateert het college dat KPN uitgaat van een inkoopsom
van voor de aanschaf van LSA+NT-cassettes ten behoeve van de SIP-kast, alsmede van een
inkoopsom van voor de aanschaf van LSA+NT-cassettes ten behoeve van de (aanbieder-gerichte zijde
van) de hoofdverdeler.
337. Het college is van oordeel dat de onderhavige kosten rechtstreeks aan BaByXL in rekening moeten
worden gebracht op basis van gespecificeerde facturen. Het college stelt het normbedrag voor de aanschaf
van LSA+NT-cassettes welke in de SIP-kast en op de hoofdverdeler geplaatst moeten worden ten behoeve van
het afwerken van 400 aderparen, wanneer KPN geen gespecificeerde facturen kan overleggen, vast op fl
1222,94.
Het plaatsen van de LSA+NT-cassettes en het afwerken van de koppelkabels op de hoofdverdeler en in de SIP-
kast
338. Voor het plaatsen van de cassettes op de hoofdverdeler, het plaatsen van de cassettes in de SIP-kast en
het afwerken van de binnenkabel op de hoofdverdeler hanteert KPN een tarief van Voor het
afwerken van de binnenkabel in de SIP-kast hanteert KPN een tarief van In het verzoekschrift van
BaByXL is geen separaat tarief voor deze voorziening opgenomen.
57
Openbare Versie
339. Ter onderbouwing van deze tarieven voert KPN kosten op voor het afwerken van de kabel op de
hoofverdeler en in de SIP-kast van ieder en voor het plaatsen van de cassettes op de
hoofdverdeler en in de SIP-kast van .
340. KPN heeft geen voldoende gespecificeerde onderbouwing verstrekt van de door haar gehanteerde
tarieven. Tevens merkt het college op dat de door KPN aan hem overgelegde bescheiden met betrekking tot
de inrichting van collocatieruimten op de locaties Arnhem-Centrum, Rotterdam-Middelwateringen en
Amsterdam-Centrum geen gegevens bevatten met betrekking tot de onderhavige voorzieningen. Het college
kan derhalve de mate van kostenoriëntatie van het door KPN gehanteerde tarief niet beoordelen.
341. KPN dient binnen drie weken na dagtekening van dit besluit een nadere onderbouwing van deze kosten aan het college ter beoordeling te overleggen, waarna het college op basis van deze nadere onderbouwing zal beoordelen of de onderhavige tarieven kostengeoriënteerd zijn.
Registratie van de gegevens
342. Voor de registratie van de gegevens hanteert KPN een normbedrag van per telefooncentrale
met de categorie indeling B en per telefooncentrale categorie C. In het verzoekschrift van BaByXL is
geen separaat tarief voor deze voorziening opgenomen.
343. Met betrekking tot de kosten welke door KPN zijn opgevoerd in verband met de registratie van gegevens verwijst het college naar hetgeen hierover verderop, onder randnummer 413, wordt opgemerkt.
Testen van de verbinding
344. Voor het testen van de verbinding hanteert KPN een normbedrag van fl 200,- per aanbieder. In het
verzoekschrift van BaByXL is geen tarief voor deze voorziening opgenomen. Het college heeft geen reden aan
te nemen dat het door KPN gehanteerde tarief niet kostengeoriënteerd is.
345. Het college is van oordeel dat de onderhavige kosten rechtstreeks aan BaByXL in rekening moeten worden gebracht op basis van gespecificeerde facturen. Het college stelt het normbedrag voor het testen, wanneer KPN geen gespecificeerde facturen kan overleggen, vast op fl 200,-.
Installatie SIP-kast
346. Het college zal in de navolgende randnummers ingaan op de tarieven voor SIP-kast. Hierin zijn
opgenomen de tariefelementen zoals deze zijn opgevoerd bij de tarieven voor de SIP-kast voor fysieke
collocatie.
58
Openbare Versie
347. BaByXL stelt dat de kosten voor leveren en installeren van de SIP kast, inclusief een redelijk rendement
van 10,6%, fl 4.977,- bedragen.
348. Vanaf 1 januari 2001 hanteert KPN voor het installeren van een SIP-kast een tarief van per
aanbieder en exclusief opslag voor gezamenlijke kosten. (KPN hanteerde tot 1 januari 2001 voor het
installeren van een dergelijke kast overigens een tarief van per aanbieder.)
Het door KPN gehanteerde tarief is opgebouwd uit de volgende onderdelen.
Aanschaf SIP-kast
349. Voor de aanschaf van een SIP-kast voert KPN kosten op van per kast.
350. Op grond van een inkoopopdracht van KPN d.d. 14 april 2000 met betrekking tot de inrichting van collocatieruimten op de locatie Arnhem-Centrum, constateert het college dat KPN uitgaat van een inkoopsom van voor de aanschaf van een SIP-kast.
351. Het college is van oordeel dat de onderhavige kosten rechtstreeks aan BaByXL in rekening moeten worden gebracht op basis van gespecificeerde facturen. Het college stelt het normbedrag voor de aanschaf van een SIP-kast, wanneer KPN geen gespecificeerde facturen kan overleggen, vast op fl 2006,-.
Het plaatsen van de SIP- en kabelkasten
352. Voor het plaatsen van de SIP-kast en de kabelkasten hanteert KPN een tarief van per
aanbieder. In het verzoekschrift van BaByXL is geen separaat tarief voor deze voorziening opgenomen.
353. De door KPN aan het college overgelegde bescheiden met betrekking tot de inrichting van collocatieruimten op de locaties Arnhem-Centrum, Rotterdam-Middelwateringen en Amsterdam-Centrum bevatten geen gegevens met betrekking tot de onderhavige voorziening. Het college kan derhalve de mate van kostenoriëntatie van het door KPN gehanteerde tarief niet beoordelen.
354. Vooralsnog is het college van oordeel dat de door KPN in rekening gebrachte tarieven, gegeven de aard
van de benodigde werkzaamheden, te hoog zijn. Het college is er van overtuigd dat KPN ter onderbouwing
van het gehanteerde tarief een raming van de benodigde tijd kan maken, gegeven het feit dat door KPN
tijdens tranche 1 en 2 in het totaal enige honderden kasten zijn geïnstalleerd. KPN dient daarom binnen drie
weken na dagtekening van dit besluit een nadere onderbouwing van deze kosten aan het college ter
beoordeling te overleggen, waarna het college op basis van deze nadere onderbouwing zal beoordelen of het
onderhavige tarief kostengeoriënteerd is.
Het aarden van de SIP- en kabelkasten
355. Voor het aarden van de SIP- en kabelkasten hanteert KPN een tarief van fl 750,- per aanbieder. Het
college begrijpt dat het hierbij gaat om het aarden van een drietal kasten, te weten een SIP-kast en een
59
Openbare Versie
tweetal kabelkasten. In het verzoekschrift van BaByXL is geen separaat tarief voor deze voorziening
opgenomen.
356. Het college constateert op grond van een tweetal offertes d.d. 30 oktober 2000 en 3 november 2000
met betrekking tot de inrichting van collocatieruimten op locatie Arnhem-Centrum dat het door KPN
gehanteerde tarief niet hoger dan kostengeoriënteerd is.
357. Het college is van oordeel dat de onderhavige kosten rechtstreeks aan BaByXL in rekening moeten
worden gebracht op basis van gespecificeerde facturen. Het college stelt het normbedrag voor het aarden van
de SIP- en kabelkasten, wanneer KPN geen gespecificeerde facturen kan overleggen, conform het tariefmodel
van KPN vast op fl 250,- per kast.
Aanpalende collocatie
358. Het college zal in de navolgende randnummers ingaan op de tarieven voor aanpalende collocatie. Hierin
zijn opgenomen de tariefelementen uit het model `KPN Netwerk Bouw' die betrekking hebben op de
aanpalende collocatie, en tevens op de tariefelementen zoals deze zijn opgevoerd bij de tarieven voor de
koppelkabel voor aanpalende collocatie.
359. KPN hanteerde voor het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van aanpalende collocatie in 2000
voor de aanleg en inrichting van de SIP-kast (K1200) een tarief van fl 22.500,- en voor de installatie van de
koppelkabel een tarief van fl 51.000,-.
360. KPN hanteert in 2001 voor het plaatsen van de kabelkast op of nabij de erfgrens en het graven, leggen,
afdichten en afwerken van de breedbandgrondkabel (inclusief de krimplas) een tarief van .
Daarnaast rekent zij voor de koppelkabel een tarief van .
361. BaByXL stelt dat de kosten voor een aanpalende collocatie, inclusief een redelijk rendement van 10,6%,
fl 5.861,80 bedragen. BaByXL stelt verder dat de kosten voor een koppelkabel fl 17.917,20 bedragen
(inclusief 10,6% voor redelijk rendement).
De door KPN gehanteerde geaggregeerde tarieven zijn als volgt opgebouwd.
Aanschaffen en het plaatsen van een kast (K1200)
362. Voor het aanschaffen en plaatsen van een kast, type K1200, hanteert KPN een tarief van in het totaal fl
3950,- . In het verzoekschrift van BaByXL is een tarief opgenomen van in het totaal fl 3700,-.
363. Het college ziet, mede op basis van hetgeen door BaByXL gevorderd is, vooralsnog geen reden aan te nemen dat het onderhavige tarief niet kostengeoriënteerd is.
60
Openbare Versie
364. Het college is van oordeel dat de onderhavige kosten rechtstreeks op basis van gespecificeerde facturen
aan BaByXL in rekening moeten worden gebracht. Het college stelt het normbedrag voor de aanschaf en
aanleg van de onderhavige kast, wanneer KPN geen gespecificeerde facturen kan overleggen, vast op fl
3950,-.
Aarden SIP-kast
365. Voor het aarden van de kast hanteert KPN een tarief van . In het verzoekschrift van BaByXL is
geen tarief voor deze voorziening opgenomen.
366. De door KPN aan het college overgelegde bescheiden met betrekking tot de inrichting van
collocatieruimten op de locaties Arnhem-Centrum, Rotterdam-Middelwateringen en Amsterdam-Centrum
bevatten geen gegevens met betrekking tot de onderhavige voorziening. Het college kan derhalve de mate
van kostenoriëntatie van het door KPN gehanteerde tarief niet beoordelen.
367. Vooralsnog is het college van oordeel dat de door KPN in rekening gebrachte tarieven, gegeven de in het 'Bouwvoorschrift Inrichting Adjacent SIP Kast' van KPN beschreven aard van de benodigde werkzaamheden, te hoog zijn. KPN dient binnen drie weken na dagtekening van dit besluit een nadere onderbouwing van het gehanteerde tarief aan het college ter beoordeling te overleggen, waarna het college op basis van deze nadere onderbouwing zal beoordelen of de onderhavige tarieven kostengeoriënteerd zijn.
Aanschaf breedbandbuitenkabel
368. Voor de aanschaf van de vier stuks breedbandgrondkabels met een lengte van 50 meter hanteert KPN
een tarief van fl 3650,-. In het verzoekschrift van BaByXL is een tarief voor deze voorziening opgenomen van
fl 14.200,-.
369. Zoals in het voorgaande reeds is aangegeven, wordt meer recht aan het principe van kostenoriëntatie
gedaan als het tarief voor dergelijke kabels per strekkende meter aan BaByXL in rekening zou worden
gebracht.
370. Het college constateert dat KPN per vier kabels en per strekkende meter een tarief van fl 73,- hanteert,
en derhalve een tarief van fl 18,25 per kabel en strekkende meter. Naar het college aanneemt is het door
BaByXL gehanteerde tarief gebaseerd op een verschrijving, en bedoelde zij een tarief van fl 71,- per
strekkende meter per vier kabels te hanteren in plaats van per kabel.
371. Het college is van oordeel dat de onderhavige kosten rechtstreeks op basis van gespecificeerde facturen
aan BaByXL in rekening moeten worden gebracht. Het college stelt het normbedrag voor de aanschaf van
breedbandbuitenkabels, wanneer KPN geen gespecificeerde facturen kan overleggen, vast op fl 18,25 per
strekkende meter.
Het graven, leggen en afdichten van breedbandbuitenkabel
61
Openbare Versie
372. Voor het graven, leggen en afdichten van 4 stuks breedband buitenkabel van 50 meter hanteert KPN een
tarief van .
373. De door KPN aan het college overgelegde bescheiden met betrekking tot de inrichting van
collocatieruimten op de locaties Arnhem-Centrum, Rotterdam-Middelwateringen en Amsterdam-Centrum
bevatten geen gegevens met betrekking tot het realiseren van de onderhavige voorziening. Het college kan
derhalve de mate van kostenoriëntatie van het door KPN gehanteerde tarief vooralsnog niet beoordelen.
374. De omvang van de met betrekking tot het aanleggen van de breedbandbuitenkabel uit te voeren
werkzaamheden is sterk afhankelijk van de situatie ter plaatse. Voor dergelijke werkzaamheden geldt dat deze
naar het oordeel van het college daarom locatiespecifiek in rekening dienen te worden gebracht. De
onderhavige kosten dienen derhalve aan BaByXL in rekening te worden gebracht op basis van gespecificeerde
facturen.
375. Indien KPN dergelijke gespecificeerde facturen niet kan overleggen, dient de eerdergenoemde derde
partij een raming te maken van door KPN met betrekking tot de aanleg van de onderhavige voorzieningen
gemaakte de kosten. Op basis van deze raming kunnen deze kosten vervolgens door KPN aan BaByXL in
rekening worden gebracht.
Aanbrengen krimplas
376. Voor het aanbrengen van de krimplas, nodig om de buitenkabel aan de binnenkabel te bevestigen,
hanteert KPN een normbedrag van . In het verzoekschrift van BaByXL is geen tarief voor deze
voorziening opgenomen.
377. De door KPN aan het college overgelegde bescheiden met betrekking tot de inrichting van
collocatieruimten op de locaties Arnhem-Centrum, Rotterdam-Middelwateringen en Amsterdam-Centrum
bevatten geen gegevens met betrekking tot de onderhavige voorziening. Het college kan derhalve de mate
van kostenoriëntatie van het door KPN gehanteerde tarief niet beoordelen.
378. KPN dient binnen drie weken na dagtekening van dit besluit een nadere onderbouwing van deze kosten aan het college ter beoordeling te overleggen. KPN kan niet overgaan tot het in rekening brengen van deze kosten voordat het college deze nadere onderbouwing heeft beoordeeld en geconstateerd heeft dat de onderhavige tarieven kostengeoriënteerd zijn, waarna het college op basis van deze nadere onderbouwing zal beoordelen of de onderhavige tarieven kostengeoriënteerd zijn.
Aanschaf breedbandbinnenkabel
379. Voor de aanschaf van vier breedbandbinnenkabels met een lengte van 50 meter hanteert KPN een tarief
.
62
Openbare Versie
380. Zoals in het voorgaande reeds is aangegeven, doet het meer recht aan het principe van kostenoriëntatie als het tarief voor dergelijke kabels ook per strekkende meter aan BaByXL in rekening zou worden gebracht.
381. Het college begrijpt, op basis van de prijslijst van KPN Inkoop en Logistiek, dat voor KPN Netwerkbouw
de aanschafprijs van dergelijke kabels per strekkende meter bedraagt, en derhalve per vier en per
strekkende meter
382. Het college is van oordeel dat de onderhavige kosten rechtstreeks op basis van gespecificeerde facturen
aan BaByXL in rekening moeten worden gebracht. Het college stelt het normbedrag voor de aanschaf van
breedbandbinnenkabels, wanneer KPN geen gespecificeerde facturen kan overleggen, vast op fl 12,32 per
strekkende meter.
Aanleggen breedbandbinnenkabel
383. Voor het aanleggen en binden van vier breedbandbinnenkabels over een afstand van 50 meter rekent
KPN een bedrag van fl 2100,-, en derhalve een bedrag van fl 42,- de strekkende meter. Het college heeft
geen reden aan te nemen dat het door KPN gehanteerde tarief niet kostengeoriënteerd is.
384. Zoals in het voorgaande reeds is aangegeven, doet het meer recht aan het principe van kostenoriëntatie als het tarief voor dergelijke kabels ook per strekkende meter aan BaByXL in rekening zou worden gebracht.
385. Het college is van oordeel dat de onderhavige kosten rechtstreeks op basis van gespecificeerde facturen
aan BaByXL in rekening moeten worden gebracht. Het college stelt het normbedrag voor het aanleggen en
binden van breedbandbinnenkabels, wanneer KPN geen gespecificeerde facturen kan overleggen, vast op fl
10,50 per kabel per strekkende meter.
Aanschaf LSA+NT-cassettes ten behoeve van de SIP-kast en de hoofdverdeler
386. Voor de aanschaf van LSA+NT-cassettes ten behoeve van de SIP-kast en de hoofdverdeler hanteert KPN
in beide gevallen een tarief van .
387. De door KPN aan het college overgelegde bescheiden met betrekking tot de inrichting van
collocatieruimten op de locaties Arnhem-Centrum, Rotterdam-Middelwateringen en Amsterdam-Centrum
bevatten geen gegevens met betrekking tot de aanscha van dergelijke cassettes ten behoeve van het
realiseren van aanpalende collocatie.
388. Bij het inrichten van fysieke collocatieruimten vinden echter dezelfde activiteiten plaats; ook daar
worden LSA+NT-cassettes aangeschaft ten behoeve van de SIP-kast en de hoofdverdeler. Daar hanteert KPN
een tarief voor deze beide groepen cassettes tezamen van .
389. Zoals in het voorafgaande reeds is aangegeven constateert het college, op grond van een inkoopopdracht van KPN d.d. 14 april 2000 met betrekking tot de inrichting van collocatieruimten op de
63
Openbare Versie
locatie Arnhem-Centrum, dat KPN uitgaat van een inkoopsom van voor de aanschaf van LSA+NT- cassettes ten behoeve van de SIP-kast, alsmede van een inkoopsom van voor de aanschaf van LSA+NT-cassettes ten behoeve van de (aanbieder-gerichte zijde van) de hoofdverdeler.
390. Het college is van oordeel dat de onderhavige kosten rechtstreeks aan BaByXL in rekening moeten worden gebracht op basis van gespecificeerde facturen. Het college stelt het normbedrag voor de aanschaf van LSA+NT-cassettes welke in het kader van aanpalende collocatie in de kast en op de hoofdverdeler geplaatst moeten worden ten behoeve van het afwerken van 400 aderparen, wanneer KPN geen gespecificeerde facturen kan overleggen, vast op fl 1222,94.
Het plaatsen van de LSA+NT-cassettes en het afwerken van de koppelkabels 391. Voor het plaatsen van de cassettes op de hoofdverdeler en het afwerken van de binnenkabel op de hoofdverdeler hanteert KPN een tarief van Voor het plaatsen van de cassettes in de kast hanteert KPN een tarief van . Voor het afwerken van de buitenkabel in de kast hanteert KPN een tarief van In het verzoekschrift van BaByXL is geen separaat tarief voor deze voorzieningen opgenomen.
392. De door KPN aan het college overgelegde bescheiden met betrekking tot de inrichting van collocatieruimten op de locaties Arnhem-Centrum, Rotterdam-Middelwateringen en Amsterdam-Centrum bevatten geen gegevens met betrekking tot de onderhavige voorzieningen. Het college kan derhalve de mate van kostenoriëntatie van het door KPN gehanteerde tarief niet beoordelen.
393. KPN dient binnen drie weken na dagtekening van dit besluit een nadere onderbouwing van deze kosten aan het college ter beoordeling te overleggen, waarna het college op basis van deze nadere onderbouwing zal beoordelen of de onderhavige tarieven kostengeoriënteerd zijn.
Testen
394. Voor het testen van de verbindingen hanteert KPN een tarief van per aanbieder. In het
verzoekschrift van BaByXL is geen tarief voor deze voorziening opgenomen.
395. Voor het testen van de verbinding bij fysieke collocatie hanteert KPN een normbedrag van per aanbieder. Het college heeft onder randnummer 344 aangegeven geen reden te hebben om aan te nemen dat het door KPN gehanteerde tarief niet kostengeoriënteerd. Het college ziet geen reden aan te nemen dat het tarief bij aanpalende collocatie hoger zou moeten zijn.
396. Het college is van oordeel dat de onderhavige kosten rechtstreeks aan BaByXL in rekening moeten worden gebracht op basis van gespecificeerde facturen. Het college stelt het normbedrag, wanneer KPN geen gespecificeerde facturen kan overleggen, vast op fl 200,-.
Registratie
397. Voor de registratie van gegevens, onder andere in OTA en Kanvas, hanteert KPN een tarief van .
64
Openbare Versie
398. Met betrekking tot de kosten welke door KPN zijn opgevoerd in verband met de registratie van gegevens verwijst het college naar hetgeen hierover verderop, onder randnummer 413, wordt opgemerkt.
Projectmanagement
399. Voor het voeren van het projectmanagement voor de installatie van de aanpalende collocatie hanteert
KPN een normbedrag van . In het verzoekschrift van BaByXL is geen tarief voor deze voorziening
opgenomen.
400. Met betrekking tot de kosten welke door KPN zijn opgevoerd in verband met projectmanagement voor de
installatie van de aanpalende collocatie verwijst het college naar hetgeen hierover verderop, onder
randnummer 369, wordt opgemerkt.
Huurtarieven
401. Met betrekking tot fysieke collocatie hanteert KPN een huurtarief van fl 9450,- per (ruimte voor een)
kast per jaar. Met betrekking tot aanpalende collocatie hanteerde KPN in 2000 klaarblijkelijk een periodiek
tarief van fl 3250,- per jaar. (KPN heeft in haar tariefmodel voor 2001 geen periodiek tarief voor aanpalende
collocatie opgenomen, respectievelijk onderbouwd.)
402. BaByXL baseert zich in haar stellingname ten aanzien van de huurtarieven voor fysieke collocatie op een rapportage van DTZ Zadelhof betreffende de tarieven voor kantoorruimte. BaByXL stelt dat de in deze tabel genoemde tarieven gebruikt dienen te worden en komt op een huurprijs van fl 300,- per vierkante meter per jaar. Voor een hele configuratie stelt BaByXL, conform het rapport van Grontmij, dat de benodigde oppervlakte gemiddeld 15 vierkante meter zal bedragen en derhalve een huurprijs kent van fl 5000,- per jaar. Voor een halve configuratie moet de huurprijs volgens BaByXL fl 2500,- per jaar bedragen. Indien KPN een marktconforme huurprijs rekent is hier reeds een redelijke winstmarge in opgenomen. De huurprijs mag volgens BaByXL dan niet nogmaals met een winstmarge worden verhoogd.
403. BaByXL stelt dat de periodieke kosten voor een aanpalende collocatie voor KPN nihil zijn aangezien aanbieders zelf zorgdragen voor eventueel onderhoud aan de aanpalende collocatie.
404. KPN stelt, met betrekking tot de huurprijs voor fysieke collocatie, dat "kale" ruimten zonder technische
voorzieningen, noch (commercieel aangeboden) ruimten met technische voorzieningen, goed vergelijkbaar
zijn met de collocatieruimten die zij zelf beschikbaar stelt, en acht de huurprijzen daarvoor dus niet geschikt
als basis voor haar eigen huurprijzen. Afnemers van KPN maken ook gebruik van ruimte in de kabelkelder, de
noodstroomruimte, de ruimte voor de accubatterijen en de hoofdverdelerruimte. KPN acht het redelijk een
deel van die kosten in rekening te brengen.
65
Openbare Versie
405. KPN stelt dat de unieke aard en functie van de locatie een tariefsvergelijking met commercieel onroerend goed tarieven niet mogelijk maakt. De locaties zijn veelal gesitueerd in woonwijken of op A- locaties. Huurders van vastgoed zullen in het algemeen voor goedkopere alternatieven kiezen. In geval van een vergelijk met de tarieven voor technische ruimte dient te worden meegewogen dat deze in het algemeen efficiënter kunnen worden ingedeeld dan de locaties van KPN nu.
406. KPN stelt in haar verweerschrift dat uit de huurprijs (onder meer) de volgende kosten worden bestreden:
de kosten voor het gebouw (operationele huisvestingskosten, afschrijving en vermogenskosten), de kosten
voor het schoonmaken, de kosten van het onderhoud van diverse installaties, de kosten van het beheer en
onderhoud ruimten, collocatie projectkosten, de kosten van de besturing projecten collocatie bij de Operator
Vaste Net, en de kosten van KPN Carrier Services ten behoeve van collocatie (inclusief de kosten van
wholesale billing).
407. In haar verweerschrift stelde KPN dat zij ten aanzien van de kosten voor jaarlijkse huur werkt aan een
van een accountantsverklaring voorziene Annex, en dat deze Annex zo spoedig mogelijk aan het college ter
beschikking zou worden gesteld. Op 20 juli 2001 heeft het college een dergelijke Annex van KPN ontvangen,
echter zonder een accountantsverklaring. Het college heeft nog geen versie met een dergelijke
accountantsverklaring ontvangen.
408. Het college heeft in de Richtsnoeren Collocatie met betrekking tot de huurprijs opgemerkt dat de
huurprijs voor vierkante meters ten behoeve van collocatie een "kale" huurprijs dient te zijn aangezien
toegangzoekers betalen voor het aanleggen van (technische) basisvoorzieningen. De hoogte van de huurprijs
dient te worden vastgesteld op basis van marktprijzen voor "kale" ruimten zonder technische voorzieningen.
Het toepassen van principes van kostenoriëntatie hangt doorgaans samen met de afwezigheid van voldoende
marktwerking voor bepaalde producten of diensten. Er bestaat echter een markt voor het huren van "kale"
ruimten. Het college staat KPN toe op basis van plaatselijke marktprijzen huurprijzen geografisch te
differentiëren.
409. Het college heeft in de Richtsnoeren KPN overigens ook een tweede systematiek voor het berekenen van
een huurtarief toegestaan. KPN kan kiezen om huurprijzen in rekening te brengen die vergelijkbaar zijn met
marktprijzen voor het huren van vierkante meters met technische voorzieningen, zoals bijvoorbeeld bij `data
warehouses'. Daarbij geldt dan echter dat KPN collocerende partijen geen kosten voor basisvoorzieningen
meer in rekening mag brengen.
410. Het college constateert dat KPN, gegeven het feit dat zij partijen kosten voor het aanleggen van
basisvoorzieningen in rekening brengt, niet voor de tweede systematiek heeft gekozen. Het college
constateert eveneens dat KPN echter ook geen invulling heeft gegeven aan de eerste in het voorgaande
geschetste systematiek, daar zij het door haar gehanteerde huurtarief niet gekoppeld heeft aan de
marktprijzen voor `kale' ruimten zonder technische voorzieningen. Het college constateert dat KPN derhalve
met betrekking tot het huurtarief voor fysieke collocatie niet voldoet aan de door het college in de
66
Openbare Versie
Richtsnoeren geschetste invulling van kostenoriëntatie. De door KPN aangegeven unieke aard en functie van de locatie vormen geen bijzondere omstandigheden die afwijking daarvan rechtvaardigen. Ook voor ander commercieel vastgoed kan gelden dat de ligging beter dan gebruikelijk is. Bovendien dient te worden meegenomen dat de collocerende partijen geen andere, goedkopere, ruimte kunnen zoeken. 411. Zoals in het voorgaande is aangegeven, stelt KPN dat tal van kosten worden bestreden uit de huurprijs. Met betrekking tot deze kosten merkt het college het volgende op.
412. Op basis van de door KPN overgelegde Annex, welke niet voorzien is van een accountantsverklaring, is het voor het college niet mogelijk om te bepalen of het bij de door KPN gehanteerde opslagen om kosten gaat welke KPN mag verhalen op BaByXL respectievelijk in welke mate zij dat mag doen. Gegeven het feit dat KPN deze opslagen een integraal onderdeel laat uitmaken van het onderhavige huurtarief, is het college op dit moment evenmin in staat om de mate van kostenoriëntatie van de door KPN gehanteerde huurtarieven te bepalen. KPN dient derhalve, binnen drie weken na dagtekening van dit besluit, aan het college alsnog een van een accountantsverklaring voorziene Annex ter beoordeling te overleggen. Daarin dient KPN eveneens in te gaan op de door haar eventueel met betrekking tot aanpalende collocatie gehanteerde periodieke (huur) tarieven. Het college wijst KPN er op dat zij bij het opstellen van deze Annex de in de Richtsnoeren Colocatie verwoorde principes dient te hanteren. Het college zal vervolgens op basis van deze nadere onderbouwing beoordelen of de onderhavige tarieven kostengeoriënteerd zijn
413. KPN voert, zoals onder andere uit de randnummers 252, 342, 397 en 399 blijkt, tevens op een aantal punten in haar tariefmodel kostenposten op ten behoeve van projectmanagement, additionele engineering, een tekeningenpakket en de registratie van gegevens. Gegeven het feit dat KPN in haar huurtarief reeds allerlei projectkosten heeft opgenomen, en er geen nadere onderbouwing is verstrekt over de wijze waarop deze projectkosten verschillen van de projectkosten welke op andere plaatsen in haar tariefmodel zijn opgevoerd, is het het college vooralsnog eveneens onmogelijk te beoordelen of de kosten voor projectmanagement, additionele engineering, een tekeningenpakket en de registratie van gegevens welke KPN op andere punten heeft aangevoerd, kostengeoriënteerd zijn. KPN dient derhalve eveneens binnen drie weken na dagtekening van dit besluit een nadere rapportage over de onderbouwing van de kosten voor projectmanagement, additionele engineering, een tekeningenpakket en de registratie van gegevens aan het college te overleggen, en daarin in ieder geval ook aan te geven op welke wijze deze kosten zich verhouden tot de kosten welke in de huurtarieven zijn verdisconteerd. Het college zal op basis van deze nadere onderbouwing beoordelen of de onderhavige tarieven kostengeoriënteerd zijn.
Redelijk rendement
414. KPN stelt in haar verweerschrift dat zij bovenop de tarieven, welke gebaseerd zijn op de modellen van
KPN Netwerkbouw en KPN Vastgoed en Facilities, nog een opslag van 15% bij aanbieders in rekening brengt,
respectievelijk in rekening zal brengen. KPN acht het redelijk om, door het toepassen van deze opslag, in de
tarieven een redelijk rendement in te calculeren, evenals de kosten van rente op nog te factureren
vorderingen.
67
Openbare Versie
415. Deze opslag zal, naar het college meent te begrijpen, voor het overgrote deel bestaan uit een
ingecalculeerde component 'redelijk rendement'. Het hanteren van een dergelijke (ongedifferentieerde)
opslag, los van de vraag gedurende welke termijn KPN geconfronteerd zou zijn met een beslag op
geïnvesteerd vermogen, acht het college onredelijk. Ter illustratie: KPN rekent dezelfde opslag in het geval
wanneer BaByXL de door KPN gemaakte kosten binnen één dag voldoet, als wanneer betaling van BaByXL een
jaar op zich zou laten wachten.
416. Het college merkt in dit verband overigens op dat hij van oordeel is dat in geval van de aanleg van
collocatievoorzieningen ten behoeve van derden, er geen sprake is van door KPN geïnvesteerd vermogen. KPN
fungeert in geval van de aanleg van collocatievoorzieningen slechts (tijdelijk) als voorfinancier en loopt in
die hoedanigheid niet dezelfde risico's die een vermogensverschaffer loopt. Er zijn immers reeds door derden
verplichtingen aangegaan voor het afnemen van de dienstverlening.
417. Daarbij komt nog dat KPN aanbieders verplicht tot het betalen van een voorschot van, naar het college begrijpt, 60% van de totale kosten voor het realiseren van de collocatievoorzieningen, voordat deze kosten daadwerkelijk door KPN worden gemaakt. Daarmee fungeert KPN ook nog eens slechts als partieel voorfinancier. Het college wenst op te merken dat het aannemelijk lijkt om aan te nemen dat merendeel van de door KPN te maken kosten, gemaakt zullen worden aan het eind van de periode waarin de werkzaamheden verricht worden, maar neemt in deze aan dat de kosten voor het realiseren van collocatievoorzieningen gemiddeld gesproken evenredig verdeeld zullen zijn over de periode vanaf aanvang van de werkzaamheden (en betaling van het voorschot door de aanbieder) tot het afronden van de werkzaamheden. Indien dit het geval is, betekent dit dat KPN 60% van de doorlooptijd van de werkzaamheden beschikt over een (afnemend) voorschot en 40% van de doorlooptijd beschikt over een (toenemend) tekort.
418. Het college is van oordeel dat KPN de rente op het (afnemend) overschot aan middelen dat, uitgaand van een voorschot van 60%, bestaat in de eerste 60% van de doorlooptijd, kan aanwenden om het (toenemend) tekort in de resterende 40% van de doorlooptijd te financieren. Het college acht het aldus niet redelijk dat KPN, naast het verplicht stellen van betaling van een voorschot door een aanbieder, een door de behoefte tot het halen van een redelijk rendement ingegeven algemene opslag hanteert bovenop de kosten voor activiteiten welke (oor het overgrote deel) uitgevoerd worden door derde partijen en waarvan de kosten bij BaByXL in rekening worden gebracht. Het college kan zich vooralsnog voorstellen dat KPN een dergelijk rendement evenwel mag behalen respectievelijk berekenen over activiteiten die zij zelf in het kader van de onderhavige dienstverlening verricht. Het college denkt hierbij bijvoorbeeld aan (de kosten voor) het begeleiden van het inrichten van collocatieruimten. Het college zal hier in zijn nadere oordeelsvorming met betrekking tot de onder de randnummers 412 en 413 genoemde tarieven op terugkomen.
419. KPN stelt dat de door haar gehanteerde opslag (behalve ten behoeve van de incalculatie van een redelijk rendement) eveneens wordt gebruikt ter bestrijding van de kosten van rente op reeds door KPN gefactureerde maar nog niet door een aanbieder voldane vorderingen.
68
Openbare Versie
420. Het college merkt op dat KPN reeds tal van middelen inzet, respectievelijk op basis van contracten in
zou kunnen zetten, om het risico van het niet betaald krijgen van openstaande facturen voldoende af te
dekken. Het college verwijst in dit verband bijvoorbeeld naar het hanteren van voorschotten, het berekenen
van een wettelijke rente wanneer een factuur niet op tijd voldaan is, het verzoeken om een bankgarantie en
het hanteren van betalingstermijnen. Het college acht ook op dit punt het hanteren van een opslag niet
redelijk.
421. Het hanteren van een algemene opslag van 15 procent acht het college niet acceptabel. KPN mag een
dergelijke opslag niet bij BaByXL in rekening brengen.
Nadere oordeelsvorming
422. Zoals in het bovenstaande reeds is aangegeven, zijn er een aantal tariefelementen waarvan het college
op basis van aan hem door KPN ter beschikking gestelde informatie, vooralsnog niet kan beoordelen of de
door KPN gehanteerde tarieven voldoen aan het principe van kostenoriëntatie. Het college legt KPN de in het
bovenstaande geschetste verplichtingen op met betrekking tot het overleggen van een nadere onderbouwing
van deze tarieven. Op basis van deze onderbouwing zal het college vervolgens op zo kort mogelijke termijn
komen tot nadere oordeelsvorming, die zal worden neergelegd in een aanvullend besluit.
I. DICTUM
Het college besluit op grond van de artikelen 6.9 juncto 6.3 van de TW als volgt:
a) Het college wijst het verzoek van BaByXL het geschil tussen BaByXL en KPN aan te merken als een
spoedeisend geschil in de zin van artikel 6.3, derde lid, onder b, van de Tw, af en neemt hierbij een
definitief besluit.
b) KPN dient, binnen vier weken na dagtekening van dit besluit, BaByXL inzicht te verschaffen in de
opbouw en omvang van alle op grond van de tussen BaByXL en KPN gesloten overeenkomsten met
betrekking tot de collocatiedienstverlening door KPN gehanteerde tarieven, en op basis van de haar
ter beschikking staande informatie inzicht te verschaffen in de omvang van de werkelijke door KPN
gemaakte kosten voor elke door BaByXL bestelde collocatie. Deze informatie dient op een eenduidige
en overzichtelijke wijze aan BaByXL gepresenteerd te worden.
c) KPN dient, binnen vier weken na dagtekening van dit besluit, BaByXL inzicht te verschaffen in de
opbouw en omvang van de nog door KPN te maken kosten voor het leveren van de door BaByXL
bestelde collocaties. Deze informatie dient op een eenduidige en overzichtelijke wijze aan BaByXL
gepresenteerd te worden.
69
Openbare Versie
d) Het college wijst het verzoek van BaByXL KPN een dwangsom op te leggen voor iedere dag dat KPN
de onder b) en c) geformuleerde verplichtingen niet binnen de gestelde termijn is nagekomen, af.
e) KPN dient, binnen vier weken na dagtekening van dit besluit, BaByXL (nieuwe) facturen te
verstrekken voor de door haar ten behoeve van de onderhavige collocatiedienstverlening aan BaByXL
uitgevoerde werkzaamheden. Het dient hierbij, met betrekking tot de onder g) genoemde
voorzieningen, te gaan om gespecificeerde, en met relevante bescheiden ondersteunde, facturen
voor iedere centrale waarin BaByXL colloceert. Bij het opstellen van die facturen dient KPN te
handelen volgens de in het in het besluit geschetste en onder g) schematisch weergegeven
verdelingsgrondslagen en verdelingssleutels.
f) Voor zover KPN niet aan de onder e) geformuleerde verplichting kan voldoen, dient zij binnen acht
weken na dagtekening van dit besluit BaByXL (nieuwe) facturen te verstrekken voor de door haar ten
behoeve van de onderhavige collocatiedienstverlening aan BaByXL uitgevoerde en onder g)
genoemde werkzaamheden, welke facturen zijn opgemaakt op basis van een onderzoek door een in
overleg met BaByXL aangewezen onafhankelijke derde partij. Deze partij stelt op basis van de in het
bovenstaande geschetste en onder g) kort weergegeven verdelingsgrondslagen en verdelingssleutels
de parameters vast, welke na vermenigvuldiging met de in het bovenstaande geschetste en onder g)
kort weergegeven normbedragen leiden tot te factureren bedragen. Voor sommige, en in het besluit
nader aangegeven, uitgevoerde werkzaamheden dient de onafhankelijke derde partij een raming te
maken van de door KPN gemaakte kosten. De door de derde partij gemaakte rapportages worden,
tezamen met de facturen, aan BaByXL toegezonden. KPN en BaByXL dienen over de keuze van een
derde partij aan het college te rapporteren. Indien KPN en BaByXL niet binnen vier weken na
dagtekening van dit besluit over de keuze voor een derde partij tot overeenstemming kunnen komen,
zal het college een dergelijke partij aanwijzen.
g) De door KPN, respectievelijk een onafhankelijke derde partij, bij het opstellen van de facturen te
hanteren verdelingssleutels en (indien van toepassing) verdelingsgrondslagen en normbedragen zijn
per tariefelement als volgt:
Fysieke collocatie Sleutel Grondslag Norm
Gulden Euro
Bouwkundige werkzaamheden Naar rato, op basis
van factuur
Demontage elektrotechnische en Naar rato, op basis
werktuigbouwkundige voorzieningen van factuur
Elektra en aarding (aanschaf + aanleg) Naar rato Vierkante meter 599,- 271,81
Computervloer (aanschaf + aanleg) Naar rato Vierkante meter 300,- 136,13
Koeling (aanschaf + aanleg) Naar rato, op basis
van factuur
ESD tester (aanschaf + aanleg) Naar rato Stuk 1109,50 503,74
Kaartlezer (aanschaf + aanleg) Naar rato Stuk 8.000,- 3630,24
Aspiratie systeem (aanschaf + aanleg) Naar rato Stuk 22.000,- 9983,16
70
Openbare Versie
Defemgoot 220 mm (aanschaf + aanleg) Rechtstreeks Strekkende meter 60,95 27,66 Defemgoot 320 mm (aanschaf + aanleg) Rechtstreeks Strekkende meter 65,62 29,78 Kabelkasten (aanschaf) Rechtstreeks Stuk 959,- 435,18 Kabelgoten (aanschaf + aanleg) Naar rato Strekkende meter 268,39 121,79 HDPE buizen (aanschaf) Rechtstreeks Strekkende meter 1,77 0,80 HDPE buizen (aanleg) Naar rato, op basis van factuur
Stroomvoorziening eenmalig Sleutel Grondslag Norm Gulden Euro Naar rato, op basis Voeding en verdeelkast (aanschaf + aanleg) van factuur Voedingskast CVK 2-600 (aanschaf + aanleg) Naar rato Stuk 4627,61 2099,92 MOD2x5D02 modulen (aanschaf + aanleg) Rechtstreeks Stuk 3100,- 1406,72 Voedingskast (VK6AC) (aanschaf + aanleg) Rechtstreeks Stuk 2700,- 1225,21 Kabelgoot (aanschaf + aanleg) Naar rato Strekkende meter 268,39 121,79 Sector verdeel kabel (aanschaf) Naar rato Strekkende meter 129,50 58,76 Sector verdeel kabel (aanleg) Naar rato, op basis van factuur Kabkabel 70 mm2 (aanschaf) Naar rato Strekkende meter 9,80 4,45 Kabkabel 70 mm2 (aanleg) Naar rato, op basis van factuur 48V DC no break (periodiek) Rechtstreeks KWh Prijs elektriciteitsbedrijf 230V AC monitored (periodiek) Rechtstreeks KWh Prijs elektriciteitsbedrijf
Koppelkabel fysieke collocatie Sleutel Grondslag Norm
Gulden Euro
Breedbandbinnenkabel (aanschaf + aanleg) Rechtstreeks Strekkende meter 22,82 10,36
Cassettes LSA+ NT hoofdverdeler en SIP-kast Rechtstreeks 1222,94 554,95
ten behoeve van 400 aderparen (aanschaf)
Testen Rechtstreeks Per 400 200,- 90,76
aderparen
SIP-kast fysieke collocatie Sleutel Grondslag Norm Gulden Euro Aanschaffen SIP-kast (aanschaf) Rechtstreeks Stuk 2006,- 910,28 Aarden SIP- en kabelkasten (aanleg) Rechtstreeks Stuk 250,- 113,45
Aanpalende collocatie Sleutel Grondslag Norm
Gulden Euro
Kast K1200 (aanschaf + aanleg) Rechtstreeks Stuk 3950,- 1792,43
Breedbandbuitenkabel (aanschaf) Rechtstreeks Strekkende meter 18,25 8,28
Breedbandbuitenkabel (aanleg) Rechtstreeks, op
basis van factuur
Breedbandbinnenkabel (aanschaf) Rechtstreeks Strekkende meter 12,32 5,59
Breedbandbinnenkabel (aanleg) Rechtstreeks Strekkende meter 10,50 4,76
Cassettes LSA+ NT hoofdverdeler en kast ten Rechtstreeks 1222,94 554,95
behoeve van 400 aderparen (aanschaf)
Testen Rechtstreeks Per 400 200,- 90,76
aderparen
Rechtstreeks: rechtstreeks bij BaByXL in rekening te brengen kosten. Naar rato: naar rato van het aantal in een
collocatieruimte collocerende aanbieders bij BaByXL in rekening te brengen kosten.
71
Openbare Versie
h) KPN mag de kosten, welke verbonden zijn aan de aanleg van een 10x2 kabel van de hoofdverdeler
naar het IS/RA-punt in de SIP-kast, respectievelijk met de aanleg van dat punt, niet bij BaByXL in
rekening brengen.
i) KPN dient, binnen drie weken na dagtekening van dit besluit, aan het college alsnog een van een
accountantsverklaring voorziene Annex met betrekking tot de door haar gehanteerde huurtarieven
ter beoordeling te overleggen.
j) KPN dient, binnen drie weken na dagtekening van dit besluit, aan het college een nadere
onderbouwing te overleggen met betrekking tot de kosten welke verbonden zijn aan de
noodstroomvoorziening en aan het onderhoud van accu's, omvormers en gelijkrichters.
k) KPN dient, binnen drie weken na dagtekening van dit besluit, een nadere onderbouwing aan het college te overleggen met betrekking tot het niveau van de kosten welke verbonden zijn aan het installeren van de SIP- en kabelkasten ten behoeve van fysieke collocatie, aan het aarden van de kasten welke gebruikt worden bij aanpalende collocatie, aan het maken van de krimplas, aan het plaatsen van de LSA+NT-cassettes, alsmede aan het afwerken van de koppelkabels.
l) KPN dient, binnen drie weken na dagtekening van dit besluit, een nadere rapportage over de
onderbouwing van de de kosten voor projectmanagement, additionele engineering, een
tekeningenpakket en de registratie van gegevens aan het college te overleggen, en daarin in ieder
geval ook aan te geven op welke wijze deze kosten zich verhouden tot de kosten welke in de
huurtarieven zijn verdisconteerd.
m) KPN dient, op basis van de door het college vastgestelde respectievelijk nog vast te stellen
systematiek, verdelingssleutels en normbedragen, te komen tot een verrekening met de in het
verleden reeds door haar van BaByXL in het kader van de onderhavige collocatiedienstverlening
ontvangen betalingen.
Aldus besloten te ` s-Gravenhage op 15 augustus 2001,
HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT, overeenkomstig een door het college genomen besluit,
drs M.S. Mulder, secretaris (plv.)
72
Openbare Versie
Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen binnen zes weken, aanvangende met ingang
van de dag na die waarop dit besluit is bekendgemaakt, daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Onafhankelijke
Post en Telecommunicatie Autoriteit. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan:
Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit
Postbus 90240
2509 LK Den Haag
onder vermelding van "Bezwaarschrift".
Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en dient in ieder geval de naam en het adres van de indiener, de
dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht, alsmede de gronden van het bezwaar te
bevatten. Zo mogelijk dient een afschrift van het besluit en de overige op het bezwaar betrekking hebbende stukken te
worden meegezonden.
73