Homepage: Dienst uitvoering en toezicht Electriciteitswet url: http://www.nma-dte.nl/pdf/2001/elektriciteit/Brief%20DTe%20aan%20minister%20EZ.pdf Arnold zegt: DTE, toezicht electriciteitssector, index FIRST RUN Titelbalk gaf: Afzender is: Homepage: Dienst uitvoering en toezicht Electriciteitswet

Dienst uitvoering en toezicht Electriciteitswet

Dienst uitvoering en toezicht Energie

Aan
De Minister van Economische Zaken
T.a.v. Mevrouw A. Jorritsma-Lebbink
Postbus 20101
2500 EC DEN HAAG

Ons kenmerk Bijlage(n) 01040118 1

Onderwerp
Bevindingen betreffende de capaciteitsplannen van netbeheerders

Geachte mevrouw Jorritsma,

Hierbij doe ik u mijn bevindingen met betrekking tot de in artikel 21 van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: Ewet `98) genoemde ramingen van de totale behoefte aan capaciteit voor het transport van elektriciteit alsmede de voorzieningen die worden getroffen om aan de verwachte behoefte te voldoen, de zogenoemde capaciteitsplannen, toekomen. .

Allereerst geef ik u mijn algemene oordeel over de capaciteitsplannen. Aansluitend beschrijf ik de procedure zoals die gevolgd is bij de beoordeling ervan. Vervolgens zal ik aandacht besteden aan een aantal specifieke, door de netbeheerders aangehaalde, gevolgen van de liberalisering die van invloed zijn op het netbeheer. Tenslotte zal ik kort ingaan op enkele te verwachten ontwikkelingen. In de bijlage vindt u per netbeheerder een samenvatting van het met de netbeheerder gevoerde gesprek, een samenvatting van eventuele zienswijzen die zijn ontvangen, een weergave van de uit het capaciteitsplan te herleiden hoofdpunten en mijn uiteindelijke oordeel in het kader van artikel 22 van de Ewet `98. In geen enkel geval adviseer ik u gebruik te maken van uw bevoegdheid ex artikel 22, li2 van de Ewet 98 een netbeheerder op te dragen voorzieningen te treffen teneinde zeker te stellen dat het transport van elektriciteit in voldoende mate of op een doelmatige wijze plaatsvindt. .

Postbus 16326 Johanna Westerdijkplein 107 T: 330 35 00 E-mail: info@nma-dte.nl

2500 BH Den Haag 2521 EN Den Haag F: 330 35 35 Rabo 19.23.24.233 .




Algemeen oordeel
Op basis van de gegevens, bedoeld in artikel 21 van Ewet `98 en de zienswijzen die door partijen zijn ingebracht, alsmede op basis van gesprekken die met netbeheerders zijn gevoerd, heb ik geen reden te veronderstellen dat de netbeheerders op korte termijn in onvoldoende mate zullen kunnen voorzien in de totale behoefte aan transportcapaciteit op de elektriciteitsnetten. Naar verwachting zullen netbeheerders hun transporttaak naar behoren vervullen.

Het vellen van een evenwichtig oordeel over de mate waarin TenneT zijn taak als systeembeheerder kan vervullen is nog niet mogelijk. Op basis van de informatie die TenneT mij in het kader van de capaciteitsplannen heeft verschaft is vooralsnog onduidelijk welke ontwikkelingen op de Nederlandse markt voor productievermogen op een termijn van zeven jaar zullen gaan plaatsvinden. Daar een dergelijk inzicht van fundamenteel belang is voor de stabiliteit van de elektriciteitsvoorziening, zal ik u hierover in een later stadium afzonderlijk berichten.

Met betrekking tot de beoordeling op doelmatigheid van de capaciteitsplannen, conform artikel 21 van de Ewet '98, ben ik van mening dat de economische regulering, vaststelling van efficiency- kortingen, de netbeheerders een voldoende prikkel geeft tot het doen van doelmatige investeringen. Derhalve heb ik geen separate toets uitgevoerd op de doelmatigheid van de investeringen volgend uit de capaciteitsplannen.

Beoordelingsprocedure
Wettelijke context
Artikel 21 van de Ewet `98 bepaalt dat een netbeheerder de directeur DTe eenmaal in elke 2 jaar een capaciteitsplan verschaft met daarin zo nauwkeurig mogelijke ramingen van de totale behoefte aan capaciteit voor het transport van elektriciteit over de door hem beheerde netten in het eerste tot en met het zevende jaar na het jaar, waarin de ramingen worden vastgesteld. De netbeheerder vermeldt daarbij de gemaakte vooronderstellingen en brengt de van belang zijnde onderscheidingen aan. Tevens geeft de netbeheerder op basis van de ramingen aan op welke wijze hij in het eerste tot en met het zevende jaar na het jaar, waarin de ramingen worden vastgesteld, zal voorzien in de totale behoefte aan capaciteit voor het transport van elektriciteit over de door hem beheerde netten.

Conform artikel 21, lid 3, Ewet `98 heeft de minister op 11 juli 2000 een ministeriële regeling (nr. WJZ 00044483) vastgesteld met nadere regels ten aanzien van de inhoud van de capaciteitsplannen.

Artikel 22 Ewet `98 bepaalt vervolgens dat indien naar het oordeel van de directeur DTe een netbeheerder in onvoldoende mate of op ondoelmatige wijze kan of zal kunnen voorzien in de totale behoefte aan transportcapaciteit, de directeur DTe zulks meldt aan de minister.




Verloop van het proces
Eind januari 2001 heb ik van iedere netbeheerder een capaciteitsplan ontvangen. Een eerste beoordeling in december 2000 en januari 2001 heeft geresulteerd in verzoeken tot aanvulling en toelichting. Tegelijkertijd is ten behoeve van de toe te passen openbare procedure, daar waar nodig, overleg gevoerd met netbeheerders over welke delen van het plan als vertrouwelijk moesten worden aangemerkt. Op 14 februari 2001 is vervolgens in de Staatscourant (Staatscourant, 14 februari 2001, nr. 32, p.45) bekend gemaakt dat de capaciteitsplannen voor een periode van vier weken, tot en met 15 maart 2001 ter inzage lagen. Op verzoek van belanghebbenden is deze termijn verlengd tot 20 april 2001 (Staatscourant, 28 maart 2001, nr. 62, p.43). Op 18 respectievelijk 23 april 2001 heb ik zienswijzen van het Gemeentelijk Havenbedrijf Amsterdam (hierna: GHA) en de Vereniging voor Energie, Milieu en Water (hierna: VEMW) ontvangen. De zienswijzen richten zich op de capaciteitsplannen van Noord West Net respectievelijk TenneT. (De inhoud van de zienswijzen is hieronder kort weergegeven.) In de maanden april en mei hebben de netbeheerders, tijdens bezoeken die door mijn medewerkers aan hen zijn gebracht, mondeling toelichting kunnen geven op hun capaciteitsplannen. Vervolgens zijn VEMW en het GHA in juni en juli in de gelegenheid gesteld hun zienswijzen mondeling toe te lichten en hebben de direct betrokken netbeheerders (Noord West Net en TenneT) daarop kunnen reageren.

Zienswijze VEMW
Na bestudering van een aantal capaciteitsplannen stelt VEMW vast dat de financiële consequenties van de voorgenomen netuitbreidingen cq -aanpassingen niet in de capaciteitsplannen zijn opgenomen. VEMW veronderstelt dat de directeur DTe dientengevolge de in artikel 22 van de Ewet `98 neergelegde taak niet goed kan uitvoeren en stelt voor in de capaciteitsplannen ook de financiële consequenties te beschrijven.

Eerder heb ik reeds aangegeven op welke wijze ik invulling heb gegeven aan de taak om de doelmatigheid van geplande investeringen te toetsen en heb derhalve de suggestie van VEMW niet overgenomen.

VEMW constateert tevens dat in het capaciteitsplannen van TenneT geen concrete acties zijn opgenomen, maar dat enkel de mogelijk te nemen acties zijn weergegeven. Volgens VEMW is het door deze wijze van rapporteren moeilijk een beeld te krijgen van de toekomst. Omdat er in artikel 21 van de Ewet '98 expliciet is vastgelegd dat het capaciteitsplan een raming bevat van de totale behoefte aan transportcapaciteit, kan er logischerwijs vanuit worden gegaan dat ook ten aanzien van aanpassings- of uitbreidingsinvesteringen een raming wordt verwacht. Ik ben van mening dat het onredelijk is ervan uit te gaan dat een netbeheerder in staat is voor de komende zeven jaar exact aan te geven wat zijn plannen zijn. De mate waarin hij zal investeren is afhankelijk van een veelheid aan factoren die onderhevig zijn aan veranderingen in de tijd.




Zienswijze Gemeentelijk Havenbedrijf Amsterdam
Het GHA is van mening dat Noord West Net niet aan zijn wettelijk taak tot netuitbreiding voldoet. Alhoewel ik van mening ben dat Noord West Net niet de Ewet '98 overtreedt, wordt door het GHA wel op een belangrijk gevolg van de unbundling, c.q. liberalisering gewezen. Hieronder zal ik dit gevolg en anderen nader uitleggen.

Gevolgen
Uit de capaciteitsplannen en de met de netbeheerders gevoerde gesprekken kan worden afgeleid dat de gevolgen van de unbundling en liberalisering, naast de reguliere ontwikkelingen in de elektriciteitsvraag, van grote invloed zijn op het netbeheer. De gevolgen van de unbundling en liberalisering zijn veelal een voortvloeisel van de volgende ontwikkelingen:
­ ontvlechting van transportnetten en elektriciteitsproductie;
­ toegenomen vraag naar capaciteit op de interconnectoren; ­ economische reguleringsmethodiek.

Ontvlechting van transportnetten en elektriciteitsproductie

Met de inwerkingtreding van de Ewet '98 is er een nieuwe situatie ontstaan. De productie is losgekoppeld van transport & distributie en er is marktwerking in de handel in elektriciteit geïntroduceerd. Aangezien in het verleden de ontwikkeling van de elektriciteitsnetten direct was gekoppeld aan de ontwikkeling en inzet van de elektriciteitsproductie is er door de opsplitsing van geïntegreerde bedrijven in productie en transport & distributie een nieuwe situatie ontstaan die, met betrekking tot het netbeheer, zijn weerslag heeft op een drietal zaken: ­ het verkrijgen van blindvermogen;
­ het verzorgen van transport;
­ het handhaven van de systeembalans.

Voor de inwerkingtreding van de Ewet '98 werd de inzet van productiemiddelen voor blindvermogen en het opheffen van transportbeperkingen integraal gestuurd. Tegenwoordig moet de netbeheerder zelfstandig voorzien in voldoende (blind)vermogen voor zijn netten en eventueel productie-eenheden verzoeken om op of af te regelen om de benutting van het net te optimaliseren. De netbeheerder wordt daarbij geconfronteerd met de meer commerciële opstelling van producenten hetgeen zich met name uit in onzekerheid over de inzet van specifieke productiemiddelen voor blindvermogen en het oplossen van transportbeperkingen. De netbeheerder, die immers de taak heeft voldoende transportvermogen op zijn netten te waarborgen, is daardoor gedwongen extra investeringen te doen die niet gerelateerd zijn aan volumegroei. Hetzelfde geldt voor blindvermogen, waarbij de netbeheerder extra investeringen moet doen in compensatieapparatuur zoals condensatorbanken. Volgens sommige netbeheerders leiden dergelijke ontwikkelingen tot suboptimalisatie, omdat de producenten tegen geringe meerkosten in staat zijn (blind)vermogen te leveren, maar daarvoor nu excessieve prijzen vragen.




Handhaven van de systeembalans door TenneT
De unbundling is, tezamen met de liberalisering, tevens van invloed geweest op TenneTs rol als systeembeheerder. Na afloop van het Protocol op 31 december 2000 is de systematiek om de balans in het elektriciteitsnet te handhaven, aanmerkelijk veranderd. Waar deze balans voorheen onder de verantwoordelijkheid van de samenwerkende elektriciteitsproductiebedrijven (voorheen: de SEP) werd gehandhaafd, is het tegenwoordig de verantwoordelijkheid van TenneT. Waar de SEP bij het beheer van het systeem de mogelijkheid had om grote productie-eenheden zelfstandig aan te sturen (het systeem van de landelijke economische optimalisatie), dient TenneT voldoende vermogen bij productie-eenheden te contracteren om ontstane onbalans te kunnen herstellen. Net als bij de contractering van blindvermogen geldt ook hier dat door de meer commerciële opstelling van producenten de onzekerheden zijn toegenomen. De onzekerheid is mede door de sluiting van een aantal productie-eenheden, waardoor het aan TenneT aan te bieden onbalansvermogen is verminderd, nog meer vergroot. De sluiting van de productie-eenheden is het gevolg van de toegenomen import van productie alsmede van de hoge gasprijs.

In het kader van de capaciteitsplannen heb ik TenneT specifiek gevraagd aan te geven in hoeverre er, naar zijn inschatting, op de Nederlandse elektriciteitsmarkt in de komende zeven jaar voldoende aanbod van productievermogen beschikbaar blijft om aan zijn wettelijke taak als systeembeheerder te kunnen voldoen. TenneT heeft aangegeven dat het onduidelijk is hoe het binnenlandse productievermogen zich de komende jaren zal ontwikkelen, enerzijds vanwege de plannen om productie-eenheden uit bedrijf te nemen, anderzijds vanwege de plannen voor nieuwbouw van eenheden. Strikt genomen zal TenneT altijd aan zijn wettelijk taak als systeembeheerder kunnen voldoen. In de Systeemcode is tenslotte opgenomen dat TenneT producenten met productie- eenheden met een vermogen dat groter is dan 60 MW, opdracht kan geven tot opregelen of in bedrijf nemen van vermogen dat niet op de markt wordt aangeboden, en in het uiterste geval zelf belasting mag afschakelen of dit op kan dragen aan andere netbeheerders1. Evenwel, dergelijke ingrepen kunnen de marktwerking aanzienlijk beïnvloeden en acht ik daarom slechts in laatste instantie wenselijk. Ik zal mij de komende maanden nauwkeuriger op de hoogte stellen van de dynamiek in de ontwikkeling van de beschikbaarheid van voldoende productievermogen op de Nederlandse markt en zal u daarover in een later stadium afzonderlijk berichten.


1 Brief van 12 februari 2001, kenmerk ST 01-065




Zojuist beschreven gevolgen van de liberalisering worden door verschillende netbeheerders, waaronder TenneT, als bedreiging voor de continuïteit van het Nederlandse elektriciteitsvoorzieningssysteem gezien. Ik ben derhalve van mening dat de ontwikkelingen in de elektriciteitsproductiesector nauwkeuriger moeten worden gevolgd zodat, indien nodig, bijtijds wijzigingen van de wet- en regelgeving voor productie kan worden overwogen. Zonodig zal ik u daarvoor voorstellen doen.

Toegenomen vraag naar capaciteit op de interconnectoren De vraag naar capaciteit op de landsgrensoverschrijdende verbindingen (interconnectoren) is door de liberalisering enorm toegenomen. Omdat de vraag het aanbod op dit moment ruim overstijgt is in de technische voorwaarden2 een allocatiemethode, veilingmethode, opgenomen om de beschikbare capaciteit te verdelen. Deze veiling tezamen met het bepaalde in artikel 31, lid 5 van de Ewet `98 heeft ertoe geleid dat TenneT in zijn capaciteitsplan een aanpassing aan het transformatorstation Meeden heeft opgenomen, waardoor medio volgend jaar naar verwachting 1000 MW extra aan landgrensoverschrijdende transportcapaciteit beschikbaar komt. Hierbij dient te worden opgemerkt dat de voorgenomen capaciteitsuitbreiding alleen tot stand kan komen met volledige medewerking van de aangrenzende netbeheerders in België en Duitsland.

Economische reguleringsmethodiek
Een andere ontwikkeling in het kader van de liberalisering betreft de introductie van een reguleringssystematiek die ten doel heeft een doelmatige bedrijfsvoering en, daarmee samenhangend, kostenverlaging te bevorderen. Deze systematiek houdt in dat op basis van een vergelijkend onderzoek tarieven worden vastgesteld waarbij het meest efficiënte bedrijf als uitgangspunt dient. Als gevolg hiervan kan het voorkomen dat netbeheerders afzien van investeringen die zij niet denken terug te verdienen. Het is mij gebleken dat netbeheerders met name ten behoeve van ICT-bedrijven, datahotels en nieuwe bedrijfsterreinen minder snel tot netuitbreiding overgaan gezien het soms hoge risico profiel van een dergelijke investering. Netbeheerders hebben ervaren dat met name ICT-bedrijven en datahotels verzoeken om grote aansluitingen en deze vervolgens niet, nauwelijks of zeer kortstondig benutten.

Door de risicomijdende houding van netbeheerders kunnen ook voor het bestaande net noodzakelijke aanpassingen of noodzakelijk onderhoud onder druk komen te staan. In de komende tijd zal ik nader onderzoeken in hoeverre de huidige reguleringssystematiek voldoende prikkels levert om de kwaliteit van de dienstverlening op het gewenste niveau te handhaven. Ik zal u hierover nader berichten.


2 Artikel 31, Elektriciteitswet 1998





Ontwikkelingen
Naast de hierboven beschreven gevolgen van de unbundling en liberalisering zijn er een tweetal opvallende ontwikkelingen te signaleren die, los van de unbundling casu quo liberalisering, ook van invloed kunnen zijn op het netbeheer.

Huishoudelijke opwekeenheden
De technische ontwikkelingen op het gebied van kleine opwekeenheden voor elektriciteit zijn dusdanig dat grootschalige huishoudelijke toepassingen bij het ontwikkelen en aanpassen van de netten op langere termijn niet meer verwaarloosd kunnen worden. Weliswaar valt nog te bezien of deze ontwikkeling zich binnen de zevenjaars tijdhorizon van de huidige capaciteitsplannen substantieel doorzet, maar wanneer deze ontwikkeling op grote schaal doorzet zullen de gevolgen voor de netstructuur ingrijpend zijn. Essent Netwerk Noord heeft dan ook in zijn capaciteitsplan aangegeven dat tijdig op een dergelijke ontwikkeling moet worden gereageerd. Gezien het fundamentele effect op de netten verwacht ik dat de netbeheerders, waar nodig, in volgende capaciteitsplannen (die zich zullen richten op de periode van 2003 tot en met 2009) op deze ontwikkelingen zullen terugkomen.

ICT bedrijven
Een tweede opvallende ontwikkeling is de snel toegenomen elektriciteitsvraag van (nieuwe) ICT- bedrijven. Met name in de regio rond Amsterdam zijn de afgelopen tijd een groot aantal aanvragen binnengekomen. Deze explosieve groei was door geen van de partijen verwacht en heeft in eerste instantie tot een wachtlijst voor aansluitcapaciteit geleid. De regionale netbeheerder Noord West Net meldde echter dat de feitelijke realisatie van aansluitingen minder problematisch is dan werd verwacht, omdat een aantal aanvragen, mede door de marktontwikkelingen in de ICT-sector, zijn geannuleerd of in omvang zijn beperkt. Ook het daadwerkelijk gebruik van de transportcapaciteit door reeds aangesloten bedrijven blijkt tientallen procenten lager te zijn dan de initieel gevraagde capaciteit. Het netto effect hiervan is dat minder dan 20% van de totaal aangevraagde capaciteit tot werkelijk gebruik van het net heeft geleid. In het belang van een doelmatig functioneren van de elektriciteitsvoorziening zal een netbeheerder bij het realiseren van zijn netuitbreidingen hier uiteraard rekening mee moeten houden.




Aanpassing ministeriële regeling capaciteitsplannen Als laatste wil ik u graag onder uw aandacht brengen dat mij uit de gesprekken met de netbeheerders is gebleken dat de ministeriële regeling op een aantal punten aanscherping dan wel aanpassing verdient. Graag heb ik in de maand september met u op dit punt nader contact teneinde te overleggen over de hiervoor noodzakelijke acties.

Een afschrift van deze brief heb ik verzonden aan de heer ir. A.P.H. Hermans van de directie Energiemarkt.

Met vriendelijke groet,

Drs. J.J. de Jong
Directeur Dienst uitvoering en toezicht Energie






Bijlage: bevindingen betreffende de capaciteitsplannen van de netbeheerders

9




Netbeheerder: B.V. Netbeheer Zuid-Kennemerland (Zuid-Kennemerland) Postbus 32
2100 AA Heemstede Directeur netbeheerder: A. Mettes
Aantal personeelsleden: 1 (inclusief directeur)

Capaciteitsplan ontvangen op: 6 december 2000
Vertrouwelijk bijlage: NEE

Mondelinge toelichting op: 18 mei 2001
Zuid-Kennemerland heeft in 2000 gemiddeld 20 minuten storing gehad. Zij waren hier zeer ontevreden over, terwijl het Nederlands gemiddelde lager ligt.

Zienswijze ontvangen: NEE

Hoofdpunten capaciteitsplan: Om de komende 7 jaar aan alle transportverplichtingen te kunnen voldoen zijn er verschillende projecten gepland om knelpunten op te lossen. In het laagspanningsnet zullen de komende jaren verscheidende vervangingswerkzaamheden plaatsvinden, om de tengevolge van ouderdom ontstane knelpunten te verhelpen. Zuid- Kennemerland gaat daarbij uit van een gemiddelde belastinggroei.

Oordeel: De directeur DTe heeft geen reden te veronderstellen dat Zuid- Kennemerland in onvoldoende mate zal kunnen voorzien in de totale behoefte aan transportcapaciteit op de door hem beheerde elektriciteitsnetten.

10




Netbeheerder: B.V. Transportnet Zuid-Holland (TZH) Postbus 329
2270 AH Voorburg
Directeur netbeheerder: ir. R.N. Walter
Aantal personeelsleden: 125 (inclusief directeur)

Capaciteitsplan ontvangen op: 27 november 2000
Vertrouwelijk bijlage: JA

Mondelinge toelichting op: 3 april 2001
TZH is een zelfstandig opererende netbeheerder. Als één van de weinige netbeheerders is TZH geen geïntegreerd onderdeel van een energiebedrijf.
Naast TenneT is TZH de enige netbeheerder die alleen midden- en hoogspanningsnetten beheert, in die hoedanigheid bedient TZH (op dit moment) enkel aangrenzende netbeheerders en productiebedrijven. Nu er ICT bedrijven zijn die om een rechtstreekse aansluiting op het TZH net verzoeken, moeten er op korte termijn aanpassingen worden bericht. Het vergunningenbeleid van de meeste gemeenten is echter een tijdsvertragende factor.

Zienswijze ontvangen: NEE

Hoofdpunten capaciteitsplan: Het maken van realistische toekomstplannen wordt bemoeilijkt door de aangebrachte scheiding tussen productie en netbeheer. TZH kiest er daarom voor investeringsbeslissingen uit te stellen totdat er meer duidelijkheid/zekerheid bestaat over de komst van nieuwe productie-eenheden. Momenteel zijn er echter meerdere punten in het net van TZH waar nog ruimte is voor extra belasting en productie.

Oordeel: De directeur DTe heeft geen reden te veronderstellen dat TZH in onvoldoende mate zal kunnen voorzien in de totale behoefte aan transportcapaciteit op de door hem beheerde elektriciteitsnetten.






Netbeheerder: Continuon Netbeheer (Continuon) Postbus 5086 6802 EB Arnhem Aantal personeelsleden: 1433 (inclusief directeur)

Capaciteitsplan ontvangen op: 4 december 2000 Vertrouwelijk bijlage: JA

Mondelinge toelichting op: 10 mei 2001 (Continuon, EWR en Noord West Net hebben gezamenlijk hun capaciteitsplannen toegelicht4) Continuon, EWR en Noord West Net zijn bijeen gebracht in één werkorganisatie, Contunuon i.o., maar zijn op dit moment nog drie zelfstandige juridische entiteiten.

Zienswijze ontvangen: NEE

Hoofdpunten capaciteitsplan: Continuon verwacht een toenemende belastinggroei van 2,5%, wat gemiddeld is. De toe- of afnemende invoedingsgroei is onzeker, vanwege de tussen netbeheer en productie aangebrachte scheiding. Uitgaande van deze ontwikkelingen heeft Continuon zijn netten getoetst aan in de Netcode neergelegde netontwerpcriteria. Dientengevolge zijn er een aantal knelpunten gesignaleerd. Ter verhelping van die knelpunten heeft Continuon voor de komende jaren diverse uitbreidings- en vervangingsinvesteringen gepland.

Oordeel: De directeur DTe heeft geen reden te veronderstellen dat Continuon in onvoldoende mate zal kunnen voorzien in de totale behoefte aan transportcapaciteit op de door hen beheerde elektriciteitsnetten.


3 Continuon, EWR en Noord West Net zijn bezig te fuseren. Het aantal personeelsleden, 143, is werkzaam voor Continuon i.o, dat wil zeggen voor de nu nog juridisch zelfstandige entiteiten Continuon, EWR en Noord West Net.

4 Partijen afzonderlijk een capaciteitsplan ingediend.
12




Netbeheerder: DELTA Netwerkbedrijf B.V. (DELTA) Postbus 5013
4330 KA Middelburg Directeur netbeheerder: ir. W.J. Zweemer
Aantal personeelsleden: 6 (inclusief directeur)

Capaciteitsplan ontvangen op: 24 november 2000
Vertrouwelijk bijlage: JA

Mondelinge toelichting op: 20 maart 2001
DELTA ervaart de nodige problemen bij het contracteren van blindvermogen. De producenten van wie DELTA in dit verband afhankelijk is, hanteren uitzonderlijk hoge prijzen zodat DELTA zich gedwongen heeft gevoeld condensatorbatterijen te plaatsen om zodoende de afhankelijk van producenten te beperken.

Zienswijze ontvangen: NEE

Hoofdpunten capaciteitsplan: De voor de komende jaren geplande vervangingen liggen min of meer vast. De geplande uitbreidingen zijn minder zeker. De uitbreidingen zijn gerelateerd aan de inpassing van nieuw productievermogen en gebaseerd op ramingen van de groei van het stroomverbruik. Zowel de groei van productie als verbruik is een onzekere factor in het geheel, waardoor uitbreidingen ook moeilijk met zekerheid zijn vast te leggen.

Oordeel: De directeur DTe heeft geen reden te veronderstellen dat DELTA in onvoldoende mate zal kunnen voorzien in de totale behoefte aan transportcapaciteit op de door hem beheerde elektriciteitsnetten.

13




Netbeheerder: EdelNet Delfland B.V. (EdelNet) Postbus 516
2600 AM Delft
Directeur netbeheerder: ing. J.G. Zijlstra Aantal personeelsleden: 1 (inclusief directeur)

Capaciteitsplan ontvangen op: 1 december 2000
Vertrouwelijk bijlage: JA

Mondelinge toelichting op: 1 mei 2001
EdelNet is gefuseerd met ENECO. Opwekking in het net van EdelNet bestaat grotendeels uit WKK's bij tuinders. Het net van EdelNet is dusdanig uitgelegd dat WKK's altijd voor 100% moeten kunnen terugleveren. Dientengevolge kunnen terreinen met daarop een WKK ook altijd voor 100% worden beleverd, mochten de WKK's wegvallen

Zienswijze ontvangen: NEE

Hoofdpunten capaciteitsplan: EdelNet gaat uit van een gemiddelde belastinggroei en verwacht dientengevolge weinig knelpunten. De knelpunten die ontstaan zijn veelal het gevolg van nieuwbouwplannen. Deze knelpunten worden in de meeste gevallen opgelost door de plaatsing van een nieuw station.

Oordeel: De directeur DTe heeft geen reden te veronderstellen dat EdelNet in onvoldoende mate zal kunnen voorzien in de totale behoefte aan transportcapaciteit op de door hem beheerde elektriciteitsnetten.

14




Netbeheerder: Elektriciteitsnetbeheer Utrecht B.V. (ENBU) Postbus 40380
3504 AD Utrecht
Directeur netbeheerder: ir. J.A. Wiersma
Aantal personeelsleden: ?

Capaciteitsplan ontvangen op: 29 november 2000
Vertrouwelijk bijlage: JA

Mondelinge toelichting op: 17 mei 2001
ENBU heeft te maken met ICT bedrijven die om grote aansluitingen verzoeken en vervolgens heel snel failliet gaan of niet de volledige aansluiting benutten. Hierdoor worden investeringen gedaan die niet of nauwelijks worden terugverdiend.

Zienswijze ontvangen: NEE

Hoofdpunten capaciteitsplan: Door de unbundling van netbeheer en productie ontstaan er transportbeperkingen in de 150 kV netten. In Utrecht is de afhankelijkheid van producenten groter dan elders, omdat een eigen aansluiting op het koppelnet ontbreekt. ENBU plaatst condensator banken om de afhankelijkheid van producenten zo veel mogelijk te beperken. Op den duur acht ENBU een aankoppeling op het 380 kV net echter noodzakelijk. Mogelijk zullen er in het net van ENBU knelpunten ontstaan ten gevolge van een groot aantal geplande nieuwbouwprojecten. ENBU bestudeert welke acties dientengevolge moeten worden genomen.

Oordeel: De directeur DTe heeft geen reden te veronderstellen dat ENBU in onvoldoende mate zal kunnen voorzien in de totale behoefte aan transportcapaciteit op de door hem beheerde elektriciteitsnetten.

15




Netbeheerder: ENECO Netbeheer BV (ENECO) Postbus 1598
3000 BN Rotterdam Directeur netbeheerder: ir. M.R. van den Heuvel Aantal personeelsleden: 36 (inclusief directeur)

Capaciteitsplan ontvangen op: 30 november 2000
Vertrouwelijk bijlage: JA

Mondelinge toelichting op: 9 april 2001
Momenteel voert ENECO het beheer over de netten van het voormalige ENECO energiedistributiebedrijf, Nutsbedrijven Weert, Zuid-Kennemerland, Delfland en Midden-Holland. In juridische zin zijn alle entiteiten nog zelfstandig.

Zienswijze ontvangen: NEE

Hoofdpunten capaciteitsplan: ENECO verwacht, behalve dan op een enkel ondergeschikt punt, geen problemen ten gevolge van de unbundling van productie en netbeheer. De aan de op de netten van ENECO aangesloten productie-eenheden bestaan voor het merendeel uit decentrale productie-eenheden die gekoppeld zijn aan andere productie- processen. Vooralsnog wordt voorzien dat de inzet van deze eenheden onveranderd zal blijven door de noodzaak van het leveren van warmte voor dezelfde eenheden. Een aantal onzekerheden die aan aanbodzijde ontstaan, ontstaan ten gevolge van aanvragen van windmolenparken, datahotels en telecomswitches. Voor de knelpunten, waarvan vrijwel zeker is dat ze zullen ontstaan heeft ENECO een actieplan ontwikkeld.

Oordeel: De directeur DTe heeft geen reden te veronderstellen dat ENECO in onvoldoende mate zal kunnen voorzien in de totale behoefte aan transportcapaciteit op de door hem beheerde elektriciteitsnetten.

16




Netbeheerder: ENET Eindhoven B.V. (ENET) Postbus 2005
5600 CA Eindhoven Directeur netbeheerder: ir. T.C.M van Heijst Aantal personeelsleden: 1 (inclusief directeur)

Capaciteitsplan ontvangen op: 23 januari 2001
Vertrouwelijk bijlage: NEE

Mondelinge toelichting op: 22 maart 2001
ENET heeft de ministeriële regeling capaciteitsplannen Elektriciteitswet 1998 als niet goed toepasbaar ervaren, omdat zij is ontworpen voor netten op een hoger niveau dan de netten van ENET.

Zienswijze ontvangen: NEE

Hoofdpunten capaciteitsplan: Met betrekking tot de productiezijde is het Catharina Ziekenhuis de meest onzekere factor. ENET is afhankelijk van het draai-regime van de twee generatoren van dit ziekenhuis. Met het Catharina ziekenhuis zijn afspraken gemaakt dat de twee generatoren met vol vermogen zullen draaien als één van de twee voedingskables Woensel ­West van ENET uitvalt. Om aan de toenemende belastingvraag te kunnen voldoen zijn er verschillende netuitbreidingen gepland.

Oordeel: De directeur DTe heeft geen reden te veronderstellen dat ENET in onvoldoende mate zal kunnen voorzien in de totale behoefte aan transportcapaciteit op de door hem beheerde elektriciteitsnetten.

17




Netbeheerder: Essent Netwerk Brabant BV (ENB)/Essent Netwerk Limburg BV (ENL) Postbus 2712 6030 AA Nederweert Directeur netbeheerder: ir. H.J. Levelink/ir. F.K.J.M. van Stekelenburg Aantal personeelsleden: 1800 (inclusief directeuren): ENB en ENL zijn bezig te fuseren5

Capaciteitsplan ontvangen op: 13 december 2000/12 december 20006 Vertrouwelijk bijlage: NEE

Mondelinge toelichting op: 6 april 2001 Producenten benutten hun machtspositie door ENB en ENL een rekening te sturen wanneer ENB en ENL onderhoud uitvoeren aan hun netten en draaiende productie-eenheden noodzakelijk zijn om transport te kunnen blijven faciliteren.

Zienswijze ontvangen: NEE

Hoofdpunten capaciteitsplan: Voor wat betreft de veronderstelde belastingprognoses spelen een aantal onzekerheden een rol: de economische groeiverwachting, de plannen voor het opstellen van decentraal opwekvermogen en de uitbreidingsplannen van de grotere afnemers en producenten. Op grond daarvan hebben ENB en ENL een drietal scenario's ontwikkeld en bekeken welke knelpunten bij welk scenario zich voordoen. Aan de hand van die analyse is een planning voor uitbreidingsinvesteringen gemaakt.

Oordeel: De directeur DTe heeft geen reden te veronderstellen dat ENB en ENL in onvoldoende mate zullen kunnen voorzien in de totale behoefte aan transportcapaciteit op de door hem beheerde elektriciteitsnetten.


5 Fusie is nog niet geformaliseerd. Samenwerking heeft wel al dusdanige vormen aangenomen dat onderscheid tussen ENB en ENL nihil is.

6 Capaciteitsplannen zijn vrijwel identiek en worden om die reden gezamenlijk behandeld.
18




Netbeheerder: Essent Netwerk Friesland NW-ZO N.V. (ENF) Postbus 81
8900 AB Leeuwarden Directeur netbeheerder: ing. R.J. van den Beld Aantal personeelsleden: 110 (inclusief directeur)

Capaciteitsplan ontvangen op: 1 december 2000
Vertrouwelijk bijlage: NEE

Mondelinge toelichting op: 12 april 2001
De `first mover' problematiek vormt momenteel een groot probleem voor ENF. ENF probeert overeenstemming met de gemeente te bereiken om de kosten die moeten worden gemaakt voor de aanleg voor elektriciteitskabels te verwerken in de grondprijs.

Zienswijze ontvangen: NEE

Hoofdpunten capaciteitsplan: Om problemen ten gevolge van de toenemende behoefte van transportcapaciteit, veroorzaakt door (voorgenomen) uitbreiding van industrie- en woongebieden, te voorkomen, heeft ENF voor de komende zeven jaren diverse projecten ter uitbreiding en vervanging gepland. De belastinggroei die ENF verwacht is gemiddeld.

Oordeel: De directeur DTe heeft geen reden te veronderstellen dat ENF in onvoldoende mate zal kunnen voorzien in de totale behoefte aan transportcapaciteit op de door hem beheerde elektriciteitsnetten.

19




Netbeheerder: Essent Netwerk Noord N.V. (ENN) Postbus 1700
9701 BS Groningen Directeur netbeheerder: ir. J.C. Volkers
Aantal personeelsleden: 1300 (inclusief directeur)

Capaciteitsplan ontvangen op: 4 december 2000
Vertrouwelijk bijlage: NEE

Mondelinge toelichting op: 12 april 2001
De modellen behorende bij het capaciteitsplan, vastgelegd in de ministeriële regeling, zijn vaak lastig in te vullen. Capaciteitsknelpunten bijvoorbeeld zijn vaak van meerdere factoren afhankelijk, waardoor het moeilijk is deze op één regel in een model samen te vatten.

Zienswijze ontvangen: NEE

Hoofdpunten capaciteitsplan: ENN voorziet aan de productiezijde een ontwikkeling in de richting van micro-wkk, zonnecellen en kleine brandstofcellen. Dit heeft als gevolg dat het net van ENN steeds meer de functie van koppelnet krijgt. De aanpassingen in het net zullen dan ook meer gericht zijn op aanpassing aan de functie van koppelnet dan op uitbreiding. De voorziene belastinggroei is gemiddeld.

Oordeel: De directeur DTe heeft geen reden te veronderstellen dat ENN in onvoldoende mate zal kunnen voorzien in de totale behoefte aan transportcapaciteit op de door hem beheerde elektriciteitsnetten.

20




Netbeheerder: EWR Netbeheer bv (EWR) Postbus 166
2220 AD Katwijk
Directeur netbeheerder: mr. W.L. Oosthout Aantal personeelsleden: Zie Continuon

Capaciteitsplan ontvangen op: 1 december 2000
Vertrouwelijk bijlage: NEE

Mondelinge toelichting op: Zie Continuon

Zienswijze ontvangen: NEE

Hoofdpunten capaciteitsplan: EWR gaat uit van een gemiddelde belastinggroei. Op grond van de belastinggroei is bepaald welke aanpassingen in het net plaats zullen moeten vinden. EWR lijkt een goed inzicht te hebben in prognoses van de huidige op het net aangesloten productie- eenheden.

Oordeel: De directeur DTe heeft geen reden te veronderstellen dat EWR in onvoldoende mate zal kunnen voorzien in de totale behoefte aan transportcapaciteit op de door hem beheerde elektriciteitsnetten.

21




Netbeheerder: InfraMosane N.V.
Postbus 1497
6201 BL Maastricht Directeur netbeheerder: drs. M.G.H.G. Gadet Aantal personeelsleden: 1 (inclusief directeur)

Capaciteitsplan ontvangen op: 30 november 2000
Vertrouwelijk bijlage: NEE

Mondelinge toelichting op: 15 mei 2001
Projectontwikkelaars verzoeken om steeds grotere aansluitingen, zonder dat het beschikbaar gestelde vermogen ooit wordt gebruikt. De netbeheerder moet soms diepe investeringen in zijn net doen om aan de gevraagde aansluitcapaciteit te kunnen voldoen, zonder dat deze zullen worden terug verdiend.

Zienswijze ontvangen: NEE

Hoofdpunten capaciteitsplan: InfraMosane verwacht geen knelpunten. Het aantal vervangings- dan wel uitbreidingsinvesteringen dat staat gepland is dan ook beperkt. InfraMosane heeft geen opwek in het primaire net. De belastinggroei van de voorgaande jaren is geëxtrapoleerd naar de komende zeven jaren.

Oordeel: De directeur DTe heeft geen reden te veronderstellen dat InfraMosane in onvoldoende mate zal kunnen voorzien in de totale behoefte aan transportcapaciteit op de door hem beheerde elektriciteitsnetten.






Netbeheerder: Netbeheer Midden-Holland B.V. (NMH) Postbus 26
2800 AA Gouda
Directeur netbeheerder: M.A. Nobel QC
Aantal personeelsleden: 1 (inclusief directeur)

Capaciteitsplan ontvangen op: 1 december 2000
Vertrouwelijk bijlage: NEE

Mondelinge toelichting op: 11 mei 2001
NMH is actief in een gebied waar de grond meer dan gemiddeld verzakt. Dientengevolge heeft zij meer onderhoud aan haar net dan andere netbeheerders te verrichten.

Zienswijze ontvangen: NEE

Hoofdpunten capaciteitsplan: NMH verwacht geen grote nieuwbouwprojecten, substantiële uitbreidingen van bedrijventerreinen of uitbreiding van productie. Het aantal te verwachten knelpunten is dan ook gering. Voor die knelpunten die zullen ontstaan zijn acties gepland.

Oordeel: De directeur DTe heeft geen reden te veronderstellen dat NMH in onvoldoende mate zal kunnen voorzien in de totale behoefte aan transportcapaciteit op de door hem beheerde elektriciteitsnetten.

23




Netbeheerder: Netbeheer Nutsbedrijven Weert NV (Weert) Dr. Kuyperstraat 221 6004 AK Weert
Directeur netbeheerder: ing. J.J.M. van Orsouw Aantal personeelsleden: 7 (inclusief directeur)

Capaciteitsplan ontvangen op: 27 december 2001
Vertrouwelijk bijlage: NEE

Mondelinge toelichting op: 15 mei 2001
De kwaliteit van het net van Weert wordt voortdurend gemonitored middels een power quality monitor.

Zienswijze ontvangen: NEE

Hoofdpunten capaciteitsplan: Het voorzieningsgebied van Weert wordt gevoed door Essent Limburg vanuit een drietal leveringspunten. Er zijn geen productie- eenheden die zorgen voor directe invoeding op het net van Weert. De verwachte belastinggroei komt overeen met het gemiddelde. Het aantal te verwachten knelpunten is beperkt. Voor die knelpunten die ontstaan zijn plannen bedacht, sommige plannen zijn reeds ten uitvoering gebracht.

Oordeel: De directeur DTe heeft geen reden te veronderstellen dat Weert in onvoldoende mate zal kunnen voorzien in de totale behoefte aan transportcapaciteit op de door hem beheerde elektriciteitsnetten.

24




Netbeheerder: Netbeheer Centraal Overijssel B.V. (Conet) Postbus 71
7600 AB Almelo
Directeur netbeheerder: B. ten Lande
Aantal personeelsleden: 2 (inclusief directeur)

Capaciteitsplan ontvangen op: 29 november 2000
Vertrouwelijk bijlage: JA

Mondelinge toelichting op: 10 juli 2001
Conet pleit voor een ministeriële regeling die beter toepasbaar is op distributienetten.

Zienswijze ontvangen: NEE

Hoofdpunten capaciteitsplan: Het grootste deel van het door Conet beheerde net is secundair. Conet heeft ook enkel in het secundaire net netaanpassingen voorzien. Capaciteitsknelpunten worden niet verwacht.

Oordeel: De directeur DTe heeft geen reden te veronderstellen dat Conet in onvoldoende mate zal kunnen voorzien in de totale behoefte aan transportcapaciteit op de door hem beheerde elektriciteitsnetten.

25




Netbeheerder: Noord West Net (NWN) Postbus 9600
2003 LP Haarlem
Directeur netbeheerder: drs. ing. P.H. Corton Aantal personeelsleden: Zie Continuon

Capaciteitsplan ontvangen op: 4 december 2000
Vertrouwelijk bijlage: JA

Mondelinge toelichting op: 10 mei 2001
Zie Continuon
Noord West Net is bezig de afhankelijkheid van Reliant te verminderen door investeringen te doen in het 150 kV net en twee extra koppelpunten met TenneT te realiseren.

Zienswijze ontvangen: 18 april 2001 van het Gemeentelijk Havenbedrijf Het Gemeentelijk Havenbedrijf Amsterdam beschrijft in haar zienswijze een typisch geval van de "first mover" problematiek bij het westelijk haventerrein in Amsterdam. Reactie op zienswijze: 2 juli 2001
Noord West Net laat zijn investeringsbeleid afhangen van de daadwerkelijke vraag naar aansluitvermogen. Zie ook: algemene opmerking over first mover problematiek in brief

Hoofdpunten capaciteitsplan: Het 150 kV transportnet van NWN is niet opgewassen tegen de ontwikkelingen in de huidige markt. Het 150 kV net is ontwikkeld in een tijd dat er sprake was van een integrale en zelfvoorzienende planning van productie en transport. Nu productie en transport van elkaar zijn gescheiden en er aan de vraagkant de nodige ontwikkelingen waar te nemen zijn is de aansluiting met het landelijk koppelnet te zwak geworden. Versterking van het landelijk koppelnet, het verzwaren van bestaande 150 kV stations, het bouwen van een aantal nieuwe 150 kV-stations en het verzwaren van de benodigde 150 kV sverbindingen zijn activiteiten die NWN in de loop der jaren uit zal voeren om aan de transportbehoefte te kunnen voldoen. Ook in het 50 kV, het middenspannings- en het laagspanninsgnet worden werkzaamheden verricht.

26




Oordeel: De directeur DTe heeft geen reden te veronderstellen dat NWN in onvoldoende mate zal kunnen voorzien in de totale behoefte aan transportcapaciteit op de door hem beheerde elektriciteitsnetten.

27




Netbeheerder: ONS Netbeheer BV (ONS) Postbus 121
3100 AC Schiedam
Directeur netbeheerder: ing. A.J. Muil
Aantal personeelsleden: 43 (inclusief directeur)

Capaciteitsplan ontvangen op: 1 december 2000
Vertrouwelijk bijlage: NEE

Mondelinge toelichting op: 15 maart 2001
De ministeriële regeling was voor ONS lastig hanteerbaar, daar ONS' net primair uit secundair net bestaat.

Zienswijze ontvangen: NEE

Hoofdpunten capaciteitsplan: ONS voorziet een lagere stijging in de belastinggroei dan de meeste andere netbeheerders. Reden hiervoor is het verhoudingsgewijs grote aantal huishoudelijke aansluitingen waar de verwachting van is dat het verbruik van deze groep minder zal stijgen dan het landelijk gemiddelde. Gezien deze lage belastinggroei en het feit dat er geen productie-eenheden aangesloten zijn op het net van ONS verwacht ONS tot 2001 geen capaciteitsknelpunten.

Oordeel: De directeur DTe heeft geen reden te veronderstellen dat ONS in onvoldoende mate zal kunnen voorzien in de totale behoefte aan transportcapaciteit op de door hem beheerde elektriciteitsnetten.

28




Netbeheerder: RENDO Netbeheer B.V. (RENDO) Postbus 595
7900 AN Hoogeveen Directeur netbeheerder: B. ten Lande
Aantal personeelsleden: ?

Capaciteitsplan ontvangen op: 22 november 2000
Vertrouwelijk bijlage: JA

Mondelinge toelichting op: Wegens langdurige afwezigheid van de directeur is er niet met RENDO gesproken.

Zienswijze ontvangen: NEE

Hoofdpunten capaciteitsplan: Er zullen zich naar verwachting geen capaciteitsknelpunten voordoen in het net van RENDO

Oordeel: De directeur DTe heeft geen reden te veronderstellen dat RENDO in onvoldoende mate zal kunnen voorzien in de totale behoefte aan transportcapaciteit op de door hem beheerde elektriciteitsnetten.

29




Netbeheerder: Wetsland Energie Infrastructuur B.V. Postbus 1
2685 ZG Poeldijk
Directeur netbeheerder: ing. F.P. Binnekamp Aantal personeelsleden: 90 (inclusief directeur)

Capaciteitsplan ontvangen op: 5 december 2000
Vertrouwelijk bijlage: NEE

Mondelinge toelichting op: 13 maart 2001
Het capaciteitsplan van Westland voldoet niet op alle punten aan de in de ministeriële regeling gestelde eisen. Dit vanwege het beperkte transportnet dat Westland beheert. Tevens zijn er weinig problemen te verwachten. Alle vermogensgroei wordt opgevangen door het nieuwe 20 kV net. Er is om die reden geen groei in het oude 10 kV net waarneembaar. Bovendien heeft WI het idee dat de ministeriële regeling niet voldoende handvatten biedt voor het opstellen van een capaciteitsplan voor alleen een distributienet.

Zienswijze ontvangen: NEE

Hoofdpunten capaciteitsplan: De door Westland verwachte vermogensgroei is hoger dan het landelijk gemiddelde. Deze hoge verwachting is gebaseerd op de historische vermogensgroei die altijd al hoger lag dan het gemiddelde, te verwachten nieuwbouwprojecten en voortschrijdende tuinbouwtechnologieën. In het Westland gebied zijn, voor zover bekend, geen partijen aanwezig die grote productie- eenheden willen plaatsen. Knelpunten worden er nauwelijks verwacht.

Oordeel: De directeur DTe heeft geen reden te veronderstellen dat Westland in onvoldoende mate zal kunnen voorzien in de totale behoefte aan transportcapaciteit op de door hem beheerde elektriciteitsnetten.

30




Netbeheerder: TenneT bv
Postbus 718
6800 AS Arnhem
Directeur netbeheerder: ir. G.J.L Zijl
Aantal personeelsleden: 220 (inclusief directeur)

Capaciteitsplan ontvangen op: 1 december 2000
Vertrouwelijk bijlage: NEE

Mondelinge toelichting op: 5 juli 2001
De ministeriële regeling moet worden verbeterd.

Zienswijze ontvangen: 25 april 2001 van VEMW VEMW constateert dat in het capaciteitsplan van TenneT geen concrete, maar enkel mogelijk te nemen acties zijn opgenomen. Daarnaast merkt VEMW op dat uitbreiding van de Meden- interconnector niet het capaciteitsplan van TenneT is opgenomen. Reactie op zienswijze: 5 juli 2001
TenneT verwijst naar hoofdstuk 6 van haar capaciteitsplan. In dit hoofdstuk legt TenneT uit welke acties zullen worden ondernomen om knelpunten op te lossen.

Hoofdpunten capaciteitsplan: Voor de prognose van behoefte aan capaciteit heeft TenneT een marktverkenning uitgevoerd en is intensief overleg gevoerd met de netbeheerders. De marktverkenning richtte zich op binnenlandse belasting, het opgestelde productievermogen en de uitwisseling met buitenlandse netten. De groei van de binnenlandse belasting wordt door TenneT (op grond van historische gegevens) gelijk verondersteld aan de economische groei. Ontwikkeling van productie is voor TenneT moeilijk in te schatten, omdat zeer beperkte informatie van aangesloten productie-eenheden over hun toekomstverwachtingen is ontvangen. Uit gesprekken die TenneT met producenten heeft gevoerd kwam keer op keer naar voren dat de heersende onzekerheid over de ontwikkeling van de markt hen (nog) weerhoudt van het maken van plannen voor nieuwbouw. Ook eventuele nieuwe toetreders hebben geen concrete voorstellen voor nieuwbouwprojecten aangedragen.

31




Ten aanzien van de buitenlandverbindingen spreekt TenneT de verwachting uit dat de prijzen van elektriciteit in Nederland, België en Duitsland op termijn zullen convergeren tot ongeveer hetzelfde niveau. Een belangrijke factor voor de uitwisseling met het buitenland in de komende jaren, is de strategie van Duitse elektriciteitsproducenten om het overschot aan productievermogen terug te dringen door sluiting van eenheden. Op grond van bovenstaande verachtingen en uitgevoerde netberekeningen komen er een aantal knelpunten in het net van TenneT naar voren. TenneT heeft in haar capaciteitsplan een aantal maatregelen beschreven die hij noodzakelijk acht om de geformuleerde knelpunten op te lossen

Oordeel: De directeur DTe heeft geen reden te veronderstellen dat TenneT in onvoldoende mate zal kunnen voorzien in de totale behoefte aan transportcapaciteit op de door hem beheerde elektriciteitsnetten.