http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=419539
Aan de Voorzitters van de Algemene Commissie voor Europese Zaken en van de Vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Integratie Europa Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 22 augustus 2001 Auteur Mr G.A. Beschoor Plug Kenmerk DIE-409/01 Telefoon 070-348 5005
Blad /8 Fax 070-348 4086
Bijlage(n) Raadsconclusies E-mail die@minbuza.nl
Betreft Verslag Algemene Raad van 16 en 17 juli 2001
C.c.
Zeer geachte Voorzitter,
Conform de bestaande afspraken heb ik de eer U hierbij aan te bieden het
verslag van de Algemene Raad van 16 en 17 juli 2001.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Verslag van de Algemene Raad van 16 en 17 juli 2001
Openbaar debat
Het openbaar debat was dit keer gewijd aan het thema 'dialoog met de
burgers'. De voorzitter, minister Michel, concludeerde dat de doelstellingen
van de EU voor de burgers blijkbaar niet helder genoeg zijn. Thema's als
vrede, stabiliteit en welvaart, maar ook JBZ-zaken en buitenlandse politiek
behoeven nadere uitleg. Er heerst bovendien onzekerheid over de voordelen
van de uitbreiding. Om deze redenen zou een open dialoog met de burgers
moeten worden opgezet met duidelijk, klaar taalgebruik. Deze dialoog zou op
meerdere niveau's moeten plaatsvinden: nationaal (bijvoorbeeld via scholen)
maar ook transnationaal. Tijdens het Belgische voorzitterschap zal het debat
worden vervolgd.
Ik heb aangegeven dat de burgers eerder prestaties en resultaten verwachten
dan participatie in een institutioneel debat. De EU moet zich met name
richten op onderwerpen die hoog op de agenda van de burger staan, zoals
milieu en leefomgeving, veiligheid, asiel en migratie, uitbreiding en het
externe optreden. Het Ierse referendum is in dit verband een wake up call,
die duidt op de noodzaak uit leggen welke kansen en mogelijkheden de
uitbreiding nu precies biedt. Ook wil de burger zijn bestuurders kunnen
aanspreken op het beleid. De bevoegdheden van het Europees Parlement zouden
dus moeten worden uitgebreid, zoals aangegeven in het Benelux memorandum
over de toekomst van de Unie.
Afrika/ Grote meren regio
De Grote Merenregio is één van de prioriteiten op GBVB-terrein van het
Belgisch voorzitterschap. Voorzitter Michel ging mede aan de hand van zijn
recente reis naar de regio kort in op het nationale Belgische actieplan. Er
was in zijn ogen een window of opportunity voor het stimuleren van de vrede,
stabiliteit en economische ontwikkeling in de regio. In dit kader zal Hoge
Vertegenwoordiger Solana van 23 tot 27 juli een bezoek brengen aan de regio.
Doelstelling van zijn bezoek is de tenuitvoerlegging van de Lusaka- en
Arusha-akkoorden te stimuleren.
Ik heb de specifieke aandacht van het voorzitterschap voor Afrika van harte
verwelkomd. De Grote Merenregio is terecht een van de politieke
prioriteiten. De EU zou steun moeten verlenen aan de lopende processen en
waar mogelijk zelf initiatieven nemen ter ondersteuning hiervan.
Uitgangspunt hiervoor is volledige uitvoering van de Lusaka-akkoorden.
Voorts heeft Nederland bepleit dat op korte termijn in overleg met SG VN
moet worden nagegaan hoe meer steun kan worden gegeven aan de implementatie
van het DDR-plan.
Nederland heeft al langer gepleit voor een bezoek van HV Solana. Diens
bezoek (en dat van Commissaris Nielson, die vanaf 17 juli de regio bezoekt)
moet dan ook worden verwelkomd. Het is een duidelijk signaal dat de EU een
bijdrage wil leveren aan de oplossing van de politieke conflicten in Afrika.
Westelijke Balkan
- Macedonië
HV Solana deed verslag van de laatste stand van zaken m.b.t. de
onderhandelingen in Skopje over een framework document, waarvoor de basis is
gelegd door EU-vertegenwoordiger Léotard en de Amerikaanse speciale gezant
Pardew. De belangrijkste obstakels voor het bereiken van een akkoord zijn de
eisen van de Albanese Macedoniërs op het gebied van het gebruik van het
Albanees (erkenning als tweede officiële taal) en Albanese invloed op de
samenstelling van het Macedonische politiekorps. Een positief punt is dat
het staakt-het-vuren voorlopig stand houdt. Op dit staakt-het-vuren houdt
een aantal waarnemers van EUMM (in nauwe samenwerking met OVSE-waarnemers)
toezicht. Niettemin zal de dialoog op korte termijn resultaten moeten
opleveren m.b.t. politieke hervormingen teneinde een hervatting van het
geweld te voorkomen.
De Raad stelde een gemeenschappelijk standpunt vast dat geen visa mogen
worden verstrekt aan (Albanese) extremisten. Teneinde de lopende
onderhandelingen niet te belasten, zal over de daadwerkelijke uitvoering van
dit gemeenschappelijk standpunt pas later een besluit plaatsvinden, op basis
van een advies van HV Solana. Deze reist samen met de Secretaris-generaal
Robertson van de NAVO later deze week naar Skopje om te bezien hoe het
onderhandelingsproces verder gestimuleerd kan worden. Deze reis illustreert
nogmaals de nauwe samenwerking tussen de EU en de NAVO.
Kroatië
De Raad verwelkomde het besluit van de Kroatische autoriteiten inzake de
uitlevering van twee Kroatische verdachten aan het ICTY.
FRJ
De Raad onderstreepte het belang van de uitlevering van Milosevic aan het
ICTY, niet alleen voor de toenadering van de FRJ tot Europa, maar ook voor
de samenwerking van de landen van de Westelijke Balkan met het ICTY in zijn
algemeenheid. Voorts sprak de Raad over de financiële situatie in de FRJ.
Deze situatie is uitermate precair. De Raad verwelkomde in dit verband het
succes van de donorconferentie van 29 juni. Indien zich onverhoopt extra
problemen voordoen m.b.t. de betalingsbalans van de FRJ, dan is de EU bereid
om additionele macro-economische steun te verlenen, in aanvulling op de
toegezegde 300 MEURO (waarvan 75 MEURO schenking en de rest lening). Deze
toezegging is evenwel niet voldoende voor het dichten van het volledige
begrotingsgat. Commissaris Patten riep de lidstaten daarom op, aanvullende
bilaterale begrotingssteun te geven.
Midden Oosten
De Raad was buitengewoon bezorgd over de huidige situatie in het Midden
Oosten. De aanbevelingen van de Mitchell commissie zijn de enige uitweg uit
de impasse en moeten direct en integraal worden uitgevoerd. De Raad deed een
oproep aan alle partijen om de inspanningen te intensiveren om het geweld te
beëindigen en af te zien van provocaties. Voorts moet er een onpartijdig
surveillance mechanisme komen om mogelijke obstakels voor de uitvoering van
de aanbevelingen van het Mitchell rapport uit de weg te ruimen. Een
dergelijk mechanisme kan met name een bijdrage leveren aan de realisering
van een geweldloze periode. Door de oproep tot instelling van een dergelijk
mechanisme - waarmee Israël zich overigens nog akkoord moet verklaren -
geeft de EU een duidelijk politiek signaal ter ondersteuning van het proces
van beëindiging van geweld. Tijdens de Raad is verder benadrukt, dat de EU
en de VS nauw moeten blijven samenwerken. HV Solana zal vermoedelijk tijdens
het weekeinde van 21 en 22 juli het Midden Oosten weer bezoeken.
Durban conferentie over racisme
Binnen de Raad bestond overeenstemming over de opstelling van de EU in de
voorbereiding naar deze Wereldconferentie. Het streven van de EU blijft erop
gericht om van de conferentie een succes te maken. Het resultaat van de
Wereldconferentie dient toekomst- en actiegericht te zijn om vooruitgang te
kunnen boeken op het terrein van bestrijding van racisme. De aandacht is
daarbij vooral gericht op het stimuleren van nationale preventieve
maatregelen en beschermingsmechanismen op het gebied van wetgeving, beleid
en praktijk. De EU betreurt de negatieve gevolgen van kolonialisme en
slavernij. Het veroorzaakte leed moet onderkend en herinnerd worden om
dergelijke tragedies in de toekomst te voorkomen. Het geven van
ontwikkelingssamenwerking houdt hiermee echter geenszins verband. Met
ontwikkelingssamenwerking geeft de EU blijk van haar internationale
solidariteit en kan worden bijgedragen aan het voorkomen en bestrijden van
hedendaagse rassendiscriminatie.
Follow-up Europese Raad van Gotenburg
Onder dit punt deed de voorzitter kort verslag van de stand van zaken rond
de onderhandelingen over het Kyoto Protocol en van de verdeling van
werkzaamheden over de diverse Raadsformaties m.b.t. de strategie van
duurzame ontwikkeling. Tevens werd kort stilgestaan bij een mogelijke
dialoog met anti-globalisten, hetgeen resulteerde in de aanname van
Raadsconclusies terzake. In deze conclusies, die verwijzen naar de extra JBZ
Raad van 13 juli, neemt de Raad zich voor om de zorgen van deze groeperingen
te adresseren en een dialoog aan te gaan met maatschappij, parlement en
ontwikkelingslanden.
Uitbreiding
Het voorzitterschap en de Commissie presenteerden de planning voor de
komende zes maanden. Zij gaven aan zich strak te willen blijven houden aan
het schema van de door de ER te Nice geaccordeerde road map voor afronding
van de toetredingsonderhandelingen. Dit betekent dat de hoofdstukken
mededinging, transport, energie, belasting, douane-unie, landbouw
(veterinaire en fytosanitaire zaken), visserij, justitie en binnenlandse
zaken en financieel beheer gedurende het Belgische voorzitterschap met de
verst gevorderde kandidaten moet worden afgerond. Daarnaast zijn er enkele
leftovers van het afgelopen Zweedse voorzitterschap, en dient nu al de
agenda van het komende Spaanse voorzitterschap inhoudelijk te worden
voorbereid.
Uitgangspunten blijven differentiatie en beoordeling op eigen merites; de
mogelijkheid om achterstand in de onderhandelingen in te lopen blijft zo
aanwezig. Voornaamste vraag is vervolgens of de kandidaat-lidstaten tijdig
in staat zullen zijn om aan de verplichtingen van lidmaatschap te voldoen.
In het algemeen ligt de overname van het acquis behoorlijk op schema, maar
schort het veelal nog aan de implementatie. In deze fase is intensieve
monitoring dan ook meer dan ooit van belang. In dit kader zal de Commissie
een tussentijdse bestandsopname presenteren aan de ER van Gent,
vooruitlopend op de volgende jaarlijkse voortgangsrapportages met het
bijbehorende strategiedocument, die in november worden verwacht.
Additionele onderwerpen
Sinds het Algemeen Overleg over deze Raad op 5 juli is een aantal
additionele onderwerpen op de agenda verschenen, die om die reden niet in de
geannoteerde agenda voor de Raad konden worden opgenomen.
Werkzaamheden andere Raadsformaties
Er was brede bijval voor het initiatief van het voorzitterschap om een
overzicht te geven van de werkzaamheden van andere Raadsformaties ter
bevordering van de coördinerende rol van de AR (en in diens
verantwoordelijkheid om de Europese Raden voor te bereiden). In dit verband
werd tevens gewezen op het rapport over de werkmethoden van de Raad dat
wordt voorbereid door Secretaris-generaal Solana en dat in Laken zal worden
gepresenteerd. Dit onderwerp zal permanent op de agenda van de AR staan.
EVDB
Onder het additionele agendapunt EVDB heeft het voorzitterschap kort zijn
prioriteiten terzake uiteengezet. De drie hoofdpunten zijn:
de zgn. Capabilities Improvement Conference, waarbij de voortgang m.b.t. de
militaire capaciteiten sinds de Capabilities Commitment Conference van
november jl. aan de orde komt;
het operationeel verklaren van de EU op het terrein van EVDB;
de relatie tussen de EU en de NAVO.
In dit verband is ook kort de relatie met Turkije besproken, waarbij
voorzitter Michel verslag deed van zijn reis naar Ankara begin juli.
European Institute for Strategic Studies (EUISS) en Satellite Center
(SATCEN)
De Raad bereikte overeenstemming over de gemeenschappelijke optredens inzake
het European Institute for Strategic Studies (EUISS) en het Satellite Center
(SATCEN). Door de inschuif van de WEU in de EU moeten beide structuren
binnen de EU juridisch worden ingebed. Beide zullen een instrument worden
van het EVDB/GBVB en zijn nu door middel van de gemeenschappelijke optredens
omgevormd tot Agentschappen binnen de Tweede Pijler.
Conflictpreventie
HV Solana heeft de Raad mondeling geïnformeerd over actuele en potentiële
crisishaarden, waaraan tijdens het Belgische voorzitterschap bijzondere
aandacht zou moeten worden besteed. Daarbij noemde hij uiteraard de Balkan
en het Midden Oosten, maar ook de Grote Merenregio en Indonesië. Met deze
presentatie gaf hij invulling aan het Europees Programma inzake
Conflictpreventie dat tijdens de Europese Raad van Gotenburg is vastgesteld.
Ik heb in een reactie deze prioriteiten onderschreven, maar speciale
aandacht gevraagd voor de explosieve situatie in Indonesië. De essentie van
het Europees Programma is, dat de EU tijdig gebruik maakt van het scala aan
instrumenten waarover zij beschikt.Ik heb er daarom voor gepleit, dat het
Politiek- en Veiligheidscomité (PSC) op korte termijn een discussie voert
over de wijze waarop de EU de stabiliteit in Indonesië kan bevorderen. Als
mogelijkheden heb ik daarvoor genoemd:
het intensiveren van de dialoog van de EU-Ambassadeurs met de Indonesische
autoriteiten, civil society en mensenrechtenorganisaties;
het sturen van EU-missies naar Irian Jaya en Aceh;
bezien of de EU wel voldoende OS-middelen inzet op het decentralisatieproces in Indonesië, resp. hoe de focus daarop kan worden versterkt.
Het Belgisch voorzitterschap nam mijn suggestie over om op korte termijn de
situatie in Indonesië in het PSC te bespreken.
Scheepsbouw in Korea
De Commissie had om agendering van dit punt gevraagd om een oriëntatie van
de Raad te krijgen hoe het scheepsbouw conflict met Korea verder aangepakt
moet worden nu de onderhandelingen met Korea zijn stukgelopen. De Commissie
stelde voor om een WTO-procedure tegen Korea in te leiden, gecombineerd met
een tijdelijk steunmechanisme in de EU voor de bouw van containerschepen en
chemische tankers. In de discussie die hierop volgde, spraken alle
delegaties zich uit voor het indienen van een WTO-klacht tegen Korea.
Nederland, gesteund door het VK en de Scandinavische landen, sprak zich
daarbij uit tegen een hervatting van steun aan de scheepsbouw, ook in de
vorm van een tijdelijk mechanisme. De grootste scheepsproducenten (Italië,
Spanje, Duitsland, Griekenland en Portugal) steunden de Commissie in haar
benadering dat een WTO-klacht gepaard moet gaan met instelling van een
steunmechanisme. Er werd geconcludeerd dat over dit voorstel van de
Commissie de meningen uiteenlopen en dat er op ambtelijk niveau verder over
zal worden gesproken.
Samenwerkingsraden met Kazachstan en Kirgizië
En marge van de Raad vonden de samenwerkingsraden plaats met Kazachstan en
Kirgizië. Tijdens de politieke dialoog sprak de EU haar zorg uit over
democratie en rechtsstaat in beide landen. Wil het partnerschap tussen de EU
en de beide landen zich ontwikkelen, dan is het van belang dat de regeringen
zich daadwerkelijk inspannen om de rechtstatelijke beginselen en
pluriformiteit te respecteren. Voorts vroeg de EU aandacht voor een aantal
openstaande handels- en investeringsgeschillen, in het bijzonder dat over
intellectuele eigendom.
Associatieraad met Hongarije
En marge van de Raad vond de achtste associatieraad plaats met Hongarije.
Gesproken werd over de pre-accessiestrategie, de stand van zaken m.b.t.
implementatie van de Europa-akkoorden, pre-accessiesteun, financiële steun
van de EIB en regionale samenwerking. In het kader van het laatste onderwerp
heeft de EU de 'wet betreffende Hongaarse minderheden in de buurlanden' (de
zgn. Statuswet) aan de orde gesteld. Ook werd gesproken over de positie van
minderheden in Hongarije.
Kenmerk DIE-409/01
Blad
===