Centrum voor Arbeidsverhoudingen

CMHF - 04-09-2001

'Nivelleringsplannen Melkert onaanvaardbaar'

"De CMHF wijst de nivelleringsplannen van de nieuwe PvdA-aanvoerder Ad Melkert stellig van de hand. De jaren zeventig mogen wellicht in de mode zijn, maar nivellering als toonzetting voor inkomens- en arbeidsmarktbeleid in de komende jaren is absoluut achterhaald."

Dit zegt CMHF-voorzitter drs. O. Loopstra in het CMHF-blad Commentaar dat verschijnt op 20 september. In dat nummer gaat de CMHF op basis van de nieuwe Miljoenennota en Trendnota Arbeidszaken Overheid nader in op het kabinetsbeleid voor de collectieve sector in 2002. Los van de plannen van het kabinet, voelt de CMHF zich in haar 'Prinsjesdagnummer' ook geroepen om kort te reageren op het recente pleidooi van Melkert tot forse nivellering.

In het algemeen is de CMHF om diverse redenen tegen nivelleringsmaatregelen. Zo suggereert Melkert dat er in Nederland onevenwichtige inkomensverhoudingen zouden zijn, maar kijkend naar andere Europese landen zijn die verschillen in Nederland juist klein. Bovendien kijkt de nieuwe PvdA-aanvoerder veel te eenzijdig naar de afstand tussen inkomen uit arbeid enerzijds en uitkeringsniveaus anderzijds. "Met de huidige krapte op de arbeidsmarkt voor met name gespecialiseerde, gekwalificeerde en leidinggevende functies zou het werken op deze niveaus juist adequaat beloond moeten worden", aldus de CMHF-voorzitter.

Inkomens ambtenaren
Voor de diverse overheidssectoren schiet Melkert zijn doel in versterkte vorm voorbij. De door de PvdA beoogde belastingmaatregel zal de positie van de overheid op de arbeidsmarkt alleen maar verder bedreigen omdat de individuele middelbaar en hoger betaalde ambtenaar onevenredig wordt benadeeld. De beloning van gespecialiseerde en leidinggevende ambtenaren ligt namelijk al een stuk lager dan die van hun evenknieën in het bedrijfsleven. Hoewel er afwijkingen naar boven en beneden zijn, wijst onderzoek uit dat ambtenaren ruwweg vanaf hoofdgroep V (vanaf schaal 10) een salarisachterstand hebben. Deze neemt toe naarmate de schaal hoger is. Dat politici nooit de politieke moed hebben om voor zichzelf een adequate beloning te regelen, is hun eigen verantwoordelijkheid. Dat men daarmee ook een te laag honoreringsniveau voor de hoogste salarisschalen opdringt aan ambtenaren is voor de CMHF echter onaanvaardbaar.

Vooral ook omdat op die manier in de daar onder liggende schalen de bewegingsruimte voor een marktconforme beloning wordt ingeperkt. Met deze opvatting bepleit de CMHF niet dat de ambtelijke top een-op-een in de beloningspas moet lopen met de absolute top in het internationale bedrijfsleven, waar zich in enkele gevallen situaties voordoen die in het algemeen worden beschouwd als 'zelfverrijking'. De CMHF bepleit voor medewerkers in de collectieve sector wel een marktconforme beloning die gebaseerd is op de zwaarte van functies.