IP/01/1243
Brussel, 6 september 2001
Wederzijdse erkenning van beslissingen inzake de ouderlijke
verantwoordelijkheid: een belangrijke doorbraak voor de bescherming
van kinderen in Europa
De Europese Commissie heeft vandaag een voorstel aangenomen, waarin
het grondrecht van kinderen - van gehuwde of niet-gehuwde paren - is
vastgelegd om betrekkingen te onderhouden met beide ouders, ook
wanneer die ouders in verschillende delen van Europa wonen. In dit
voorstel betreffende de wederzijdse erkenning van beslissingen inzake
de ouderlijke verantwoordelijkheid is een samenhangend geheel van
voorschriften opgenomen inzake de toekenning van de bevoegdheid en de
erkenning en tenuitvoerlegging van deze beslissingen in de hele
Gemeenschap, waardoor voor het eerst een duidelijk wetgevend kader
wordt geschapen.
"Dit voorstel draagt in belangrijke mate bij aan de bescherming van
kinderen. Het is het resultaat van het toenemende onderlinge
vertrouwen in een gemeenschappelijke justitiële ruimte en biedt de
gezinnen in Europa concrete voordelen", aldus de heer António
Vitorino, lid van de Commissie en bevoegd voor justitie en
binnenlandse zaken.
Overeenkomstig het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie
heeft ieder kind recht op bescherming en zorg, moeten bij alle
handelingen die kinderen betreffen de belangen van het kind de eerste
overweging vormen en heeft ieder kind het recht betrekkingen met beide
ouders te onderhouden. Aangezien de leden van eenzelfde gezin steeds
vaker in verschillende lidstaten gaan wonen, bestaat er in toenemende
mate behoefte aan regels die bepalen welke rechterlijke instantie
bevoegd is beslissingen te nemen die van belang zijn voor kinderen en
die garanderen dat deze beslissingen daadwerkelijk in de hele
Gemeenschap ten uitvoer kunnen worden gelegd.
Het vandaag aangenomen voorstel van de Commissie voor een verordening
van de Raad inzake de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging
van beslissingen op het gebied van de ouderlijke verantwoordelijkheid:
* bevat een samenhangend geheel van bepalingen tot vaststelling van
de rechterlijke instantie die bevoegd is kennis te nemen van een
zaak aangaande de ouderlijke verantwoordelijkheid. Overeenkomstig
deze bepalingen, die de bescherming van de belangen van het kind
ten doel hebben, is die rechterlijke instantie bevoegd waarmee het
kind de nauwste band heeft, d.w.z. in de meeste gevallen die van
de plaats waar het kind zijn gewone verblijfplaats heeft;
* schrijft voor dat een beslissing inzake de ouderlijke
verantwoordelijkheid die in één lidstaat is gegeven in de hele
Gemeenschap moet worden erkend en uitgevoerd; en
* versterkt de samenwerking tussen rechterlijke instanties en
autoriteiten, onder meer via het Europees justitieel netwerk op
het gebied van burgerlijke en handelszaken, teneinde te garanderen
dat de ouderlijke verantwoordelijkheid daadwerkelijk kan worden
uitgeoefend.
Daarnaast overweegt de Commissie maatregelen om de bescherming van
kinderen op internationaal niveau te verbeteren, onder meer via het
Verdrag van 's Gravenhage van 1996 inzake de ouderlijke
verantwoordelijkheid en de bescherming van kinderen.
Achtergrond:
Het voorstel voorziet in de uitbreiding van het toepassingsgebied van
Verordening nr. 1347/2000 van de Raad van 29 mei 2000 betreffende de
bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in
huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid voor
gemeenschappelijke kinderen (PB L 160 van 30.6.2000, blz. 19) tot
beslissingen inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid voor alle
kinderen, ongeacht hun gezinssituatie.
Dit voorstel vormt een onderdeel van de eerste etappe van het
programma van maatregelen voor de uitvoering van het beginsel van
wederzijdse erkenning van beslissingen in burgerlijke en handelszaken
op het gebied van het familierecht (PB C 12 van 15.1.2001, blz. 1).
Ter voorbereiding van dit voorstel heeft de Commissie op 27 juni 2001
een hoorzitting gehouden op grond van haar Werkdocument betreffende de
wederzijdse erkenning van beslissingen inzake de ouderlijke
verantwoordelijkheid (COM (2001) 166 def.).
Zie ook webadres:
http://europa.eu.int/comm/justice_home/unit/civil_en.htm