29 aug 2001
Promotie
Gelijkheidsbeginsel verplicht overheid rekening te houden met de belangen
van werkende ouders
"Een beroep op het gelijkheidsbeginsel kan een bijdrage leveren aan de
verbetering van de positie van werkende ouders. Maar de aanwijzingen
die het gelijkheidsbeginsel daarvoor geeft, houden een buitengewoon
moeilijke opdracht in. Het gelijkheidsbeginsel biedt geen garanties
voor positieverbetering." Dit is een van de conclusies die mr. Nynke
de Vries-Huiser trekt uit haar juridisch onderzoek naar de betekenis
van het gelijkheidsbeginsel voor de positie van ouders, die als
leerkracht werken in het onderwijs en daarnaast beschikbaar willen
zijn voor de zorg voor hun kinderen. Het onderzoek bestaat uit twee
delen. In het eerste deel wordt aangetoond dat het belang van het
gelijkheidsbeginsel vooral schuilt in haar zogenaamde argumentatieve
functie. "Het gelijkheidsbeginsel dwingt ertoe om te beargumenteren
waarom je vindt dat het ene geval verschilt van het andere en daarom
een andere behandeling verdient", zegt De Vries. "De grondrechten
leveren de juridische argumenten voor een 'andere' behandeling van
werknemers met gezinsverantwoordelijkheid; een behandeling die
rekening houdt met het gegeven dat een leerkracht beschikbaar wil zijn
voor de zorg voor zijn kinderen." Een andere conclusie van het eerste
onderzoeksdeel is dat de overheid als wetgever en als werkgever
verantwoordelijk is voor een rechtspositie, die zo goed mogelijk
rekening houdt met de positie van werkende ouders.
In het tweede gedeelte van het proefschrift wordt de rechtspositie van
leerkrachten in het basis- en voorgezet onderwijs onder de loep
genomen. Hier doet De Vries enkele voorstellen voor
positieverbetering, zoals de invoering van een calamiteitenverlof in
het voortgezet onderwijs en de invoering van een (gedeeltelijk)
betaald ouderschapsverlof. Zij wijst er op dat de overheid en de
sociale partners in het onderwijs gezamenlijk verantwoordelijkheid
dragen voor de verbetering van de positie van leerkrachten met
gezinsverantwoordelijkheid. De centrale overheid is
eindverantwoordelijk. /JS
Mw. mr. De Vries-Huiser (Groningen, 1965) studeerde Nederlands recht
in Groningen
Ze verrichtte haar onderzoek bij de vakgroep Bestuursrecht en
Bestuurskunde, sectie Vrouw en Recht. Het proefschrift is opgenomen in
de dissertatiereeks van de onderzoeksschool Centrum voor Recht,
Bestuur en Samenleving.
Datum en tijd
donderdag 6 september 2001, 14.15 uur
Promovendus
mw. N. de Vries-Huiser, nadere informatie Interne en Externe
Betrekkingen, tel. 050-363 54 46
Proefschrift
Handelsuitgave
Arbeid en zorg in het onderwijs: De overheid een zorg. Verplichtingen
op grond van het gelijkheidsbeginsel
Boom Juridische Uitgevers. ISBN 90 5454 110 5. Prijs f 85,-
Promotor
prof.mr. F.M. Noordam
Faculteit
rechtsgeleerdheid
Plaats
Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen