Snelle stappen mogelijk op weg naar staatkundige hervormingen
Nederlandse Antillen
Een persbericht bij het onderwerp Nederlands beleid
7 september 2001
Veranderingen in de taakverdeling tussen de landsregering van de
Nederlandse Antillen en de eilandbesturen van Curaçao, Bonaire,
Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, kunnen nog dit jaar in gang
worden gezet. Voorstellen van de Antilliaanse minister van
Binnenlandse Zaken mevrouw Rafaël bieden daarvoor een goede basis.
Het ligt voor de hand om voorrang te geven aan voorstellen voor
verdere decentralisatie van de belastingheffing en voor een
grotere autonomie van de eilanden op financieel-economisch
terrein. Dat biedt immers de mogelijkheden voor vergroting van de
verantwoordelijkheden van de eilandbesturen.
Dat schrijven minister De Vries en staatssecretaris De Vries
(beiden van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) aan
minister Rafaël. De Nederlandse bewindslieden geven daarmee een
eerste reactie op de discussienota "Naar een nieuw verband". De
Nederlandse regering waardeert dat er nu concrete gesprekken
tussen land en eilanden over staatkundige hervormingen worden
gevoerd en onderschrijft de eerste conclusie van het overleg, dat
de huidige structuur van de Nederlandse Antillen verbetering
behoeft. Nederland is bereid tot een nadere reactie en politiek
overleg nadat over de discussienota politieke besluitvorming heeft
plaatsgevonden door de Antilliaanse regering en de
eilandsbesturen. Veel punten uit de nota vergen nog uitwerking. Zo
zullen de ingrijpende financiële gevolgen bekeken moeten worden,
ook in het licht van de maatregelen in het kader van een
IMF-programma en de voorstellen van de commissie-Havermans voor
nieuwe financiële verhoudingen binnen de Nederlandse Antillen.
Als de Antilliaanse overheden ondersteuning wensen bij het
uitwerken van de discussienota, is Nederland bereid daarvoor
onafhankelijke deskundigheid beschikbaar te stellen.
Als voor staatkundige hervormingen het Statuut van het Koninkrijk
gewijzigd zou moeten worden, moeten alle landen binnen het
Koninkrijk (Aruba, de Nederlandse Antillen en Nederland) instemmen
met de veranderingen. Nederland behoudt zich het recht voor in dat
geval voorwaarden te stellen aan een nieuwe status van de landen
en de eilanden.
Naar aanleiding van het position-paper van Sint Maarten ("Saint
Martin as a country within the Kingdom of the Netherlands")
schrijven de Nederlandse bewindslieden dat elke staatkundige
verandering ten goede moet komen aan de inwoners van álle
eilanden. De veranderingen moeten ook bijdragen aan verbetering
van de kwaliteit van bestuur, inclusief een gezonde financiële
huishouding. Nederland vreest dat schaalverkleining van het
bestuur op bepaalde terreinen, bijvoorbeeld bij de
rechtshandhaving, niet bijdraagt aan de kwaliteit. Ook werpen de
bewindslieden de vraag op hoe eventuele nadelige financiële
consequenties door Sint Maarten zullen worden opgevangen.