Ministerie van Defensie



Toespraken

Uitreiking herinneringsmedaille aan de UNMEE-eenheden

07-09-2001

Toespraak uitreiking herinneringsmedaille aan de UNMEE-eenheden door Minister van Defensie, mr. F.H.G. de Grave, Brabanthallen, 7 September 2001

Militairen van de aangetreden eenheden en detachementen, Admiraals, Generaals, Dames en heren,

Het is voor mij een genoegen om u hier vandaag in de Brabanthallen in Den Bosch te mogen toe spreken. Voor ons staan de militairen die hebben gediend in het kader van de UNMEE-operatie en die de Herinneringsmedaille Vredesoperaties uitgereikt zullen krijgen. Het zijn militairen van alle vier krijgsmachtdelen die allemaal op hun eigen wijze hebben bijgedragen aan het welslagen van de missie. Samen heeft u een klus geklaard waarop U trots mag zijn. Uiteraard is het overgrote deel van de hier aangetreden militairen afkomstig van het korps Mariniers. Maar ook zien we hier de bemanning van de Hr. Ms. Rotterdam, de genisten van de Koninklijke landmacht, andere specialisten afkomstig van diverse krijgsmachtdelen, de militairen van het Chinook- en het Apache-detachement en de militairen van de Koninklijke marechaussee.

U allen heeft bijgedragen aan het succes van de UNMEE-operatie. Een succes dat internationaal is erkend als de best mogelijke start die de UNMEE-missie in een toch moeilijk deel van Afrika heeft kunnen krijgen.

Ook in Nederland zelf is er brede waardering van de Nederlandse bijdrage aan UNMEE geweest. Ikzelf herinner mij bijvoorbeeld hoezeer Minister-president Kok en de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, met wie ik een eerste werkbezoek aan UNMEE bracht, onder de indruk raakten van de wijze waarop onze militairen in moeilijke omstandigheden hun taak uitoefenden. In mei ben ik nog een tweede keer op bezoek geweest. Ik kon toen al vaststellen dat de situatie in het grensgebied dankzij de aanwezigheid van Nederlandse militairen aanmerkelijk was gestabiliseerd.

Van december vorig jaar tot juni van dit jaar heeft de Nederlandse bijdrage aan UNMEE, de United Nations Mission in Ethiopia and Eritrea, geduurd. Nadat de Nederlandse regering had besloten om deel te nemen aan deze missie waren Nederlanders ook als eerste militairen van een internationale troepenmacht ter plekke om in het operatiegebied kwartier te maken. Dit alleen al was een bijzondere uitdaging die u met toewijding en discipline bent aangegaan en die U tot een zeer goed einde hebt gebracht. Het was niet eenvoudig om met een relatief korte voorbereidingstijd een operatie van deze omvang op te zetten in een met nogal wat operationele beperkingen gebied dat ver van Nederland vandaan ligt. Met uw aanwezigheid in het grensgebied tussen Ethiopië en Eritrea hebt u een wezenlijke bijdrage geleverd aan het scheppen van een klimaat waarin er na vele jaren van oorlog nu eindelijk een reëel uitzicht bestaat op een duurzame vrede tussen beide buurlanden. Maar er is nog een reden waarom u met trots mag terug kijken op uw werk aldaar: de hoop die de bevolking van Ethiopië en Eritrea weer heeft gekregen door uw komst. De hoop dat mannen niet langer hun tijd hoeven door te brengen in loopgraven maar kunnen werken aan de wederopbouw van hun land. De hoop op normalisering zodat kinderen weer veilig kunnen spelen en naar school kunnen gaan zonder de voortdurende angst op de vlucht te moeten slaan voor nieuwe aanvallen en beschietingen.

U allen hebt hieraan bijgedragen. Sommigen zeer direct door het uitvoeren van patrouilles in de veiligheidszone, het aansporen van de strijdende partijen om zich te houden aan gemaakte afspraken en het leggen van contacten met de lokale bevolking om hun vertrouwen te winnen. Anderen hebben wellicht meer achter de schermen werk gedaan. Maar dat werk was voor de missie net zo belangrijk. Koks, artsen en verpleegkundigen, chauffeurs, administrateurs, monteurs, geestelijk verzorgers, helikopterbemanningen, postverzorgers en nog vele anderen: zonder hun aandeel in de missie zou de Nederlandse bijdrage aan UNMEE onmogelijk zijn geweest.

Uw taakopdracht was bepaald niet eenvoudig. Na vele jaren van oorlog was het in juni vorig jaar bereikte staakt-het-vuren erg broos. Tussen de partijen bestond over en weer veel wantrouwen. De voor u zo belangrijke informatie over locaties van Ethiopische en Eritrese troepen en van mijnenvelden werd maar mondjesmaat gegeven. Door uw professionele optreden heeft u veel vertrouwen gewekt. U bent zich ook bewust geweest van de heersende gevoelens. U heeft zich rekenschap gegeven van de andere cultuur in Ethiopië en Eritrea en U heeft daar goed op ingespeeld. Misschien is dit wel de belangrijkste reden waarom u kunt terugkijken op een zo succesvolle missie.

Er waren natuurlijk ook moeilijke momenten tijdens Uw verblijf daar. Ik bedoel dan met name het plotseling overlijden van sergeant-majoor Groeneveld. Zijn echtgenote, mevr. Groeneveld, is met enkele familieleden hier aanwezig om straks na afloop van deze ceremonie in kleinere kring de postuum uit te reiken medaille van haar man in ontvangst te nemen. Het bijzondere is dat ook haar zoon hier vandaag staat aangetreden. Hij heeft net als zijn vader bij de UNMEE-missie gediend en krijgt zo meteen zijn medaille uitgereikt. Ik denk dat ik namens allen spreek door mijn respect hiervoor uit te spreken.

Alle aan UNMEE deelnemende Nederlandse militairen of zij nu kort of lang in het gebied hebben gezeten zullen ongetwijfeld ook momenten hebben gekend dat de afstand met Nederland ondanks alle moderne communicatiemiddelen, sterk voelbaar was. Op dat moment is de wetenschap dat het thuisfront achter je staat van groot belang.

Partners, ouders, familie, vrienden en vriendinnen hebben in dit opzicht een belangrijke bijdrage geleverd. Ieder van u, dames en heren, heeft zich op zijn of haar eigen manier door de periode van uitzending heen moeten slaan. Dat zal niet altijd even gemakkelijk zijn geweest. Zeker het begin van de missie zal voor u met onzekerheid gepaard zijn gegaan.

U hebt de gehele periode achter onze militairen gestaan en hen geweldig gesteund. Daarmee heeft ook U bijgedragen aan het welslagen van deze missie. Van mijn kant spreek ik mijn grote waardering uit voor die zo belangrijke steun.

Ik geef nu graag het woord aan mijn adjudant, majoor der mariniers Hut, om de ministeriële beschikking voor te lezen, waarna ik zal overgaan tot het uitreiken van de eerste Herinneringsmedailles Vredesoperaties.