Kamer van Koophandel Rivierenland

P E R S B E R I C H T

Tiel, 7 september 2001

Rivierengebied onderzoekt effecten en consequenties noodoverloopgebieden

De bescherming tegen hoogwater kan beter worden gewaarborgd door gecontroleerd overstromen dan door de rivier ongecontroleerd haar gang te laten gaan. Dat constateren deskundigen op grond van het onderzoek dat afgelopen jaar in de Tieler- en Culemborgerwaarden is uitgevoerd naar de mogelijkheden van noodoverloopgebieden.

Als de te berekenen schade bij een ongecontroleerde dijkdoorbraak wordt gesteld op 100 procent, dan geeft vollopen van het oostelijk deel van de Tieler- en Culemborgerwaarden 5 procent schade daarvan. Inunderen van het deel westelijk van de A2 komt in de berekeningen op 3 procent schade van die van een ongecontroleerde doorbraak. Dit is een van de onderzoeksresultaten uit de case study die onlangs is verricht voor de Tieler- en Culemborgerwaarden. De resultaten van het onderzoek zijn aangeboden aan de Commissie Luteijn, die in opdracht van het Kabinet de mogelijkheden van noodoverloopgebieden in het land bestudeert. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Kamers van Koophandel Centraal Gelderland en Rivierenland in samenwerking met een aantal partijen (zie Noot).

Het onderzoek levert, behalve gegevens over dit gebied, ook een methode op die bruikbaar kan zijn voor het landelijk onderzoek dat door de Commissie Luteijn wordt uitgevoerd. Objectieve gegevensanalyse en vergelijking van economische schades kunnen zo argumenten worden in de selectie van noodoverloopgebieden. Op dit moment lijkt de locatiekeuze essentieel voor de omvang van het te beschermen gebied. Onderzoekers geven aan dat de eventueel gewenste noodoverloopgebieden zover mogelijk stroomopwaarts zouden moeten liggen. Bovendien moet rekening worden gehouden met het feit dat niet alleen daadwerkelijke inundatie schade oplevert, maar dat de aanwijzing van een zoekgebied ook de nodige sociaal-economische consequenties heeft, zoals schade voor de landbouwsector en mogelijkheden voor bedrijfsontwikkelingen.

Achtergrond
De hoogwaterbescherming in Nederland krijgt veel aandacht. De overstromingsverwachtingen zijn vooralsnog theorie, de schadeposten ook. Om de veiligheidsrisico´s in beeld te brengen heeft het kabinet in 2000 een commissie Noodoverloopgebieden geïnstalleerd - de commissie Luteijn - die in het voorjaar van 2002 met een advies aan het kabinet zal komen. Een van de opdrachten aan de commissie Luteijn is geweest het in kaart brengen van effecten en consequenties van het aanwijzen en inrichten van noodoverloopgebieden zoals genoemd door staatssecretaris de Vries. Een aantal partijen in het Rivierengebied heeft op eigen initiatief een onderzoek laten doen om een aantal voor de regio belangrijke items in kaart te brengen. Het resultaat van de studie die is verricht in het rivierengebied kan hieraan een belangrijke bijdrage leveren. Het hoofdrapport is op 6 september aan de commissie Luteijn overhandigd.

Doel van de studie
Doel van de studie is een verkenning van mogelijke scenario´s en effecten en consequenties daarvan en heeft geen betrekking op de vraag of vanuit landelijke optiek de Tieler- en Culemborgerwaarden een logische plaats is voor een noodoverloopgebied. De gezamenlijke partijen hebben dit onderzoek laten uitvoeren om een goed onderbouwde bijdrage te leveren aan de landelijk te voeren discussie over dit onderwerp. Centraal in de studie staan de effecten en consequenties van noodoverloopgebieden in de Tieler- en Culemborgerwaarden. In het onderzoek worden vier scenario's (een ongecontroleerde dijkdoorbraak en drie varianten van een gecontroleerde overstroming) uitgewerkt. Daarnaast levert de ´case study´ een analysekader dat gebruikt kan worden als raamwerk voor soortgelijke studies voor andere zoekgebieden. De volgende elementen zijn onderwerp van onderzoek geweest:
- wat gebeurt er bij aanwijzing?

- welke beschermende infrastructuur is nodig?

- wat is de te verwachten schade bij daadwerkelijke inundatie?
De studie geeft een aanzet tot discussie. Dat er een blijvende kans op overstromen is, staat vast. Hoe we daarmee omgaan niet. Moeten we samen een deel aan het land aanwijzen dat vol mag lopen in geval van nood? Of moeten we afwachten wat er gebeurt wanneer de rivier meer water aanvoert dan de dijken kunnen houden? Dat laatste leidt zeker tot overstroming. Waarschijnlijk het eerst in bovenstroomse gebieden.


******************* EINDE PERSBERICHT ******************************