Ministerie van Buitenlandse Zaken

charset="iso-8859-1"

http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=420180



Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Ministerie van Buitenlandse Zaken Directie Sub-Sahara Afrika Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 7 september 2001 Auteur Pascalle Grotenhuis Kenmerk 683/01 Telefoon 3485016
Blad /5 Fax 3486607
Bijlage(n) E-mail Pascalle.grotenhuis@minbuza.nl
Betreft Beantwoording vragen lid Hessing, Blaauw en Van Baalen (allen VVD) Over de situatie in Zimbabwe

Zeer geachte Voorzitter,

Onder verwijzing naar de brief van de Griffier uwer Kamer d.d. 28 augustus, kenmerk 2000114700, waarbij gevoegd waren de door de leden Hessing, Blaauw en Van Baalen overeenkomstig artikel 134 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer bij u ingediende vragen, hebben wij de eer u, als bijlage dezes het antwoord op de gestelde vragen te doen toekomen.

De Minister van Buitenlandse Zaken

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking

Eveline Herfkens

Antwoord van de heer Van Aartsen, Minister van Buitenlandse Zaken en mevrouw Herfkens, Minister voor Ontwikkelingssamenwerking op vragen van de leden Hessing, Blaauw en Van Baalen (allen VVD)

Vraag 1

Acht u het (niet) optreden van President Mugabe van Zimbabwe ter zake van de veiligheidssituatie van blanke boeren aanvaardbaar? Is dit te rijmen met het criterium van goed bestuur?

Antwoord

Nee. Het optreden van President Mugabe ter zake van de veiligheidssituatie van blanke boeren is niet aanvaardbaar. De impact van het optreden van President Mugabe op de zwarte bevolking (landarbeiders, onafhankelijke media en aanhangers van de oppositie) is echter evenzeer onaanvaardbaar en behoeft tenminste even grote zorg en aandacht.

De zorg hierover van Nederlandse zijde en de andere EU-lidstaten is reden geweest om het herstel van de rechtsorde in Zimbabwe bovenaan de agenda van de EU-dialoog met dat land te plaatsen.

Het optreden is zeker niet te rijmen met het criterium van goed bestuur. De Zimbabwaanse autoriteiten treden selectief op waar het de veiligheidsituatie van burgers betreft en waar het gaat om ordehandhaving, waardoor de rechtszekerheid van burgers wordt aangetast.

Zimbabwe is een land dat op de GMV lijst staat juist omdat er veel schort aan de effectiviteit van het bestuur. De nadruk van dit GMV programma ligt op rechtmatigheid van bestuur en deelname van de gehele bevolking aan dit bestuur.

Vraag 2

Welke maatregelen heeft u reeds genomen of bent u voornemens te nemen om Zimbabwe aan te sporen tot een beter beleid? Welke mogelijkheden zijn er op het gebied van het buitenlands beleid, de bilaterale ontwikkelingssamenwerking, het EU-GBVB, het EU-OS beleid en de positie van de VN en de Wereldbank ten aanzien van Zimbabwe?

Antwoord

Nederland oefent zowel bilateraal als in internationaal verband druk uit op de Zimbabwaanse overheid.

Reeds in 1999 is op instigatie van de Tweede Kamer, onder meer in het licht van de verslechterende situatie in Zimbabwe, besloten het bilaterale ontwikkelingssamenwerkings-programma met dat land af te bouwen. Tegelijkertijd is Zimbabwe geplaatst op de lijst van themalanden Goed Bestuur, Mensenrechten en Vredesopbouw, waarmee steun verleend wordt aan Zimbabwaanse, niet-gouvernementele organisaties die bijdragen aan verbetering van het democratische transitieproces in dat land.

De EU is daarnaast een kritische dialoog aangegaan met Zimbabwe onder artikel 8 van de overeenkomst van Cotonou waarin onder meer wordt aangedrongen op herstel van de 'rule of law', verbetering van het economisch beleid en herziening van het landhervormingsprogramma. Daarnaast wordt door de EC in haar recente aanschrijving met betrekking tot de allocatie van middelen in het kader van het 9e Europees Ontwikkelings Fonds (EOF) specifiek naar deze consultaties verwezen.

UNDP heeft onder meer ten aanzien van de landkwestie een aantal initiatieven genomen tot bemiddeling. De Wereldbank en het IMF hebben de programma's met Zimbabwe reeds eerder voor onbepaalde tijd opgeschort.

Vraag 3

Wanneer beginnen de consultaties ex artikel 96 van de overeenkomst van Cotonou?

Antwoord

In de Afrika Werkgroep, die op 4 en 5 september plaats heeft gevonden, waren alle EU-partners het eens dat eerdergenoemde dialoog onder artikel 8 geen tastbaar resultaat heeft opgeleverd. Op vrijwel alle punten genoemd in de AR-conclusies van juni jl., waaronder stopzetting van politiek geïnspireerd geweld en landbezettingen, is een verslechtering opgetreden. Alhoewel een meerderheid van EU-partners zich bij die gelegenheid uitsprak ten gunste van het starten van de consultaties krachtens artikel 96 van het verdrag van Cotonou, kon hieromtrent geen consensus worden bereikt. Ook Nederland heeft in de Werkgroep het standpunt uitgedragen dat het thans voor de hand ligt dat consultaties onder artikel 96 op korte termijn zullen moeten worden gestart. Formele besluitvorming hierover zal plaatsvinden in de eerstvolgende Algemene Raad op 8 oktober a.s..

Tijdens het overleg dat in Commonwealth-verband plaatsvond op 6 september jl. in Abuja, hebben Zimbabwe en het Verenigd Koninkrijk overeenstemming bereikt over de landhervormingkwestie. Hierin is onder andere afgesproken dat de regering van Zimbabwe een einde maakt aan de gewelddadige bezetting van land en de intimidatie van blanke boeren. Hier tegenover stelt het Verenigd Koninkrijk een aanzienlijk bedrag beschikbaar via een in te stellen VN fonds onder beheer van de UNDP. Hoewel het bereikte akkoord- op zichzelf beschouwd- een positieve ontwikkeling is, heeft de Minister van Buitenlandse Zaken van het V.K., Straw, inmiddels aangegeven dat het in praktijk brengen van de Zimbabwaanse toezeggingen een testcase zal zijn en dat men de Zimbabwaanse regering niet op toezeggingen maar op daden zal beoordelen. Wij delen deze zienswijze. Gezien ook het feit dat President Mugabe zich in het verleden meerdere malen uitdrukkelijk heeft gedistantieerd van toezeggingen die door zijn eigen ministers zijn gedaan met betrekking tot de landkwestie en politiek geïnspireerd geweld, zien wij in het akkoord van Abudja geen aanleiding de druk op de regering van Zimbabwe te laten verslappen.

Vraag 4

Worden ook Nederlandse boeren in Zimbabwe bedreigd en overweegt u maatregelen tot hun bescherming of eventuele evacuatie?

Antwoord

Bij de Nederlandse ambassade in Harare zijn ongeveer 50 Nederlandse boeren bekend. Sinds het begin van de zogenaamde 'fast track' landhervormingexercitie vorig jaar, heeft Nederland de Zimbabwaanse overheid voortdurend gewezen op de plicht van die overheid tot bescherming van Nederlandse boeren en andere ondernemers in Zimbabwe in het kader van de Investerings Beschermings Overeenkomst (IBO) tussen Nederland en Zimbabwe, en op mogelijke internationaal-rechtelijke gevolgen van schending daarvan. De Zimbabwaanse overheid heeft daarop inmiddels acht Nederlandse boerderijen van de onteigeningslijst geschrapt.

De ambassade onderhoudt voortdurend intensief contact met de Nederlandse boeren. In geval van problemen of wanneer deze mogelijkerwijs zouden kunnen worden verwacht, treedt de ambassade c.q. de ambassadeur persoonlijk, in nauw overleg met de betrokken boeren, direct op door onder meer inschakeling van desbetreffende bevoegde autoriteiten. De ambassade heeft daarnaast in de afgelopen maanden een aantal malen officieel, per diplomatieke nota, bij de Zimbabwaanse autoriteiten geprotesteerd in verband met een aantal concrete incidenten.

De Nederlandse ambassade in Harare heeft, zoals alle Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland, een evacuatieplan. Dit plan wordt door de ambassade, in nauw overleg en coördinatie met EU-partners in Harare alsmede met het Ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag, regelmatig bijgesteld. Van noodzaak tot evacuatie is momenteel evenwel nog geen sprake.

Vraag 5

Welke consequenties hebben de huidige ontwikkelingen op de voedselsituatie in Zimbabwe en de regio?

Antwoord

De gegevens met betrekking tot de voedselsituatie in Zimbabwe zijn niet eenduidig. Derhalve is het UNDP-kantoor te Harare gestart om systematisch de voedselsituatie in Zimbabwe in kaart te brengen. Uit gegevens van de verschillende bronnen (FAO, USAID, Zimbabwaanse overheid) blijkt echter dat, alhoewel de huidige ontwikkelingen de voedselsituatie doen verslechteren, de komende maanden er geen sprake is van een voedseltekort. In oktober zal, volgens de FAO, wel een groter tekort aan tarwe ontstaan dan gebruikelijk; andere voedselbronnen zouden dit tekort kunnen compenseren.

De landen in de regio zijn niet van Zimbabwe afhankelijk voor voedselimporten. De meeste SADC-landen importeren voedsel uit Zuid-Afrika om eventuele tekorten te dekken.

Kenmerk 683/01
Blad /6

===