Ergernis in het verkeer
(21/9/2001)
Samenvatting: VAB organiseerde in juli 2001 een uitgebreide enquête (6
pagina's )onder een deel van haar leden en van het KBC personeel. In
totaal ontvingen 9.000 personen de enquête en 3.029 personen vulden ze
volledig in. De respons van 30% was dus zeer groot, hetgeen ook de
betrokkenheid met verkeer beklemtoont.
De deelnemers konden hun mening kwijt als:
- automobilist
- fietser of bromfietser
- openbaar-vervoergebruiker.
Bij de automobilisten werd er gepeild naar de graad van ergernis over
het verkeersgedrag van:
- andere automobilisten
- fietsers en bromfietsers
- vrachtwagenchauffeurs
Omschrijving:
Doelstelling van VAB:
- Inzicht verwerven in die aspecten die door de verkeersdeelnemers als
storend ervaren worden en aan de basis kunnen liggen van
verkeersagressie.
- Deze gegevens ter beschikking stellen van de overheid zodat die haar
beleidsbeslissingen kan toetsen en prioriteiten kan bepalen in functie
van het maatschappelijk draagvlak.
- VAB-leden inspraak geven in het programma van VAB-studieprojecten,
dossiers en standpunten. Het resultaat biedt ook input voor het eigen
ledenblad UIT-magazine.
Conclusies
- Mobiliteit primeert op verkeersveiligheid in de directe leefwereld
van de mensen. Alles wat deze mobiliteit in de weg staat, bepaalt de
ergernis top 5: wegblokkades en stakingen, files, slechte
verkeersinfrastructuur, parkeerproblemen en niet aangepast openbaar
vervoer. Het gedrag van andere weggebruikers komt op de zesde plaats
en stoort nog steeds 1 op 2 verkeersdeelnemers.
- De inspanningen van de werkgever op vlak van woon-werkverkeer
leveren positieve resultaten op. Van invloed zijn de lokalisering van
de werkplaats én de faciliteiten aangeboden door het bedrijf
(decentrale tewerkstelling, flexibele werkuren, pendelbussen,
vergoeding woon-werkverkeer...).
- De huidige verkeerssituatie en verkeersinfrastructuur zijn niet
altijd even toegankelijk en leefbaar voor iedere weggebruiker. Vanaf
de leeftijdsgroep 40-plus wordt de kritiek tegenover snelheid en
onaangepaste weginfrastructuur sterker uitgesproken.Wat met kinderen
die niet kunnen terugvallen op een jarenlange verkeerservaring?
- Het respecteren van verkeersregels wordt door jongeren (
- Vrachtwagens op zich storen niet meer dan andere categorieën
weggebruikers. Het is niet zozeer het voertuig dan wel het gedrag van
de vrachtwagenchauffeur dat bepalend is voor de graad van ergernis.
- Fietsers willen als volwaardige verkeersdeelnemer gerespecteerd
worden. Ze vragen dat hun voorrang gerespecteerd wordt en de
fietspaden goed onderhouden worden. Daarnaast verdienen ze meer ruimte
in het verkeer : niet parkeren op fietspaden en meer afstand houden.
- Openbaar-vervoergebruikers vragen een hogere betrouwbaarheid en een
beter aanbod.
- Een aantal nieuwe verkeersregels wordt nog altijd niet door iedereen
als positief ervaren (ritsen, tegen richting rijden van fietsers,
naast elkaar rijden van fietsers in woonbuurten). Men begrijpt niet
altijd de visie achter nieuwe maatregelen, communicatie is dus zeer
belangrijk.
- Het draagvlak voor meer verkeerscontroles is niet lineair, maar
toegespitst op a-sociaal en agressief rijgedrag, rood licht rijden,
snelheid in de bebouwde kom. Zeven op tien automobilisten vindt dat de
pakkans van een overtreder onvoldoende is. Kritiek van 4 op 10
automobilisten is dat de huidige verkeerscontroles niet altijd het de
verkeersveiligheid ten goede komen.
Bij de overtredingen waar men zelf aan bezondigt, is de overtuiging
kleiner : parkeercontroles scoren veel lager.
- De hoogste graad van irritatie vindt men onder automobilisten. Ze
storen zich het meest aan het gedrag van andere automobilisten.
Aanbevelingen van VAB
- Iedere verkeersdeelnemer heeft zijn irritatiegevoelige punten. We
verhogen het rijcomfort en de veiligheid door als weggebruiker daar
zoveel mogelijk rekening mee te houden. Meer begrip voor de
beperkingen en gevoeligheden van elke verkeersdeelnemer (voetganger,
fietser, automobilist en vrachtwagenchauffeur) is een goed
uitgangspunt.
- De overheid moet het aantal gerichte verkeerscontroles verhogen om
het gedrag van de hardleerse verkeersdeelnemers bij te sturen.
Tegelijk moet ze meer communiceren over nieuwe of gewijzigde
verkeersregels om het draagvlak te verhogen.
- De overheid moet meer oog hebben voor de bereikbaarheid van de
verschillende bestemmingen (werk- en woonplaats, recreatie, ...).
- Bedrijven hebben een mede-verantwoordelijkheid bij het ontwikkelen
van initiatieven die bijdragen tot een vlotter woon-werkverkeer. Dit
gaat van locatiekeuze, een personeelsbeleid dat mogelijkheid biedt van
flexibele werkuren en thuiswerk tot stimuli voor werknemers die kiezen
voor vervoersalternatieven zoals fiets, carpool en openbaar vervoer.
Uit de enquête blijkt dat we in de eerste plaats bekommerd zijn om
onze mobiliteit. In de rangschikking komt het gedrag van de andere
weggebruiker op de zesde plaats.
Wat ons stoort in het verkeer in een reeks kerngedachten gevat:
1. Het hinderen van onze mobiliteit door wegblokkades en stakingen:
71%
2. De moeilijke bereikbaarheid van bepaalde bestemmingen tijdens de
piekuren: 69%
3. De onaangepaste weginfrastructuur: 61%
4. De parkeermogelijkheden: 57%
5. Het aanbod van het openbaar vervoer: 51%
6. Het gedrag van andere weggebruikers: 50%
7. De kost van mijn verplaatsingen: 30%
8. De snelheidregels: 25%
9. De verkeerscontroles: 9%
10. Andere verkeersregels: 6%
Acht op tien automobilisten stippen maar liefst 12 punten in het
verkeersgedrag van andere automobilisten aan die ze als storend
ervaren. De andere weggebruikers lopen duidelijk minder negatief in de
kijker.
De storende elementen door fietser en voetganger aangestipt:
- Auto's die geen voorrang verlenen (bijv. bij rechts afslaan): 96%
- Auto's die op het fietspad parkeren: 94%
- Afwezigheid van fietspaden: 88%
- Slecht onderhouden fietspaden: 87%
- Negeren van oversteekplaatsen voor voetgangers: 87%
- Autobestuurders die te weinig afstand houden van fietsers: 86%
- Parkeren op het voetpad: 80%
De storende elementen door de automobilist aangestipt:
Wat de automobilist het sterkst stoort aan het verkeersgedrag van
fietsers
- Roekeloos gedrag van fietsers / bromfietsers: 93%
- Fietsers/bromfietsers 's nachts zonder licht: 92%
- Negeren van rood licht door fietsers/bromfietsers: 86%
Wat de automobilist het sterkst stoort aan verkeersgedrag van
vrachtwagenchauffeurs
- Vrachtwagens die inhalen zonder kijken of het inhaalverbod negeren:
95%
- Vrachtwagens die onvoldoende afstand houden: 90%
Wat de automobilist het sterkst stoort aan verkeersgedrag van andere
automobilisten
- Rood licht rijden: 97%
- Rechts inhalen: 94%
- Blokkeren van kruispunten door toch het kruispunt op te rijden
wanneer het verkeer reeds strop zit: 91%
- Niet- of foutief gebruik van richtingaanwijzers: 91%
- Bumperkleven: 90%
- Niet verlenen van voorrang: 89%
- Op het laatste moment invoegen: 88%
- Gebruik van lichten om iemand te dwingen opzij te gaan: 85%
- Stilstaan of parkeren in dubbele file: 84%
- Rijden op linker- of middenstrook door tragere chauffeurs: 83%
- Continu wisselen van rijstrook bij vertraagd verkeer: 81%
- Ongeoorloofd parkeren op plaats voor gehandicapten: 80%
Contactinfo: Journalisten kunnen steeds contact opnemen met de
KBC-Persdienst, tel. 02 429 85 45.