Ministerie van Buitenlandse Zaken

http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=421106


---

De Voorzitter van de Vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Verenigde Naties en Int. Financiële Instellingen Afdeling Politieke en Juridische Zaken Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 27 september 2001 Auteur drs. P.A. Ramaer
Kenmerk DVF/PJ-446/01 Telefoon 070 3484837
Blad / Fax 070 3484817
Bijlage(n) geen E-mail pa.ramaer@minbuza.nl
Betreft Recente ontwikkelingen bij de Verenigde Naties naar aanleiding van de terroristische aanslagen in de Verenigde Staten

Zeer geachte Voorzitter,

Ingevolge het verzoek van de vaste commissies voor Buitenlandse Zaken en voor Defensie en de algemene commissie voor Europese Zaken (brief van de griffier van de vaste commissie voor Buitenlandse zaken, Buza 2001/86 d.d. 20 september 2001) kan ik u naar aanleiding van mijn recente bezoek aan New York (24 en 25 september 2001) als volgt informeren over de meest recente ontwikkelingen bij de Verenigde Naties naar aanleiding van de terroristische aanslagen in de Verenigde Staten op 11 september jl..

De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties nam op 12 september jl., de dag na de ramp, Resolutie 1368 (bijgesloten) aan, waarin de aanslagen in de scherpst mogelijke bewoordingen worden veroordeeld. Hierin wordt onder meer verwezen naar het inherente recht op zelfverdediging van staten dat in Art. 51 van het VN-Handvest wordt herbevestigd en dat individueel dan wel in collectief verband kan worden uitgeoefend. De Veiligheidsraad riep in deze resolutie alle VN-leden op om samen te werken om de daders te kunnen berechten en om alle vormen van terrorisme te helpen bestrijden. Hierbij werd teruggegrepen op een eerdere resolutie inzake terrorisme van 19 oktober 1999 (Resolutie 1269).

Ook de Algemene Vergadering van de VN veroordeelde op 12 september de aanslagen met woorden van gelijke strekking (resolutie bijgesloten). Op 18 september jl. heeft de Veiligheidsraad een verklaring uitgegeven waarin het Taliban-regime in Afghanistan nadrukkelijk wordt opgeroepen de VN-resoluties (in het bijzonder Resolutie 1333 d.d.19 december 1999, die hen oproepen de steun aan terroristen te staken, uit te voeren. De Veiligheidsraad zal zich de komende dagen opnieuw buigen over het vraagstuk van terrorismebestrijding. Daarbij zal bezien worden of Resolutie 1368 een vervolg behoeft in de vorm van een nieuwe resolutie met maatregelen ter indamming van het terrorisme.

De 56ste zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties werd als gevolg van de aanslagen met een dag vertraging op 12 september geopend. Inmiddels is besloten het 'algemeen debat' (gepland voor de periode 24 september - 5 oktober), waarvoor traditiegetrouw staatshoofden, regeringsleiders en ministers van buitenlandse zaken overkomen naar New York, voor onbepaalde tijd uit te stellen. In de Algemene Vergadering start op 1 oktober wel een plenair debat over het thema 'terrorismebestrijding'.

De VN kent tot op heden twaalf verdragen die zich richten op diverse aspecten van terrorisme, de zogeheten 'sectorale verdragen'. Van de meest recente verdragen is de situatie m.b.t. ondertekening en ratificatie thans als volgt:


- International Convention for the Suppression of Terrorist Bombings (1997). Deze conventie werd van kracht op 23 mei 2001. In totaal hebben 58 staten deze conventie ondertekend en 28 hebben deze geratificeerd.


- International Convention for the Suppression of the Financing of Terrorism (1999). Deze conventie staat ter tekening open tot 31 december dit jaar. In totaal hebben 44 staten getekend en slechts vier hebben geratificeerd. Voor inwerkingtreding dienen 22 staten te hebben geratificeerd.

Nederland heeft beide verdragen getekend en deze worden spoedig aan het parlement gezonden. Nederland acht het van zeer groot belang dat de lidstaten van de VN partij worden bij het verdrag ter bestrijding van de financiering van het terrorisme daar dit een belangrijk instrument is de strijd tegen dit kwaad.
Nederland wil verder inzetten op het instellen een monitoring-mechanisme in VN-kader inzake de terrorismeverdragen. Dit is van groot belang voor de geloofwaardigheid van deze verdragen. Voorts zouden vele lidstaten gebaat kunnen zijn bij assistentie bij ratificatie en uitvoering van de verdragen.

Het sluiten van een brede en effectieve coalitie in de VN tegen terrorisme zal overigens niet eenvoudig zijn. Tijdens de reeds lang lopende onderhandelingen over terrorismebestrijding zijn aanzienlijke verschillen van opvatting naar voren gekomen, in het bijzonder over de definitiekwestie: wat voor de één een terrorist is, noemt een ander een vrijheidsstrijder.

In mijn gesprekken op 25 september met onder meer de Secretaris-Generaal van de VN Kofi Annan en de voorzitter van de Algemene Vergadering Han Seung-soo heb ik gewezen op de conclusies van de afgelopen Europese Raad inhoudende dat naast nationale en regionale georganiseerde terrorismebestrijding, de VN het meest geëigende kader is om te komen tot een geïntegreerde en wereldwijde aanpak van het terrorismeprobleem. In dit verband gaf ik aan dat Nederland voorstander is van een snelle totstandkoming van een alomvattend terrorismeverdrag en zei ik verder te hopen dat de definitiekwestie onder de veranderde omstandigheden niet langer aanleiding zou zijn tot theoretische en vruchteloze discussies. SGVN Kofi Annan was dat met mij eens. Het tijdschema voor de behandeling voor het onderwerp terrorisme gaf nu in ieder geval hoop: op 1 en 2 oktober staat het onderwerp op de agenda van de AVVN en dat levert daarmee een goede input voor de behandeling van het onderwerp in de juridische (VIe) commissie van de AVVN. In het later dit jaar plaatsvindende ministeriële debat kan het resultaat dan worden meegenomen, zodat daar een verenigd en actiegericht anti-terrorismeprogramma kan worden vastgesteld.

Tijdens mijn onderhoud met de SGVN benadrukte deze het belang van een brede coalitie die in staat zou zijn tot het formuleren van "a sustained policy". Hij was zeer te spreken over de aanpak van de Bush-administratie tot dusverre. Hij hoopte dan ook dat de eenheid van de door de VS nagestreefde brede coalitie tegen terrorisme stand zou houden. Hij vroeg daarnaast met nadruk aandacht voor de (effecten van de) vluchtelingenproblematiek in de regio. Niet alleen vanuit humanitair oogpunt maar ook in politiek opzicht (bijeenhouden van de coalitie) was dit belangrijk. In dit verband wees Annan op het overleg donderdag 28 september in Berlijn over het 'consolidated appeal' voor Afghanistan. Hij was het met mij eens dat concrete en zichtbare stappen in VN-verband nodig zijn. Hierbij heb ik ook genoemd dat serieus moeten worden ingezet op het instellen van monitoringmechanismen inzake de terrorismeverdragen.

de Minister van Buitenlandse Zaken

J.J. van Aartsen

Kenmerk DVF/PJ-446/01
Blad /1

===