Ministerie van Defensie


---

Brieven aan de Kamer
---

Informele bijeenkomst van Navo-ministers

27-09-2001

Informele bijeenkomst van Navo-ministers van Defensie, 26 september 2001: terrorismebestrijding

Mede met het oog op het algemeen overleg van hedenmiddag over de gebeurtenissen naar aanleiding van de terreuraanslagen op de VS doe ik hieronder verslag van de informele bijeenkomst van Navo-ministers van Defensie op 27 september voor zover het de bestrijding van het internationale terrorisme betreft.

Tijdens deze bijeenkomst legde de Navo opnieuw grote eensgezindheid aan de dag over de gemeenschappelijke strijd tegen het internationale terrorisme. De Amerikaanse onderminister van Defensie Paul Wolfowitz sprak warme dankwoorden uit voor de snelle bondgenootschappelijke reactie op de tragische gebeurtenissen van 11 september jl. en de solidariteitsbetuigingen van de lidstaten. Alvorens de tot dusver door de VS gekozen aanpak toe te lichten, onderstreepte hij dat het belang van de strijd tegen het internationale terrorisme geen afbreuk mag doen aan andere belangrijke onderwerpen op de Navo-agenda.

Onderminister Wolfowitz gaf geen enkele indicatie van op handen zijnd grootschalig Amerikaanse militair optreden als gevolg van de terreuraanslagen op de VS. In plaats daarvan sprak hij over een langdurige campagne tegen het internationale terrorisme waarbij verschillende landen in de opeenvolgende stadia verschillende vormen van ondersteuning kunnen leveren. Het gaat daarbij bepaald niet alleen om de inzet van militaire middelen, maar vooral ook om diplomatieke, politieke, economisch-financiële en juridische middelen. Wolfowitz onderstreepte dat deze campagne zich niet richt tegen bepaalde volken of godsdiensten, maar tegen de terroristen en hun handlangers. De islam als zodanig was zeker geen doelwit, aldus Wolfowitz, die eraan herinnerde dat de Navo in het verleden islamitische landen of bevolkingsgroepen vaak te hulp was gekomen. Ook toont deze campagne geen gelijkenis met de Golfoorlog of het militaire optreden van de Navo in de Balkan. De ontwikkeling van een doordachte, alomvattende strategie en van effectieve maatregelen ter uitvoering van deze strategie vergt tijd. Wel zullen de VS individuele bondgenoten gaan benaderen met concrete verzoeken om steun. Onderminister Wolfowitz besloot zijn interventie door de overtuiging uit te spreken dat de VS op de bondgenoten kan rekenen, waarbij de onderlinge bijstandsverplichting van artikel 5 van het Noord Atlantisch Verdrag uiteraard cruciale betekenis toekomt.

De bondgenoten sloten zich zonder uitzondering aan bij de woorden van Wolfowitz en spraken hun waardering uit voor de evenwichtige maar vastbesloten benadering die de Amerikaanse regering voor ogen staat. Zij onderschreven het belang van coalitievorming en de inzet van een breed instrumentarium. In alle interventies klonk bovendien het besef door dat een langdurige, gezamenlijke inspanning tegen het internationale terrorisme nodig is. De Navo zal zich ook in brede zin rekenschap moeten geven van de betekenis van de terreuraanslagen op de Verenigde Staten voor het bondgenootschap. Tijdens de informele bijeenkomst van Navo-ministers van Defensie heb ik daarom voorgesteld spoedig een taakgroep te vormen die onder leiding van secretaris-generaal Robertson de rol van de Navo bij de bestrijding van het terrorisme onder de loep neemt. Centraal staat daarbij de vraag hoe de Navo aan de bestrijding van het terrorisme een zinvolle, doeltreffende en passende bijdrage kan leveren. Het kan gaan om versterkte samenwerking op inlichtingengebied; beschermingsmaatregelen ter vermindering van de kwetsbaarheid voor terreuracties; maatregelen ter voorkoming, onderschepping en afschrikking van terroristische activiteiten; en maatregelen ter beperking van de gevolgen van terreuraanslagen. Ook moet binnen de Navo een mechanisme tot stand komen dat de lidstaten in staat stelt aanpassingen van hun defensiebeleid op elkaar af te stemmen en samen te werken bij de versterking van voor de bestrijding van het terrorisme benodigde middelen. In verband hiermee moeten de binnen het bondgenootschap al aanwezige planningsinstrumenten mogelijk worden aangepast. Op dit voorstel is door een aantal landen onmiddellijk positief gereageerd. Ook secretaris-generaal Robertson heeft het verwelkomd en aangekondigd hierover in de permanente Navo-Raad verder te willen spreken.

DE MINISTER VAN DEFENSIE

mr. F.H.G. de Grave