Ook de Molukkers die tijdens de Japanse bezetting in Nederlands-Indië
verbleven en zich nadien in Nederland hebben gevestigd, kunnen in
aanmerking komen voor Het Gebaar, dat de nederlandse regering wil maken
ten behoeve van de Indische gemeenschap.
Op grond van vermoedelijke tekortkomingen in het naoorlogse Indisch
rechtsherstel besloot het Kabinet vorig jaar een gebaar te maken naar de
Indische gemeenschap. Het Kabinet heeft daarvoor een bedrag van f 385
miljoen (174,71 miljoen euro) ter beschikking gesteld. Volgens de huidige
omschrijving van de doelgroep leek een deel van de Molukkers niet in
aanmerking te komen voor een eenmalige uitkering, omdat zij op 1 januari
1967 geen Nederlander waren.
Op grond van de 'wet betreffende de positie van Molukkers' worden de
Molukkers die geen Nederlander zijn maar hier wel wonen bij de toepassing
van de Nederlandse wetgeving behandeld als Nederlanders. Dat betekent dat
ook Molukkers in aanmerking kunnen komen voor Het Gebaar.
Het geld is grotendeels bestemd voor individuele uitkeringen (350 miljoen
gulden c.q.158,82 miljoen euro). Voor projecten is f 35 miljoen (15,88
miljoen euro) beschikbaar. De uitbetaling van het bedrag zal voortvarend
ter hand worden genomen, zodat de eerste betalingen nog dit jaar kunnen
plaatsvinden. Door de regering is een bedrag van in ieder geval f 3.000,--
(1.361, 34 euro) per rechthebbende gegarandeerd.