Provincie West-Vlaanderen

Persberichten

De Goethalsmolen te Wakken
Brugge, 12/10/2001
De bestendige deputatie van West-Vlaanderen heeft een gunstig advies uitgebracht over de voorgenomen bescherming van de Goethalsmolen te Wakken als monument. De Goethalsmolen, ook wel bekend als de Molen D Hondt-Goethals, is momenteel een bakstenen molenromp zonder wieken. Ondanks (herstelde) oorlogsbeschadigingen op verschillende plaatsen, verkeert de romp in goede staat. Bovenaan biedt het platte dak een mooi uitzicht op het dorp en de ruime omgeving. Het authentieke binnenwerk is vrij volledig bewaard. Het gaat onder meer om één maalstoel en een indrukwekkende kollergang met een koppel pletstenen van ruim twee meter diameter. Ook het mechanisme om de kollergang motorisch aan te drijven, is nog aanwezig maar gedeeltelijk gedemonteerd.
De bouw van de molen valt rond 1830 te situeren. Mogelijk ging het oorspronkelijk om een grondzeiler, die later in verband met de toegenomen bebouwing in de omgeving tot stellingmolen verhoogd werd. Vanaf 1881 werd niet langer met windkracht, maar met stoomkracht gewerkt. De stoommachine werd later door een armgasmoter en vervolgens door een elektromotor vervangen. Deze laatste is nog aanwezig. Bij de molen hoort een bijgebouwtje met een merkwaardige onderaardse gang en met een geklinknageld reservoir. Dit geheel wordt eveneens voor bescherming voorgesteld.
De molen was oorspronkelijk eigendom van een zekere Albertus De Borchgrave, olieslager. De naam D Hondt-Goethals komt van de laatste twee eigenaarsfamilies: Victor D Hondt kocht de molen in 1901, Marcel Goethals werd de nieuwe eigenaar in 1922. Thans is de molen eigendom van Hubert Goethals. De hoge molenromp in paarsrode baksteen is een opvallend merkteken in de Wakkense dorpskom en tegelijk een belangrijk getuigenis van en economische bedrijvigheid (malen van granen en productie van olie) in het dorp. De eigenaar neemt zich voor om de molen met zijn boeiende inhoud in de toekomst voor het publiek open te stellen.
De uiteindelijke beslissing over de bescherming als monument berust bij Vlaams minister Van Grembergen.