-
Militaire acties tegen Afghanistan - achtergronden standpunt
GroenLinks
11 oktober 2001
Achtergronden van het GroenLinks optreden na 11 september
De aanval op de VS
De wereld stond stil op 11 september.
Het was erg moeilijk om woorden te vinden waarmee deze ongekende
wandaden konden worden beschreven. De fractie verwoorde het zo:
De Verenigde Staten zijn met een onvoorstelbare tragedie
geconfronteerd; een misdaad tegen alles wat menselijk is. De wereld is
op de meest brute wijze geconfronteerd met de kwets-baarheid van een
moderne metropool. Het was een doelbewuste terroristische aanslag op
symbolen, maar ook en vooral een meedogenloze aanval op onschuldige
burgers. Wij leven mee met familie en vrienden van de duizenden
slachtoffers, met de vele hulpverleners die in grote getallen ook zelf
slachtoffer zijn geworden, met de Amerikaanse bevolking en haar
bestuurders die veel tijd en steun nodig hebben om deze enorme klap te
verwerken.
Naast mededogen, moet een fractie ook een politieke reactie geven.
Uiteraard spraken wij onze steun uit voor ieder initiatief van de
Nederlandse overheid en de Europese Unie om een helpende hand te
bieden. Ook als het gaat om het opsporen van de verantwoordelijken.
Daarnaast konden wij ons goed vinden in de woorden van premier Kok die
sprak over een waardige reactie. Terecht is er in gepaste bewoordingen
op aangedrongen bij de Amerikaanse autoriteiten om geen overhaaste
beslissingen te nemen als het gaat om het optreden tegen de daders en
hun handlangers. Het zou immers afschuwelijk zijn geweest als een
overhaaste reactie een wig had gedreven tussen de VS en de
internationale gemeenschap. Voorkomen moest worden dat de
kwetsbaarheid van democratieën leidt tot afzijdigheid of
isolationisme.
Een analyse van motieven
Met anderen stonden ook wij voor de vraag: wat brengt terroristen tot
een dergelijke misdaad tegen alles wat menselijk is? Wie zoekt naar
een antwoord begeeft zich noodgedwongen op glad ijs. Toch is de
speurtocht naar een verklaring noodzakelijk, al was het maar om een
herhaling te voorkomen en het internationaal terrorisme effectief te
bestrijden. Het bewijs-materiaal bleef, ook na lang aandringen,
geheim. Toch werd er veel publiek. De aanwijzingen gaan in één
richting. De daders en hun handlangers vormen een door het Islamitisch
fundamentalisme geïnspireerd netwerk van terroristen in het Midden
Oosten. Dat netwerk staat onder leiding van Osama Bin Laden en draagt
de naam El-Quaida. Inmiddels wordt door Amerikaanse en Britse bronnen
bevestigd dat Mohammed Atef, één van de naaste medewerkers van Bin
Laden, een centrale rol heeft gespeeld bij de voorbereiding van de
terreuraanslagen. Ook de video's van Bin Laden zelf spreken boekdelen.
Er is geen excuus voor hun wandaden, maar de vraag is wel op welke voedingsbodem dit netwerk heeft kunnen groeien. Dan gaat het om verschillende elementen. Om het islamitisch fundamentalisme. Om de Amerikaanse politiek in het Midden Oosten. Om armoede, analfabetisme en andere grote sociaal-economische verschillen.
De wervingskracht van het islamitisch fundamentalisme, van deze
ideologie, is door een wisselwerking van maatschappelijke en politieke
botsingen in de regio flink gegroeid. Voor een deel gaat het hier om
een botsing met de moderniteit, voor een ander deel om een politiek
virulent anti-Amerikanisme.
In de geschiedenis van de Islamitische wereld hadden de geestelijke
leiders erg lang ook wereldlijke macht. In een aantal landen,
bijvoorbeeld in Saudie Arabië, is dat nog steeds het geval. In andere
staten heeft na de Eerste wereldoorlog en het uiteenvallen van het
Otto-maanse rijk de secularisatie haar intrede gedaan. In Turkije en
Iran is de Islam met harde hand door militairen als Ata Turk en Reza
Khan (de vader van de Sjah) uit het publieke leven teruggedrongen. Het
harde proces van modernisering en secularisering heeft nooit de
instemming gehad van de geestelijke leiders. Zij hebben het verzet dan
ook nooit gestaakt. Het idee is de publieke macht weer terug te
krijgen en een staat van God in te richten. De omverwerping van de
Sjah in Iran bewees hen dat het mogelijk is om een dergelijke staat te
stichten. Er kon weer een theocratie worden opricht nadat een machtig
regime met sterke bondgenoten ten val was gebracht.
Het Islamitisch fundamentalisme heeft een sterk mobiliserend vermogen,
zowel onder conservatieve als progressieve krachten. Conservatieven
herkennen zich in de strijd tegen de verdere "verloedering" van
Islamitische normen en waarden en de overheersing van de losbandige
Westerse levenswijze. Hierbij speelt een grote rol dat verandering in
de positie van vrouwen, laat staan vrouwenemancipatie, veelal gezien
wordt als aantasting van de eer. Voor progressieven kan het een manier
zijn om de anti-westerse kritiek te kanaliseren via een niet
geïmporteerde ideologie. Immers, socialisme is een westers
gedachtegoed.
De Iraanse revolutie gaf ook een enorme impuls aan het latente
anti-Amerikanisme in de regio. De Amerikanen gaven steun aan het
regime van de Sjah en zijn beruchte geheime dienst SAVAK. Na de
revolutie werd een nieuw hoogtepunt bereikt tijdens de gijzeling van
de Amerikaanse ambassade. Deze felle reactie overviel de VS, mede
omdat de gematigde Carter op dat moment president was. Hij had immers
met zijn mensenrechtenbeleid de eerste aanzet gegeven voor het uiteen
vallen van het Sjah-regime. De jammerlijk mislukte reddings-missie,
was wederom een bewijs dat Amerikanen ook kwetsbaar waren.
Het anti-Amerikanisme is natuurlijk ook gevoed door de jarenlange
steun van de VS aan Israël. Het onrecht tegen de Palestijnen heeft in
de regio zeer diepe sporen achter gelaten. Daarnaast hebben de VS
nooit een geheim gemaakt van hun economische belang in het Midden
Oosten: het veilig stellen van de olie toevoer naar Westerse landen.
Daarom steunen ze regimes die stabiliteit in de regio kunnen
garanderen. Zelfs de regimes die mensenrechten schonden werden en
worden gesteund met militaire, financiële of technologische middelen.
Het buitenlandse beleid van de VS rustte niet alleen op het veilig
stellen van een concreet economisch belang en de positie van Israël,
maar tijdens de Koude oorlog ook op het beperken van de invloed van de
Sovjet-Unie in de regio. Daarom hebben de VS vaak en herhaaldelijk de
lijn toegepast van de vijand van mijn vijand is mijn vriend.
Bijvoorbeeld tijdens de oorlogen tussen Irak en Iran en die tussen de
Mujahideen en de Sovjet unie in Afghanistan. Deze houding heeft ook
veel linkse intellectuelen in het Midden Oosten gebracht tot een
anti-Amerikaanse stellingname.
Een antidemocratische ideologie die niets moet hebben van de Westerse
leefwijze levert in combinatie met een kortzichtig beleid vanuit het
Westen materiaal op voor letterlijk explosief gedrag. Als definitief
blijkt dat de aanslagen in de VS uitgevoerd zijn door Islamitisch
fundamentalisten betekent dit een nieuwe fase in hun strijd. Het doel
is blijkbaar niet meer de "kleine Satan" aan te vallen (Israël en de
regimes die door de VS worden gesteund) maar de "grote Satan" in het
hart te treffen. Gezien die gewijzigde strategie kunnen wij ons vinden
in het oordeel dat er niet alleen sprake is van een misdaad tegen
alles wat menselijk is, maar dat het ook een aanval is op alle
democratieën
De door het islamitisch fundamentalisme geïnspireerde
terreurorganisaties zijn als anti-democratische krachten wel degelijk
een gevaar democratieën. In de strijd hiertegen moet je ook bereid
zijn een veelvoud van middelen wereldwijd in te zetten. Op de korte
termijn betekent dat het aanpakken en berechten van daders en
handlangers. Voorop staan daarbij de inzet van politieke, diplomatieke
en economische middelen. Het gebruik van militair geweld in een tweede
fase, gericht op het oppakken en berechten van daders en handlangers
en het oprollen van netwerken, kan daarbij niet worden uitgesloten.
Ten alle tijden gelden daarbij wel criteria van precisie,
proportionaliteit en effectiviteit.
Voor de lange termijn zijn andere dan militaire acties nodig. Dan gaat
het in de eerste plaats om een jarenlange nazorg voor de burgers in
het getroffen gebied. Daarnaast om de aanpak van de voedingsbodem. Dat
betekent (a) een aanpassing van het Westerse beleid in het Midden
Oosten (b) armoede bestrijding en een meer eerlijke verdeling van
welvaart en (c) als aller belangrijkste; het op alle fronten steunen
van democratisering in de regio.
Op politiek terrein zou een doorbraak in het Palestijns - Israëlisch
conflict buitengewoon veel goodwill bij de bevolking in de regio
opleveren. Nu is een doorbraak ook mogelijk. Sharon koerst te veel op
escalatie. Gelukkig hebben de Amerikanen een eerste stap gezet. Bush
erkent de noodzaak van een onafhankelijke Palestijnse staat. Er moeten
echter nog veel meer stappen volgen. Doel is een situatie waarin
Palestijnen en Israelï in vrede en veiligheid kunnen leven in hun
eigen staat, maar ook in die van de ander. Wij als fractie zetten onze
inspanningen onverminderd voort. Wat ons betreft betekent dat de keus
voor instrumenten als het internationaal recht (de 4e Confentie van
Geneve) en het EU-Associatieakkoord om Israël verder onder druk te
zetten.
Het diplomatieke offensief
Angst en retoriek waren hoog opgelopen. Gelukkig wonnen zelfbeheersing
en waardigheid terrein. Met name Powell hield het hoofd koel. Bush
greep niet onmiddellijk naar de wapens, maar koos voor politieke en
diplomatieke middelen. Van meet af aan werd er gewerkt aan de vorming
van een brede coalitie in de strijd tegen het internationaal
terrorisme. De VS beperkten zich niet tot hun vertouwde Westerse
bond-genoten uit kringen van de NAVO en EU. Ook andere landen werden
er bij betrokken. Het was vooral goed dat ook Arabische landen tot de
coalitie toetraden.
De Amerikanen wisten ook snel de weg naar de VN te vinden en betaalden
zelfs hun achterstallige contributie. De Veiligheidsraad nam twee
resoluties aan. Er lag overigens al eerdere resoluties uit 1999 en
2000. Daarin werd de Taliban destijds al opgedragen om Bin laden uit
te leveren en de trainingskampen van El-Quaida te sluiten. De twee
nieuwe resoluties bevestigden niet alleen de eerdere maar gingen
verder. In resoluties 1368 en 1373 werd de lidstaten - onder Hoofdstuk
VII - opgedragen om langs economische, financiële en juridische weg de
strijd tegen het internationaal terrorisme aan te gaan. Langs deze weg
moest de zuurstofkraan voor het terrorisme worden afgesloten.
Bovendien werd in deze resoluties het recht op zelfverdediging van de
VS volgens artikle 51 van het VN-handvest erkend.
Het belangrijkste diplomatieke succes was het toetreden van Pakistan
tot de brede coalitie. Pakistan gold als belangrijkste bondgenoot van
de Taliban. Naast Saudie Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten is
het alleen Pakistan dat het Taliban regime heeft erkend. Pakistan
heeft de belangrijkste rol vervult bij het aan de macht brengen van de
Taliban. Ook later, na diverse VN sancties, liet Pakistan toe dat de
Taliban zich bleef bewapenen via handel over haar grenzen. Toch
slaagden de Amerikanen erin om Pakistan voor de coalitie te winnen
Diverse Pakistaanse missies hebben de Taliban bezocht. Het regime gaf
niet toe.
Er is geen twijfel over mogelijk dat het in het geval van het
Taliban-regime gaat om een fout regime, dat al jarenlang misdaden
tegen de menselijkheid pleegt. We moeten niet vergeten dat de
burgerbevolking al jarenlang slachtoffer is van verschillende regimes
en terreur groepen en al aan een enorme ellende is blootgesteld. Ik
heb dat tijdens een reis met eigen ogen gezien. Namens GroenLinks heb
ik keer op keer vragen gesteld over het lot van Afghaanse burgers en
vluchtelingen. Afghanistan onder leiding van de Taliban beidt alleen
uitzicht op nieuwe generaties die opgroeien in ellende en
wetteloosheid. Het land is echt verworden tot een roversnest dat wordt
gerund door criminelen en extremisten. Nu moet eindelijk het besef
doordringen in de geglobaliseerde wereld dat we ons geen vergeten
conflicten kunnen veroorloven. Een conflict als in Afghanistan of in
het Grote Meren gebied veroorzaakt niet alleen slachtoffers bij de
eigen bevolking, maar destabiliseert hele regio's en heeft in het
geval van Afghanistan ook enorme gevolgen voor de internationale vrede
en veiligheid.
Het is zeer te betreuren dat de Taliban niet tot uitlevering
overgingen. Al eerder gaf het regime aan geen boodschap te hebben aan
de internationale gemeenschap. Of het nu ging om het werk van
hulpverleners in Afghanistan of om de kwestie rond de Budha beelden.
Toen Pakistan geen politieke of diplomatieke opening meer zag brak een
nieuwe fase aan. De VS besloot om samen met het VK over te gaan tot de
inzet van militair geweld.
Het militaire offensief
Militair geweld kent vele risico's. Het kan leiden tot escalatie. Het
kan leiden tot destabilisatie van de regio. Maar er kan een moment
komen dat dit ultieme middel wordt ingezet. Om erger te voorkomen.
Op zondag 7 oktober, gingen de Amerikanen en Britten tot
bombardementen over. Het was het startsein voor de militaire actie in
Afghanistan. Dat stelde de fractie voor twee politieke vragen. Was de
actie onvermijdelijk en hoe luidt ons oordeel? Op de eerste vraag is
ons antwoord ja. Zoals hierboven beschreven, was er na Pakistan geen
diplomatieke kaart meer over. Ook de VN was reeds uitgespeeld, haar
resolutie werd immers 2 jaar lang genegeerd.
Het geven van een oordeel over de actie vergt meer uitleg. Niet in de
laatste plaats omdat de informatievoorziening beperkt is en
grotendeels in handen is van betrokken partijen.
Wij zagen en zien het als taak van een parlementaire fractie om ons
maximaal in te spannen voor het verzamelen van informatie en het
scheppen van ruimte voor een eigen afweging. Zowel in de discussies
over artikel 5 van het NAVO-verdrag, artikel 100 van de grondwet, als
de bewijslast rond Bin Laden hebben wij een eigen kritische rol
vervult.
Die kritische rol zullen wij blijven vervullen, al keuren wij de
huidige inzet van militair geweld niet af. Wij hebben er begrip voor
dat deze weg is gekozen. Wij steunen het uitschakelen van militaire
installaties van de Taliban; installaties die het oprollen van Bin
Laden en zijn netwerk in de weg staan of het verstrekken van
humanitaire hulp kunnen belemmeren. Het feit dat Kofi Annan, de
secretaris generaal van de VN, de actie rechtmatig acht, sterkte dat
oordeel.
Er leven bij ons wel vragen en zorgen. Wij blijven scherp letten op de
verhouding tussen doelen en middelen en zullen kritisch blijven over
specifieke bombardementen op dubieuze doelen. Burgerdoelen zijn
onacceptabel. Burgerslachtoffers moeten zoveel mogelijk voorkomen
worden.
Onze steun volgt uit de noodzaak om het internationaal recht te
handhaven. Als andere middelen zijn uitgeput betekent dat ook de inzet
van geweld. Als politici dragen wij mede-verantwoodelijkheid voor de
internationale rechtsorde. Die moet worden gerespecteerd. Wij moeten
ja of nee zeggen. Wij zijn bereid kritiek te delen. Amerika heeft Bin
Laden in het zadel geholpen? Natuurlijk. Amerika steunt dubieuze
regimes? Zeker. Ze hebben vluchtelingen aan hun lot overgelaten?
Helaas. Maar daaruit de consequentie trekken dat we nu niks doen? Dat
kunnen wij niet.
Grote zorgen leven bij ons over de humanitaire gevolgen. Die waren
voor 7 oktober al groot, maar zullen verder toenemen. Het is goed dat
voedsel en medicijnen gedropt worden, maar dit moet meer zijn dan een
druppel op een gloeiende plaat; meer dan een pr-actie. Alles moet in
het werk worden gesteld om door de lucht of via de buurlanden, meer
hulp te verstrekken en vluchtelingen op te vangen. Ruud Lubbers, de
Hoge Commissaris van de UNHCR moet gesteund worden, vooral in zijn
pogingen om Pakistan en Iran te bewegen hun grenzen te openen. In het
geval van Iran moet met name de EU een bemiddelende rol spelen.
Zorgen hebben wij ook over het verdere verloop van de acties en over
het lange termijn perspectief. Nadrukkelijk pleiten wij voor een
grotere rol van de VN. Het is goed dat de VN de actie rechtmatig acht,
maar hierbij mag het niet blijven. De VN zal straks een zichtbare rol
moeten spelen, ook in Afghanistan zelf. Dat kan niet worden
overgelaten aan een verzwakt Taliban-regime of de instabiele
Noordelijke Alliantie.
Ook blijven wij zorgen houden over een mogelijke uitbreiding van het
conflict. Dat is voor ons onacceptabel. Zelfs de NAVO eist nieuwe
informatie voordat de VS haar acties mag verbreden. Wij zijn van
oordeel dat een verbreding de doodsteek betekent voor de brede
coalitie. Ook zijn er vragen over de rol van Nederland. Ons land is
militair nog niet betrokken, politiek wel. Iedere nieuwe stap zullen
wij kritisch volgen en wegen.
Uiteraard willen wij dat er ook in bredere zin hard gewerkt wordt aan
die andere, noodzakelijke politieke en diplomatieke initiatieven. Dan
gaat het om het instandhouden en versterken van een zo breed mogelijke
coalitie. Dit is belangrijk, al was het maar omdat het de Amerikanen
en Britten dwingt om de proportionaliteit van hun optreden te bewaken.
Maar het gaat ook om de aanpak van de voedingsbodem voor het
internationaal terrorisme. Dat betekent werken aan een radicale
wijziging in het Midden Oosten beleid. Cruciaal daarin is het vinden
van een antwoord op het Israelisch-Palestijns conflict, waarin
duurzame vrede in en tussen Israël en de Palestijnse staat het streven
is. Dat betekent steun geven aan democratische krachten in de regio.
Dat betekent ook serieus werken aan andere sociale en economische
verhoudingen. Dit moeten wereldwijd topprioriteiten worden.
Uiteraard, leven er bij ons zorgen over de gevolgen van 11 september
en de militaire actie voor verdraagzaamheid in multiculturele
samenlevingen. Ook voor Nederland is er helaas reden tot zorg. Er zijn
al veel incidenten geweest, zelfs meer dan in andere Europese landen.
Voorop moet staan dat de militaire acties gericht zijn op Bin laden en
zijn netwerk, niet op de Afghaanse bevolking of de Islam. Het kan en
mag geen etnisch of religieus conflict worden. Het gaat om de
bestrijding van terroristen.
Iedere burger in dit land, autochtoon of allochtoon, christen of
moslim, agnost of gelovig heeft een verantwoordelijkheid om - juist nu
- bij te dragen aan verdraagzaamheid. Dit vergt meer dialoog en minder
vooroordelen. Dit vraagt om ruimte voor eigen afwegingen en nuances,
geen zwart-wit denken.
Wij zullen de ontwikkelingen nauwgezet en stap voor stap blijven
volgen. Wij geven niemand een vrijbrief, ook ons zelf niet.
Farah Karimi
-
Meer weten? E-mail info@groenlinks.nl