Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

.pbtitle { font-family : Arial, Helvetica, sans-serif; font-size : small; font-weight : bold; background : #FFFFFF; } .pbtekst { font-family : "Times New Roman", Times, serif; font-size : small; background : #FFFFFF; } .pbid { font-family : "Times New Roman", Times, serif; font-size : small; background : #FFFFFF; margin : 5; } TD { font-family : "Times New Roman", Times, serif; font-size : x-small; background : #FAFAFA; margin : 5 ; } .pbpage { background : #FFFFFF; } .pbbar { background : #FF0000; }

Ministerie van Sociale Zaken en WerkgMinisterie van Directie Sociale Zaken Voorlichting, en Bibliotheek Werkgelegenheid en Documentatie

15 oktober 2001

Werkgever betaalt deel WW bij ontslag oudere werknemer

Werkgevers die een werknemer van 57,5 jaar of ouder ontslaan, betalen voortaan een deel van de WW-uitkering. De werkgeversbijdrage wordt echter nooit hoger dan 3 procent van de totale loonsom die de werkgever voor alle werknemers betaalt. De bijdrage aan de WW-uitkering blijft verplicht zolang de werkloosheid duurt, dus maximaal 7,5 jaar. Met deze maatregel moet de oververtegenwoordiging van ouderen in de WW worden teruggedrongen. Om te voorkomen dat oudere werknemers door deze maatregel niet meer aan de slag komen, geldt het eigen risico niet voor werknemers die na hun 50ste verjaardag in dienst zijn gekomen. De werkgever hoeft geen bijdrage aan de WW-uitkering te betalen, als de werknemer zelf ontslag heeft genomen (in uitzonderlijke gevallen hebben werknemers namelijk ook recht op een WW-uitkering als zijzelf hebben opgezegd, bijvoorbeeld omdat hun partner verhuist).

Dit staat in het aangepaste Wetsvoorstel werkgeversbijdrage werkloosheidslasten oudere werknemers waarmee de ministerraad op voorstel van staatssecretaris Hoogervorst van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft ingestemd. Het voorstel was al op 11 mei 2001 door de ministerraad aanvaard, maar is naar aanleiding van de toets door het Landelijk instituut sociale verzekering (Lisv), het College toezicht sociale verzekeringen (CTSV) en het Adviescollege toetsing administratieve lasten op een aantal kleine punten aangepast.

De hoogte van de werkgeversbijdrage is afhankelijk van de bedrijfsgrootte. Werkgevers die meer dan vijftig werknemers in dienst hebben, betalen 30 procent van de bruto WW-uitkering (inclusief de belasting en de sociale lasten die erover worden afgedragen). Voor bedrijven met 16 tot en met 50 werknemers geldt een percentage van 25 procent. Bedrijven met 6 tot en met 15 werknemers betalen 15 procent en bedrijven met minder dan 6 mensen in dienst 10 procent van de WW-uitkering. Startende ondernemingen vallen automatisch in de laatste categorie. Van deze bedrijven zijn de gegevens over de loonsom van het afgelopen jaar nog niet bekend. Bovendien wordt op deze manier rekening gehouden met de hoge kosten in de startfase van een onderneming. De bijdragen die de werkgevers betalen, worden gestort in de fondsen waaruit de WW wordt betaald. Dit leidt weer tot een verlaging van de algemene WW-premie voor de werkgevers.

De regeling heeft onmiddellijke werking. Dat wil zeggen dat werkgevers die na de aankondiging van het wetsvoorstel op 11 mei 2001 een werknemer van 57,5 jaar of ouder ontslaan, op het moment dat de wet van kracht wordt (per 1 juli 2002) een deel van de werkloosheidslasten voor deze werknemer voor hun rekening moeten nemen. Het kabinet heeft dit besloten om te voorkomen dat werkgevers de periode voordat de wet van kracht is, zullen gebruiken om zoveel mogelijk oudere werknemers te ontslaan.
De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies naar de Raad van State wordt gezonden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden pas openbaar bij indiening

bij de Tweede Kamer.

RVD, 12.10.2001