Ministerie van Financien

Persbericht

No 01/271
Den Haag
12 oktober 2001

Voorlichting aan 65-plussers inzake inkomstenbelasting

Met ingang van 1 januari 2001 ontvangen AOW-ers met een aanvullend pensioen van in totaal meer dan ca. f 40.000 in 2002 een aanslag inkomstenbelasting. Naar aanleiding van kamervragen heeft de staatssecretaris van Financiën, samen met de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de pensioenfondsen onderzocht of het mogelijk is de loonheffing over de AOW en het aanvullende pensioen zodanig op elkaar te laten aansluiten dat een aanslag inkomstenbelasting zoveel mogelijk voorkomen kan worden. Daarnaast is gebleken dat ook de ontkoppeling van de uitbetaling van AOW en aanvullende pensioenen leidt tot aanslagen inkomstenbelasting. Deze problematiek is ook in het onderzoek betrokken.

De mogelijke oplossing in de vorm van het aanpassen van de loonbelastingtabellen bleek echter negatieve gevolgen te hebben voor andere en vooral ook grotere groepen pensioengerechtigden. Daarom heeft de staatssecretaris in goed overleg met de betrokken partijen gekozen geen gebruik te maken van deze mogelijkheid. De betrokken doelgroep zal nu zo goed en gericht mogelijk worden voorgelicht door de Sociale Verzekeringsbank en de pensioenfondsen over de gevolgen van de wijzigingen en de wijze waarop deze gevolgen kunnen worden opgevangen.

Deze (hogere) aanslag inkomstenbelasting komt voort uit een combinatie van twee veranderingen die in dit jaar in werking zijn getreden:
- De verlenging van de 1e tariefschijf inkomstenbelasting per 1 januari 2001. Hierdoor zullen een aantal mensen met een aanvullend pensioen lopende het jaar te weinig belasting betalen.
- Door een wijziging in de AOW-wetgeving is de mogelijkheid vervallen om de AOW-uitkering samen met het pensioen uit te laten betalen door een pensioenfonds. Hierdoor zal de SVB voortaan de AOW-uitkering uitbetalen, terwijl het pensioen door het pensioenfonds zal worden uitbetaald. Beide uitkeringen worden dan belast tegen het tarief van de 1e schijf, terwijl mogelijk een deel van het inkomen belast zou moeten worden tegen een hoger tarief. Dit betekent dat in een aantal gevallen een netto hoger maandpensioen zal worden ontvangen. Na afloop van het jaar moet (een deel van) dit voordeel op aanslag worden terugbetaald.

Een aantal 65-plussers zal dus na 2001 geconfronteerd worden met een definitieve aanslag inkomstenbelasting waarin zij het tijdelijke voordeel van het jaar daarvoor moeten terug betalen. Door de SVB en pensioenfondsen zullen deze groepen gewezen worden op de mogelijkheid om door middel van een Voorlopige Aanslag dit tijdelijke voordeel al lopende het jaar te corrigeren.

In de brief van de staatssecretaris, mede namens de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, aan de Tweede Kamer worden de onderzochte mogelijkheden weergegeven en bovenstaande keuze toegelicht. Deze brief staat op de internetsite van het ministerie van Financiën: http://www.minfin.nl/BBKB01-652.doc

Woordvoerder: drs. P.A.W. Lamers