gehandicapte
Minister Netelenbos van Verkeer en Waterstaat en
staatssecretaris Vliegenthart van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport gaan de toegankelijkheid van het
openbaar vervoer opnemen in de Wet gelijke
behandeling op grond van handicap of chronische
ziekte. De bewindslieden hebben dit toegezegd in
bestuurlijk overleg met de Chronisch zieken en
Gehandicapten Raad (CG-Raad) en de Federatie van
Ouder-verenigingen (FvO). Wel moeten nu goede
afspraken worden gemaakt over de tijd die nodig is
om dit in de praktijk te regelen.
De belangenorganisaties van gehandicapten en chronisch zieken zijn verheugd over dit resultaat van hun pleidooi voor gelijke rechten voor mensen met een handicap of chronische ziekte. CG-Raad en FvO hebben de bewindslieden voorgesteld een fasering vast te leggen van de periode waarin het openbaar vervoer geleidelijk toegankelijker gemaakt gaat worden. De organisaties vinden dat in 2005 minimaal de helft van het busmaterieel toegankelijk zou moeten zijn en in 2015 minimaal de helft van de treinen aan de toegankelijkheidseisen moet voldoen.
De verplichting tot aanpassing moet volgens de
bewindslieden vanwege de complexiteit worden
gekoppeld aan een redelijk onderbouwde
tijdsfasering. Zij willen hierover in nader
overleg een tijdspad afspreken. De planning wordt
onderdeel van het overleg Platform Openbaar
Vervoer waarvan de belangenorganisaties deel gaan
uitmaken.
CG-Raad en FvO hebben in het bestuurlijk overleg
met Vliegenthart en Netelenbos nogmaals benadrukt
dat Nederland de achterstand die het volgens de
organisaties heeft op het vlak van gelijke rechten
van gehandicapten en chronisch zieken snel moet
wegwerken. De belangenorganisaties vinden dat
betere toegankelijkheid leidt tot een verhoging
van de kwaliteit van het openbaar vervoer. Meer
gebruiksgemak is immers voor alle Nederlanders
prettig. De nu gemaakte afspraken geven uitvoering
aan een belangrijk onderdeel van de motie die in
juni door de Tweede Kamerleden Passtoors (VVD),
Smits (PvdA) en Hermans (GroenLinks) is ingediend.
Die motie dringt aan op uitbreiding van het
Wetsvoorstel gelijke behandeling gehandicapten en
chronisch zieken op het punt van toegankelijkheid
en bereikbaarheid van de samenleving in brede zin,
in het bijzonder op het terrein van vervoer,
publieke ruimten, publieke dienstverlening en
wonen.