Gemeente Deventer

Jeugdmonitor Deventer 2001

Het gevoel van onveiligheid onder jongeren in Deventer is de afgelopen jaren gestegen, het wapenbezit onder jongeren lijkt te zijn afgenomen en acht op de tien jongeren in de leeftijd van twaalf tot en met 22 jaar heeft een mobiele telefoon. Dit zijn slechts drie opvallende uitkomsten uit de zojuist verschenen Jeugdmonitor Deventer 2001. In 1998 heeft de gemeente de jeugd voor de eerste keer ?aan de monitor gelegd?. Door herhaling van het onderzoek in 2001 is het mogelijk te kijken hoe jongeren zich ontwikkelen en of het uitgestippelde jeugdbeleid succes heeft. De Jeugdmonitor laat zien wat jongeren doen, wat ze bezighoudt en wat hun problemen zijn. Daarnaast is de Jeugdmonitor een goed middel om de jongeren een stem te geven in het jeugdbeleid.

Voor de Jeugdmonitor 2001 is in maart telefonisch veldwerk gehouden, waarbij aan ruim duizend Deventer jongeren vragen zijn gesteld. Door het invullen van een vragenlijst hebben jongeren in de leeftijd van twaalf tot en met 22 jaar kunnen aangeven wat zij belangrijk vinden en of zij vinden dat er in Deventer voldoende voor hen gedaan wordt. Ook konden zij aangeven wat zij missen in hun gemeente of op hun school. Behalve de drie hiervoor genoemde onderzoeksuitkomsten meldt de monitor dat net als in 1998 het grootste deel van de jongeren van twaalf tot en met 22 jaar nog bij de ouders thuis woont, dat de meesten het thuis naar hun zin hebben en dat een meerderheid zich thuis voelt in hun eigen woonbuurt. Opvallend is wel dat zeven van de tien jongeren aangeeft dat er te weinig voor hen te doen is in hun woonbuurt.

De jongeren beoordelen hun gezondheid over het algemeen als goed of zeer goed, ze voelen zich overwegend prettig, en de meesten ervaren hun school als positief. Desondanks heeft bijna de helft van de scholieren dit jaar wel eens gespijbeld. ?Geen zin? en ?vrienden spijbelen ook?, voeren zij als redenen aan.

Jongeren vervelen zich steeds minder. Ten opzichte van 1998 is het percentage dat zich nooit verveelt sterk toegenomen. Net als in 1998 zijn de belangrijkste bezigheden van jongeren in hun vrije tijd tv kijken en muziek luisteren. Ook computeren en lezen scoren hoog. Daarentegen hangen jongeren minder rond, gaan ze minder naar de film en maken minder muziek dan in 1998. Verder geeft driekwart aan buitenshuis wel eens gebruik te maken van internet. Thuis heeft 65 procent van de jongeren een aansluiting op internet. Jongeren tot en met zeventien jaar hebben thuis vaker een aansluiting dan jongeren van achttien jaar en ouder.

Jongeren geven nog steeds veel geld uit aan kleding en uitgaan. Terwijl scholieren verder hun geld besteden aan snoep, snacks en mobiele telefoons, geven de achttien-plussers relatief meer geld uit aan fiets/brommer/auto en aan sigaretten of shag. Hoewel de percentages iets lager uitvallen dan in 1998, rookt en drinkt de oudere jeugd beduidend meer. Het gebruik van drugs is onder alle leeftijdsgroepen laag. Hasj is de enige drug die door redelijk wat jongeren in het afgelopen half jaar is gebruikt, vooral onder jongeren van achttien jaar en ouder.

Tot slot laten de uitkomsten van de Jeugdmonitor zien dat jongeren ten opzichte van 1998 minder overtredingen hebben begaan. Vooral het aandeel dat betrokken is geweest bij een gevecht of onenigheid is sterk afgenomen. Het zijn vooral jongeren tussen de zestien en achttien jaar die de meeste overtredingen begaan. Jongens begaan vaker overtredingen dan meisjes. Gemiddeld is nog geen twintig procent wel eens betrapt of opgepakt door de politie. Het gaat hier vooral om verkeersovertredingen.