http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=422361
---
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den
Haag Ministerie van Buitenlandse Zaken Directie Politieke Zaken
Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 23 oktober 2001 Auteur W.R.M. Jurgens
Kenmerk DPZ-282/00 Telefoon 070 - 348 61 64
Blad /1 Fax 070 - 348 46 38
Bijlage(n) 6 E-mail dpz@minbuza.nl
Betreft Internationale acties in het kader van terrorismebestrijding
C.c.
Zeer geachte Voorzitter,
Wij hebben de eer U te informeren, mede namens de Minister voor
Ontwikkelingssamenwerking, over het verloop van de verschillende
internationale acties in het kader van terrorismebestrijding, de
ontwikkelingen in Afghanistan en de landen in de regio en het overleg in de
verschillende internationale fora op dit terrein.
de Minister van Buitenlandse Zaken de Minister van Defensie
Inleiding
Sinds de aanslagen van 11 september jl. is Uw Kamer in de vorm van een
aantal brieven van de verschillende ontwikkelingen op de hoogte gebracht.
Wij verwijzen naar de brieven van de Ministers van Buitenlandse Zaken,
Defensie en voor Ontwikkelingssamenwerking, d.d. 9 oktober jl., inzake de
VS-acties in Afghanistan, de brieven van de Ministers van Buitenlandse Zaken
en Defensie van 2 oktober jl. en 4 oktober jl. en de verslagen van Algemene
Raad van 8/9 oktober jl. en 17 oktober jl.. Blijkens de brief van de
griffier van de vaste Kamercommissie voor Buitenlandse Zaken van 19 oktober
jl. is ook bij Uw Kamer inmiddels de behoefte ontstaan om op meer reguliere
wijze op de hoogte te worden gesteld van het verloop van de verschillende
internationale acties in het kader van terrorismebestrijding, de
ontwikkelingen in Afghanistan en de landen in de regio en het overleg in de
verschillende internationale fora op dit terrein. Wij voldoen graag aan dit
verzoek en stellen ons voor om, in beginsel eens per week, een dergelijke
rapportage uit te brengen. Hoewel enige overlapping niet is uitgesloten,
laten wij in deze rapportage buiten beschouwing die aspecten van
internationaal en EU-overleg die primair van belang zijn voor de voortgang
van het aan Uw Kamer voorgelegde nationale actieplan. Die aspecten komen dan
aan de orde in de op dat terrein afgesproken rapportage aan Uw Kamer.
Politiek
Informele Europese Raad van Gent
De informele Europese Raad van Gent sprak opnieuw zijn krachtige steun uit
voor de militaire acties in Afghanistan en onderstreepte zijn
vastbeslotenheid om het terrorisme in al zijn verschijningsvormen wereldwijd
te bestrijden. De Raad besprak daarnaast het Europese actieplan voor de
strijd tegen terrorisme. Uw Kamer zal door de Minister-president separaat
over de informele Europese Raad van Gent worden geïnformeerd (verklaring
bijgevoegd).
Europese Conferentie
Op 20 oktober jl. kwam in Brussel de vijfde Europese Conferentie bijeen op
ministerieel niveau. Oekraïne, Moldavië en Rusland namen tijdens de
werklunch deel als gastland. De bijeenkomst stond in het teken van de
versterking van de internationale coalitie tegen het terrorisme, de
bevestiging van de solidariteit met de Verenigde Staten van Amerika in deze
strijd en de bespreking van te nemen maatregelen. Met name werd aandacht
gegeven aan op nationaal niveau te nemen en genomen maatregelen ter
bestrijding van de financiering van terrorisme, waaronder die ter uitvoering
van de resoluties van de Veiligheidsraad. De Europese Conferentie nam een
verklaring aan (bijgevoegd) waarin bovendien de bijzondere rol van de VN en
het belang van spoedige implementatie van de in Veiligheidsresolutie 1373
voorgestelde maatregelen werd benadrukt.
Minister Van Aartsen wees in zijn interventie op het belang van de blijvende
solidariteit met de VS en van het instandhouden van de brede coalitie.
Voorts werd verwezen naar de noodzaak voor ieder land om zo spoedig mogelijk
partij te worden bij de bestaande anti-terrorisme conventies en gezamenlijk
met voorrang te werken aan de totstandkoming van de Indiase
ontwerp-conventie. Minister Van Aartsen wees verder op het belang van de
bestrijding van financiering van terrorisme en betoonde zich hierbij
voorstander van de spoedige totstandkoming van een generieke verordening in
de EU. Hij riep de kandidaat-lidstaten ertoe op eveneens alle nodige
maatregelen te nemen in het bijzonder op het terrein van het zich snel
ontwikkelende JBZ-acquis. Minister Van Aartsen gaf aan dat Nederland bereid
was op dit vlak waar nodig ondersteuning te bieden.
Verenigde Naties
Met VR-resolutie 1373 werd een Counter Terrorism Committee (CTC), bestaande
uit alle leden van de Veiligheidsraad, in het leven geroepen, dat zal
toezien op de implementatie van de resolutie. Elke VN-lidstaat is verplicht
binnen 90 dagen (dat is uiterlijk 27 december 2001) aan het CTC te
rapporteren over de stappen die zij genomen heeft ter implementatie van de
resolutie. De voorzitter van het comité, de Britse Permanent
Vertegenwoordiger bij de VN, heeft aangekondigd dat het comité tegen het
einde van deze maand de VN-lidstaten zal informeren over hetgeen van hen
wordt verwacht. De rapportage van een VN-lidstaat aan het CTC dient onder
meer het volgende te bevatten: een samenvatting van de acties op het gebied
van wetgeving, alsmede op het gebied van implementatie en uitvoering, die op
VR-resolutie 1373 is genomen en de stand van zaken van ondertekening en
ratificatie van de antiterrorismeconventies.
Over de inhoudelijke aspecten van de VR-resolutie 1373 is Uw Kamer reeds
ingelicht in het kader van de voortgangsrapportage en het bijbehorende
actieplan. Het betreft hier met name verplichtingen terzake van het
tegengaan van financiering van terrorisme, de preventie, opsporing en
bestraffing van terrorisme en de intensivering van de samenwerking tussen de
diverse betrokken instanties.
Bij de onderhandelingen in New York over een alomvattend verdrag ter
bestrijding van internationaal terrorisme is goede voortgang gemaakt.
Positief is de constatering dat er een brede acceptatie bestaat van het
Indiase voorstel als basis voor de discussie. Nederland steunt een
voortvarende aanpak en is terzake zeer actief.
Afghanistan
Zowel in internationaal als Europees verband richt de aandacht zich de
laatste weken in toenemende mate op de toekomst van Afghanistan na de val
van de Taliban. Daarbij is de gedachte dat bij een ineenstorting van het
Taliban-regime geen politiek en veiligheids-vacuum in Afghanistan moet
ontstaan en zo snel mogelijk begonnen kan worden met de wederopbouw van het
land. Het betreft een buitengewoon complexe materie, waarover de
gedachtenvorming nog in volle gang is. Duidelijk is wel dat internationaal
brede steun bestaat voor de doelstelling van totstandkoming van een brede,
representatieve en stabiele regering en politieke structuur in Afghanistan.
De traditionele machtsstructuren zouden hiervoor aanknopingspunten kunnen
bieden. Hoe dan ook is Afghaans "ownership" van een politieke oplossing van
cruciaal belang. V.w.b. de internationale betrokkenheid bij de
totstandkoming van een politieke overeenkomst en de wederopbouw kent ook
Nederland een centrale rol toe aan de VN. De buurlanden dienen nauw bij dit
proces betrokken te worden waarbij er echter wel rekening gehouden moet
worden met het feit dat zij ook hun eigen agenda's hebben. Nederland hoopt
tevens op een actieve betrokkenheid uit de islamitische wereld en bepleit
een actieve rol van de EU bij deze processen.
Militair
De VS melden na twee weken luchtacties tegen de militaire infrastructuur van
de Taliban en trainingskampen van het Al-Qaeda netwerk thans bijna volledige
controle over het luchtruim van Afghanistan te hebben. De laatste dagen
zouden de aanvallen zich vooral hebben geconcentreerd op doelen in en rond
Kabul, Kandahar en Jalalabad. Troepenconcentraties, tanks, artillerie,
opslagplaatsen en commandocentra waren de voornaamste doelen van de
luchtacties.
De VS is inmiddels ook begonnen met informatie-campagne gericht op de
Afghaanse bevolking door middel van uitstrooien van folders en radio's boven
Afghanistan en het verzorgen van speciale radio-uitzendingen. Met de
aankomst van de USS Roosevelt in de Arabische Zee is het totaal aantal
vliegdekschepen gebracht op vier. Het merendeel van de luchtacties vindt
plaats vanaf deze schepen. Voorts heeft de VS AC-130 vliegtuigen ingezet.
Deze worden ingezet bij de strijd tegen grondtroepen. De VS heeft
inmiddels bevestigd dat speciale eenheden zijn ingezet in Afghanistan.
De Noordelijke Alliantie (N.A.) lijkt gebruik te maken van de luchtacties om
op militair gebied successen te behalen. In eerste instantie lijken de
militaire inspanningen van de N.A. nu gericht te zijn op het heroveren van
de tweede stad van Afghanistan, Mazar-i-Sharif. Deze stad was tot 1997 het
bolwerk van de N.A. en is van groot strategisch belang vanwege het beheersen
van de aanvoerlijnen naar Uzbekistan. De N.A. zou de stad thans op vijf
kilometer genaderd zijn en de belangrijkste toegangswegen tot Mazar-i-Sharif
thans grotendeels hebben afgesneden. De opmars door de Pansjir-vallei
richting Kabul zou vooralsnog tot stilstand zijn gebracht door eenheden van
de Taliban die ten noorden van Kabul hun linies houden, waaronder ook de
brigade waarvan voornamelijk ervaren buitenlandse strijders deel uitmaken.
Wel zouden troepen van de N.A. het vliegveld Bagram ten noorden van Kabul
hebben ingenomen. Berichten van deserterende Taliban eenheden in het noorden
worden steeds sterker.
Bij de luchtacties zijn een onbekend aantal burgerslachtoffers gevallen. Op
9 oktober jl. is een door de VN gesteunde lokale ontmijningsorganisatie door
een Amerikaanse bom getroffen, waarbij vier lokale medewerkers zijn
omgekomen. Op 16 oktober jl. vielen twee bommen op een opslagplaats van het
Rode Kruis vlakbij het vliegveld van Kabul. Hierbij raakte een lokale
medewerker zwaar gewond. Op 18 oktober jl. werd een munitieopslagplaats in
Kabul getroffen. De VS heeft deze incidenten bevestigd en daarover zijn
spijt uitgesproken. De VS heeft beklemtoond alles in het werk te stellen om
slachtoffers onder de burgerbevolking te voorkomen. De Taliban heeft zeer
grote aantallen burgerslachtoffers genoemd. De VS noemt deze aantallen sterk
overdreven. SoD Rumsfeld heeft er bovendien op gewezen dat de collaterale
schade niet altijd noodzakelijk door de VS en zijn bondgenoten wordt
veroorzaakt. Hij wees daarbij op de hevige gevechten die plaatsvinden tussen
de Taliban en de N.A. en de door Taliban afgevuurde wapens (zoals raketten)
die op de eigen bevolking terechtkomen. Vluchtelingen uit Afghanistan hebben
voorts bevestigd dat de aantallen die door de Taliban worden genoemd
overtrokken zijn.
Militaire bijdragen bondgenoten VS
Behalve het Verenigd Koninkrijk draagt een groeiend aantal landen concreet
bij aan de door de VS geleide militaire operaties tegen het terroristische
netwerk Al-Qaeda en hun beschermheren, het Taliban-regime in Afghanistan of
hebben hun bereidheid daartoe uitgesproken. Het gaat daarbij in het
bijzonder om Frankrijk, Duitsland, Australië, Canada en Italië. In Japan
heeft het Parlement ingestemd met logistieke steun aan de militaire
operaties.
Nederland is eveneens in gesprek met Amerikaanse militaire planners over de
mogelijkheden van een concrete militaire bijdrage van ons land aan de strijd
tegen het terrorisme. Hiertoe zijn vertegenwoordigers van de Chef
Defensiestaf naar de Verenigde Staten afgereisd. Zij staan onder leiding
van een opperofficier van de Koninklijke Luchtmacht. De minister-president
had dergelijke besprekingen tijdens het plenair overleg van 9 oktober jl. al
aangekondigd.
Voor de inzet van Nederlandse militairen die in het kader van bilaterale
samenwerkingsprogramma's in het buitenland bij eenheden van NAVO-partners
onder bevel van een buitenlandse commandant zijn geplaatst, is per geval
eerst expliciete instemming van Nederland vereist.
Inmiddels is aan twee officieren toestemming verleend met hun eenheden deel
te nemen aan operaties als gevolg van de aanslagen in de VS. Het gaat om een
bij de Britse luchtmacht geplaatste kapitein, wiens eenheid gevraagd is
luchtruim-bewakingstaken uit te voeren boven het VK. Voorts gaat het om een,
bij een luchttransporteenheid van de Amerikaanse luchtmacht geplaatste
majoor, die drie maanden vanaf een Amerikaanse luchtmachtbasis in Duitsland
vluchten zal uitvoeren op Zuidelijk Europa. Kort na de aanslagen op 11
september jl. heeft een bij de Amerikaanse luchtmacht geplaatste majoor van
de Koninklijke Luchtmacht al deelgenomen aan luchtruimbewakingstaken boven
Amerikaanse bevolkingscentra.
NAVO
De NAVO heeft een begin gemaakt met de implementatie van maatregelen waartoe
op 4 oktober beslist was door de NAR. De NAVO AWACS-vliegtuigen zijn
inmiddels aangekomen in Oklahoma in de VS. Er bevinden zich 19 Nederlanders
onder de bemanningsleden. STANAVFORMED, waarvan de HMs Van Nes van de
Koninklijke Marine deel uitmaakt, is inmiddels in het oostelijke
Middellandse Zee-gebied gearriveerd . Op het gebied van het samenwerken met
betrekking tot inlichtingenvergaring en -verwerking kan worden vastgesteld
dat deze zowel kwalitatief als kwantitatief belangrijk is toegenomen. Op
politiek terrein wordt nu veel aandacht besteed aan de implicaties voor de
relatie van de NAVO met andere landen (Rusland/Ukraine/EAPC) en organisaties
(EU/OVSE/VN). Voorts zijn diverse groepen bezig met de follow-up ten aanzien
van de massavernietigingswapens. Eerste stap is verzamelen van informatie
over Al-Qa'eda en deze wapens. Ook het WMD-centrum ('weapons of mass
destruction') speelt een belangrijke rol. In het kader van de 'civil
emergency planning' (SCEPC) wordt bezien of beter kan worden samengewerkt
tussen bondgenoten, bijvoorbeeld ten aanzien van hulpverlening bij rampen.
In vervolg op het voorstel van het voorstel van de Minister van Defensie
tijdens de informele vergadering van NAVO-Ministers van Defensie van 26
september jl. zal de NAVO-Raad in versterkte samenstelling zich binnenkort
buigen over de lange termijn gevolgen van de terroristische aanslagen op de
VS voor het Bondgenootschap en over een mechanisme dat de Lidstaten in staat
stelt aanpassingen in hun defensiebeleid op elkaar af te stemmen en samen te
weken bij de versterking van de voor de bestrijding van het terrorisme
benodigde middelen.
Humanitair
Situatie in Afghanistan
De humanitaire situatie in Afghanistan en de omringende landen was, zoals
bekend, reeds vóór de militaire acties zeer zorgwekkend. Ook toen al kon,
binnen de door de Taliban gecontroleerde gebieden, de veiligheid van
hulpverleners en toegang tot getroffen bevolking niet gegarandeerd worden.
Op dit moment vormen plunderingen van kantoren en opslagplaatsen van
hulporganisaties een groot probleem.
Transporten naar Afghanistan door WFP, IOM, UNICEF en ICRC met voedsel en
andere hulpgoederen vanuit de buurlanden zijn echter weer op gang gekomen.
UNICEF wacht nog op bevestiging van een konvooi van 7 trucks in Heart. Het
konvooi is onderweg door de Taliban aangehouden. Sinds 7 oktober heeft WFP
5000 ton voedsel het land binnen gekregen. WFP verwacht de logistieke lijnen
verder te kunnen opvoeren en streeft eind november invoer van 52.000 ton
voedsel per maand te kunnen verzorgen. Er moet echter rekening mee gehouden
worden dat rond die tijd veel bergpassen door sneeuwval onbegaanbaar zullen
zijn.
De bevolking uit grote steden zoals Kabul, Jalalabad en Kandahar is in
groten getale weg getrokken. Er is op sommige plekken in het land sprake van
opvang van ontheemden door een beperkt aantal internationale organisaties
en ngo's. In de ontheemdenkampen en opvangkampen begint de naderende winter
ook steeds meer een kritieke factor te worden. In het algemeen is de
informatieverschaffing over de ontheemdensituatie is nog steeds onvolledig
Duidelijk is wel dat het accent van de humanitaire hulpverlening op
Afghanistan zelf zal moeten liggen. Om de situatie zo adequaat mogelijk het
hoofd te bieden is hechte samenwerking tussen de VN en de ngo-gemeenschap
van het grootste belang. Tijdens recent overleg in Islamabad werd de
bereidheid daartoe uitgesproken; in onderlinge afstemming zal gestreefd
moeten worden naar een zo groot mogelijke humanitaire 'coverage' van
Afghanistan.
Ten behoeve van de Afghaanse bevolking worden door Amerikaanse vliegtuigen
nog steeds dagelijks voedselpakketten en medicijnen gedropt. In totaal zijn
tot nu toe 575.000 pakketten afgeworpen. De VS realiseren zich dat hiermee
slechts een miniem deel (1%) van de Afghaanse bevolking kan worden geholpen.
Onder de gegeven omstandigheden zijn alternatieven echter nauwelijks
voorhanden
Situatie buiten Afghanistan
De grenzen met Pakistan, Iran, Oezbekistan, Tadzjikistan en Turkmenistan
zijn alle formeel nog steeds gesloten. De VN geeft aan dat er na de
militaire acties van de VS geen grote vluchtelingenstromen op gang zijn
gekomen naar de buurlanden.
UNHCR meldt dat de Pakistaanse grens soms even open is voor personen met
geldige visa en voor humanitaire gevallen. De berichten over aantallen
vluchtelingen lopen uiteen. UNHCR heeft de planningscijfers inmiddels
verlaagd van 1 miljoen naar 300.000 voor Pakistan. Op basis van deze
planning zijn diverse kampen in opbouw.
De Iraanseautoriteiten stellen zich, ondanks de formeel gesloten grenzen,
coöperatief en opvallend weinig bureaucratisch op. Ook hier zijn de
planningscijfers terug gebracht. Er zijn in Iran voor de opvang van 25.000
vluchtelingen negen plaatsen aangewezen voor kampen.
Ook in de aangrenzende Centraal-Aziatische republieken zijn inmiddels de
planningscijfers omlaag gebracht.
Op 10 oktober was er door de internationale gemeenschap in totaal USD 740
miljoen toegezegd voor hulp aan het Afghaanse volk. Voor de acute noden is
van groot belang dat er op korte termijn daadwerkelijk fondsen worden
overgemaakt. Nederland is hiertoe bereid en zal wederom een belangrijke
aanjaagfunctie vervullen.
Op 19 oktober jl. heeft een KDC-10 Transportvliegtuig van de Koninklijke
Luchtmacht op verzoek van het WFP een humanitair transport uitgevoerd.
Hiermee zijn ruim dertig ton tenten uit het VN-depot in Brindisi, Italië,
naar het Iraanse vliegveld Mashhad vervoerd.
Kenmerk DPZ-282/00
Blad /8
===