werkzaamheden in het kader van de omschakeling
naar de chartale euro
Belastingdienst/Centrum voor proces- en
productontwikkeling, domein verbruiksbelastingen
Besluit van 23 oktober 2001, nr. CPP2001/2402M
De directeur-generaal Belastingdienst heeft
namens de staatssecretaris van Financiën het
volgende besloten.
In het kader van de invoering van de chartale
euro (eind 2001- begin 2002) worden alle
guldenmunten en ?bankbiljetten door de
Nederlandsche Bank uit de circulatie genomen.
Hierbij worden banken, "toonbankinstellingen" en
de Stichtingen Nationale Eurocollecte en Coins
for Care met de daarin verenigde organisaties
ingeschakeld. De werkzaamheden die de banken,
toonbankinstellingen en beide stichtingen in dit
kader verrichten, bestaan uit het sorteren,
tellen en verpakken (in speciale, genummerde
zakken) van de guldenmunten en -bankbiljetten.
Voor deze werkzaamheden keert de Nederlandsche
Bank een vergoeding uit op basis van de
ingeleverde zakken.
Op grond van artikel 11, lid 1, onderdeel i, ten
eerste, van de Wet op de omzetbelasting 1968
zijn handelingen betreffende bankbiljetten en
munten, die in enig land de hoedanigheid van
wettig betaalmiddel bezitten, van omzetbelasting
vrijgesteld. Onder deze vrijgestelde handelingen
kunnen worden begrepen het sorteren, tellen en
rolleren/in speciale zakken verpakken, van
guldenmunten en ?bankbiljetten. Voor de
toepassing van deze vrijstelling kan voorbij
worden gegaan aan de omstandigheid dat deze
werkzaamheden ook nog zullen worden verricht
enkele maanden nadat de gulden formeel de status
van wettig betaalmiddel zal hebben verloren.
Het vervoer van guldenmunten en -bankbiljetten
is overigens niet van omzetbelasting
vrijgesteld.
Goedgekeurd wordt dat de toonbankinstellingen
die overigens uitsluitend belaste prestaties
verrichten, bij de bepaling van de aftrekbare
voorbelasting, de vergoeding die zij ontvangen
voor het sorteren, tellen en verpakken van de
guldenmunten en -bankbiljetten, buiten
beschouwing laten.