Partij van de Arbeid

Den Haag, 23 oktober 2001

VRAGEN VAN DE LEDEN VAN HEEMST, DUIJKERS EN DUIVESTEIJN (allen PvdA) AAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VAN JUSTITIE:

1. Heeft u kennisgenomen van het rapport "Wie dicht bij het vuur zit, warmt zich het best" van oktober 2001 waarin de Vereniging Eigen Huis verslag doet van de bevindingen van het meldpunt "Vriendjespolitiek bij toewijzing van nieuwbouwwoningen" ?
2. Wat is uw oordeel over de gehanteerde wijze van melding en registratie? Geeft dit rapport een betrouwbaar beeld van de mogelijke aard en omvang van vriendjespolitiek met name waar lokale bestuurders en ambtenaren in het geding zijn?
3. Zijn er vergelijkbare onderzoeken gedaan waarin op een min of meer zelfde schaal naar andere vormen van "vriendjespolitiek" in het Nederlandse openbare bestuur en zo ja, wijzen die in eenzelfde richting? 4. Hoe luidt uw oordeel over het aandeel gemeenteraadsleden (10%) en ambtenaren (8%) in het totaal van de 169 meldingen van al dan niet vermeende vriendjespolitiek die over de periode van april tot september 2001 zijn gedaan?
5. Tot welke acties leidt dit oordeel?
6. Bent u met name bereid de in het rapport gemelde gevallen nader te onderzoeken om vast te stellen waar sprake is van (vermoedelijke) inbreuken op de integriteit van het openbaar bestuur? Zo neen, waarom niet?