Actueel

Hoge Raad verwerpt cassatieberoep in cocaïnezaak Bouterse
Bron: Hoge Raad der Nederlanden 's-Gravenhage
Datum actualiteit: 23-10-2001

SAMENVATTING DOOR DE GRIFFIER VAN DE HOGE RAAD
(BUITEN VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE HOGE RAAD)

Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep in de cocaïnezaak van Bouterse (Hoge Raad, Strafkamer), nr. 06248/00 van 23 oktober 2001)

Het Gerechtshof in Den Haag heeft Desi Bouterse vorig jaar veroordeeld wegens zijn betrokkenheid bij de invoer in Nederland van cocaïne. Het ging om een partij van 474 kg die in september 1997 per schip in Stellendam aan wal is gebracht. Het Hof legde hem daarvoor een gevangenisstraf van elf jaar op. Verder gaf het Hof een bevel tot zijn gevangenneming.
De raadsman van Bouterse, mr. A.M. Moszkowicz te Amsterdam, heeft daartegen cassatieberoep ingesteld.
De Hoge Raad heeft dat beroep vandaag verworpen. Daardoor zijn de beslissingen van het Hof onherroepelijk geworden. De voornaamste klacht van mr. Moszkowicz was dat het Hof hem ten onrechte had beperkt in zijn verdediging. Het Hof had bij de behandeling van de zaak in hoger beroep namelijk bepaald dat mr. Moszkowicz alleen mocht pleiten, maar dat hij bijvoorbeeld geen verzoeken mocht doen, onder meer tot het oproepen van getuigen. De reden daarvoor was dat mr. Moszkowicz had geweigerd te verklaren of hij door Bouterse uitdrukkelijk was gemachtigd om namens hem op te treden.
In de cassatieprocedure stelde mr. Moszkowicz dat zo'n machtiging niet nodig is om de verdediging in volle omvang te mogen voeren. De Hoge Raad is het daarmee niet eens. Het college besliste dat een machtiging in de regel een noodzakelijke voorwaarde is om in het strafproces als raadsman te kunnen optreden. Alleen een advocaat die uitdrukkelijk verklaart dat hij door zijn niet-aanwezige cliënt bepaaldelijk is gemachtigd, mag dus alle hem door de wet toegekende rechten en bevoegdheden uitoefenen. Het Hof heeft mr. Moszkowicz dus (onverplicht) meer toegestaan dan waarop hij aanspraak kon maken door hem zonder machtiging van zijn cliënt in de gelegenheid te stellen diens verdediging te voeren.
Overigens heeft de Hoge Raad een aantal klachten over het proces en de uitspraak van het Hof niet behandeld omdat ze niet binnen de daarvoor gestelde termijn waren ingediend.

De volledige tekst van het arrest in deze zaak (HR 23 oktober 2001, nr. 02648/00) wordt gepubliceerd op deze website.

Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AD4727
(Zie het originele bericht)