Den Haag, 23 oktober 2001
Tweede-Kamerlid Harry van Bommel heeft het kabinet vandaag gevraagd om de chipkaart in het openbaar vervoer zo snel mogelijk in te voeren. Aanleiding vormt het bericht dat het kabinet de subsidie op de verkoop van strippenkaarten wil afschaffen en het geld voor openbaar vervoer voortaan wil verdelen aan de hand van het aantal inwoners per regio.
Van Bommel begrijpt goed dat het kabinet zoekt naar een andere
bekostigingssystematiek voor het openbaar stads- en streekvervoer. De
huidige systematiek kent immers het nadeel dat de gegevens over
openbaarvervoergebruik en de daaraan gerelateerde kosten nogal ondoorzichtig
zijn. Van Bommel: "De nadelen van het huidige systeem moeten natuurlijk
verdwijnen. Het kabinet dreigt nu echter een matig systeem door een nog veel
slechter systeem te vervangen. Het devies aan de openbaarvervoerbedrijven
wordt nu: investeer vooral niet, want je krijgt toch niet meer geld. Die
kant moeten we natuurlijk niet op."
Volgens Van Bommel kan de invoering van de chipkaart in het openbaar vervoer
de huidige onduidelijkheid over het openbaarvervoergebruik en de daaraan
gerelateerde kosten wegnemen. De chipkaart verschaft immers harde en actuele
informatie over vervoersgegevens en opbrengsten. Dat betekent, dat er
onmiddellijk extra geld van het rijk beschikbaar kan komen op het moment dat
het een openbaarvervoerbedrijf lukt om extra reizigers te vervoeren. Van
Bommel: "Dan krijg je een simpel systeem met een stimulans om het openbaar
vervoer te verbeteren."