ALGEMENE ONDERWIJSBOND AOB
Politiek stemt te snel in met structuurverandering basisvormin
Politiek stemt te snel in met structuurverandering basisvorming
AOb-voorzitter Tichelaar:Wat ons betreft is het afgelopen met de
Haagse regelzucht.
Utrecht, 24 oktober 2001. Niet de politiek, maar de leraren in het
voortgezet onderwijs zelf moeten de aanpassingen in de basisvorming
vorm gaan geven. De politiek heeft haar kansen gehad, zegt
AOb-voorzitter Jacques Tichelaar in een reactie op de voorstellen van
de Onderwijsraad om de onderbouw van het voortgezet onderwijs te
verbouwen. Dit is geen aanpassing, maar een complete
structuurverandering.
Weer een nieuwe blauwdruk, waar het ministerie en Tweede Kamer veel te
gemakkelijk achteraan lopen, zonder na te denken over de gevolgen voor
de scholen, is het oordeel van Jacques Tichelaar over de voorstellen
van de Onderwijsraad en de politieke reacties daarop. Wat ons betreft
is die Haagse regelzucht nu afgelopen. Wij willen maximale
decentralisatie voor het voortgezet onderwijs, zodat de professionals
in het onderwijs zelf het lesprogramma kunnen vaststellen.
De Algemene Onderwijsbond is met ongeveer 75.000 leden de grootste
vakbond in het onderwijs en heeft in het voortgezet onderwijs een
sterke positie. Een kwart van alle leraren in het voortgezet onderwijs
is lid van de AOb.
Vorig jaar kregen scholen na klachten over een te omvangrijk programma
zelf meer vrijheid om hun programma aan te passen. Dat leek een
werkbare manier om de basisvorming weer op de rails te krijgen. De AOb
vindt het goed dat er wat aan het overladen programma wordt gedaan en
vindt meerdere niveaus onvermijdelijk. Maar de voorstellen van de
Onderwijsraad, die vorige week werden gepresenteerd, vragen om een
complete verbouwing van de onderbouw van het voortgezet onderwijs.
Het gaat dan om een kernprogramma met acht vakken in plaats van
vijftien vakken; de nieuwe basisvorming beslaat twee in plaats van
drie jaar; invoering van drie verschillende niveaus in plaats van één;
en tenslotte introductie van het vak science.
Dat alles moet vanaf 2004 ingevoerd moeten worden. Volgens de eerste
politieke reacties is dat haalbaar, Tichelaar bestrijdt dat.
Dit is geen verwijt aan de Onderwijsraad, maar ik maak me kwaad over
de egoïstische houding van politici die onmiddellijk bereid zijn om
alles weer te veranderen. In het huidige voorstel is techniek,
economie en verzorging plotseling niet langer verplicht. Maar al die
docenten dan die zich indertijd omgeschoold hebben? Mensen die zich
hebben ingespannen voor zo een vak, aparte lokalen zijn ingericht? Die
zijn de rest van hun carrière niet langer bereid zich voor
onderwijsvernieuwing in te zetten. Ik vind het getuigen van een
continuïteit van nul. Als ik politici hoor zeggen dat de
oorspronkelijke vernieuwing niet gelukt is omdat er te weinig tijd
voor was, dan vind ik dat de Kamer zijn excuses moet maken aan het
onderwijs omdat scholen daarvoor hadden gewaarschuwd, in plaats van
een nieuw voorstel door te voeren.
Dat scholen in het komende nummer van Het Onderwijsblad van de AOb
laconiek reageren op de nieuwe voorstellen, met de opmerking dat ze
gewoon verder gaan waar ze mee bezig waren, vindt Tichelaar helemaal
een teken aan de wand.
De Kamer heeft zichzelf een brevet van onvermogen gegeven door achter
de plannen aan te lopen. Onderwijsvernieuwing is juist gebaat bij
meerjarenafspraken. Als ieder kabinet weer opnieuw het licht ziet, dan
blijven we bezig.Hij vindt daarom dat de rol van de overheid moet
veranderen. Dat klinkt misschien hard, maar er moet meer
decentralisatie komen van bevoegdheden. Een nationaal curriculum dat
alleen aangeeft wat het minimumniveau is, dat verder wordt uitgewerkt
door professionals in het onderwijs en achteraf gecontroleerd kan
worden op hoofdlijnen.