Ministerie van Defensie




---

Brieven aan de Kamer

---

VS-acties in Afghanistan

24-10-2001

Inleiding
Sinds de aanslagen van 11 september jl. is Uw Kamer in de vorm van een aantal brieven van de verschillende ontwikkelingen op de hoogte gebracht. Wij verwijzen naar de brieven van de Ministers van Buitenlandse Zaken, Defensie en voor Ontwikkelingssamenwerking, d.d. 9 oktober jl., inzake de VS-acties in Afghanistan, de brieven van de Ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie van 2 oktober jl. en 4 oktober jl. en de verslagen van Algemene Raad van 8/9 oktober jl. en 17 oktober jl.. Blijkens de brief van de griffier van de vaste Kamercommissie voor Buitenlandse Zaken van 19 oktober jl. is ook bij Uw Kamer inmiddels de behoefte ontstaan om op meer reguliere wijze op de hoogte te worden gesteld van het verloop van de verschillende internationale acties in het kader van terrorismebestrijding, de ontwikkelingen in Afghanistan en de landen in de regio en het overleg in de verschillende internationale fora op dit terrein. Wij voldoen graag aan dit verzoek en stellen ons voor om, in beginsel eens per week, een dergelijke rapportage uit te brengen. Hoewel enige overlapping niet is uitgesloten, laten wij in deze rapportage buiten beschouwing die aspecten van internationaal en EU-overleg die primair van belang zijn voor de voortgang van het aan Uw Kamer voorgelegde nationale actieplan. Die aspecten komen dan aan de orde in de op dat terrein afgesproken rapportage aan Uw Kamer.

Politiek

Informele Europese Raad van Gent
De informele Europese Raad van Gent sprak opnieuw zijn krachtige steun uit voor de militaire acties in Afghanistan en onderstreepte zijn vastbeslotenheid om het terrorisme in al zijn verschijningsvormen wereldwijd te bestrijden. De Raad besprak daarnaast het Europese actieplan voor de strijd tegen terrorisme. Uw Kamer zal door de Minister-president separaat over de informele Europese Raad van Gent worden geïnformeerd (verklaring bijgevoegd).

Europese Conferentie
Op 20 oktober jl. kwam in Brussel de vijfde Europese Conferentie bijeen op ministerieel niveau. Oekraïne, Moldavië en Rusland namen tijdens de werklunch deel als gastland. De bijeenkomst stond in het teken van de versterking van de internationale coalitie tegen het terrorisme, de bevestiging van de solidariteit met de Verenigde Staten van Amerika in deze strijd en de bespreking van te nemen maatregelen. Met name werd aandacht gegeven aan op nationaal niveau te nemen en genomen maatregelen ter bestrijding van de financiering van terrorisme, waaronder die ter uitvoering van de resoluties van de Veiligheidsraad. De Europese Conferentie nam een verklaring aan (bijgevoegd) waarin bovendien de bijzondere rol van de VN en het belang van spoedige implementatie van de in Veiligheidsresolutie 1373 voorgestelde maatregelen werd benadrukt.

Minister Van Aartsen wees in zijn interventie op het belang van de blijvende solidariteit met de VS en van het instandhouden van de brede coalitie. Voorts werd verwezen naar de noodzaak voor ieder land om zo spoedig mogelijk partij te worden bij de bestaande anti-terrorisme conventies en gezamenlijk met voorrang te werken aan de totstandkoming van de Indiase ontwerp-conventie. Minister Van Aartsen wees verder op het belang van de bestrijding van financiering van terrorisme en betoonde zich hierbij voorstander van de spoedige totstandkoming van een generieke verordening in de EU. Hij riep de kandidaat-lidstaten ertoe op eveneens alle nodige maatregelen te nemen in het bijzonder op het terrein van het zich snel ontwikkelende JBZ-acquis. Minister Van Aartsen gaf aan dat Nederland bereid was op dit vlak waar nodig ondersteuning te bieden.

Verenigde Naties
Met VR-resolutie 1373 werd een Counter Terrorism Committee (CTC), bestaande uit alle leden van de Veiligheidsraad, in het leven geroepen, dat zal toezien op de implementatie van de resolutie. Elke VN-lidstaat is verplicht binnen 90 dagen (dat is uiterlijk 27 december 2001) aan het CTC te rapporteren over de stappen die zij genomen heeft ter implementatie van de resolutie. De voorzitter van het comité, de Britse Permanent Vertegenwoordiger bij de VN, heeft aangekondigd dat het comité tegen het einde van deze maand de VN-lidstaten zal informeren over hetgeen van hen wordt verwacht. De rapportage van een VN-lidstaat aan het CTC dient onder meer het volgende te bevatten: een samenvatting van de acties op het gebied van wetgeving, alsmede op het gebied van implementatie en uitvoering, die op VR-resolutie 1373 is genomen en de stand van zaken van ondertekening en ratificatie van de antiterrorismeconventies.

Over de inhoudelijke aspecten van de VR-resolutie 1373 is Uw Kamer reeds ingelicht in het kader van de voortgangsrapportage en het bijbehorende actieplan. Het betreft hier met name verplichtingen terzake van het tegengaan van financiering van terrorisme, de preventie, opsporing en bestraffing van terrorisme en de intensivering van de samenwerking tussen de diverse betrokken instanties.

Bij de onderhandelingen in New York over een alomvattend verdrag ter bestrijding van internationaal terrorisme is goede voortgang gemaakt. Positief is de constatering dat er een brede acceptatie bestaat van het Indiase voorstel als basis voor de discussie. Nederland steunt een voortvarende aanpak en is terzake zeer actief.

Afghanistan
Zowel in internationaal als Europees verband richt de aandacht zich de laatste weken in toenemende mate op de toekomst van Afghanistan na de val van de Taliban. Daarbij is de gedachte dat bij een ineenstorting van het Taliban-regime geen politiek en veiligheids-vacuum in Afghanistan moet ontstaan en zo snel mogelijk begonnen kan worden met de wederopbouw van het land. Het betreft een buitengewoon complexe materie, waarover de gedachtenvorming nog in volle gang is. Duidelijk is wel dat internationaal brede steun bestaat voor de doelstelling van totstandkoming van een brede, representatieve en stabiele regering en politieke structuur in Afghanistan. De traditionele machtsstructuren zouden hiervoor aanknopingspunten kunnen bieden. Hoe dan ook is Afghaans ownership van een politieke oplossing van cruciaal belang. V.w.b. de internationale betrokkenheid bij de totstandkoming van een politieke overeenkomst en de wederopbouw kent ook Nederland een centrale rol toe aan de VN. De buurlanden dienen nauw bij dit proces betrokken te worden waarbij er echter wel rekening gehouden moet worden met het feit dat zij ook hun eigen agendas hebben. Nederland hoopt tevens op een actieve betrokkenheid uit de islamitische wereld en bepleit een actieve rol van de EU bij deze processen.

Militair

De VS melden na twee weken luchtacties tegen de militaire infrastructuur van de Taliban en trainingskampen van het Al-Qaeda netwerk thans bijna volledige controle over het luchtruim van Afghanistan te hebben. De laatste dagen zouden de aanvallen zich vooral hebben geconcentreerd op doelen in en rond Kabul, Kandahar en Jalalabad. Troepenconcentraties, tanks, artillerie, opslagplaatsen en commandocentra waren de voornaamste doelen van de luchtacties.

De VS is inmiddels ook begonnen met informatie-campagne gericht op de Afghaanse bevolking door middel van uitstrooien van folders en radios boven Afghanistan en het verzorgen van speciale radio-uitzendingen. Met de aankomst van de USS Roosevelt in de Arabische Zee is het totaal aantal vliegdekschepen gebracht op vier. Het merendeel van de luchtacties vindt plaats vanaf deze schepen. Voorts heeft de VS AC-130 vliegtuigen ingezet. Deze worden ingezet bij de strijd tegen grondtroepen. De VS heeft inmiddels bevestigd dat speciale eenheden zijn ingezet in Afghanistan.

De Noordelijke Alliantie (N.A.) lijkt gebruik te maken van de luchtacties om op militair gebied successen te behalen. In eerste instantie lijken de militaire inspanningen van de N.A. nu gericht te zijn op het heroveren van de tweede stad van Afghanistan, Mazar-i-Sharif. Deze stad was tot 1997 het bolwerk van de N.A. en is van groot strategisch belang vanwege het beheersen van de aanvoerlijnen naar Uzbekistan. De N.A. zou de stad thans op vijf kilometer genaderd zijn en de belangrijkste toegangswegen tot Mazar-i-Sharif thans grotendeels hebben afgesneden. De opmars door de Pansjir-vallei richting Kabul zou vooralsnog tot stilstand zijn gebracht door eenheden van de Taliban die ten noorden van Kabul hun linies houden, waaronder ook de brigade waarvan voornamelijk ervaren buitenlandse strijders deel uitmaken. Wel zouden troepen van de N.A. het vliegveld Bagram ten noorden van Kabul hebben ingenomen. Berichten van deserterende Taliban eenheden in het noorden worden steeds sterker.

Bij de luchtacties zijn een onbekend aantal burgerslachtoffers gevallen. Op 9 oktober jl. is een door de VN gesteunde lokale ontmijningsorganisatie door een Amerikaanse bom getroffen, waarbij vier lokale medewerkers zijn omgekomen. Op 16 oktober jl. vielen twee bommen op een opslagplaats van het Rode Kruis vlakbij het vliegveld van Kabul. Hierbij raakte een lokale medewerker zwaar gewond. Op 18 oktober jl. werd een munitieopslagplaats in Kabul getroffen. De VS heeft deze incidenten bevestigd en daarover zijn spijt uitgesproken. De VS heeft beklemtoond alles in het werk te stellen om slachtoffers onder de burgerbevolking te voorkomen. De Taliban heeft zeer grote aantallen burgerslachtoffers genoemd. De VS noemt deze aantallen sterk overdreven. SoD Rumsfeld heeft er bovendien op gewezen dat de collaterale schade niet altijd noodzakelijk door de VS en zijn bondgenoten wordt veroorzaakt. Hij wees daarbij op de hevige gevechten die plaatsvinden tussen de Taliban en de N.A. en de door Taliban afgevuurde wapens (zoals raketten) die op de eigen bevolking terechtkomen. Vluchtelingen uit Afghanistan hebben voorts bevestigd dat de aantallen die door de Taliban worden genoemd overtrokken zijn.

Militaire bijdragen bondgenoten VS
Behalve het Verenigd Koninkrijk draagt een groeiend aantal landen concreet bij aan de door de VS geleide militaire operaties tegen het terroristische netwerk Al-Qaeda en hun beschermheren, het Taliban-regime in Afghanistan of hebben hun bereidheid daartoe uitgesproken. Het gaat daarbij in het bijzonder om Frankrijk, Duitsland, Australië, Canada en Italië. In Japan heeft het Parlement ingestemd met logistieke steun aan de militaire operaties. Nederland is eveneens in gesprek met Amerikaanse militaire planners over de mogelijkheden van een concrete militaire bijdrage van ons land aan de strijd tegen het terrorisme. Hiertoe zijn vertegenwoordigers van de Chef Defensiestaf naar de Verenigde Staten afgereisd. Zij staan onder leiding van een opperofficier van de Koninklijke Luchtmacht. De minister-president had dergelijke besprekingen tijdens het plenair overleg van 9 oktober jl. al aangekondigd.

Voor de inzet van Nederlandse militairen die in het kader van bilaterale samenwerkingsprogrammas in het buitenland bij eenheden van NAVO-partners onder bevel van een buitenlandse commandant zijn geplaatst, is per geval eerst expliciete instemming van Nederland vereist.

Inmiddels is aan twee officieren toestemming verleend met hun eenheden deel te nemen aan operaties als gevolg van de aanslagen in de VS. Het gaat om een bij de Britse luchtmacht geplaatste kapitein, wiens eenheid gevraagd is luchtruim-bewakingstaken uit te voeren boven het VK. Voorts gaat het om een, bij een luchttransporteenheid van de Amerikaanse luchtmacht geplaatste majoor, die drie maanden vanaf een Amerikaanse luchtmachtbasis in Duitsland vluchten zal uitvoeren op Zuidelijk Europa. Kort na de aanslagen op 11 september jl. heeft een bij de Amerikaanse luchtmacht geplaatste majoor van de Koninklijke Luchtmacht al deelgenomen aan luchtruimbewakingstaken boven Amerikaanse bevolkingscentra.

NAVO
De NAVO heeft een begin gemaakt met de implementatie van maatregelen waartoe op 4 oktober beslist was door de NAR. De NAVO AWACS-vliegtuigen zijn inmiddels aangekomen in Oklahoma in de VS. Er bevinden zich 19 Nederlanders onder de bemanningsleden. STANAVFORMED, waarvan de HMs Van Nes van de Koninklijke Marine deel uitmaakt, is inmiddels in het oostelijke Middellandse Zee-gebied gearriveerd . Op het gebied van het samenwerken met betrekking tot inlichtingenvergaring en verwerking kan worden vastgesteld dat deze zowel kwalitatief als kwantitatief belangrijk is toegenomen. Op politiek terrein wordt nu veel aandacht besteed aan de implicaties voor de relatie van de NAVO met andere landen (Rusland/Ukraine/EAPC) en organisaties (EU/OVSE/VN). Voorts zijn diverse groepen bezig met de follow-up ten aanzien van de massavernietigingswapens. Eerste stap is verzamelen van informatie over Al-Qaeda en deze wapens. Ook het WMD-centrum (weapons of mass destruction) speelt een belangrijke rol. In het kader van de civil emergency planning (SCEPC) wordt bezien of beter kan worden samengewerkt tussen bondgenoten, bijvoorbeeld ten aanzien van hulpverlening bij rampen.

In vervolg op het voorstel van het voorstel van de Minister van Defensie tijdens de informele vergadering van NAVO-Ministers van Defensie van 26 september jl. zal de NAVO-Raad in versterkte samenstelling zich binnenkort buigen over de lange termijn gevolgen van de terroristische aanslagen op de VS voor het Bondgenootschap en over een mechanisme dat de Lidstaten in staat stelt aanpassingen in hun defensiebeleid op elkaar af te stemmen en samen te weken bij de versterking van de voor de bestrijding van het terrorisme benodigde middelen.

Humanitair

Situatie in Afghanistan
De humanitaire situatie in Afghanistan en de omringende landen was, zoals bekend, reeds vóór de militaire acties zeer zorgwekkend. Ook toen al kon, binnen de door de Taliban gecontroleerde gebieden, de veiligheid van hulpverleners en toegang tot getroffen bevolking niet gegarandeerd worden. Op dit moment vormen plunderingen van kantoren en opslagplaatsen van hulporganisaties een groot probleem.

Transporten naar Afghanistan door WFP, IOM, UNICEF en ICRC met voedsel en andere hulpgoederen vanuit de buurlanden zijn echter weer op gang gekomen. UNICEF wacht nog op bevestiging van een konvooi van 7 trucks in Heart. Het konvooi is onderweg door de Taliban aangehouden. Sinds 7 oktober heeft WFP 5000 ton voedsel het land binnen gekregen. WFP verwacht de logistieke lijnen verder te kunnen opvoeren en streeft eind november invoer van 52.000 ton voedsel per maand te kunnen verzorgen. Er moet echter rekening mee gehouden worden dat rond die tijd veel bergpassen door sneeuwval onbegaanbaar zullen zijn.

De bevolking uit grote steden zoals Kabul, Jalalabad en Kandahar is in groten getale weg getrokken. Er is op sommige plekken in het land sprake van opvang van ontheemden door een beperkt aantal internationale organisaties en ngos. In de ontheemdenkampen en opvangkampen begint de naderende winter ook steeds meer een kritieke factor te worden. In het algemeen is de informatieverschaffing over de ontheemdensituatie is nog steeds onvolledig.

Duidelijk is wel dat het accent van de humanitaire hulpverlening op Afghanistan zelf zal moeten liggen. Om de situatie zo adequaat mogelijk het hoofd te bieden is hechte samenwerking tussen de VN en de ngo-gemeenschap van het grootste belang. Tijdens recent overleg in Islamabad werd de bereidheid daartoe uitgesproken; in onderlinge afstemming zal gestreefd moeten worden naar een zo groot mogelijke humanitaire coverage van Afghanistan.

Ten behoeve van de Afghaanse bevolking worden door Amerikaanse vliegtuigen nog steeds dagelijks voedselpakketten en medicijnen gedropt. In totaal zijn tot nu toe 575.000 pakketten afgeworpen. De VS realiseren zich dat hiermee slechts een miniem deel (1%) van de Afghaanse bevolking kan worden geholpen. Onder de gegeven omstandigheden zijn alternatieven echter nauwelijks voorhanden.

Situatie buiten Afghanistan
De grenzen met Pakistan, Iran, Oezbekistan, Tadzjikistan en Turkmenistan zijn alle formeel nog steeds gesloten. De VN geeft aan dat er na de militaire acties van de VS geen grote vluchtelingenstromen op gang zijn gekomen naar de buurlanden.

UNHCR meldt dat de Pakistaanse grens soms even open is voor personen met geldige visa en voor humanitaire gevallen. De berichten over aantallen vluchtelingen lopen uiteen. UNHCR heeft de planningscijfers inmiddels verlaagd van 1 miljoen naar 300.000 voor Pakistan. Op basis van deze planning zijn diverse kampen in opbouw.

De Iraanse autoriteiten stellen zich, ondanks de formeel gesloten grenzen, coöperatief en opvallend weinig bureaucratisch op. Ook hier zijn de planningscijfers terug gebracht. Er zijn in Iran voor de opvang van 25.000 vluchtelingen negen plaatsen aangewezen voor kampen.

Ook in de aangrenzende Centraal-Aziatische republieken zijn inmiddels de planningscijfers omlaag gebracht.

Op 10 oktober was er door de internationale gemeenschap in totaal USD 740 miljoen toegezegd voor hulp aan het Afghaanse volk. Voor de acute noden is van groot belang dat er op korte termijn daadwerkelijk fondsen worden overgemaakt. Nederland is hiertoe bereid en zal wederom een belangrijke aanjaagfunctie vervullen.

Op 19 oktober jl. heeft een KDC-10 Transportvliegtuig van de Koninklijke Luchtmacht op verzoek van het WFP een humanitair transport uitgevoerd. Hiermee zijn ruim dertig ton tenten uit het VN-depot in Brindisi, Italië, naar het Iraanse vliegveld Mashhad vervoerd.

Minister van Defensie

Mr. F.H.G. de Grave

Minister van Buitenlandse Zaken

J.J. van Aartsen