Overeenkomst tussen mevrouw L.B.M. van Maaren-van Balen en de gemeente
Leeuwarden
OVEREENKOMST
de gemeente Leeuwarden, in deze vertegenwoordigd door loco-burgemeester mevrouw H.J. de Haan-Laagland,
en
mevrouw L.B.M. van Maaren-van Balen
komen het volgende overeen:
1. mevrouw Van Maaren legt met onmiddellijke ingang haar
werkzaamheden neer en verzoekt om haar per 1 november 2001 onder
toepassing van artikel 42, eerste lid, van het
Rechtspositiebesluit burgemeesters ontslag te verlenen uit haar
functie van burgemeester van Leeuwarden;
2. de gemeente zal bewerkstelligen, dat mevrouw Van Maaren onder
toepassing van artikel 46a, eerste en derde lid, van dit
Rechtspositiebesluit een uitkering ten laste van de gemeente wordt
toegekend, met dien verstande, dat in afwijking van het in het
derde lid bepaalde onder toepassing van het vijfde lid van dit
artikel de hoogte van de uitkering tot 1 februari 2005 100% van
haar dagloon zal bedragen en vervolgens tot de eerste dag van de
maand volgend op die waarin zij de leeftijd van 65 jaar bereikt
85% van haar dagloon, en dat inkomsten uit arbeid of bedrijf
slechts op de uitkering in mindering worden gebracht voorzover
zij, samen met de uitkering, een bedrag gelijk aan 110% van haar
dagloon overstijgen;
3. de gemeente voorziet in aanvulling van de pensioenopbouw van
mevrouw Van Maaren alsof zij in dienst zou zijn gebleven tot de
eerste dag van de maand volgend waarop zij de leeftijd van 62 jaar
bereikt;
4. de gemeente kent mevrouw Van Maaren een bedrag ineens toe ter
grootte van
80.000,- bruto (uit te betalen op een door haar aan te geven
fiscaal toelaatbare wijze), ter verdere aanvulling van haar
pensioen;
5. de gemeente vergoedt mevrouw Van Maaren de in redelijkheid door
haar gemaakte kosten van rechtsbijstand op declaratiebasis;
6. partijen zullen een gezamenlijk communiqué over het vertrek van
mevrouw Van Maaren doen uitgaan. Voor het overige zullen partijen
zich onthouden van uitlatingen die de andere partij (daaronder
voor wat betreft de gemeente Leeuwarden begrepen derzelve
bestuursorganen en leden of gewezen leden daarvan alsmede
ambtenaren en gewezen ambtenaren) schade zouden kunnen berokkenen
en verplichten zij zich om geen informatie over de andere partij
naar buiten te brengen, op welke wijze dan ook, dan na
voorafgaande goedkeuring door de wederpartij. Het bovenstaande
geldt niet als informatie wordt verstrekt ter voldoening aan een
wettelijke verplichting daartoe. Bij overtreding van deze bepaling
dient de partij die deze bepaling heeft overtreden de wederpartij
een vergoeding van 50.000,- te betalen. Indien er naar het oordeel
van mevrouw Van Maaren klemmende redenen zijn waarom zij niettemin
met haar visie op de in de geheimhoudingsclausule bedoelde feiten
en omstandigheden naar buiten wenst te treden, doet zij dat niet
dan na daarvoor aan het college van burgemeester en wethouders
instemming te hebben gevraagd. Die instemming wordt haar in dat
geval niet op onredelijke gronden onthouden. Komen partijen
terzake niet tot overeenstemming, dan kan mevrouw Van Maaren de
vraag of de toestemming al dan niet dient te worden verleend,
voorleggen aan een door partijen in dat geval tezamen aan te
wijzen deskundige op het gebied van het openbaar bestuur. Deze
regelt zelf de procedure en brengt het aan hem te vragen bindend
advies zo spoedig mogelijk uit.
Aldus overeengekomen te Leeuwarden, 19 oktober 2001
H.J. de Haan-Laagland L.B.M. van
Maaren-van Balen