Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Antwoorden op kamervragen over de reden van ontslag van een medewerkster asielunit van de Haagse vreemdelingendienst
Een parlementair stuk bij het onderwerp Politie 14 november 2001
Vragen van het Tweede-Kamerlid Halsema (GroenLinks) http://jasmine.dds.nl/~pdc/9222000/p/p102220.htm over de reden van het ontslag, dat verband zou houden met de opvattingen van de medewerkster over het in acht nemen van drie minuten stilte in verband met de aanslagen in de Verenigde Staten. (Ingezonden 3 oktober 2001).

1.Vraag
Kunt u bevestigen dat een medewerkster van de Asielunit van de Haagse vreemdelingendienst is ontslagen wegens haar opvattingen over het in acht nemen van drie minuten stilte in verband met de aanslagen in de Verenigde Staten op 11 september jl.?
2. Vraag
Kunt u uiteenzetten wat er precies is voorgevallen? Wat is de reden van het bedoelde ontslag? Heeft de ontslagen vrouw zich schuldig gemaakt aan enig strafbaar feit of overtreding van interne regels?

3. Vraag
Waarom is de vrouw inzage in het proces-verbaal van haar uitlatingen geweigerd? Wat staat in het bedoelde proces-verbaal? Antwoord vragen 1 tot en met 3
De korpsbeheerder van het regionale politiekorps Haaglanden heeft mij meegedeeld dat hij op 2 oktober 2001 een externe commissie heeft gevraagd een oordeel te geven over het voorgenomen ontslag van de medewerkster van de Haagse vreemdelingenpolitie. Deze uit drie leden bestaande commissie zal vermoedelijk medio november 2001 aan de korpsbeheerder advies uitbrengen. Eerst daarna kan hij mij van bericht en raad dienen. Beantwoording van de vragen zal derhalve plaatsvinden zodra alle relevante informatie is verkregen.

4. Vraag
Acht u het besluit van de chef van de vreemdelingendienst in de regio Haaglanden in strijd met het recht van vrije meningsuiting, en zo ja, wilt u het ontslag in dat geval met onmiddellijke ingang ongedaan maken? Zo neen, waarom niet?

5. Vraag
Acht u het verstandig op dergelijke wijze met de gevoeligheden in Nederland met betrekking tot de aanslagen in de Verenigde Staten om te gaan? Zo neen, wat wilt u ondernemen om dergelijke misstappen in de toekomst te voorkomen?
Antwoord vragen 4 en 5
Zoals hiervoor bij de beantwoording van de vragen 1 tot en met 3 aangegeven, beschik ik (nog) niet over de relevante feiten. Ik ben derhalve thans niet in staat een afgewogen oordeel te geven over de zaak betreffende de medewerkster van de Asielunit van de Haagse vreemdelingendienst.
Wel kan ik meedelen dat, zo er sprake is van een ontslag, ik niet bevoegd ben dat ontslag ongedaan te maken. De bevoegdheid tot aanstelling en ontslag berust in casu op grond van de ter zake geldende rechtspositionele regelingen uitsluitend bij de korpsbeheerder.