Toespraak minister Van Boxtel op de ABCD-conferentie
Een toespraak bij het onderwerp Grotestedenbeleid
14 november 2001
Dames en heren,
Het goud ligt in de buurt. Een groep bewoners uit Eindhoven
spreekt deze overtuiging uit in een van hun ABCD-E folders. In
iedere buurt wonen mensen met kwaliteiten; mensen ook, die iets
voor hun wijk willen doen. Langzaam maar zeker begint tot in de
krochten van de gemeentehuizen het besef door te dringen dat wij,
bestuurders en ambtenaren, daar ons voordeel mee kunnen doen.
Participatie van burgers is ontzettend belangrijk. Voor het
functioneren van onze democratie, en voor het alledaagse reilen en
zeilen van onze samenleving. Te beginnen in de eigen woonomgeving.
Dat participatie goed en belangrijk is, daar zijn we het hier met
zijn allen wel over eens. Nu zijn er meerdere manieren om bewoners
bij het beleid te betrekken. Daarom is het goed kennis en
ervaringen rond verschillende methoden tijdens conferenties zoals
die van vandaag uit te wisselen, om op die manier de betrokkenheid
van bewoners op alle mogelijke manieren te stimuleren en te
verbeteren. Er worden zelfs prijzen ingesteld voor
participatie-initiatieven. Vorige week nog heeft de Nachtpreventie
Schilderswijk in Den Haag de Hein Roethofprijs gekregen. Gelukkig
doen bewoners het niet voor de prijs, maar voor de wijk. Met als
meerwaarde, zo hoor je vaak: het onderlinge contact. De
betrokkenheid van bewoners bij hun buurt is ook van belang bij het
ontwikkelen en het uitvoeren van het grotestedenbeleid. Het
grotestedenbeleid is van fundamentele betekenis om de
verantwoordelijkheid van elke burger voor zijn directe
leefomgeving te vergroten. Participatie kan leiden tot een groter
bewustzijn bij wijkbewoners. Burgers worden bewust van
mogelijkheden en knelpunten maar vooral van hun eigen capaciteiten
en kansen in de wijk. Het grotestedenbeleid richt zich niet alleen
op het bestrijden van achterstanden bij mensen in aandachtswijken
maar juist ook op het benutten van die potenties van de mensen
zelf.
Dit sluit goed aan bij de ABCD-methode: buurtbewoners aanspreken
en inzetten. Een belangrijk uitgangspunt is dat ieder mens over
talenten en vaardigheden beschikt die bruikbaar zijn bij
wijkverbetering. Ik vind het goed dat er niet wordt uitgegaan van
problemen maar dat de capaciteiten van bewoners centraal staat.
Wat eerst moet gebeuren is dus het opzoeken van deze kwaliteiten
van de mensen die er wonen. Een positieve invalshoek dus. In drie
wijken in Helmond en Eindhoven zijn dit jaar experimenten van
start gegaan, waarbij de - van oorsprong Amerikaanse - methode op
initiatief van bewoners zelf wordt toegepast na aanpassing aan de
Nederlandse situatie. Ik heb tijdens mijn werkbezoek aan Eindhoven
op 3 oktober met bewoners en initiatiefnemers gesproken over de
ABCD-E methode. Deze methode wordt nu in de wijk Woensel-West
beproefd. De bewoners daar waren enthousiast. Mensen die jarenlang
langs elkaar heen hebben geleefd, zijn elkaar gaan opzoeken en
hebben afspraken gemaakt over wie wat gaat doen. Heel praktisch,
zonder ellenlange vergaderingen. Bovendien zijn daar enquêtes
gehouden om bewoners te vragen wat ze met hun wijk willen. Daarmee
is een grote groep bewoners op de been gebracht die zich nooit
eerder met de wijk hebben bemoeid.
De ABCD-methode is één van de mogelijkheden om participatie van
bewoners te bevorderen. We hebben sinds kort ook Onze Buurt aan
Zet. Ook daar komen bewoners zelf aan het woord om de eigen wijk
leefbaarder en veiliger te maken. De initiatieven die in dit kader
inmiddels zijn ontwikkeld en door het Rijk, ook financieel, worden
ondersteund, hebben als expliciete voorwaarde de directe
betrokkenheid van de bewoners. Ik heb de stedelijke programmas van
bijna alle steden inmiddels ontvangen en ik kan zeggen dat veel
steden echt een extra inspanning op dit terrein hebben geleverd.
Bewoners in de aandachtswijken die niet eerder van zich hebben
laten horen, weten nu wat er speelt in hun wijk en hebben te
kennen gegeven betrokken te willen worden. In Eindhoven en Helmond
maar inmiddels ook in Utrecht en Nijmegen wordt Onze buurt aan zet
gekoppeld aan de ABCD-methode. Beide impulsen versterken elkaar op
die manier en dat is goed. Ik heb voor Onze buurt aan zet ook geld
beschikbaar gesteld, zodat nieuwe plannen nu ook echt uitgevoerd
worden.
Ik bespeur een groot enthousiasme. Maar een ding vind ik
zorgelijk: het blijkt nog altijd moeilijk om etnische minderheden
voldoende bij de plannen te betrekken. Gemeenten moeten blijkbaar
nog creatiever zijn om ook deze groepen te bereiken. Worden
folders niet gelezen, dan maar deur aan deur. Of grote placemats
met vragen, zoals ze in de Haagse Transvaalbuurt hebben gedaan.
Wat mij betreft mag het ook om heel onorthodoxe vormen van
participatie gaan. Als het maar 'werkt' in de wijk. Want een
buurtprobleem is per definitie een gemeenschappelijk probleem. Ik
wil hier daarom een oproep doen aan alle partijen om vooral de
samenwerking op te zoeken: gemeenten, buurtbewoners, het lokale
bedrijfsleven, lokale minderhedenorganisaties. Gebruik ook
ervaringen van anderen: van de G21 en het LSA. Zoek bestuurlijke
steun: bij instellingen, de gemeente en waar mogelijk ook de
provincie. Bedenkt u zich ook dat een methode niet in elke stad
gekopieerd kan worden; het gaat om de beste aanpak op de beste
plek op het beste moment.
Het Rijk blijft overigens niet aan de kant staan. Ik heb het IPP
gevraagd een onderzoek te doen naar de breedte en de kwaliteit van
participatievormen in de steden en aanbevelingen te doen over de
wijze waarop het rijk de steden bij deze participatie kan
ondersteunen. Ik ben blij dat de heer Kalk, directeur van het IPP,
vanmiddag ook aanwezig is om met bestuurders over de voorwaarden
en de slaagfactoren voor de ABCD-methode te brainstormen en
hierbij ook de rol van het Rijk mee te nemen. Het Kenniscentrum
Grotestedenbeleid is tot nu toe nauw bij het onderzoek betrokken
geweest. Hierdoor wordt de opgedane kennis van het onderzoek naar
de toepasbaarheid van de methode in Nederland toegankelijk gemaakt
en ontsloten voor iedere stad en voor iedere bewonersgroep die
geïnteresseerd is in de methode. Door deze kennisverbreding hoop
ik dat u van elkaar leert zodat de methode in steden die
geïnteresseerd zijn eenvoudig kan worden opgepakt. Uiteraard met
inachtneming van de verschillen die er tussen Nederland en het
buitenland bestaan. De methode houdt dan hopelijk niet op bij ABCD
maar loopt dan wellicht via de I van integratie door tot Z. De Z
van zelfredzaamheid, zelforganiserend vermogen en van zelf doen en
aan zet zijn.
Ik dank u wel.
N.B. alleen het gesproken woord geldt.
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties