Nederlands Centrum voor Dopingvraagstukken


Voedingssupplementen worden getest op doping

Topsporters kunnen hun voedingssupplementen laten testen op de eventuele aanwezigheid van dopinggeduide stoffen. Vooralsnog betreft het een pilot-project dat alleen geldt voor de genomineerde sporters voor de Olympische Winterspelen van Salt Lake City in februari 2002. Maar de intentie is om deze faciliteit in de toekomst aan alle Nederlandse topsporters aan te bieden.

Het testen van voedingssupplementen kan gezien worden als een extra faciliteit aan topsporters die onzeker zijn of de door hen gebruikte supplementen wellicht "vervuild" zijn met dopinggeduide stoffen, zonder dat zij dit zelf weten. Directe aanleiding vormde de dopingzaken van De Boer en Davids waar mogelijkerwijs voedingssupplementen een rol bij hebben gespeeld. Meerdere wetenschappelijke onderzoeken hebben inmiddels uitgewezen dat "vervuilde" supplementen tot positieve gevallen kunnen leiden. Het huidige project kan geen 100% zekerheid geven over het dopingvrij zijn van een bepaald supplement, dat is praktisch gezien onmogelijk, maar geeft goedwillende sporters wel de maximaal mogelijke zekerheid.

Het project is opgezet in een samenwerkingsverband tussen


- Nederlands Centrum voor Dopingvraagstukken (NeCeDo);
- Nederlands Olympisch Comité*Nationale Sport Federatie (NOC*NSF);
- Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS);
- Nederlandse organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek (TNO);

- Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).
Vanuit NOC*NSF waren zowel de sector topsport als de atletencommissie betrokken. Al deze partijen hebben meegewerkt aan het opstellen van het testprotocol.

De sporters of hun medisch begeleiders krijgen de mogelijkheid om de supplementen die ze willen gebruiken onder medisch beroepsgeheim in te leveren bij NOC*NSF. Van deze supplementen dienen zij een voorraad in te leveren die in ieder geval voldoende is om tot en met de Spelen gebruikt te kunnen worden. Belangrijk hierbij is dat deze voorraad hetzelfde chargenummer of batchidentificatie heeft, aangezien de uitkomsten van een test alleen informatie geven over dat bepaalde chargenummer. Van deze voorraad worden vervolgens steekproeven genomen, welke door TNO getest worden op een twintigtal vooraf geselecteerde dopinggeduide stoffen. Deze lijst van stoffen is in nauwe samenwerking tussen het NeCeDo, TNO en RIVM opgesteld en bevat onder andere verschillende metabolieten van nandrolon, efedrine en strychnine. Het RIVM zal fungeren als controleur van deze testen door alle "vervuilde" supplementen nogmaals te testen en steekproefsgewijs ook "niet vervuilde" supplementen te controleren. De overige betrokken instanties maken deel uit van een stuurgroep die het proces zal begeleiden.

Alle betrokken partijen hebben de intentie om dit pilot-project uit te breiden tot een vaste faciliteit voor alle Nederlandse topsporters. Hiertoe zijn inmiddels contacten gelegd met
Natuur-gezondheidsproducten Nederland, de branchevereniging van voedingssupplementen- producenten.