Agalev (Vlaanderen)

P E R S M E D E D E L I N G
Brussel, 14 november 2001 Doha: TRIPS-akkoord volstaat niet voor een geslaagde WTO-top


Vandaag werd in Doha een akkoord bereikt over de contouren van een nieuwe onderhandelingsronde in de schoot van de Wereldhandelsorganisatie (WTO). De Groenen zien een aantal positieve maar zeker ook negatieve elementen in het akkoord van Doha.

Positief is dat er een reële vooruitgang is wat betreft de toegang tot geneesmiddelen voor iedereen (in het kader van het zogenaamde TRIPs-akkoord). Dat is met name voor de ontwikkelingslanden belangrijk. Er is ook een verwijzing naar het insluiten van milieubekommernissen in de WTO-onderhandelingen. Ondanks zware druk heeft Europa onder meer verkregen dat er onderhandelingen komen over de relatie tussen de multilaterale milieuakkoorden en de WTO. Zo kan dus onderzocht worden of een land een onrechtmatig concurrentievoordeel heeft indien het b.v. het Kyoto-protocol niet respecteert. Daarnaast moet er ook onderzocht worden of het TRIPs-akkoord compatibel is met het biodiversiteitsverdrag. In het algemeen is er verder de wil om in een komende onderhandelingsronde ruime aandacht te geven aan de belangen van de ontwikkelingslanden. Goed is ook dat onderwijs en cultuur niet worden opgenomen in de nieuwe ronde.

Er zijn ook enkele negatieve elementen. Wat betreft de integratie van sociale normen in de WTO-onderhandelingen is het resultaat teleurstellend. Ook het akkoord over het investeringsluik kan nog grote problemen opleveren voor heel wat ontwikkelingslanden.

In het algemeen was er in Doha bij veel ontwikkelingslanden het gevoel dat zij te zeer onder druk werden gezet door de economisch sterkere landen. Er was duidelijk te weinig sprake van een echt partnerschap tussen Noord en Zuid.

Het verzet van de ontwikkelingslanden tegen ecologische en sociale bepalingen in de wereldhandel is te begrijpen vanuit de context. Er is in het algemeen te weinig op andere reeds lang geuite bekommernissen ingegaan. Het gaat daarbij onder meer over de evaluatie van de vroegere onderhandelingsrondes, de bepalingen over investeringen en de beperkte markttoegang voor producten uit het Zuiden (textiel en landbouw). Daarom vragen we vooral aan de EU om in de komende maanden actief initiatieven te nemen om een sterker partnerschap met de ontwikkelingslanden uit te bouwen. In een aantal gevallen zijn er win-win-situaties te creëren. Het afschaffen van exportsubsidies in de landbouw komt tegemoet aan de vraag van de ontwikkelingslanden. Als die optie wordt gecombineerd met een versnelde vergroening van het Europees landbouwbeleid, dan kan ook het milieu erop vooruit gaan. Een duidelijk engagement van de geïndustrialiseerde landen om internationale milieuakkoorden als het Kyoto-protocol snel uit te voeren zal ook leiden tot minder argwaan bij de ontwikkelingslanden.

Het standpunt van de Belgische regering voor de Top in Doha vertrok was evenwichtig. Afgemeten aan dit standpunt kunnen we met het resultaat van Doha maar matig tevreden zijn. We roepen de Belgische regering op om, in de lijn van dat standpunt, snel werk te maken van een hecht partnerschap met de ontwikkelingslanden om te komen tot een ecologisch duurzame en sociaal rechtvaardige wereldhandel. Dat kan door aan te knopen bij de positieve resultaten van Doha.

Leen Laenens, Volksvertegenwoordiger,
Jos Geysels, politiek secretaris Agalev

---
Agalev Persdienst
Paskal Deboosere, persverantwoordelijke
Brialmontstraat 23, 1210 Brussel
tel (02)219 19 19 fax (02)223 10 90
gsm 0496 567 569
e-mail pers@agalev.be

---
Agalev via InterNet
e-mail persdienst: pers@agalev.be
agalev homepage : http://www.agalev.be/
persteksten : http://www.agalev.be/pers/