Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

22 november 2001 Nr. 01/190

Toespraak van staatssecretaris J. F. Hoogervorst van Sociale Zaken en Werkgelgenheid bij de ondertekening van het arboconvenant Banken op donderdag 22 november 2001 te Den Haag.

Vandaag ondertekenen we het twintigste arboconvenant. Een mijlpaal. Want twintig is precies het getal dat we ons aan het begin van deze kabinetsperiode ten doel hadden gesteld. Daar gaan we dus ruim over heen. Want er staan binnenkort nog een aantal ondertekeningen op stapel. Mijlpalen zijn er natuurlijk om even bij stil te staan, terug te blikken, de balans op te maken en uiteraard een arboconvenant te tekenen. En het komt mooi uit, want het is een convenant waarvoor je met recht op de banken mag gaan staan.

Arboconvenanten zijn in een korte tijd een belangrijk wapen geworden in de strijd tegen ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid en voor goede arbeidsomstandigheden. Ik herinner me nog goed de vragende gezichten van de sociale partners uit de begintijd. Convenanten over arbeidsomstandigheden? Moet dat? Kan dat? Hoe doe je dat? Veel vragen toen. Hele heldere antwoorden nu. Want één ding staat vast: arboconvenanten lonen.

Ik laat de feiten maar even spreken:

Als we het convenant voor het Bankwezen straks hebben ondertekend vallen er bijna twee miljoen werknemers onder de reikwijdte van arboconvenanten. En daarbij blijft het niet. Want er volgen nog 26 sectoren die al een intentieverklaring hebben getekend, goed voor nog eens 1,7 miljoen werknemers. Daarachter zit nog een groep van 10 sectoren die de weg richting convenant zijn ingeslagen. Als die allemaal de finish halen, valt, als ik het even grof becijfer, de halve beroepsbevolking onder de werking van arboconvenanten.

Dat betekent dat de helft van de beroepsbevolking te maken krijgt met maatregelen gericht op de verbetering van arbeidsomstandigheden en de terugdringing van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid.

Concrete maatregelen gekoppeld aan meetbare doelen.

Ik noem een paar van die doelen:

Bestrijding van geluidsoverlast in de sector papier en karton. Terugdringing van het gebruik van schadelijke stoffen in de grafimedia. De vaststelling van tilnormen in de gezondheidszorg en in de bouw, aanpak van de werkdruk in diverse sectoren, de zorg voor een goede verzuimbegeleiding in bijna alle sectoren. Ik zal aan de verleiding weerstand bieden om hier alle doelen op te noemen.

Vast staat dat arboconvenanten inmiddels een breed worden gedragen door werkgevers en werknemers. Dat blijkt uit de middelen die de sociale partners uit de verschillende sectoren hebben ingezet. In 20 arboconvenanten maar liefst 257 miljoen gulden. Dat bedrag zal alleen maar groeien naar mate nog meer convenanten worden afgesloten. Natuurlijk draagt ook de overheid haar steentje bij. 96 miljoen gulden tot dusverre. En er ligt nog een slordige 100 miljoen gulden klaar.

Het zijn veelzeggende cijfers. Cijfers die van vertrouwen spreken in de convenantenaanpak, van de wil om ernst te maken met goede arbeidsomstandigheden, terugdringing van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid.

Tot op heden zijn in 10 arboconvenanten doelstellingen voor ziekteverzuimreductie opgenomen. Als die doelstellingen worden gehaald, zal één miljard aan kosten worden bespaard. Over de andere baten van betere arbeidsomstandigheden zwijg ik dan nog. Arboconvenanten lonen dus dubbel en dwars.

Dat is ook hard nodig. Ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid zijn nog maar al te vaak de ongenode gasten die met hun aanwezigheid de arbeidsvreugde temperen. Bij langdurig zieke werknemers. Bij werkgevers die met het vertrek van de zieke of arbeidsongeschikte werknemer ook een jarenlange investering de deur uit zien lopen, zonder al te veel kans op vervanging.

Het zijn overwegingen die ongetwijfeld ook de opstellers van het convenant Bankwezen flink geprikkeld hebben.

Een sterk convenant. Met concrete doelen en een gedegen integrale aanpak. Met algemene maatregelen en maatregelen per onderneming.

Ik pak er een aantal onderdelen uit.

De aanpak van de werkdruk. Het bankwezen is niet de eerste sector die daarmee aan de slag gaat. Het is wel de eerste sector die daarbij kwantitatieve doelen stelt op het niveau van de bedrijfsorganisatie. Op dit moment kampt ongeveer 12,5% van alle afdelingen met een te hoge werkdruk. Afdelingen dus waar meer dan de helft van de werknemers niet goed functioneert, omdat de organisatie te wensen overlaat. Het percentage afdelingen dat daarmee te maken heeft zal in de komende periode dalen van 12,5 naar 7,5.

Zo'n primeur komt natuurlijk niet uit de lucht vallen. De banken plukken de zoete vruchten van jarenlang onderzoek naar de werkdruk onder de werknemers. Nu is men in staat aan de hand van de jaarlijkse enquête onder werknemers en een snelle vergelijking met landelijke referentiebestanden, vrij vlug te zien waar en bij wie verhoogde uitvalrisico's optreden. Nu ook kan men snel ter plaatse zijn om doeltreffende maatregelen te nemen. Dat wil zeggen niet alleen brandjes te blussen, maar ook de brandhaarden op te sporen en weg te nemen.

Een ander belangrijk doel van het convenant is terugdringing van RSI-klachten.

Er bestaat geen duidelijke definitie van RSI. Te vaak worden vage, medisch niet objectief vast te stellen klachten afgedaan onder de noemer RSI. Wel is het duidelijk dat onder beeldschermwerkers reële problemen bestaan. Het bankwezen kent veel beeldschermwerkers.

Daarom ook heeft RSI bij u een hoge prioriteit.

Wat gaat u doen?

Alle risico's van het beeldschermwerk worden onder ogen gebracht. Niet alleen via folders of beeldscherm, maar op alle mogelijk manieren. Leidinggevenden zullen er over beginnen in functioneringsgesprekken en bij het werkoverleg. Binnenkort zitten de protocollen over RSI en werkdruk die nu worden ontwikkeld bij de lijnmanagers in de map 'Niet Vergeten'. Alle werkplekken worden getoetst en aangepast aan wettelijke normen. Nieuw meubilair en nieuwe werkplekken voldoen voortaan aan de hoogste ergonomische eisen. En iedere werknemer krijgt een gereedschapskist waarmee hij zelf kan sleutelen aan een RSI-vrije en ontspannen werkplek.

U gaat als eerste het aantal uren beeldschermwerk maximeren. Een maximum van vijf uur is het doel. Dat is makkelijk gezegd, maar ik weet dat het heel wat voeten in de aarde heeft. Want u zult die werknemers na die vijf uur niet gaan staan uitzwaaien. U zult moeten zorgen voor vaste pauzemomenten, voor een gevarieerder takenpakket en een andere organisatie van de werkzaamheden.

Binnen twee jaar voorziet u alle beeldschermwerkplekken waaraan meer dan twee uur per dag wordt gewerkt van pauzesoftware. Software niet bedoeld om de werknemer er aan te herinneren dat het tijd is voor een kopje koffie. Maar software die de werknemer waarschuwt dat hij voor zijn gezondheid zijn werk moet variëren. En tenslotte bent u ook nog eens druk in de weer met de ontwikkeling en verspreiding van spraakherkenning. Kortom: het is te veel om op te noemen.

De derde doelstelling van het convenant: Terugdringing van het ziekteverzuim met 10% en van de instroom in de WAO met 20%. Ik zeg altijd: beschouw het als minimumpercentages. Zeker als het om de WAO gaat. 20% is een flink percentage, maar de instroom in de WAO ligt bij de banken ook hoger dan het landelijk gemiddelde.

Bovendien hoe beter u presteert hoe meer u profiteert. Van minder ziekteverzuim, een lager instroom in de WAO. Van gezond, goed gemotiveerd en genoeg personeel. Van lagere lasten, omdat de kosten voor ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid dalen. Meer dan in veel andere sectoren zal dat laatste tot uw verbeelding spreken. Uw sector heeft destijds immers bewust de keuze gemaakt zelf alle WAO-risico's te dragen. Dat levert de sector een forse winst bij een lage instroom in de WAO, maar doet extra pijn als de aantallen stijgen.

Ik heb er overigens vertrouwen dat het gaat lukken

U heeft niet alleen algemene maatregelen opgeschreven. U heeft ook het parcours uitgezet waarop de banken nu in actie komen. Iedere bank met meer dan 350 werknemers stelt een actieplan op afgestemd op de behoefte van de onderneming. Binnen zes maanden ligt dat plan bij de Branche Begeleidings Commissie. Die bekijkt of de doelstellingen van het convenant goed uit de verf komen. Welke maatregelen men wil treffen, hoeveel tijd men daarvoor uittrekt en wat men daarvoor betaalt. Mooi is natuurlijk dat op die manier maatwerk op het niveau van de onderneming wordt geleverd.

Ik noem een voorbeeld: ondernemingen kunnen voor het terugdringen van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid zelf kiezen uit een breed pakket van maatregelen, dat klaar ligt bij de verzekeraar.

Een procedure voor ziekmelding, een protocol voor verzuimbegeleiding, een cursus voor leidinggevenden over verzuimbegeleiding en conflictbemiddeling, een arbeids- en revalidatiepool.

Arboconvenanten zijn in een korte tijd een belangrijk wapen geworden in de strijd tegen ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid en voor betere arbeidsomstandigheden. Op de vele vragen van destijds zijn heldere antwoorden gekomen. Die antwoorden staan bijvoorbeeld in het arboconvenant Bankensector. Maar ook in de 19 andere convenanten die we hebben afgesloten.

Vast staat dat er door werkgevers en werknemers in bijna alle sectoren heel hard wordt gewerkt aan betere arbeidsomstandigheden, de terugdringing van het ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid. Maar ook de werkgevers, verzekeraars en werknemers tasten doorgaans fors in de buidel. 60 miljoen gulden steken de banken in dit convenant. Een enorme investering die het hoogste rendement zal halen dat je kunt bedenken: gezonde, goed gemotiveerde en loyale werknemers. Beter kan de bank zijn werk niet doen.