HIV-registratie
Om een betrouwbaar beeld te krijgen van de
omvang en aard van het aantal HIV-infecties in
Nederland, moet er een officiële HIV-registratie
komen. Ook moet er meer aandacht komen voor
nieuwe, heteroseksuele risicogroepen als
prostituees en migranten. Dat schrijft minister
Borst in een brief aan de Tweede Kamer.
In haar brief reageert de Minister op een rapport
van de Raad voor Gezondheidsonderzoek (RGO).
Daarin geeft de raad advies over de manier waarop
de overheid voldoende zicht kan blijven houden op
de omvang en aard van de HIV-epidemie in
Nederland.
De RGO constateert dat de HIV-epidemie is
veranderd door een aantal ontwikkelingen. Door
effectieve reclamecampagnes is de snelheid waarmee
HIV zich in de jaren tachtig verspreidde sterk
afgenomen. Ook zijn er dankzij nieuwe medicijnen
minder sterfgevallen. Toch is het laatste
decennium het aantal nieuwe infecties niet verder
afgenomen. Daarbij is het beeld van risicogroepen
aan het veranderen en zijn steeds meer infecties
het gevolg van heteroseksuele contacten.
Volgens de RGO kan de huidige, vrijwillige
Aidsregistratie niet langer dienen als basis voor
de schattingen van de omvang en aard van de
HIV-infecties in Nederland. Ook de zogenaamde
HIV-surveillance-projecten - een aanvulling op de
Aidsregistratie - moeten worden herzien. Die
richten zich namelijk vooral op de 'oude'
risicogroepen terwijl er meer aandacht zou moeten
zijn voor nieuwe, heteroseksuele risicogroepen als
prostituees en migranten uit landen waar HIV veel
voorkomt.
Standp1Standpunt op advies HIV-surveillance
Kamerstuk, 19-11-2001