CBS

Banengroei vlakt licht af in derde kwartaal

In het derde kwartaal van 2001 is het aantal banen met 2,4% gestegen ten opzichte van het derde kwartaal van 2000. Dit is een geringe vertraging van de werkgelegenheidsgroei ten opzichte van de 2,7% van eerdere kwartalen. Dit blijkt uit de nieuwste werkgelegenheidscijfers van het CBS. Het aantal banen stijgt met 175 duizend tot ruim 7,5 miljoen. Omgerekend naar voltijdbanen loopt de werkgelegenheidsgroei terug van 2,5% in het tweede kwartaal naar 2,1% in het derde kwartaal van 2001. De banengroei vlakt vooral in de commerciële dienstverlening af. De gemiddelde loonkostenstijging is stabiel.

Afvlakking werkgelegenheidsgroei bij de commerciële dienstverlening In vrijwel alle bedrijfstakken is de werkgelegenheidsgroei in het derde kwartaal iets minder. Het teruglopen van de banengroei doet zich het sterkste voor in de commerciële dienstverlening. De commerciële dienstverlening bestaat uit de handel en horeca, vervoer en communicatie plus financiële en zakelijke dienstverlening. Hiervan laten de handel, horeca en reparatie een afvlakking zien van 3,8% in 2000 naar 2,4% in het derde kwartaal van 2001 en loopt de banengroei bij de financiële en zakelijke dienstverlening terug van 3,6% naar 2,1%.

Oplopende banengroei bij de overheid
De werkgelegenheid bij de overheid vormt de uitzondering op de regel. In 2000 was de banengroei 1,6%. De banengroei versnelt verder via 2,7% in het tweede kwartaal van 2001 naar 2,9% in het derde kwartaal.

Grootste groei bij de zorg
In het derde kwartaal kwamen er ten opzichte van een jaar eerder 55 duizend banen bij in de zorg en overige (quartaire) dienstverlening. Dit komt overeen met een toename van 4,3%. Bijna een derde van de totale werkgelegenheidsgroei wordt in deze bedrijfstak gerealiseerd. Loonkostenstijging stabiel
De loonkostenstijging per arbeidsjaar stabiliseert in het derde kwartaal. De gemiddelde stijging is 4,8%. In het tweede kwartaal was de toename vrijwel gelijk met 4,9%. De spreiding van de stijging naar bedrijfstakken is beperkt. De toename van de loonkosten per arbeidsjaar is in het derde kwartaal het hoogst in de financiële en zakelijke dienstverlening met 6,2% en het laagst in de industrie met 4,1%.

Banengroei hoger dan economische groei
De economische groei is sterk vertraagd tot 0,4% in het derde kwartaal van 2001. De groei van de werkgelegenheid vlakt iets af, maar ligt, gemeten in voltijdbanen, met 2,1% ruim boven de economische groei. De arbeidsproductiviteitsontwikkeling in de commerciële bedrijfstakken is negatief geworden. Het accent bij de werkgelegenheidsgroei is verlegd naar de niet-commerciële dienstverlening. De werkloosheid ligt aanzienlijk lager dan een jaar geleden, al is de daling in het eerste halfjaar tot stilstand gekomen. Over het algemeen reageert de werkgelegenheid met enige vertraging op veranderingen in de economische groei. Technische toelichting
Bovenstaande gegevens zijn ontleend aan de Arbeidsrekeningen; deze vormen een geïntegreerd stelsel van gegevens over de arbeidsmarkt. Hiervoor worden diverse bronnen gebruikt, zoals de jaar- en kwartaalcijfers uit de Enquête Werkgelegenheid en Lonen, de Enquête Beroepsbevolking en de Statistiek Verloonde dagen en Loonsommen. De Arbeidsrekeningen zijn consistent met de Nationale rekeningen. Voor het samenstellen van de kwartaalgegevens over werkgelegenheid en lonen is vooral gebruik gemaakt van de kwartaaluitkomsten van de Enquête Werkgelegenheid en Lonen. Dit onderzoek meet elk kwartaal het aantal banen bij bedrijven en instellingen per ultimo van een kwartaal en de loonsommen van werknemers in dat kwartaal. Dit gebeurt op basis van een steekproef bij bedrijven en instellingen. De gegevens in dit persbericht hebben uitsluitend betrekking op banen van werknemers. Het aantal banen van werknemers in de Arbeidsrekeningen is het gemiddelde aantal banen in een kwartaal of in een jaar. Er wordt niet voor seizoen gecorrigeerd. Om deze reden worden alleen jaar-op-jaarmutaties van kwartalen gepubliceerd. Een arbeidsjaar wordt berekend door alle (deeltijd)banen om te rekenen naar voltijdbanen. Twee halve banen leveren samen 1 arbeidsjaar op. De loonkosten voor werkgevers bestaan uit twee componenten: lonen en salarissen enerzijds en sociale premies ten laste van werkgevers anderzijds. Dit begrip loonkosten komt overeen met het begrip beloning van werknemers in de Nationale rekeningen.