Actueel

Verzoek om kwijtschelding van een bijstandsschuld terecht afgewezen
Bron: Rechtbank Assen

Datum actualiteit: 20-12-2001

Dit is het oordeel van de bestuursrechter (meervoudige kamer) met betrekking tot het door een inwoner van Emmen ingestelde beroep. Het gaat hier om een met name in juridisch opzicht interessante zaak.

Het gaat in deze zaak om een besluit op een verzoek tot kwijtschelding van een door de civiele rechter vastgestelde bijstandsschuld. In het bestuursrecht geldt de op de Algemene wet bestuursrecht berustende hoofdregel dat ten aanzien van besluiten in de zin van die wet de bestuursrechter de bevoegde rechter is.
Artikel XVI, tweede lid, van de Wet Boeten, betreft een uitzondering op die hoofdregel. De bestuursrechter is van oordeel dat noch in die bepaling zelf, noch in de geschiedenis van de totstandkoming van die bepaling concrete aanwijzingen zijn aan te treffen voor een ruime uitleg van die bepaling. Daarom dient de hoofdregel te gelden nu artikel XVI, tweede lid, van de Wet Boeten daarop geen expliciete uitzondering maakt. Dit betekent dat onder de werkingssfeer van artikel XVI, tweede lid, van de Wet Boeten slechts die besluiten vallen, die vóór de inwerkingtreding van de Wet Boeten zijn bekendgemaakt. Onder die werkingssfeer vallen niet besluiten, die weliswaar voortbouwen dan wel teruggrijpen op een vóór de datum van inwerkingtreding (1 juli 1997) van de Wet Boeten bekendgemaakt terugvorderingsbesluit, maar op of na de datum van inwerkingtreding van de Wet Boeten zijn bekendgemaakt. Nu het primaire besluit bekend is gemaakt op 15 november 2000, is de rechtbank bevoegd kennis te nemen van het onderhavige geschil.

Ga naar betreffende uitspraak met nummer: ad7519