CBS

2001 slechtste beursjaar sinds oliecrisis

Het afgelopen jaar is het op een na slechtste beursjaar geweest in de naoorlogse geschiedenis. Uit cijfers van het CBS blijkt dat beleggers in Nederlandse aandelen alleen tijdens de oliecrisis in 1974 gemiddeld grotere verliezen hebben geleden. Alleen beleggers in obligaties en vastgoedfondsen hebben in 2001 een positief rendement behaald.

Op een na grootste koersdaling aandelen sinds WO II Ondanks een herstel in het vierde kwartaal was 2001 voor beleggers in aandelen een bijzonder slecht jaar. In een jaar zijn de aandelen bijna 140 miljard euro minder waard geworden. De koersen van Nederlandse aandelen zijn in 2001 gemiddeld met 21,1 procent gedaald. Deze koersdaling betekent de op een na grootste daling in een kalenderjaar sinds de Tweede Wereldoorlog. Alleen tijdens de oliecrisis in 1974 zijn de koersen in een jaar sneller gedaald (-26,9 procent). In 1987 - het jaar van de beurskrach - lag de koersval in dezelfde orde van grootte (-21,0 procent).

Beleggingsresultaat obligaties en vastgoedfondsen positief Niet voor alle beleggers was 2001 een negatief jaar. Beleggers in vastgoedfondsen realiseerden in het afgelopen jaar het beste resultaat met een gemiddeld rendement van +10,3 procent. Ook een belegging in obligaties leverde in 2001 een positief resultaat op. De vlucht in obligaties vanwege de koersdalingen op de aandelenmarkt en de wereldwijde vertraging van de economische groei zorgden voor een dalende kapitaalmarktrente en stijgende obligatiekoersen. Het totale rendement op Nederlandse obligaties in 2001 bedraagt +6,0 procent.

Aandelen op langere termijn nog steeds beter dan obligaties Ondanks het fors negatieve rendement in 2001, scoren aandelen op de lange termijn nog steeds beter dan obligaties. Het totale rendement op aandelen, waarin het uitgekeerde dividend is meegerekend, is over de afgelopen achttien jaar 15,6 procent. Dit is fors hoger dan het gemiddelde rendement van obligaties sinds de start van de CBS-herbeleggingsindex ultimo 1983 (7,7 procent). Aandelen Amsterdam blijven achter bij wereldindex
Het rendement op Nederlandse aandelen bedraagt over 2001, inclusief dividend -19,2 procent. Het totale rendement in Amsterdam is hiermee achtergebleven bij het wereldgemiddelde, dat volgens de MSCI-wereldherbeleggingsindex met 11,7 procent is gedaald. Met name de Amerikaanse aandelen hielden de schade beperkt. De Dow Jones-index daalde in 2001 met 7,7 procent.

Bouwsector witte raaf onder de bedrijfstakken
De sector bouwnijverheid is met een totaal rendement van +19,0 procent een positieve uitschieter bij de bedrijfstakken. Alle andere sectoren waarvoor het CBS een beursindex berekent, hebben in 2001 een negatief resultaat behaald. De verliezen zijn het grootst in de sectoren transport en communicatie (-38,4 procent) en de niet-financiële dienstverlening (-31,3 procent). Op de langere termijn, vanaf 1983, scoren vooral de handel (17,8 procent) en de financiële instellingen (17,5 procent) per jaar bovengemiddeld. De sector transport en communicatie blijft hierbij met een rendement van 7,5 procent ver achter.

Aandelenfondsen blijven achter bij index
Beleggingsfondsen die zich richten op Nederlandse aandelen hebben in 2001 een rendement behaald van -21,5 procent. Dit is lager dan het rendement van alle Nederlandse aandelen tezamen (-19,2 procent). Ook de wereldwijd beleggende aandelenfondsen deden het met een rendement van -22,3 procent beduidend slechter dan het gemiddelde van de markt waarop zij beleggen (-11,7 procent).

Technische toelichting
De herbeleggingsindex geeft de waarde-ontwikkeling van effecten weer, vermeerderd met rente- en dividenduitkeringen. Het totale rendement van een belegging wordt berekend uit de herbeleggings- index en is de som van het koersrendement en het coupon- c.q. dividendrendement. De beleggingsindices houden geen rekening met transactiekosten, zoals aan- en verkoopkosten en bewaarloon. Ook met fiscale consequenties is geen rekening gehouden.