Rechtbank Amsterdam



2,5 jaar gevangenisstraf voor diamantroof bij Gassan Diamonds B.V.
Bron: Rechtbank Amsterdam

Datum actualiteit: 3-01-2002

Arrondissementsrechtbank Amsterdam
3 januari 2002

PERSBERICHT

2,5 jaar gevangenisstraf voor diamantroof bij Gassan Diamonds B.V.

De rechtbank Amsterdam heeft verdachte D.P. veroordeeld voor onder meer het op 4 augustus 2001 verduisteren van nagenoeg de hele bedrijfsvoorraad diamanten en sieraden van zijn werkgever Gassan Diamonds B.V. Daarnaast acht de rechtbank bewezen dat verdachte zich meermalen andere diamanten en sieraden heeft toegeëigend. De totale inkoopwaarde van de weggenomen goederen bedroeg ruim 15 miljoen gulden (=6,8 miljoen euro). Aan P. is wegens het plegen van deze verduisteringen een gevangenisstraf voor de duur van twee jaar en 6 maanden opgelegd. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 4 jaar geëist.

De rechtbank benadrukt in haar vonnis dat vertrouwen in de diamanthandel essentieel is en dat verdachte dit vertrouwen bewust heeft geschaad. Een bedrijf als Gassan Diamonds B.V. moet kunnen vertrouwen op de integriteit van haar medewerkers en van haar kan niet worden verlangd dat zij haar medewerkers voortdurend controleert. De rechtbank gaat ervan uit dat door het wegnemen van bijna de hele bedrijfsvoorraad de bedrijfsvoering van Gassan Diamonds B.V. ernstig is benadeeld.
In juni 1999 had P. bovendien al, als mede-eigenaar van het bedrijf Euro Diamonds, zich sieraden toegeëigend die hij van iemand in bewaring had gekregen.

De rechtbank heeft ook de inhoud van het psychologisch rapport over verdachte meegenomen in haar beslissing omtrent de hoogte van de straf. In dit rapport wordt onder meer geconcludeerd dat de feiten verdachte in slechts verminderde mate kunnen worden toegerekend. Als verdachte onbehandeld in de maatschappij terugkeert is er een reële kans op herhaling van vermogensdelicten.

De medeverdachten A.J. en P. van H. zijn beiden veroordeeld voor heling tot een taakstraf van 240 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden.

Zie ook de uitspraken AD7693 en AD7694