Gemeente Bodegraven

Publicatie noodverordening bommenruiming

In verband met het onschadelijk maken op 20 januari 2002 van enkele, nabij de Oud Bodegraafseweg gelegen vliegtuigbommen, heeft de burgemeester op 9 januari 2002 een noodverordening vastgesteld. Het besluit tot het geven van voorschriften is krachtens artikel 176, eerste lid, van de Gemeentewet genomen in het belang van de handhaving van de openbare orde en de beperking van gevaar. Hieronder worden de artikelen uit de verordening weergegeven. De verordening en de bij de verordening behorende kaart, waarop het ontruimingsgebied en de schervengevarenzone zijn aangegeven, liggen voor een ieder ter inzage in het gemeentehuis. De algemene voorschriften worden aan de raad van de gemeente Bodegraven in diens vergadering van 24 januari 2002 ter bekrachtiging aangeboden.

Artikel 1


1. Het is een ieder, voor zover niet rechtstreeks uit hoofde van zijn functie betrokken bij of door het bevoegd gezag uitdrukkelijk belast met het ontgraven, onschadelijk maken en/of verwijderen van de vliegtuigbommen, verboden zich vanaf zondag 20 januari 2002, 07.00 uur, op te houden en om dieren te laten verblijven, alsmede personenautos, bestelautos, vrachtautos en andere voertuigen achter te laten, binnen het op de bij deze verordening behorende gewaarmerkte kaart aangegeven gebied (zone A).


2. Een ieder die een persoonlijk recht of een zakelijk recht heeft op een woning of gebouw binnen het in het eerste lid bedoelde gebied is verplicht ervoor zorg te dragen dat vanaf het in het eerste lid genoemde tijdstip alle zich in de woning of het gebouw bevindende ramen en deuren zijn gesloten.


3.
Alle binnen het eerste lid bedoelde gebied, op zondag 20 januari, na 07.00 uur, aangetroffen personenautos, bestelautos, vrachtautos en andere voertuigen worden op kosten van de eigenaar/houder door of vanwege de politie verwijderd.

Artikel 2

Het is een ieder, voor zover niet rechtstreeks uit hoofde van zijn functie betrokken bij of door het bevoegd gezag uitdrukkelijk belast met het ontgraven, onschadelijk maken en/of verwijderen van de vliegtuigbommen, verboden zich vanaf zondag 20 januari 2002, 09.00 uur, in het op de bij dit besluit behorende en gewaarmerkte kaart gelegen gebied (zone B) op te houden en om dieren te laten verblijven elders dan:


-
in ruimten, gelegen aan de zijde van een woning of gebouw, die van het explosieven zijn afgewend, dan wel het tussengelegen gedeelte van die woning of dat gebouw, mits dat voldoende bescherming biedt en de toegang tot bedoelde ruimten is gelegen aan de zijde van het gebouw dat van de explosieven is afgewend;


-
in woningen of gebouwen die volledig door een andere woning of gebouw worden afgeschermd.

Artikel 3

Rechthebbenden op een onroerend goed, gelegen in het in artikel 1 genoemde gebied, zijn verplicht indien de omstandigheden zulks noodzakelijk maken te gedogen dat werkzaamheden en maatregelen die redelijkerwijs nodig zijn in verband met het onschadelijk maken en/of verwijderen van de bommen kunnen worden uitgevoerd.

Artikel 4

Zo dikwijls de zorg voor de naleving van enig voorschrift van deze verordening dit vereist, wordt hierbij aan hen, die met de handhaving van dat voorschrift zijn belast, of daaraan moeten meewerken, de last verstrekt alle al dan niet afgesloten terreinen en ruimten, woningen en gebouwen daaronder begrepen, desnoods tegen de wil van de eigenaar, bewoner of gebruiker, te allen tijde te betreden of binnen de treden, zulks voorzover het woningen betreft met inachtneming van het bepaalde bij de wet van 22 juni 1994 tot vaststelling van de Algemene wet op het binnentreden (Stb. nr. 572). Aan de bewoner/gebruiker wordt een schriftelijk verslag van het binnentreden verstrekt.

Artikel 5

Alle aanwijzingen, gegeven door de politie in het belang van de openbare orde en/of veiligheid van personen, dieren en goederen, dienen stipt te worden nagekomen.

Artikel 6

Overtreding van een of meer bepalingen van deze verordening is strafbaar op grond van artikel 443 van het Wetboek van Strafrecht.

Artikel 7

Deze algemene voorschriften treden in werking op zondag 20 januari 2002, 07.00 uur - behoudens de voorschriften in artikel 2, welke in werking treden op 20 januari 2002, 09.00 uur - en gelden tot het moment, waarop door of vanwege de burgemeester bekend is gemaakt dat de werkzaamheden met betrekking tot het onschadelijk maken van de vliegtuigbommen zijn beëindigd en deze voorschriften door hem zijn ingetrokken.