Gezondheidsraad

PERSBERICHT

---

Vaccinatie tegen meningokokken C en pneumokokken raadzaam

Het is wenselijk het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) spoedig uit te breiden met enting tegen meningokokken C, belangrijke verwekkers van hersenvliesontsteking en bloedvergiftiging bij jonge kinderen en adolescenten. Algemene vaccinatie tegen pneumokokken verdient ook aanbeveling, maar zal moeten wachten tot in het programma ruimte ontstaat door combinatie van bestaande vaccins. Bij introductie van de nieuwe vaccinaties is gedegen publieksvoorlichting noodzakelijk, wil de bereidheid om aan het RVP deel te nemen niet in het gedrang komen. Dit schrijft de Gezondheidsraad in een vandaag verschenen advies aan de Minister van VWS.

Tot voor kort was het micro-organisme meningokok C in Nederland een tamelijk onbelangrijke verwekker van hersenvliesontsteking en bloedvergiftiging. Het afgelopen jaar is het aantal geregistreerde gevallen van meningokokkenziekte ten gevolge van infectie met deze bacterie echter fors gestegen: 80 gevallen in 1999, 105 in 2000, 222 in de eerste tien maanden van 2001. Er is sprake van een aanzienlijke ziektelast en sterfte, die voornamelijk jonge kinderen en adolescenten treft. Tegenwoordig is er een doeltreffend vaccin tegen meningokokken C. Dat vaccin is echter niet werkzaam tegen meningokokken B, de belangrijkste veroorzakers van meningokokkenziekte. Ook tegen pneumokokken, andere belangrijke veroorzakers van hersenvliesontsteking en bloedvergiftiging bij jonge kinderen, is sinds kort een verbeterd vaccin beschikbaar.
De Gezondheidsraad wijst op het grote belang voor de volksgezondheid van een RVP dat een beperkt pakket omvat van noodzakelijke, effectieve en veilige vaccinaties. Uitbreiding van dat pakket vergt behoedzame keuzes. Zeer belangrijk is dat de publieke deelname-bereidheid wordt bedreigd als het aantal gelijktijdig aan een jong kind toe te dienen injecties toeneemt. Combinatie van uiteenlopende vaccins in één prik - waarvan de bekende DKTP-cocktail een treffend voorbeeld is - schept hier ruimte. Zulke combinaties zijn echter lang niet altijd mogelijk, zeker niet zonder grondig en vaak langdurig onderzoek naar effectiviteit en veiligheid. De Gezondheidsraad vindt invoering van vaccinatie tegen meningokokken C en tegen pneumokokken weliswaar wenselijk, maar onderschrijft ook de opvatting dat een kind in het algemeen per keer hooguit twee prikken kan verdragen. In het huidige RVP worden op de leeftijd van twee, drie en vier maanden al twee prikken toegediend, namelijk de DKTP- en Hib-enting. Ook de beide wenselijk geachte nieuwe vaccinaties zouden, voorlopig door extra injecties, op ongeveer die leeftijd moeten plaatsvinden.
Met betrekking tot meningokokken C ziet de Raad een uitweg in hetzij twee injecties op de leeftijden van vijf en zes maanden, hetzij één injectie kort na de eerste verjaardag. Omdat de meningokokkenziekte naast jonge kinderen vooral ook adolescenten bedreigt, is een eenmalig inhaalprogramma nodig voor alle kinderen tot en met 18 jaar. Algemene vaccinatie tegen pneumokokken dient echter plaats te hebben op de jonge zuigelingenleeftijd en zal moeten wachten tot combinatie van de DKTP- en Hib-vaccins in één injectie mogelijk is. Naar verwachting zal dat in 2002 of uiterlijk 2003 het geval zijn. Waarschijnlijk komt in 2005 een gecombineerd vaccin tegen meningokokken C en pneumokokken beschikbaar. In het verdere verschiet ligt toevoeging van componenten tegen meningokokken B aan dat vaccin. Het ligt voor de hand het combinatievaccin tezijnertijd toe te passen op de jonge zuigelingenleeftijd. De nu voor de nabije toekomst bepleite RVP-veranderingen zullen dus hoogstwaarschijnlijk van tijdelijke aard zijn. Juist daarom hecht de Gezondheidsraad groot belang aan goede publieksvoorlichting over de achtergronden en de vooruitzichten. Want de tot dusver grote bereidheid van de bevolking om aan het RVP deel te nemen mag niet in het gedrang komen.

Nadere inhoudelijke inlichtingen verstrekt dr H Houweling, tel. (070) 340 66 25 , e-mail hans.houweling@gr.nl.

Datum: 9 januari 2002

---