Ministerie van Algemene Zaken


1red10400
11-01-2002, NOS, Gesprek met MP, Nederland 3, 22.55 uur

MINISTER-PRESIDENT KOK, NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE

MINISTERRAAD, OVER KOMEND POLITIEK JAAR EN RESULTATEN PAARS,

EN OVER DE AANPAK VAN DRUGSKOERIERS OP SCHIPHOL


- KOMEND POLITIEK JAAR EN PAARS -

MINGELEN:
Het is de eerste ministerraad na de jaarwisseling en ook het eerste gesprek. Iedereen wenst u natuurlijk persoonlijk een goed jaar toe. Maar de vraag is of het jaar ook politiek voor u zo'n succes gaat worden. Wat denkt u, kijkt u er een beetje somber naar uit?

KOK:
Nee, wel gespannen. Zeer gespannen, want het wordt nog een bijzondere campagne. Nou vinden we dat altijd hoor, ik heb nooit verkiezingen meegemaakt waar we niet van tevoren zeiden: "het wordt heel spannend en heel bijzonder". Maar mijn eigen vertrek staat vast. Dus dat is in ieder geval duidelijk.

MINGELEN:
Heeft u niet het idee dat... U gaat uw laatste jaar in en het lijkt wel alsof alle grote resultaten die paars heeft geboekt langzaam door uw vingers glippen. Er gaat ineens zoveel mis lijkt het wel.

KOK:
Dat is een ernstige vertekening. Maar het is een beetje een modeverschijnsel nu om dat nu zo te signaleren. Excuses dat ik het zo zeg.

MINGELEN:
Goed, het is uw paars, dus u mag het verdedigen.

KOK:
Het kabinet heeft natuurlijk heel veel tot stand gebracht, ook heel veel bereikt en ook heel veel gedaan in het laatste jaar. Er ligt een aantal onderwerpen op tafel die nu ook nog om een oplossing vragen. Er komen ook incidenten tussendoor, de actualiteit. Die dingen worden vaak vlak voor verkiezingen niet makkelijker om op te lossen. Tegelijkertijd toch urgenter dat er het nodige mee gebeurt. We zullen dus de komende maanden hard doorwerken en zorgen dat we nog voldoende afleveren. Want ook de laatste maanden zijn belangrijk.

MINGELEN:
Trouw schreef vanochtend: "Paars gaat ten onder in lamlendigheid."

KOK:
Nee, dat vind ik een lamlendig commentaar. Echt onzinnig commentaar.




- AANPAK VAN DRUGSKOERIERS OP SCHIPHOL -

MINGELEN:
Men dacht misschien aan iets wat vorige week bekend werd. Het moet ook uw nieuwjaar toch niet echt leuk hebben begonnen. Drugssmokkelaars, cocaïnesmokkelaars kunnen zo wat vrij Schiphol binnen en als ze worden betrapt dan moeten ze de spullen inleveren, en krijgen ze een briefje van ontvangst en dan mogen ze gewoon hun gang weer gaan. Wat dacht u toen u dat las?

KOK:
Dat is wel een beetje erg een versimpeling. Maar goed, dat is een beetje om het duidelijk te maken, misschien wel behulpzaam. In ieder geval, nee dat was natuurlijk geen plezierig bericht, ook voor mij.

MINGELEN:
Dat kan niet waar zijn in Nederland?

KOK:
Zeker dat verhaal van die veertien kilo, wat nu trouwens nader wordt uitgezocht door minister Korthals. Het is natuurlijk te gek voor woorden dat dat waar zou zijn.

MINGELEN:
Dat ging om een mevrouw. Die had veertien kilo aan bolletjes ingeslikt. Heeft u een idee hoeveel veertien kilo cocaïne op straat doet?

KOK:
Ja, daar heb ik vandaag nog een bedrag over gehoord. Ik dacht ­ dat wat ze bij zich had ­ 20.000 gulden per kilo. Dat is niet eens zo veel in verhouding tot andere straatwaardes.

MINGELEN:
Volgens mij heeft u het dan over de groothandelsprijs hoor.

KOK:
Minister Korthals zei dat zo.

MINGELEN:
Grote bedragen. Die mevrouw komt binnen, wordt betrapt ­ althans dat is het verhaal ­ en ze mag gewoon gaan. En ze is niet de enige.

KOK:
Dat is dus een extra pikant verhaal, dat anoniem is binnengekomen bij Het Parool. Daarvoor waren er al andere berichten over het door de vingers zien van zaken, gewoon vanwege cellentekort en anderszins. Dat was geen prettige ervaring die ik had. Ik ben natuurlijk gewend dat je af en toe onaangenaam nieuws in de krant tegenkomt. En zeker als dat niet waar is, is dat niet leuk. Maar dit is echt heel vervelend, om het nog maar zacht uit te drukken, want het tast het vertrouwen van burgers in het aanpakken van wat niet mag, wat niet hoort en wat niet moet ernstig aan. En daarom vind ik moeten we alles doen op de meest korte termijn met een plan van aanpak om te zorgen dat die alsmaar oplopende positieve vangst van drugskoeriers ­ want het aantal mensen dat



tegen de lamp is gelopen is gestegen, het is niet zo dat er niet gecontroleerd wordt ­ om dus te zorgen dat daar een antwoord wordt op gegeven. Dan zijn er een paar mogelijkheden die dus zonder meer moeten gebeuren.

MINGELEN:
Voordat u daar tot over gaat, eerst de situatie zelf. Ik had het daarstraks over lamlendigheid. Er is een situatie op Schiphol waarvoor douane en marechaussee al vorig jaar waarschuwden dat het niet goed ging. Mede door de grote controle worden er veel mensen gepakt, maar ze kunnen ze niet kwijt. Het wordt aan Justitie gemeld en pas in december begint er iets binnen Justitie te broeien, en nu is iedereen ­ en u ook ­ verontwaardigd omdat het uitlekt. Dat maakt toch een lamlendige indruk?

KOK:
Naar de mate waarin hier echt ook de verantwoordelijkheden niet voldoende zijn genomen door functionarissen, is dit ernstig natuurlijk.

MINGELEN:
Wat zegt dat dan over de verantwoordelijkheid van de minister van Justitie?

KOK:
Die verantwoordelijkheid geldt onverkort. Ik ben met u ook erg geïnteresseerd in de precieze beschrijving van de gang van zaken in het najaar. De minister heeft dat vandaag globaal natuurlijk gezegd in het kabinet. Maar hij zal dat veel uitgebreider, veel minutieuzer ook maandag opschrijven in een brief die naar de Kamer moet gaan omdat er vragen over zijn gesteld.

MINGELEN:
Was zijn uitleg naar het kabinet toe bevredigend? Vond u die bevredigend?

KOK:
De minister heeft denk ik zelf heel veel gedaan wat nodig was om hier een antwoord op te geven.

MINGELEN:
Sinds december of al eerder?

KOK:
Ik val de minister niet af. Ik ben ook benieuwd nog met u en anderen naar de precieze beschrijving van de feiten die wij vandaag in de ministerraad ook niet hadden. Kan ook niet, want de minister laat een aantal zaken onderzoeken. Hij is ook op zijn apparaat, op zijn mensen aangewezen. Die moeten dat aanleveren, hij moet dat kritisch bekijken en moet vervolgens beoordelen hoe hij dat opschrijft in de brief aan de Kamer.

MINGELEN:
U zegt: "Ik val hem niet af." Nou is het een beetje de gewoonte, zeker bij de oppositie, om al snel te roepen: "Deze minister heeft het zo slecht gedaan, valt niet te handhaven." Aan de ander kant, dit is dan een buitengewoon ernstige situatie...



KOK:
Ik vind dat men dat in elk geval moet beoordelen, dus of men hier ook echt een politieke kwestie van maakt, een partijpolitieke kwestie ook. Het vertrouwen van de minister aan de hand van hoor en wederhoor, aan de hand van een beschrijving, van een schets van zijn kant van de feiten zoals hij die aantreft.

MINGELEN:
Maar staat voor u op dit moment vast na zijn uitleg in de ministerraad dat wat u betreft hem politiek geen verwijten te maken zijn?

KOK:
Nee dat zeg ik niet. Ik ga er ook niet over. De Kamer is de baas over de minister.

MINGELEN:
Maar u beschermt een minister of niet.

KOK:
Ik heb geen enkele reden om de minister af te vallen. Geen sprake van. Hij zal zich verdedigen, moet zich ook verdedigen. En zal zich ook verdedigen voor een aanpak die van nu af aan wordt gekozen om verbeteringen in een onwerkbaar geworden situatie aan te brengen. Want dat het zo niet kan blijven, dat staat vast. En dan komen we bij "wat moet er gebeuren?" Er is nou een soort houding in Nederland van: "allerlei drugskoeriers moet je maar in een cel stoppen, dus we moeten veel meer cellen hebben." Ik sluit niet uit dat we er ook cellen bij moeten hebben, of dat we andere noodvoorzieningen moeten treffen. Helemaal niet.

MINGELEN:
Twee mensen op één cel?

KOK:
Ik ben daar niet aan toe, maar je mag dat soort mogelijkheden op voorhand niet uitsluiten. Maar je kunt dat natuurlijk pas overzien als je ook andere mogelijkheden helemaal systematisch hebt onderzocht. Het enige wat ik wel zeg, is als je echt het probleem tot beheersbare proporties wilt terugbrengen dan zul je ook moeten zorgen dat er veel minder drugskoeriers Nederland bereiken.

MINGELEN:
Meer controle op de Antillen.

KOK:
Dan krijg je de Antillenroute, dat is de belangrijkste aanvaarroute van drugskoeriers. Naar de mate waarin op de Antillen dus grondig wordt gecontroleerd op de aanwezigheid van drugs met apparatuur die daarvoor geschikt is, met mensen die daarvoor geschikt zijn en ook met de financiële middelen die daarvoor nodig zijn, naar de mate waarin dat gebeurt wordt dus een belangrijk deel van de toevoer onderschept. Dat is nodig, daar zullen we ook binnen de kortste keren met de Antillen over praten. En dat is geen kwestie van eens een paar vriendelijke brieven uitwisselen en dan vervolgens over gaan tot de orde van de dag. Daar moet echt grondig wat gebeuren. Daarmee parallel moet er ook kritisch en creatief gekeken worden naar mogelijkheden om de capaciteit blijvend of tijdelijk of met noodvoorzieningen zelfs beter op peil te



brengen. Want het kan niet zo zijn dat iemand die wordt aangetroffen, iemand die wordt opgespoord ­ we moeten de controle juist intensiveren in plaats van verslappen ­ dat die vervolgens gewoon zijn gang zou kunnen gaan omdat er een celcapaciteitsprobleem is. Dat kan niet.

MINGELEN:
Ondertussen denkt de burger: "Ja, als het kalf verdronken is, dan dempt men de put." En zijn vertrouwen is geschokt, zei u vanmiddag.

KOK:
Dat kan zijn, zeker. Voor een deel is dat onherstelbaar. Dus mensen zeggen van: "Kijk eens, dat had niet mogen gebeuren." Dat is begrijpelijk en naar de mate waarin in het Kamerdebat zou blijken dat daar nog onvoldoende bevredigende antwoorden op zijn, blijft dat meer hangen dan dat het wel bevredigend wordt opgepakt. We moeten dus ook verder afwachten hoe dat gaat. Maar één ding staat ook vast: We zijn ook doeners, geloof ik, we zijn niet alleen lamlendige mensen die een beetje bij de pakken neerzitten. We zijn ook doeners. En als we dus een misstand opsporen - en het was beter geweest als we dat eerder hadden kunnen ontdekken; het was beter geweest dat het niet was gebeurd, natuurlijk ­ als we het opsporen dan moet je ook ­ dat wordt ook van de overheid gevraagd ­ niet op zijn handen gaan zitten, maar die overheid moet handelend optreden. En daar moet dat plan van actie naar de volgende week toe ook op worden toegesneden omdat van ons nu een adequaat antwoord wordt verlangd.

MINGELEN:
Kunt u zich voorstellen, of ziet u in het feit dat dit soort dingen gebeuren in hetzelfde feit dat volgens de laatste barometer - die NOVA vanavond heeft laten zien - de paarse fracties iets van zeventien zetels verliezen en aan de andere kant Leefbaar Nederland die nu volgens de peilingen al op zestien zetels staan, ziet u een verband tussen die sfeer van de dingen die pas worden aangepakt als het te laat is, of wat ik dan toch maar die lamlendigheid blijf noemen, en het feit dat zo'n nieuwe partij zo'n enorme winst krijgt in de peilingen? Ziet u een verband daartussen?

KOK:
Ik geloof dat het iets ingewikkelder is dan zo. De opgang van Leefbaar Nederland in de peilingen is al wat langer aan de gang. Het ligt niet in het bijzonder dan aan typische gebeurtenissen zoals we nu bespreken. Mijn punt is - de kiezer heeft namelijk altijd gelijk ­ dat als de kiezer de neiging heeft een politieke beweging serieus te nemen, een politieke beweging meer steun te geven, daarmee gepaard laat gaan een toenemende weerzin, afkeer, ontevredenheid over het beleid van anderen, dan is dat een signaal dat niet mag worden verwaarloosd. Politici mogen niet arrogant hun neus ophalen en zeggen "Och, die partij is niet interessant of is maar een eendagsvlieg. Dus we nemen de mensen die de neiging hebben om op ze te stemmen ook niet serieus." Dat is de verkeerde houding.
(Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, GB)