Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Afspraken over meerjarige samenwerkingsprogramma's met Nederlandse Antillen
13 januari 2002
Staatssecretaris Gijs de Vries (Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties) stelt de komende jaren 112 miljoen Antilliaanse
gulden per jaar beschikbaar (153 miljoen Nederlandse gulden) voor
duurzame economische ontwikkeling, bestuurlijke ontwikkeling en
onderwijs op de Nederlandse Antillen. Over deze drie terreinen zijn
meerjarige samenwerkingsprogramma's tussen Nederland en de Nederlandse
Antillen afgesproken, die lopen tot en met 2006. Binnen het budget van
112 miljoen gulden per jaar kan de Antilliaanse regering voorstellen
doen voor activiteiten. Een groot deel van dit budget wordt overigens
in 2002 al besteed aan lopende projecten.
Per 1 juni komt er een onafhankelijke Antilliaanse Ontwikkelingsbank
die de Nederlandse bijdrage aan de drie samenwerkingsprogramma's zal
beheren. Nederland hoeft zich dan niet meer in detail te bemoeien met
de goedkeuring van de verschillende activiteiten binnen de
programma's. Op deze manier wordt de overstap gemaakt van
projectfinanciering (waarbij Nederland een veelheid aan projecten
beoordeelt) naar programmafinanciering (waarbij Nederland en de
Nederlandse Antillen politieke overeenstemming hebben over de
hoofdlijnen van een meerjarenprogramma, en de beoordeling van
projecten wordt overgelaten aan de onafhankelijke ontwikkelingsbank).
In 2002 gaat vooralsnog 50 procent van het beschikbare budget naar
duurzame economische ontwikkeling (56 miljoen Antilliaanse gulden, 77
miljoen Nederlandse gulden). Vijfentwintig procent gaat naar
bestuurlijke ontwikkeling (28 miljoen Antilliaanse gulden, 38 miljoen
Nederlandse gulden) en eveneens 25 procent naar onderwijs (28 miljoen
Antilliaanse gulden, 38 miljoen Nederlandse gulden). Deze verdeling
kan later nog verschuiven.
Duurzame economische ontwikkeling
Voor duurzame economische ontwikkeling is volgend jaar 56 miljoen
Antilliaanse gulden beschikbaar (77 miljoen Nederlandse gulden). Doel
van het samenwerkingsprogramma is het realiseren van economische groei
op een duurzame basis, zowel voor het Land als de verschillende
eilanden. In het programma passen projecten die gericht zijn op het
creëren van macro-economische stabiliteit en een goed
investeringsklimaat en het stimuleren van specifieke economische
sectoren. Verder kunnen ondersteunende activiteiten plaatsvinden om
natuur en milieu te beschermen.
Bestuurlijke Ontwikkeling
Voor het verbeteren van de kwaliteit van bestuur van Land en eilanden
is volgend jaar 28 miljoen Antilliaanse gulden uitgetrokken (38
miljoen Nederlandse gulden). Doel van dit programma is onder meer het
democratisch gehalte en de integriteit van het openbaar bestuur te
verbeteren. De doelmatigheid en de effectiviteit van de ambtelijke
organisatie moet omhoog. De betrouwbaarheid van het bestuur en het
ambtelijk apparaat moeten verbeterd worden. Hierdoor kunnen burgers
tevreden zijn over de dienstverlening van een klantvriendelijker
overheid. De Nederlandse Antillen zullen voorstellen doen over het
versterken van organen die een controlerende rol spelen (zoals Raad
van Advies, Rekenkamer en de Staten). Ook komen er voorstellen voor
maatregelen die het vertrouwen in de overheid verbeteren. Het beheer
van financiën en het begrotingsbeheer worden verbeterd. Verder zal
door de overheden meer gebruik gemaakt worden van moderne informatie-
en communicatietechnologie. Bij het verbeteren van het functioneren
van zowel het ambtelijk als het bestuurlijk apparaat ligt de nadruk op
het versterken van het besef van en garanties voor publieke
verantwoordelijkheid.
Onderwijs
Voor onderwijs is volgend jaar eveneens 28 miljoen Antilliaanse gulden
beschikbaar (38 miljoen Nederlandse gulden). Alle Antilliaanse
kinderen en jongeren moeten kwalitatief goed onderwijs kunnen krijgen.
Op die manier krijgt iedereen gelijke mogelijkheden om zich ten volle
te ontwikkelen, en krijgt iedereen kansen om deel te nemen aan het
economisch en maatschappelijk leven. Het onderwijsprogramma valt in
drie delen uiteen:
* Institutionele en organisatorische versterking. Hieronder valt het
versterken van het Departement van Onderwijs en de
onderwijsdiensten van de eilanden.
* Funderend onderwijs. Hieronder vallen in ieder geval vernieuwing
en verbetering van het kleuter- en basisonderwijs, het speciaal
onderwijs en de eerste twee leerjaren van het voortgezet
onderwijs. Ook komt er voorschoolse opvang. De docentenopleidingen
worden verbeterd, en ook zittende leerkrachten en huidige
studenten aan de docentenopleidingen krijgen na- en bijscholing.
Er komt een systeem om de kwaliteit van het funderend onderwijs te
bewaken.
* Beroepsonderwijs. Hieronder vallen vernieuwing en verbetering van
het Voorbereidend Secundair Beroepsonderwijs (bvo en mavo), van
het Secundair Beroepsonderwijs (mbo, leer/werktrajecten van
Feffik, toeristische en horeca-opleidingen).
---