CENTRAAL PLANBUREAU
Onderwerp: persbericht
Nummer: 3
Datum: 15 januari 2002
Inlichtingen bij Machiel Mulder (tel: +31-70-3383383), of Jacqueline
Timmerhuis (tel: +31-70-3383477)
Economische effecten van nationale systemen van CO2-emissiehandel: nationale
dilemma's bij een mondiaal vraagstuk
De voordelen van CO2-emissiehandel komen vooral tot uiting wanneer
deze emissiehandel in internationaal verband plaatsvindt. Het in
Nederland invoeren van een nationaal systeem van CO2-emissiehandel is
niet de meest efficiënte invulling van het klimaatbeleid.
Macro-economische aanpassingskosten, dat wil zeggen kosten van
sectorale verschuivingen en van aanpassingen op de arbeidsmarkt, zijn
bij een internationaal systeem geringer dan bij een nationaal systeem,
terwijl dan bovendien meer geprofiteerd kan worden van verschillen in
kosten tussen landen om emissies om laag te brengen. Macro-economische
aanpassingskosten zijn bij een nationaal systeem alleen te vermijden
door een complex handelssysteem op te zetten, met als gevolg dat de
uitvoeringskosten dan hoog zijn.
Dit concludeert het Centraal Planbureau (CPB) in CPB Document n0. 18,
Economische effecten van nationale systemen van CO2-emissiehandel;
nationale dilemma's bij een mondiaal vraagstuk. Deze studie is
verricht op verzoek van de Commissie CO2-handel die vandaag haar
advies aan het kabinet presenteert. De centrale vraag in het CPB
Document is of het invoeren van handel in CO2-emissierechten in
Nederland een efficiënte invulling is van het nationale klimaatbeleid.
Om deze vraag te beantwoorden zijn de economische effecten van
verschillende varianten van nationale emissiehandelssystemen
vergeleken met die van intensivering van het bestaand beleid. Deze
intensivering is ingevuld als een verhoging van de Regulerende
Energiebelasting en voortzetting van de energiebesparingsconvenanten
tussen overheid en bedrijfsleven.
Nationale emissiehandel die plaatsvindt op basis van enerzijds een
absoluut emissieplafond voor de afgeschermde sectoren (dat wil zeggen
sectoren die niet aan buitenlandse concurrentie zijn blootgesteld) en
anderzijds een relatief emissieplafond voor de niet-afgeschermde
sectoren, blijkt een minder dure invulling te zijn van het nationale
klimaatbeleid dan intensivering van het huidige klimaatbeleid. Wanneer
in beide gevallen 12 megaton aan vermindering van emissies zou worden
gerealiseerd, dan is bij nationale emissiehandel het verlies aan
nationaal inkomen 0,3% en bij intensivering van het bestaande beleid
0,7% (in 2020). De handelsvariant leidt tot een minder groot verlies
aan nationaal inkomen, omdat het in tegenstelling tot het bestaande
beleid aan alle energiegebruikers een substantiële prikkel tot
energiebesparing geeft.
Echter, de uitvoeringskosten van dit emissiehandelssysteem zijn hoog,
doordat onderscheid wordt gemaakt tussen twee groepen van sectoren
(afgeschermde en niet-afgeschermde) die op een verschillende manier
handelen in emissierechten. Doel van deze vormgeving is om de
macro-economische aanpassingskosten zo veel mogelijk te beperken. De
hoge uitvoeringskosten zijn onder meer het gevolg van het moeten
onderbrengen van bedrijven in één van de twee groepen, waartegen
protesten te verwachten zijn van bedrijven en organisaties die zich
door die indeling benadeeld voelen. Verder brengen de vaststelling,
monitoring en controle op de naleving van de relatieve emissieplafonds
veel uitvoeringskosten met zich mee.
Bij een internationaal handelssysteem bestaan daarentegen geen redenen
om onderscheid te maken tussen groepen van bedrijven, of om relatieve
emissieplafonds te hanteren, omdat dan het risico van
concurrentieverslechtering en verplaatsing naar het buitenland van de
niet-afgeschermde bedrijven beduidend kleiner is. In internationaal
verband ligt daarom een handelssysteem met een absoluut plafond voor
alle sectoren voor de hand, waardoor de uitvoeringskosten gering
kunnen zijn. Doordat bovendien de kosten van het verminderen van
emissies tussen de landen nogal verschillen, leidt een internationaal
handelssysteem tot een lagere prijs van de emissierechten dan bij een
nationaal systeem.
Streven naar een internationaal handelssysteem, bijvoorbeeld binnen de
Europese Unie, waarbij alle energiegebruikers onder een emissieplafond
vallen, is daarom de optimale route van het nationale klimaatbeleid.
Omdat het denkbaar is dat internationale emissiehandel voorlopig nog
niet van de grond komt, is het zinnig verder te studeren op
vormgevingsaspecten van nationale emissiehandel en te leren van
ervaringen in andere landen, zoals het Verenigd Koninkrijk. In de
tussentijd zou Nederland de energieheffing zodanig kunnen aanpassen
dat het aan meer energiegebruikers een prikkel tot vermindering van
CO2-emissies geeft. Op deze manier is over een aantal jaren de dan
noodzakelijke emissiereductie voor Nederland kleiner en is er ook meer
bekend over de kansen op een internationaal handelssysteem en over de
ervaringen met nationale systemen in andere landen.
CPB Document 18, 'Economische effecten van nationale systemen van
CO2-emissiehandel; nationale dilemma's bij een mondiaal vraagstuk',
ISBN 90-5833-088-5, is te bestellen bij:
Bibliotheek Centraal Planbureau
Postbus 80510
2508 GM Den Haag
Telefoon: 070-3383425
Telefax: 070-3383350
E-mail: bibliotheek@cpb.nl
Prijs: EUR 9.00
De volledige publicatie is (gratis) beschikbaar als PDF-file.
| Top | Home | Search | Sitemap |