Ministerie van Economische Zaken

Ministerie van Economische Zaken
Berichtnaam: Persbericht
Nummer: 005
Datum: 15-01-2002

LEVERINGSZEKERHEID VAN GAS

Het lid van de Tweede Kamer, Blaauw (VVD), heeft aan de minister van Economische Zaken op 21 september 2001 de volgende schriftelijke vragen gesteld.


1 Deelt u de conclusie van het artikel 'Gas onder druk'1 dat het gasleidingennet overvol raakt wanneer gasstromen van Duitsland en Belgie via ons land worden omgeleid?


2 Is het waar dat het voor de Duitse en Belgische gassectoren interessant is om niet in het eigen net te investeren, maar de gasstromen via het goedkopere Nederlandse net om te leiden?


3 Welke effecten heeft de omzetting van het systeem van uurbalancering in een systeem van dagbalancering op de leveringszekerheid van gas voor de industrie en de consument in Nederland?


4 Verwacht u dat het kleineveldenbeleid onder druk komt te staan als gevolg van het wegreserveren van extra netcapaciteit door shippers voordat de exploitant eraan te pas komt?


5 In hoeverre spelen de verschillen in het tempo van implementatie van de gasrichtlijn in de ons omringende landen een rol bij deze problematiek? Kan het reciprociteitsinstrument hierbij uitkomst bieden?
---

1) Jepma, C. J. Gas onder druk, ESB nr. 4323,
14 september jl., pp. 704-707.

De Minister van Economische Zaken, mw. A. Jorritsma-Lebbink, heeft deze vragen als volgt beantwoord.


1 en 2 Wanneer er gasstromen via ons land omgeleid zouden worden, zouden capaciteitsconstraints kunnen optreden. Bij de huidige tarieven lijkt er echter geen aanleiding om gasstromen over ons land om te leiden. Het gebruik van het transportnet is met de huidige Gaswet en de onlangs versterkte DTe voldoende onder toezicht gesteld, om de daarmee in het geding zijnde publieke belangen te kunnen behartigen. Daarbij dient de aansluiting bij de regulering in ruimer, internationaal verband, niet verloren te gaan. Qua tariefhoogte moet de ontwikkeling in de Europese Unie richtinggevend zijn, opdat er geen kunstmatige verlegging van gasstromen in de Europese gastransportmarkt plaatsvindt.

3 Wanneer omzetting van uur- naar dagbalancering onder voorwaarden gebeurt, zoals nu het geval is, heeft dit geen effect op de leveringszekerheid.
Inmiddels is het onderwerp uur- of dagbalancering niet langer een punt van discussie. Alle partijen, ook Gasunie, zijn akkoord met het principe van dagbalancering.

4 Neen, het betreft hier de verbindingsleidingen tussen een gasveld met het landelijk net en het is maar de vraag of shippers interesse hebben in de capaciteit van deze verbindingsleidingen, tenzij shippers zelf gas hebben gekocht uit het gasveld. Verder is reservering voor speculatie in deze situatie niet waarschijnlijk.

5 Een level playing field bij het tempo van implementatie van de Gasrichtlijn in Europa acht ik van groot belang. Daarom brengt Nederland dit in Europees verband bij voortduring onder de aandacht.

Neen, het instrument reciprociteit is alleen te hanteren met betrekking tot concrete leveranties op de Nederlandse markt, waarbij transport geweigerd kan worden als er geen reciprociteit is met betrekking tot leveringsmogelijkheden in het land van herkomst.