Ministerie van Economische Zaken
Ministerie van Economische Zaken
Berichtnaam: Persbericht
Nummer: 006
Datum: 15-01-2002
AANBOD VAN AARDGAS IN NEDERLAND
Het lid van de Tweede Kamer, Witteveen-Hevinga (PvdA), heeft aan de
minister van Economische Zaken op 19 september 2001 de volgende
schriftelijke vragen gesteld.
1 Kent u het onderzoek van prof. C.J. Jepma over de invloed van
beleidswijzigingen ten aanzien van het aanbod van aardgas in Nederland? 1)
2 Wat is uw oordeel over de uitkomsten van het onderzoek?
3 Deelt u de conclusie dat de leveringszekerheid van aardgas in Nederland
in gevaar kan komen? Zo ja, welke instrumenten staan u ter beschikking om
dit gevaar te keren en zult u daarvan gebruik maken? Zo nee, waarom niet?
4 Hoe verhoudt het transporttarief van Gasunie zich tot dat van wat in
omringende landen wordt berekend? Indien het Nederlandse tarief beduidend
afwijkt van dat van de ons omringende landen, kunt u hiervoor dan een
verklaring geven?
5 Wat is de rol van de diverse nationale toezichthouders bij het
vaststellen van de nationale transporttarieven? Vindt die vaststelling op
verschillende grondslagen plaats? Zo ja, hoe kan dat worden verklaard?
6 klopt het dat, zoals prof. Jepma stelt, netbeheerders terughoudender
zullen worden om te investeren in de netcapaciteit? Zo ja, wat kunt u
hiertegen doen? Zo nee, waarom niet?
7 Klopt het dat door het invoeren van dagbalancering het aardgasnet
minder effectief zal worden gebruikt waardoor de transportcapaciteit
terugloopt? Zo ja, waarom wordt er dan toch voor dagbalancering boven
uurbalancering gekozen? Zo nee, waarom niet?
8 Is het in het kader een Europees level playing field voor aardgas
noodzakelijk dat zaken zoals transporttarieven en balancering tussen de
landen van de EU op elkaar worden afgestemd? Zo ja, welke instrumenten
staan u daarvoor ter beschikking? Zo nee, waarom niet?
---
1) C.P. Jepma, Gas onder druk, I: ESB 14 september jl.
De Minister van Economische Zaken, A. Jorrtisma-Lebbink, heeft deze vragen
als volgt beantwoord.
1 Ja.
2 Het is niet aan mij om een oordeel uit te spreken over een onderzoek,
te meer daar dit onderzoek -naar ik begrijp- door Gasunie is ingebracht
als processtuk in de procedure die zij tegen de DTe is gestart naar
aanleiding van de Richtlijnen Gastransport voor het
jaar 2002. Desondanks kan ik u wel zeggen dat ik een paar kanttekeningen
heb bij het artikel in ESB. Dit betreft met name de leveringszekerheid.
Professor Jepma gaat voorbij aan de waarborgen in de Gaswet met betrekking
tot leveringszekerheid aan de beschermde afnemers. Ook zie ik met de
tarieven die Gasunie momenteel hanteert geen aanleiding te veronderstellen
dat gasstromen over ons land worden omgeleid.
3 Neen, zie antwoord vraag 2.
4 In opdracht van Gasunie heeft PA Consulting Group (Londen, Verenigd
Koninkrijk) een vergelijking gemaakt van de transporttarieven voor aardgas
in West-Europa.
In dit omvangrijke onderzoek zijn de tarieven voor 2001 van 21
gasmaatschappijen in
12 landen in kaart gebracht. De Gasunie-transporttarieven blijken volgens
dit onderzoek veelal tot de laagste te behoren. Zie voor de uitkomst van
het onderzoek: http://www.gasunie.nl/nl/f_home.htm. Voorts heeft de
Europese Commissie onlangs in een werkdocument met betrekking tot de
implementatie van de gas- en elektriciteitsrichtlijnen de
transporttarieven in de verschillende lidstaten naast elkaar gezet. Dit
onderzoek bevestigt de resultaten van PA Consulting Group.
5 De tarieven voor het transport van gas naar beschermde afnemers worden
vastgesteld door de DTe. De tarieven voor het transport van gas naar vrije
afnemers worden vastgesteld door de transportbedrijven zelf. De
transportbedrijven dienen hun tarieven te baseren op Richtlijnen die door
de DTe worden vastgesteld. In Europees verband bestaat er verschil in
tariefregulering tussen de lidstaten. Dit wordt veroorzaakt door
verschillen in implementatie van de Europese Richtlijn. De laatstgenoemde
Richtlijn laat de lidstaten vrijheid in de keuze voor onderhandelde of
gereguleerde toegang tot het leidingnet. Evenmin wordt in deze Richtlijn
een tariefgrondslag voorgeschreven. Deze varieert in de lidstaten van geen
enkele tariefregulering (Duitsland) tot een cost-plus regulering (Verenigd
Koninkrijk).
6 Ik heb geen informatie ontvangen waaruit blijkt dat netbeheerders
terughoudender zijn geworden om te investeren in netcapaciteit.
7 Wanneer omzetting van uur- naar dagbalancering onder voorwaarden
gebeurt, zoals nu het geval is, heeft dit geen effect op de
leveringszekerheid. Inmiddels is het onderwerp uur- of dagbalancering niet
langer een punt van discussie. Alle partijen, ook Gasunie,
zijn akkoord met het principe van dagbalancering.
8 Op Europees niveau wordt aandacht besteed aan zaken die marktverstoring
veroorzaken. Wanneer mocht blijken dat verschillen in transporttarieven of
balanceringsregime een marktverstoring veroorzaken, zal de Commissie dit
ongetwijfeld als aanleiding zien om met voorstellen tot harmonisatie te
komen. Regulier overleg tussen de lidstaten wordt in het "Madrid Forum"
gevoerd. Naast de lidstaten en de Europese Commissie zijn in dit overleg
ook de toezichthouders, de gasindustrie en de afnemers vertegenwoordigd.
Verschillen in transporttarieven hebben tot nu toe geen (zichtbaar) effect
gehad op de levendigheid van de gashandel.