Ministerie van Algemene Zaken

Toespraak van minister-president Kok t.g.v. de herdenking van oud-minister-president Zijlstra in de Eerste Kamer, 15 januari 2002

M.d.V.

Met het overlijden van Jelle Zijlstra is ons een bijzonder man ontvallen, die ons land gedurende vele jaren en in vele functies grote diensten heeft bewezen.

Jelle Zijlstra bleef zijn hele leven lang in de eerste plaats een man van de wetenschap.
Tezelfdertijd vervulde hij, naar het soms liet voorkomen zijns ondanks, een voorname rol in het landsbestuur en in de politiek.
Hij was tweemaal minister van Economische Zaken, twee maal minister van Financiën en eenmaal minister president van een tussenkabinet
En tot slot 14 jaar president van de Nederlandsche bank.

Zijlstra kon ingewikkelde zaken helder en eenvoudig uitleggen. Hij wist zijn vermogen om te relativeren te combineren met een grote mate van onverstoorbaarheid, tegelijkertijd. Hij stond het harmoniemodel voor. In zijn eigen woorden: "Ik heb grote bezwaren tegen het polariseren om het polariseren.



2

Het ernstigste bezwaar is onverdraagzaamheid, het niet willen luisteren naar elkaar en het wegwuiven van redelijke argumenten, zo zij al te berde komen". Einde van het citaat. Zijn optreden was sober en ging niet met enige show gepaard.

Jelle Zijlstra was een echte Fries en daar was hij trots op. In 1938 ging hij vanuit zijn, uit de economische crisis geboren, nieuwsgierigheid economie studeren aan de "Rotterdamsche Economische Hogeschool".
In 1948 promoveerde hij op een proefschrift over de omloopsnelheid van het geld.
In datzelfde jaar, nog maar 29 jaar, werd hij hoogleraar aan de VU.
Zijn colleges stonden bekend om hun duidelijkheid en helderheid.

In 1952 maakte Zijlstra zijn entree in de vaderlandse politiek, als minister van Economische Zaken in het tweede kabinet Drees.
En net zoals op de universiteit verwierf Zijlstra zich ook in de Kamer al spoedig faam om zijn heldere uitleg.
En ook vervulde hij al snel de rol van bruggenbouwer.



3

In 1959 werd hij Minister van Financiën: eerst in een tussenkabinet onder leiding van Beel, later in het kabinet-De Quay.
In het kader van zijn streven naar gezonde overheidsfinanciën formuleerde hij de Zijlstra norm.
Met die norm, die de uitgaven van de overheid in een structureel begrotingsbeleid koppelde aan de ontwikkeling van het nationaal inkomen en de stijging van de
belastinginkomsten, wilde hij zorgen voor een evenwichtige begroting.
Het heeft Zijlstra wel eens een beetje pijn gedaan dat hij als minister van Financiën langzaam aan de reputatie kreeg van kille boekhouder. Hij benadrukte dan altijd dat er niets sociaals is aan oplopende tekorten en toenemende inflatie.

In 1963 vond Zijlstra het tijd om, ondanks forse tegendruk, de actieve politiek te verlaten.
Hij werd weer hoogleraar aan de VU en tevens lid van de Eerste Kamer.



4

Deze relatieve rust duurde echter maar een paar jaar. In de nacht van Schmelzer kwam het kabinet-Cals ten val en Zijlstra werd gevraagd als minister president het interim kabinet te leiden, waarvan hij tevens als minister van Financiën fungeerde.
Na de verkiezingen van 1967 speelde hij nog een belangrijke rol als informateur, maar hij wilde geen minister-president meer worden.

In 1967 werd hij president van de Nederlandsche Bank en dat zou hij 14 jaar blijven. Tot 1981 stond hij tegelijkertijd aan het hoofd van de Bank voor internationale betalingen in Bazel. Hij was een zeer standvastig en bekwaam president en hij had zowel nationaal als internationaal veel aanzien.

In 1983, spoedig na zijn pensionering als president van de Nederlandsche Bank, werd hij minister van Staat.
Zijlstra zei in een interview: "Het is fascinerend, het is een voorrecht een tijd lang te mogen meedraaien in de politiek, maar innerlijk heb ik altijd een zekere distantie bewaard. In het politieke leven heb ik mij nooit helemaal thuis gevoeld, zoals ik me bij de Nederlandsche Bank wel thuis voelde". Einde citaat.

Maar in beide functies, politicus en bankpresident, blonk hij uit.



5

Jelle Zijlstra was werkelijk één van de werkelijk groten van de naoorlogse politiek van ons land.

Namens de regering spreek ik de wens uit dat zijn echtgenote, kinderen, kleinkinderen, overige familieleden en vrienden over de kracht zullen beschikken om dit verlies te dragen. Mogen zij zich daarbij getroost weten door het besef dat zeer velen, ook andersdenkenden, met grote waardering en met veel respect terugdenken aan de bijzondere bijdragen die Jelle Zijlstra heeft geleverd aan welvaart en welzijn in ons land. Wij herdenken hem in dankbaarheid.


* * * * * * *