Inspectie van het Onderwijs
Homodiscriminatie wordt opgenomen in onderwijstoezicht
Utrecht, 16 januari 2002. De Inspectie van het Onderwijs gaat discriminatie van homoseksuele
leerlingen en leerkrachten expliciet opnemen in haar toezicht.
Staatssecretaris Adelmund heeft de inspectie gevraagd haar toezicht op
dit punt te verscherpen.
In de eerste helft van 2002 wordt door de inspectie onderzoek gedaan
naar geschikte beoordelingsaspecten. Het onderzoek zal zich richten op
factoren die bevorderend of juist belemmerend werken op het
bespreekbaar maken van homoseksualiteit in het onderwijs. Met het oog
hierop zal de inspectie deskundigen waaronder het COC, het APS, Forum,
bureau Empowerment en de vakbonden benaderen.
In de tweede helft van het jaar worden de relevante
beoordelingsaspecten vastgesteld en ingebed in het toezichtskader
waarmee de inspectie de kwaliteit van het onderwijs beoordeelt.
In 1998 heeft de inspectie na onderzoek onder vertrouwensdocenten vastgesteld dat homodiscriminatie op scholen voorkomt. De problemen zijn het grootst in het voortgezet onderwijs en het beroepsonderwijs, maar komen ook voor in het primair en hoger onderwijs. Het is slecht gesteld met de bespreekbaarheid van homoseksualiteit in het onderwijs. Er wordt weinig voorlichting gegeven tijdens lessen en homoseksuele leerlingen en leerkrachten geven aan zich op school niet veilig te voelen. Zij worden gediscrimineerd, gepest en soms zelfs gemolesteerd.
Het opnemen van het thema homodiscriminatie in het schooltoezicht moet leiden tot een vergroting van de bespreekbaarheid van homoseksualiteit in het onderwijs en afname van het gevoel van onveiligheid. De eerste verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij de scholen zelf.
Meer informatie kunt u verkrijgen bij Hanneke van Heijningen, T: 030 -
6669852, Email: H.vanHeijningen@owinsp.nl.